24ste Jaargang VRIJDAG 9 DECEMBER 1932 No. 7376 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN VERSLAG DER TWEEDE KAMER. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week 12.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwart-aal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné s ver krijgbaar tegen betaling van 50 een per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. met Geillustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin be trekkingen worden aangeboden of govraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Bezuiniging op Volksgezondheid Het groote belang der kinderuitzending De bestrijding der tuberculose De malaria-bestrjjding Woningbouw en mede werking van arbeidersbonden In cauda venenum het gif zit in don staart. Wij hebben er eenig vermoeden van dat zoowel het zes- oi zevental nog aan wezige Kamerleden als Minister Ruytf zelf deze spreuk zal te binnen geschoten zijn, toen zacn geneel op hec einde van het lang dradige deoat over de ±>egrooting van Bm- nenlandsche Zaken een pijniijg. incident roordeeu, dat, na net gebeurde met het teie0ram naar Nijverdal, een eigenaardig licnt werpt, op de interne toestanden aan het Departement van Binnenlandsone Za ken. De zaaü zit zoo: Den drietal aigevaar digden, ue neeren dr. V os (v.J3.J, Zandt (öl. tier.; en mejunrouw Frieda Katz (G.H.; brachten aan het einde der beraad slagingen nog even ue zaaa ter sprake van de Amsieruamsene V roedvrouwenscnou'. Zij vroegen met name, ui Minister Jiu^s be reid was net bedrag, dat üij, bij opnenuig der schooi, aan vvacntgeiden zou moeien uitneeren, ais subsidie bescnikbaar te stel len aan ae Amsterdamsen© school indien deze van ucmeeiuew ege oi door een sticn- ting zou woiden geexploiteercf. Minister kujs antwoordde hierop, dat hij toen hem dit voorsiei werd gedaan, gezegd had: dit zou dus een ailoopend subsidie zijn. tJij had zich evenwel niet uitgelaten oi hij tot zulk ©en subsidie bereid zou zijn. fcLij wacntte nog voorstellen ai van de gemeen te Amsieidam, waarin dit denkbeeld ais een deiimtiei voorstel zou woraen voorge legd. Deze mededeeling wekte blijkbaar ue grootste verbazing op, zoowel van me.'-ui- irouw Katz ais van dr. Vos en ook den heer •Ketelaar. Zij \erklaarden alle drie, aa- dat de heer Vos de mededeeling van den Minister niet minder dan ver bijsterend had genoemd, dat er bij het Ge- meenteoestuur van Amsterdam reeds sin-us geruim en tijd een schrijven van het De partement was binnen geaomen, waarin een dergelijk voorstel zonder meer werd ai-ge wezen. Tableau, de Minister zeli zat blijk baar vast en verklaarde, dat hij, nu een aantal algevaardigden, die, uit hoofde van hunne positie, beier op de hoogte waren dan hij, deze meaedeeiingen hadden ge daan, cle zaak nader zou onderzoenen. De debatten over de volksgezondheid lie pen overigens in hooidzaak over een vier tal punten, te weten net subsidie voor de uitzending van zieke kinderen, het subsi die aan vereenigingen ter bestrijding Jex tuberculose, de intrekking van den post tot malariabestrijding in Noord-Holiand en-de woningbouwpolitiek der Regeering. Ten aanzien van de verlaging der beide eerstgenoemde subsidies is er in de Ka mer eigenlijk geen stem opgegaan, welke deze verdedigde. Na de bestrijding, die iet voorstel reeds gisteren ondervonden had, volgde heden eenige gedocumenteerde be strijding door mejuffrouw A nnie Meyer (ll.K.) die aantoonde, dat, tengevolge van het toenemend aantal vereenigingen, waar over het subsidie moet worden verdeeld, de uitkeering per kind voor uitgezonden kinderen was gedaald tot de helft van het geen ze vroeger was. En ten aanzien van den steun die gegeven wordt voor iedereu inwonenden verpleegd tuberculose-patiëot in de sanatoria was er zelfs een teruggang tot yx. Dat de heer de Visser (C.P.) de ver laging van deze subsidies evenzeer als de woningbouwpolitiek van de Regeering een bewijs achtte voor de kapitalistengezind- heid van het Kabinet ligt voor de hand Maar ook een ernstig man als de heer S m e e n k (A.R.) was toch van oordeel. dat het vasthouden der Regeering aan rentetypen van 6 en 5 pet. bij voorschot ten van den woningbouw in dezen tijdeu niet geoorloofd was. En de heer Korten- horst (R.K.) sprak wel de waarheid, toen hij zeide, dat het een communis opinio ui de Kamer was dat de subsidies voor deze doeleinden met behoorden te worden ver laagd. 'De lieer v. d. Bilt (R.K.) pleitte nog eens in het bijzonder voor niet alge- heele alschaliing van het subsidie voor de malariabestrijding in Noord-Doliand. Wat de woningbouwpolitiek betreft be weerde de heer Kupers (S.D.A.P.), dat de Kegeeiing zich niet hield aan haie ge geven beioite 20.000.000 beschikbaar te zuilen steden voor nieuwen woningbouw. Zij volstaat met de mededeeling, dat de nypotheeabanken medewerking weigeren En, zooals het gewoonlijk gaat, dan doet de Regeering verder niets. Alleen als net de arbeiders betreit, wordt er wel dwang uitgeoefend. Een geneel ander boekje deed de heer ir. v. d. B i 11 (V.D.) open, die ;-uist betoog de, dat althans in de groote steden de ai- dcodngen der vakbonden met name - van de stucadoors en de 3teenvoegers zich niet aan de overeenkomst met de Regeering hielden, en door allerlei kunstgrepen loo- nen wisten te bedingen van onderscheiden lijk 70 en 55 gulden per week; de arme proletariërs, spotte de heer v. d. mn. Ten aanzien van dit laatste punt kwamen de inlichtingen van Minister R u y s blijk baar overeen met die van den heer v. d. Bilt. De Minister ontkende dat de Re geering zich niet aan hare beloften had ge houden. Daarentegen luidde ook zijne in lichtingen ten aanzien van de arbeiders, dat zij zich op vele plaatsen niet aan aei convent hielden. Een moeilijke zaak, zucht te de Minibier. Ten aanzien van de subsi dies is blijkbaar niet veel van hem te ver wachten. Hij kwam niet verder dan de toe zegging, dat als er geld over zou zijn op den post kinderhygiëne dit zou worden be steed voor de kinderuitzending. En verder wilde hij nog wel eens over de zaak den ken. In de Kamer was men hierover blijkbaar niet zeer tevreden, want een motie van mevrouw de Vries-Bruins (S.D.A.1\) tegen de verlaging van het tuberculose- subsidie werd slechts met 40 tegen 39 stem men verworpen. Drie katholieke afgevaai- digden, mejuffrouw M ey e r, de heer M a e- n e n en de heer van Poll stemde voor de motie. Een motie-dr Vos tot behoud van den post voor de malaria-bestrijding werd verworpen met 42 tegen 37 stemmen. Ten aanzien van het subsidie aan de Ne ierlandsche Thertnogenische Fabrieken Veendam bleek er ook al van heel wat verzet, naar aanleiding waarvan de M i- n i st e r een nieuw onderzoek toezegde. Ook enkele wenschen van den heer Boon (V.D.) ten aanzien van de drankwetgeving, zou de Minister nog eens overwegen. Besluiten wij met de mededeeling, dat de heer Zandt (St. Ger.) het een ondudl- bare tyrannie vindt, dat de Gemeenteraad kan beslissen, dat de inwoners eener Ge meente zich bij de drinkwaterleiding moe ten aansluiten (en de typhus dan, interum- peerde mevrouw de V r i e s-B ruins), maar dat diezelfde heer ter wille van de volksgezondheid de invoering bepleitte van de zedelijkheidswetten, die op instigatie van Calvijn indertijd te Genève werden af gekondigd. Wie ook maar eenigszins op de hoogte is van de bepalingen dezer wetten zal van verbazing zijn handen ineen slaan, dat een afgevaardigde, als het ware in een en dezelfde rede de vernlichting tot aan sluiting van de waterleiding tyrannie kan noemen en maatregelen bepleiten welke in htm dwangkarakter tienmaal verder gaan. ONTWAPENINGS CONFERENTIE MAG NIET UITGESTELD. REGEERING ZAL ZOO NOODIG OVERLEG PLEGEN MET ANDERE STATEN. „De regeering heeft het steeds als haar plicht beschouwd zoo mogelijk gemeen- schappe ijk met de regeermgen van nadere staten, alle pogingen in het werk te stellen teneinde voortzetting en volooiing van het werk der Ontwapeningsconferentie zonder uitstel zoo krachtig mogelijk te bevorderen. Zij zal ook verder deze gedragslijnen blij ven vo'gen", aldus deelt de minister van Buitenlandsche Zaken mede op desbetref fende schriftelijke vragen van ir. J. W. Al- barda, lid van de Tweede Kamer. „Of de besprekingen'", aldus de minister verder, „welke de vertegenwoordigers van vijf groote mogendheden te Genève voeren, een bijzondere actie ter zake wenschelij'k maken, zal eerst beoordeeld kunnen wor den, wanneer omtrent doel en strekking dezer besprekingen meer gegevens ten dienste staan dan waarover de regeering thans beschikt". DE ZENDTIJDVERDEELING. HET STANDPUNT DER R. K. STAATS PARTIJ TOEGELICHT. Bij de behandeling van de Begrooting van het Staatsbedrijf der P. T. T. heeft de heer mr. F. Teulings het vraagstuk der zendtijdverdeeling ter sorake gebracht en het standpunt der R. K Staatspartij in verband met het zoo juist vastgestelde protrram nader toegelicht. Allereerst stelde mr. Teulings zich de vraag, of hij op de vroegere behandeling van dit onderwerp nu moest terugkomen. Hij ze'rle Ik meende van wel. eerstens omdat in- tusschen is vastgeste'd op de jongste ver gadering van den Partijraad der partij, waartoe ik de eer heb te behooren, het program van actie voor 1933. en op dit program als punt 10 voorkomt het vol gende omtrent de radiopolitiek: „Met behoud van zelfstandige, ge lijkberechtigde omroeporganisatie worde op het gebied van de radio gestreefd naar samenwerking zoowel op het gebied van het programma' als dat der techniek". En voorts, omdat in het Voorloopig Ver slag op deze postbegrooting voorkomt deze zinsnede: „Andere leden zouden tevens gaar ne zien, dat in het algemeen de uit zending meer dan tot dusverre dienst baar wordt gemaakt aan het bevor deren van de saamhoorigheid van ons volk". Wanneer hiermede wordt bedoeld en dat meen ik er uit te moeten lozen, dat het huidige systeem van de organisa tie in den Nederlandschen omroep gron dig zou moeten worden gewijzigd, dan acht ik mij toch verplicht, daartegen een woord van tegenspraak te laten hooren. Mijnheer de Voorzitter! Daar komt bij, dat in de debatten in Februari jl. hier ge voerd, de m. i. onjuiste opvatting over het organisatie-vraagstuk van den Neder landsehen omroep weer is naar voren ge bracht, zoo o. a. door den beer Schokking die den minister vroeg: „op de juiste wijze te komen tot een algemeenen omroep, zij het dan, dat een deel van den zendtijd voor de bijzondere gevallen beschikbaar blijft." En toen de minister bij de behan deling der interpellatie-van Dijk o.a. zeide: „men wil op slot van zaken zijn eigen geestelijk leven uitleven en dat is het standpunt van de wet", interrumpeerde de heer Joekes: „Ook bij de lunchmuziek" Daaruit nu blijkt een grondig misverstand omtrent en een misverstaan van het sys teem in de organisatie van den Nederland schen omroep, zooals dat is gegroeid in de laatste 6, 7 jaren. Zoo juist is door den geachten afge vaardigde den heer Krijger teruggegrepen naar het systeem van de commissie-Ruys. Ik geloof echter, dat het rapport van de commissie-Ruys feitelijk beschouwd moet worden als een stuk historie. Er is intus- schen wat gebeurd, er is intusschen iels gegroeid. Hierop terug te komen, en te rug te keeren naar de gedachten, welke in dat rapport zijn neergelegd, dat acht ik op het oogenblik zeer moeilijk neen ondoenlijk. Wij hebben nu al die jaren de ervaring met een systeem dat inderdaad specifiek Nederlandsch is, maar dat zeer velen in het buitenland men kan daar om lachen, maar het is zoo ons benij den; de vrije, particuliere omroepvereeni- OOOOOOOOOOOOOOOUOOOOO BETER EEN UUR LA- TER, - OM TWAALF UUR - THUIS DAN REEDS OM ELF UUR IN EEN ZIEKEN- HUISi ie OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO gingen, zonder belasting of retributie, haar gelden ontvangend van de individueele Nederlanders, die hun contributie vrijwil lig betalen aan de vrij door hen zelf ge kozen ve. eeniging. Dat systeem wil ik niet aangetast zien. Binnen dat systeem ben ik bereid te be vorderen samenwerking in nauw en door loopend contact. Dit systeem heeft niet van doen met wat is genoemd een „fede ratie van vier gestempelde groepen", om dat „ons volk een federatie (zou zijn) van eenige volksdeelen". Men moest dat niet zeggen. Ons volk is natuurlijk géén „fede ratie van eenige volksdeelen", maar net ééne, onverdeelde Nederlandsche volk, als natie één en van harte één. vertoont in levensbeschouwing, in cultureele idealen niet te vermoffelen verschillen. Dat is een te aanvaarden feit, dat men niet moet verwringen tot dat „federatiebeeld". Vrije en loyale samenwerking dus van de cul tureele groepen in ons volk, om te geven het beste wat er in ons volk leeft, ziedaar mijn ideaal. En dit ideaal past in wat de werkelijk heid van het heden op omroepterrein is en wat die werkelijkheid ons te leeron geeft. Die werkelijkheid is: dat geheel vrij uit ons volk verschillende groote omroepver- eenigingen, vier in getal, zijn opgekomen, op basis van het vrije contributiebedrag der individueele luisteraars. Alle vier die vereenigingen als men den heer Boon hoort, lijkt het, alsof de A. V. R. O. alléén zioh in gezonden bloei verheugt, hebben zich tot groote ge zonde organisaties ontwikkeld met leden tallen van ver over de 100.000. En of wij hier nu al discussieeren over de etiquet- ten, welke men op die vereenigingen mag, of moet. of wil plakken, de wet kent die etiqnetten niet. maar wél de feiten, de onmiskenbare feiten van het bestaan dier vier groote omroeporganisaties. Die vereenigingen zijn zoo gegroeid door het contract met haar luisteraars, levens contribuanten, een contact, dat ze hebben gekregen, houden en verstevigen, door goede programma-verzorging in den geest harer luisteraars, die spontaan met haar medeleven en medewerken. Het is de wisselwerking tusschen luisteraars en de omroepvereeniging; geef goede program ma's en gij krijgt belangstelling, medele ven en bereidheid om contributie to offe ren. De groote verdienste van het zendtijdbe- sluit van 15 Mei 1930 is juist hierin gele gen, dat men alle vereenigingen gelijke ontwikkelingskansen heeft geboden, waar op zij recht hebben. De vereenigingen hebben die alle op eigen wijze benut. En het peil der Nederlandsche programma's is niet achter-, maar vooruitgegaan. Be paalde gedeelten der V. A. R. A.-programs zonder ik uit; dit raakt de kwestie van de zuiver politieke propaganda in de radio, dit is m. i. een vraagstuk op zich zelf. Zoo staat de zaak. En de ervaring leert dit: de ideëele taak der omroepvereenigin- gen als draagsters van een uitgesproken levensbeschouwing is in de practijk een voudig niet te vervullen, wanneer niet de geheele mensch wordt gepakt door haar programma's. Men kan dat onlogisch vin den. maar zoo is het. De vervulling der ideëele taak postuleert een volkomen vrij heid voor op het geschikte moment, op het meest aangepaste tijdstip te midden van een overigens zuiver ontspanningsprogram (ook de lunchmuziek desnoods, waarop do interruptie van den heer Joekes doelde), maar altijd op de meest menschkundige wijze datgene te geven, wat op die ideëele cultureele taak betrekking heeft en haar recht Iaat wedcrvaien. Het is dus geheel onjuist, wanneer men simplistisch zou meenen, dat „het bijzondere" op een hoop je bij elkaar gegeven kan worden in enkele uren per week. Laat men de zaken toch reëel zien. Het is niet op de eerste plaats zaak, om bepaalde „eigen" uitzendingen te geven, maar allermeest, dat men beluisterd wordt En dit geschiedt alleen, wanneer dat „eigene" wordt gevat in het aantrekkelijke algemeen ontspanningskader. Zóó is de practijk. zeker als men de psychologie en geaardheid van ons Ka tholieke volksdeel kent. Wil men dit nu allemaal voorbijzien? Wil men als „nationaal" postulaat stellen een algemeen kleurloos program, de ge heele week op één zender, en daarnaast het bijzondere op een hoopje op den an deren zender, dan kan men wel genieten, dat men een prachtige nationale daad heeft gestold, omdat men dan nationale lunch- en andere muziek uitzendt, maar men zou de bestaande omroeporganisaties vernietigen, dat niet alleen, maar ook de bijzondere eigentaakstelling dier omroep verenigingen beslist miskennen en onmo gelijk maken. Daaraan doe ik nimmer mee Daartegen zal ik mij zoo sterk mogelijk verzetten. Ik wil onze omroepvereenigin- Oif nummer uit vier bladen VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Arr.erika's antwoord op de Britsche nota inzake de schuldenregeling. (2e blad). Nieuwe aanval op de Kerk in Mexico. (2e blad). BINNENLAND. Minister Donner brengt wijziging in het voorstel tot opheffing van rechtbanken en kantongerechten, (lste blad). Uitvaart en begrafenis van mgr. dr. A. Hensen. (lste blad). Dienstbode te Amsterdam in een lift schacht bekneld en godood. (Gem. Ber. 4de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De Zesd?agsche te Keulen door het Zwitsersch-Fransche koppel Richli—Broc- cardo gewonnen. „Piet en Pijn" eindig den a s derden. (3de blad). een niet doen verliezen dat vitale harte lijke contact met hun luisteraars, nooh wil ik haar laten aftappen de belangstelling, welke zij voor haar eigen werk hebben weten los te slaan. Men zou wellicht gaar ne ons gunnen eenige verdroogde pro- cramma's met lezingen en kerkdiensten. Maar onze eigen programs moeten zijn ingesteld op den geheelen mensch, niet enkel op één stuk van den mensch, hoe belangrijk en gewichtig dit ook zij op zich zelf. Ik stelde het op prijs, Mijnheer de Voor zitter, mijcv standpunt nog eems duide lijk te formuleeren. Op dezen grordsiag, met behoud van ze'fstandige gelijkberechtigde omroepor ganisaties, wil ik gaarne meclestroven naar samenwerking, loyaal en oprecht, met andere omroepvereenigingen. En dat is de bedoeling van het programmapunt van de Roomseh Katholieke Staatspartij, dat door den heer Slotemaker de Bruine anders is geïnterpreteerd. De bedoeling is om. met behoud van het huidige omroep systeem, loyaal samen te werken op het gebied van het programma en van dn techniek. Dan komt op do meest getrou we (in meest vruchtbare wijze tot uiting het gehee'e Nederlandsche volksleven in al zijn verscheidenheid, en dit is de na tionale omroep, die reëel en daarom alléén morelijk is. En mr. Teulings besloot Het verheugt mij, dat de minister niet van plan is in deze aangelegenheid in te grijpen, op te leggen of te dwingen, zooals ook de heer Krijger gezegd heeft. Hot zou verkeerd zijn, wanneer de minister daarin zou dwingen of iets zou opleggen. Dat moet gebeuren door het vrijwiPig samen werken van de omroepvereericircen. Dat ideaal zou gemakkelijk en zc'fs op korten termijn bereikt kunnen worden, wanneer men van alle kanten daaraan medewerk te, en men ook van den kant va.n die om- roenvereenigingen verwijderd houdt, een klein beetje water in den wijn zou doen en meer toenadering zou betoonen. Het verheugt mij, dat de minister krachtig vasthoudt aan de iuistlieid van zijn zend- tijdbesluit van 15 Mei 1930, welke juistheid al was en is de heer Oud er niet over te vreden, in de practijk volkomen is beves tigd. REGFERINC-SFUL? AAN DEN MIDDENSTAND. Aan een artikel in het „Vad." onder bo venstaande titel "on eenen we: „Naar onze overtuiging blijft er voor al- gemeene crisishulp aan den middenstand slechts één oplossing, n.l een herleving van de Regeeringsccmmissïo inzake het Mid- denstandscrediet, welke in en na de oor logsjaren onder leiding van mr. D. Fock prachtig gewerkt heeft. De Staat bleef daarbij voor een deel borg voor de door een bankinstelling verleende voorschotten. De terugbetalingen verhopen vrij vlot, zoodat het verlies voor den Staal op 1.286.364.05 s.echts 151.637 46 bedragen heeft. Hoe het ook zij, de regeering is niet ver antwoord met lijdelijk toezien en de zaak van zich afschuiven. Ook de middenstand heeft zijn rechten waarvoor tol onze vol doening ook in de Kamer reeds is opgeko men".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1