AtlE DEKENS DINSDAG 24 JANUARI OE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 DE ONTEIGENINGEN VOOR HET NIEUWE STADHUIS. In den gemeenteraad van 11 Juli 1932 is besloten o.m. de onteigening te bevorde ren van perceelen aan de Breestraat, de Koornburgsieeg en do Viachmarkt, noodig voor den bouw van een nieuw stadouis c. a. In veiband hieiinede is bet we.ischel'ik voorgekomen maatregeien te treilen, en einde zooveel mogelijk' te verzekeren, dat de schadeloosstellingen, welke de gemeen te te zijner tijd voor üe te onteigenen per- cee.en zal heobe.i te betalen, niet onrede lijk woruen opgedreven. Uit zou aidüs de Commissie voor de Straiverordeningen bet geval kunnen zijn, indien aan in de onteigening begrepen perceelen een be stemming voor bedryisdoeleinden zou wor den gegeven, welke die pe.ceeien te voren niet n ad den, in welk geval by daarop vol gende onteigening toekenning van bedrijfs schade in haar vollen omvang onvermij delijk zou zijn. Dit tegen te gaan is, aldus B. en W., bdlijk en zal voor den boua-inle eigenaar niet de minste moeilijkheid geven, daar de tijdsruimte, weike nog verioopt, totdat de onteigening haar beslag zal neb ben verkregen, te kort is om een geheel nieuw bedrijt te vestigen. Met het oug op nee oovenstaande is aau- eluitiag gezoeut bij aitikel 43 der Woning wet. overeenkomstig dit artikel is out* worden een veroidening, betreifende den aard van de beoouwing en net gebruik van de pcr^eeien. voor den stadhuisbouw be stemd. Deze verordening, bestemt de oc- doeide perceelen voor dea openbaren dienst oi eenig doe.ejade van openbaar nut (art. 1) en verbiedt let plaatse gebouwen te bou wen oi geneei oi geueeitelijk te herbouwen, anders dan met inachtneming van uie i>e- stemming (art. 2), terwijl in art. 3 de mo gelijkheid van ingebruiK nemen oi -geven van ae betrokken perceelen zoodanig oe- perat wordt, dat s.ecuts geoorlooid zal zyu het in gebruik nemen oi -geven tot woning oi tot een bedrijisdoel, waarvoor het des- betreiienue perceel op 13 Juli 1932 (de da tum van het begin der na te noemen ter- vis.e-legging van de ontvverp-vero.dening) reeas diende. Een perceel, op gemek-en da tum als winkei in gebruik, mag ook daarna als winkel in gebruik worden genomen of gegeven; echter mag een perceel, op 13 Juli 19o2 in gebruik bijv. ais woning ot voor kantoren, niet tot winkel worden bestemd. Aldus worden verbouwingen en veranuo- ringea, welke een niet-reëele strekking hebben voorzoover mogelijk tegenge gaan. Op grond van artikel 43 jo. 37 lid 2 der Woningwet werd een ontwerp dezer veror dening gedurende vier weken voor belang hebbenden ter inzage gelegd; gelet op het Raadsbesluit van 7 November 1932 tot v.er- oaging, moet de besussing omtrent de ver- oraen.ng genomen worden vóór 10 Fe bruari 1933. 'legen de verordening, zooals zij in ont werp was ter visie gelegd welk ont werp in de Leeskamer is nederge.egd zijn een v.ercal gelijkluidende bezwaar- scuriiten ingediend, en wel door de N.V. „De haam', Alaatscnappij van Handel ui Manuiacturen en aanverwante artikelen, te Haarlem, de N.V. Schiatinann s Confec tie- en Manuiacturenhanuel „De Faam', te Leiden, F. H. J. Rienas, te s-Gravenhage, en A. Kiaass-ens, te Leiden, allen eigenaien van in artikel 1 der verordening genoemde percee.eu. Een dezer bezwaarscurilten (van „De haam is bij dit voorstel van genoem de Commissie atgedrukt. De daarin aangevoerde bezwaren zijn de vol-ejcle. In de eerste plaats beuoogen adressan ten uitvoe.ig, dat de verordening geen steun vinat in de artikelen 1 en 35 uer Woning wet. De Commissie kon die meening tea vo.ie onderschrijven: artikel 1 verplicht de gemeenten tot het maken van e<ra bouw- veiordening, artikel 35 regelt het leggen van bouw verboden ten benoeve van den aan.eg van Straten, grachten of pleinen. De ontworpen verordening heeit dus inderdaad met deze artike.en n.ets te maken. V ervolgeas voeren adressanten aan, dat de verordening evenmin steun zou vinden in artikel 43 der Woningwet, en wel op grond van twee argumenten: lo. zou genoemu artikel 43 alleen ten doei hebben het mogelijk te maken, dat de gemeente regelen stelt in het belang van het staasschoon in de beboufrde kom dor gemeente, en So. zou onder het „gebruik" van gronden, tot regeling waarvan Let artikel de be- voegdüeid verleent, niet vallen het gebruik van reeds vroeger op de gronden gestichte gebouwen. Ad lo. Deze opvatting moet genoemde Commissie als te eenenmale onjuist ver werpen. Adressanten verwijzen naar net werk van mr. J. Kruseman „Woningwet'', •upplement tot den 2den druk, blz. 105, doch, zooals b'j nalezing zal blijken, be toogt mr. Kruseman geenszins, dat het do el van artikel 43 alleen zou zijn handhaviug of bevordering van het stadsschoon. Hij haalt ter plaatse slechts aan een deel van de Memorie van Toelichting op het arti kel, waaruit juist blijkt, dat de strekking daarvan veel ruimer is. Zoo wordt als vooibeeld gesteld de gebleken behoefte aan een regeling, welke net mogelijk maakt, dat zekere wijken een bepaald karakter be houden. De ontworpen verordening nu heeft een gelijksoortige strekking. Ad 2o. Ook dit argument acht de Com missie onjuist. Adressanten geven toe, Ja*, de Raad ingevolge artikel 43 bevoegd «s regelen te geven omtrent den aard van de bebouwing der onderhavige perceelen dit is ook bezwaarlijk voor betwisting vat baar en uit dien hoofde moeten de arti kelen 1 en 2 der verordening dan ook on getwijfeld als wettig worden erkend. Wat nu betreft het argument van adres santen, meenen wij, dat er geen enkele re den bestaat om het woord ..gronden" >c artikel 43 der Woningwet te lezen, ahof er ston „onbebouwde grondenEr is naar het gevoelen van de Commissie trouwens verschil tusschen het gebruik van een ge bouw en het gebruik van den met dat gebouw bebouwden grond. Regelt men het gebruik van een gebouw, dan valt daar onder bijv. een bepaling, tot welk doel eon winkelhuis mag worden gebruik, of er een boekhandel, dan wel een bloemenwinkel «1 zal mogen worden gevestigd. Regelt men het gebruik van den grond, dan kan wel verboden worden, dat hot betrokken per ceel als winkelhuis wordt gebezigd, docu niet dat een bepaalde handel in dat per ceel zal worden gedreven. Art. 3 der ont worpen verordening beoogt geenszins het laatste. De Commissie is derhalve van oordeel, dat ae verordening niet in strijd is met ae Woningwet, iute0enaeel daarop is geoa- seerd. Doen zelis al ware cut laatste met het geval, dan nog zou net vaststellen van deze vetoruemng mettemin benooren tot de nevoegdneid van den Kaad, omdat ar tikel 69 der Woningwet de bevue0dneid, den gemeenteraad toekomende ingevolge aruke» lb8 der gemeentewet, handr.aait tea aanzien van het onderwerp, waarin de Wo ningwet voorziet, vooizoover ae te maken verordeningen niet met de bepalingen dier wet in strijd zijn. 'leu siutee wn de Commisise er op wij zen, cut ae opiueriung van adiessKinten, dat de streaamg van ae veroruenmg aeu- neiijjk aeze is, net óednjis.eveu up ue daar in uan0eauiae grouuen te „bevriezenop dat bij onteigening zoo mm mogenjk be- drijis-scnaue aan ue eigenaren bemoeit to wo.uea uitgekeerd, ge..eei onjuist is. De 8irenjuug v«iu de veiordeaing is te voor komen, uat eigenaren van ue oeaoeiue per- cee.en om s^ecuiaueve redenen in nun e.g-i.uommen zo-dan^e veranderingen gaan ïnnaen, uat de bij de aonieaüe ome.genmg te betaieu suudeioosstelUngen onoiluja zouden worden opgeuievea, zouter dat die eigenaren daarbij eenig ander vour^eei zou den hebben dan zich, een hoogere veig-ie- ding dan nun weikeiijae schade bedraagt te Zien tce0ewezeu. Het is geenszins de bed-oe.iLig üe oateigeningsscnadeioosstellin- gen ook maar ©enigszins te drukken; eet aan niet anders dan bnlijk worden ge noemd, uat ue eigenaren hun werkehjae schade, maar ook niet meer dan deze, ver goed krijgen. Intusscnen en hier komt de Commissie aan het laatste bezwaar van adressanten, het bezwaar n.l. dat de vei ordening de waarde van de hetrokaeu pérceelen zoj druaaen en ais gevolg daarvan de bij ue onteigening toe te kennen schadevergoedin gen, in strijd met üe billijkheid, ongunstig zou beïnvloeden achten wij de mogelijk he.d, dat de verordening de mor bedoelde werking zou hebben, uiet geheel denkbee:- dig. Het i® denübaar, dat reeds tnans aaj keen peiceel, door de mogelijkheid van ver bouwing en het daaidoor verkrijgen van een grootere jaarlijksche opbrengst dan op hel oo-genbiik, een hoogere waarde zou moe ten worden toegekend dan uit de tegen woordige rentabiliteit zou voortvloeien. Het ware niet billijk te beletten, dat der gelijke toekomstperspectieven in de scha devergoeding zouden worden tot uiting ge bracht. Met het oog daarop heeft de Commissie aan de verordening alsnog een a.tikei 5 toegevoegd, bepalende, dat de verorde ning vervalt, zoodra de stukken inzake de stadhuis onteigening oveieenkomstig arti kei 12 der Onteigeningswet ter inzage heb ben geiogen. Na die ter-visie-legging toch is in ver band met artikel 39 der genoemde wet do verordening niet meer noodzakelijk. DE STADHUISBOUW. Vorwijdering van kelders. In en op het stadhuisterrein aan de Breestraat zijn nog aanwezig verschillende fundeeringen, kelders, rioieering-en, muui- resten enz., welke, vóórdat met de nieuwe bebouwing kan worden aangevangen, in elk geval zullen moeten worden verwijderd. B. en W. achten het wenschelijk deze op ruiming reeds thans te doen geschieden. Dit werk, dat zeer goed in eigen beheer kan worden uitgevoerd, hoofdzakelijk met on geschoolde ajbeiders. leent zich naar de j meening van B. en W. uitstekend voor het I scheppen van werkverruiming, terwijl nan het afkomende puin binnenkort groote be hcefte zal bestaan bij enkele in uitvoering of voorbereiding zijnde wegwerken (Hout laan, Zijlsingel enz.). De kosten, aan de opruiming verbonden, kunnen in verband met de onzekerheid hoeveel metselwerk en derg. zich in den grond bevindt, niet met volkomen juistheid worden geraamd, doch zullen vermoedelijk pl.m. 5.500.(uitsluitend arbeidsloon) be- loopen. Dit bedrag kan ten laste van net Stadhuisfonds worden gebracht. B. en W. maken van deze gelegenheid voorts uog gebruik om mede te deelen zulks m verband met het dienaangaande in Ingekomen Stuk No. 145 van 1932 en in de Raadsvergadering van 11 Juli 1932 op gemerkte dat het bij nader onderzoek niet noodig is gebleken, de resten van den ouden gevel van het Stadhuis af te breken; ook zonder dat zal de instandhouding daar van vo'.doende verzekerd zijn. R. K. SCHOOL POTGIETERLAAN. Den 20en Juni j.I. besloot de Gemeente raad, overeenkomstig praeadvies van B. en W. van 11 Juni 1932 medewerking te ver- leenen aan het bestuur van de R. K. Pa rochiale Jongensscholen onder R. K. Pa rochiaal Kerkbestuur, tot den bouw en de inrichting van een bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan de Potgietei laan, waarvan de kosten, met inbegrip van de waarde van den grond, door het school bestuur aanvankelijk werden geraamd op 132.000.—. Als resultaat van het met het schoolbe stuur gepleegde overleg is dit bedrag terug gebracht tot 108.705.07x waarin is begre pen maximaal 75.000.— voor het school gebouw en maximaal 18.000.— voor net gymnastieklokaal jvaai SPOTPRIJSJE TIJDELIJKE SALARIS-KORTING VOOR LEERAREN. Bij Koninklijk besluit van 24 December 1932. i® in het Koninklijk besluit van 29 De cember 1931, waarbij een tijdelijke korting is vastgesteld op de bezoldiging o.m. vati de leeraren aan de Rijks hoogere burger scholen, de navolgende wijziging aange bracht. In het tweede lid van artikel 1 van laatstgenoemd besluit word-en de woorden: „2H ten honderd" en „5 ton honderd" ge wijzigd in: onder a onderscheidenlijk 61 a ten honderd en 9 ten honderd; onder b onderscheidenlijk 7^ ten honderd en 10 ten honderd. Deze wijziging is 1 Januari 1933 in wer king getreden. Voor de gehuwden wordt derhalve van laatstgenoemden datum af een korting toe gepast van 6 Y, pet. van de eerste 2.000. en 9 pet. van het overige der jaarlijksc-ho bezildi.ging; voor de ongehuwden 7", van de eerste 1.000.en 10 pet. van het ove rige der jaarlijksche bezoldiging. Deze hoogere korting brengt ook thans geen wijziging in het bedrag van den pen sioensgrondslag. Met het oog op de voorwaarden, waaron der ten behoeve van het Gymnasium en de beide gemeenteliike hoogere burgerscholen subsidie uit 's Rijks kas wordt genoten zal bovenbedoelde hoogere korting even eens voor de leeraren dier scholen moeten ge'.'en. Het beheoft toch. aldtis B. en W., geen betcog, dat het Rijkssubsidie thans min der dan ooit Iran worden gemist. Oo do Ri'ksvergoeding voor de gemeen telijke kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen zal de gewijzigde korting op de salarissen eveneens worden toege past. Om deze reden en ook omdat de lee raren van de kweekschool volgens de Rijks- rcelinn en ongeveer op gelrken voet be zoldigd worden ris hunre col'ega's van het gymnrs:um en de hoo"ero burgerscholen behoort de korting, aldus B. en W. ook tc worden toegepast op de leeraren van de kweekschool. VERLAGING VERPLEEGGELDEN „ENDEGEEST" ÉN „VOORGEEST". In den loop van het vorige jaar heeft op initiatief van Gedeputeerde Steten der Provincie Zuid-Holland een bespreking nlaats gehad met vertegenwoordigers van de besturen van verschillende krankzinni gen- en zwakzinnigengestichten, waaron der- ook B. en W. %Tan Leiden, welke be spreking ten doel had tot een veria vine van de verpleeggclden te gerakenGcd. Steten zagen zich tot dezen stap genoopt, omd"t voor het sluitend maken van de provincialen begroeting voor 1933 het uit- gavcnpeil de provincie vergoedt aan de gemeenten 1/3 gedeelte van de te haren laste komende kosten van verpleging van arme krankzinnigen en zwakzinnigen moest worden verlaagd. Na eehouden over leg met de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest". „Voorgeest" en „Rhijnveest", en nadat B. en W. gebleken was, dat kle verschillende gestichtsbestii- ren tot een min of meer aanzienlijke ver- laging van de verpleegprijzen zouden over gaan. heeft ook het Collego van B. en W. vap Leiden na ampele overweging zich te genover Ged. Staten bereid verklaard te bevorderen, dat, met ingang van 1 Januari 1933, do kosten van verpleging in „Ende- geest'' en „Voorveest". welke thans ƒ825 per jaar kleeding inbegrepen bedra- een, zouden worden verlaagd tot ƒ795 per jaar en wel in dien zin, dat de eigenlijke verpleegprijs f 765 en bet kleedgeld 30 -er jaar zou bedragen; Gedeputeerde Sta ten hebben voorlnopig met de toegezegde verlaging genoegen genomen en daarvan bereids per circulaire aan de gemeentebe sturen kennis gegeven. Weliswaar zal de gemeente door de bo venbedoelde verlaging van de verpleeggel- den met 30 per jaar, gerekend naar de voor 1933 geraamde bezetting, rond f T0.C00 aan inkomsten derven, daartegen over staat, dat het niet verlagen daarvan, nu de andere gestichten daartoe wèl over gaan. ongetwijfeld op de bezetting een zeer nadeeligen invloed zou uitoefenen, hetgeen de gemeente wel eens duurder zou kunnen komen te staan, dan een matige verlaging van de verrleegprijzen. Voorts beteckent de verlaging van de verpleegprijzen voor de gemeente een be sparing op de kosten van verpleging van de voor haar rekening in „Endegeest en „Voor geestverpleegd wordende krankzinnigen en zwakzinnigen, welke, na aftrek van de van de Provincie te ontvangen mindere subsidie, voor 1933 op 5.880 kan worden geraamd, zoodat ten slotte met de verla ging van de vcrplecggelden niet meer dan rond 14.000 zal zijn gemoeid. Het stempelen. B. en W. hebben een afwijzend prae-ad- v'es u'tecbracht op het verzoek van het laatsolijk werkloozen strijdcomité om uit breiding van den maatregel éénmaal per leg stempelen voor de door Maatschappe lijk Hulpbetoon ondersteunden. De Katholieke scholen aan den Heeren singel. Het bestuur van de R. K. Jongens- en Meisjesschool heeft verzocht de inspringen de hoeken van zijn aan den Hcercnsingel gelegen sohoolgebouw van een heesterbe planting te voorzien en deze beplanting te besoaermen door een lagen ijzeren rand, aangezien deze inspringende hoeken steeds worden verontreinigd. Met de Commiss.e van Fabrioage waren B. en W. van meenipg dat het met wen schelijk is de bedoelde heeoterbeplanting voor rekening van het schoolbestuur aan te brengen en het onderhoud daarvan voor rekening van de gem&ente te nemen, doch dat het de voorkeur verdient de bedoelde hoeken, die een gedeelte van de openbare straat uitmaken, aan het schoolbestuur kos teloos over te dragen en de beplanting aan dat bestuur zelf owr te laten. Het schoolbestuur, aan wie B. en W. een en ander mcdedeek'.en, berichtte dat het met de dóór B. en W. voorgestelde regeling geheel accoord gaat. Benoeming Gemeentewerken. Tengevolge van het aan den heer G. P. E. Weyer verleend eervol ontslag, is een vaca ture ontstaan in de betrekking van Admi- nistratief-Hoofdambtenaar bij den dienst der Gemeantewerken. De heer W. H. den Hartogh, Commies le kksse aan de afdeeling Algemeene Zaken der Gemeente-Secretarie, heeft B. en W. verzocht voor eene benoeming in aanmer king te mogen komen. B. en W. meenen, dat genoemde sollici tant bijzonder geschikt is voor de vervul ling van de opengevallen betrekking, om dat hij ter Secretarie dezelfde werkzaam heden verricht, die aan den tegenwoordige» titularis vóór diens benoeming als zooda nig, waren opgedragen en die als het ware aansluiten aan die van den Administratief- Hoofdambtenaar. Tijdelijk leeraar Gymnasium. In verband met de ziekte van den heer C. Kok, werden de lessen in het Engelsch aan het Gymnasium, met ingang van 13 September ,\1., tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden, tijdelijk opgedragen aan den heer drs. G. J. V isser. Aangezien de heer Kok nog niet hersteid is cn de werkzaamheid van den tijdelijken leoiaar derhalve langer dan drie maanden moet duren, geven B. en W. den Raad in overweging de tijdelijke opdracht aan den heer drs. G. J. Visser tot het geven vau onderwijs in het Engelsch aan het Gymna sium tot wederopzeggens te verlengen, doch uiterlijk tot het tij-as tip waarop de heer Kok zijn functie als leeraar aan het Gym nasium weder geheel zal hebben hervat. Verordeningen inzake benzine-pomp- installaties. De geldelijke toeneming van het aantal benzinepompinstallaties op den openbaron weg heeft het college van Burgemeester en Wethouders aanleiding gegeven nader on der oogen te zien, in hoeverre de tot dus verre gevolgde gedragslijn to dezen ook in de toekomst zal kunnen worden gehand haafd. In verband hiermede is de wensche- lijkheid gebleken tot vaststelling van ©en tweetal strafverordeningen over te gaan. De eerste betreft het vullen van benzino- rcaervoirs van motorrijtuigen, welke geheel of gedeeltelijk op de openbare straat staau, uit pompinstallaties, welke zich op particu lier terrein bevinden. Het behoeft wel geen betoog, aldus de Commissie voor de straf verordeningen, dat deze wijze van vullen, waarbij de aflevering van benzine ge schiedt door middel van slangen over het trottoir in beslag neemt, een groote beleot- mering oplevert voor het verkeer, hetgeen te meer klemt door de vele in deze ge meente aanwezige smalle, drukke straten. Do Commissie acht het dan ook noodzake lijk, dat hiertegen maatregelen worden ge nomen, en hebben mitsdien de invoeging ontworpen van een nieuw art. 22bis in de verordening op de Straatpolitie, waarbij deze methode van vullen wordt verboden. In de tweede plaats is gewezen op het ernstige gevaar, hetwelk benzine-tankwa- gentjes -- wier aantal geleidelijk toeneemt -- doorloopend opleve.en. Met het oog hierop hebben Burgemeester en Wethou ders besloten deze voorwerpen in* den ver- v°-ge geheel u:t de bebouwde kom to we ren. Het komt de Commissie wensehe'ijk voor, dat deze maatregel, waarmede zij zich kan vereenigen, in art. 27 lid 2 vau <le verordening tot voorkoming van brand, welk artikel thans de mogelijkheid opent voor het voorhanden hebben van benzine in de hier bedoelde wagentjes vergunning te. verkrijgen, tot uiting komt. Tevens verdient het aanbeveling de maxi- mum-hoeveelheid van 25 Liter benzine eri derg. stoffen, welke met vergunning van Burgemeester en Wethouders in het alge meen in of op een perceel aanwezig 'mag zijn, te brengen op 30 Liter, zulks in ver band met den inhoud van de benzineblik- ken (10 Liter). Voorts zijn nog enkele wijzigingen van de verordening tot voorkoming van brand wenschelijk gebleken. In de eerste plaats wordt voorgeeteld de in art. 27 vervatte beperking van het voorhanden hebben van benzine en derg. stoffen „in of op een perceel" uit te brei den tot elke besloten of open ruimte. Het is n.l. voorgekomen, dat een belangrijke hoeveelheid benzine tijdelijk werd bewaarl op een gedeelte openbare straat, hetwelk voor tijdelijken opslag van goederen in ge bruik was gegeven, zonder dat voldoende veiligheidsmaatregelen genomen werden ol konden worden genomen. Ten einde aan de hand van art. 27 in dergelijke gevallen te kunnen optre-'.en, is de hier bedoelde aanvulling wenschelijk. Vervolgens wordt een wijziging van art. 31 voorgesteld met het oog op den inhouJ van benzinevaten, die van 200 tot 300 L. varieert, terwijl een soortgelijke wijziging van art. 32 lid 1 onder b wordt beoogd, de laatste mede met het oog op de benzine tankwagentjes, die een inhoud kunnen heb ben van maximaal 300 L. Tenslotte wordt in e?n nieuw op te ne men art. 33a een orpachrijving gogoven van het begrip „openbare weg" op don voet van andere verordeningen. Wijziging verordening op het bouwen en eloopen. Artikel 27 der verordening op het bouwen en sloopen bepaalt onder a, dat oen go- bouw ot een gedeelte van een gebouw, bo- 8temd tot woning voor meer dan drie go- zinnen, voor ten minste iedor tweetal ge zinnen oon afzonderlijken toegang tot den weg moet bevatten, terwijl ouder c. wordt voorgeschreven, dat het, behaLe de zol derverdieping, slechte twee bovenverdie pingen mag hebben. Het wil de Commissie voor de Strafver ordeningen voorkomen, dat in den tegen- woordigen tijd niet steeds aan deze eisohen, welke uit een oogpunt xan voorkoming van brandgevaar in de verordening zijn opge nomen, behoeft te worden vastgehouden. De moderne bouwwijze heeft behoefte aan de mogelijkheid van afwijking van die eischen, waartegen o.i. geen bezwaar bó- staat, indien op andere wijze voldoen Je voor de brandveiligheid wordt zorg gedra gen. Met het oog daarop acht de Commis sie het wenschelijk, dat in een nieuw twee de lid van het artikel aan Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid wordt gc- geven ontheffing van de bedoelde eisohen te verleenen. Verhuring locaal. In verband met de verbouwing van neb perceel Mare No. 15 en het voorma-lig IJk- kantoor aan de Lammermarkt, ten behoeve van uitbreiding van de kantoorruimte der Gemeentelijke Commissie voor Maatschap pelijk Hulpbetoon, werd aan de afdeeling Leiden van do Nederlandsche Padvinders- veroeniging tegen 7 November 1932 het gebruik van bedoold IJkkantoor, dat aan haar bij raadsbesluit van 23 Januari 1928 tegen den prijs van 175.per jaar wm verhuurd, opgezegd. In de plaats van dit perceel kunnen aan de afdeeling de laatste twee lokalen aan de benedengang van de school aan de Ha- verstraat ten gebruike worden afgestaan. Daartoe is het noodig eenige voorzieningen aan het schoolgebouw te treffen, waarmedo een bedrag van pl.m. 125.— zal zijn ge moeid. De huurprijs kan op 150.per jaar worden gesteld, waarmede de huurster, evenals met de verhuringsvoorwaarden, ac- coord gaat. Schenking Lakenhal. Blijkens schrijven van don notaris mr. H. M. A. Coebergh heeft wijlen freule P. M. A. van Bommel aan de gemeente gelegateerd, ter plaatsing in het Museum „de Lakenhal" of in het Stadhuis, do geschilderde por tretten van hare grootouders Jhr. mr. G. van Bommel, Burgemeester van Leiden en diens echtgenocte, benevens een pasteltoe- kening van genoemden Burgempester. Overeenkomstig het advies van do Com missie voor het Stedelijk Museum „de La kenhal" geven B. en W. den Raad in over weging de bedoelde portretten, die voorloo- pig in het Museum zullen worden geplaatst, met gevoelens van erkentelijkheid voor do schenkster, voor de gemeente te aanvaar den. Aankoop huis Oude Vest Door den heer H. W. A. Dieben is aan de gemeente te koop aangeboden het huis aan de Oude Vest No. 123, hoek Paradijs steeg voor den prijs van ƒ3.728. De aankoop van dit perceel is gewenscht met het. oog op de omstandigheid, dat het. begrepen is in het door den Raad vastge stelde onteigeningsplau. De Leidsche Hout. Bij raadsbesluit van 27 Augustus 1928 en 3 Augustus 1931 werden perceelen weiland en water, met de zich daarop bevindende opstallen, aan en nabij den Warmondcrwcg, in totaal groot pl.m. 15.70.00 H.A., in erf pacht uitgegeven aan de stichting „Fonds voor Aanleg, Onderhoud en Beheer vau Wandelparken", gevestigd tc Leiden. Ingevolge de voorwaarden der uitgifte, juncto de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, komen alle zakelijke belastingen voor rekening van de stichting. Itet totaal van het jaarlijks verschuldigde bedrag aan grond- en polderlasten bedraagt ongeveer 325.— h, f 475.—. Bij de uitgifte is echter niet voorzien, dal voor dit park, dat in feite een openbaar park is en in dit opzicht dus gelijkgesteld kan worden met de gemeentelijke parken, die vrijdom van grond- en polderlasten ge nieten, een zoo hoog bedrag aan belasting zou moeten worden betaald. Een bij do Ge- deputeerde Staten ingediende recLamo te gen den aansla.g in de grondbelasting werd afgewezen uit overweging, dat do eigen dommen in den zin der wet op de grond belasting niet aan de gemeente, doch aan de stichting behooren. Ook de aangewende pogingen, era ontheffing vun do polderlas ten te verkrijgen hebben geen resultaat op geleverd. Vermits het genoemde bedrag bezwaarlijk door de stichting kan worden opgebracht, bestaat, naar de meening vau B. en W„ onder deze omstandigheden aan leiding om deze belastingen vanaf liet tijd st;p van de uitgifte in erfpacht 1 Ja, nuari 19C9 voor rekening van de gemeen te te nemen. Daartegen behoeft te minder bezwaar te bestaan, omdat ingevolge de sede;t inge voerde Financieele Verhoudingswet 1923 het grootste gedeelte van dc grondbelasting aan de gemeente werdt uitgekeerd en do gemeente derhalve bijna weer geheel terug ontvangt, wat zij in dit opzicht uitgeeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7