Bezoek van St. Nicslsos en zijn knecht SPEELGOEDAFDEELING DINSDAG 29 NOVEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT fWEEDE BLAD PAG. 7 f labtstc SnUFJE3. welke royaal geschenken naar Uwe keuze zullen uitdeelen. Zie hiervoor de Speciale Etalages U vindt bij ons een enorme verscheidenheid van Geschenken in iederen prijs. Bezichtigt vooral met Uwe kinderen onze De grootste en meest gesorteerde van geheel Leiden. Pas nog aangevuld met de laatste Nouveauté's Dames-/- Kinder- schorten verstrekt. Spr. stelt dan ook den raad voor, thans reeds 2500.ter beschikking te stellen van het Leidsche Crisis-Comité afd. B. onder voorwaarde, dat het Nat. Crisis-Comité een gelijk bedrag ter be schikking 6telt. De heer v. Stralen is erkentelijk voor dit voorstel, al vindt hij het jammer, dat nog geen positieve mededeelingen kunnen worden gedaan. Spr. dringt er bij B. en W. op aan, dat zij zooveel mogeüjk de voortgang van deze zaak zullen bespoedi gen. Daarna z. h. st. aangenomen. Verder deelt wethouder R o m ij n mede. dat er binnenkort van het departement van Bin. Zaken een besluit zal afkomen om de Ke-stgave voor werkloozen op al- gemeene b?sis te regelen. Binnenkort zul len B. en W. een voorstel doen, om een Kerstgave uit te kee-en binnen de moge lijkheid van dit besluit. De heer v. Stralen behoudt zich «iin recht voor. om zelf ook met voorstellen te komen. Hii dringt erop aan, dat B. en W. van te voren aandranc on den minister zullen uitoefenen om deze Kerstgave niet te schriel te maken. Daarna wordt overgegaan tot behande ling van DE W'NKELSLUITINPS- VERORDENING. 35o. Voorstel: a om niet aan te nemen het voorstel- Coster, om de Zondagsluiting voor slijte rijen op te heffen en het sluitingsuur voor die zaken op 31 December te bepalen op 10 uur b. tot vaststelling van de verordening op de Winkelsluiting c. om de desbetreffende adressen van de vervunninghoudersvereeniging K. R. en S. en St Jan on van de vereeniging „Ho- caves" en de afd. Leiden der Ned. Banket- ba kkersvereeniging, als afgedaan te be schouwen. De heer Coster heeft de volgende twee amendementen ingediend: le. in de ontwerp-verordening op de winkelsluiting na art. 2 in te voegen een artikel 2a. luidende: „Met afwijking van het bepaalde m art. 2 onder a van de Winkelsluitingswet is het geoorloofd een winkel, waarvoor een slijtvergunning is bedoeld in artikel 1 der Drankwet (Staatsblad 1931. no. 476) geldt, des Zondags voor het publiek geopend te hebben van 10 uur des voormiddags tot 2 uur des namiddags". 2e. In de ontwerp-verordening op de Winkelsluiting na art. 4 in te voegen een artikel 4a. luidende: „Met afwijking van het bepaalde in ar tikel 2 on^er b van de Winkelsluitingswet is het verboden een winkel, waarvoor een slijtvergunning als bedoeld in artikel 1 der Drankwet (Staatsbod 1931. no. 476) geldt, op 31 December voor het publiek eeonend te hebben, vóór -5 uur des voormiddags en na 10 uur des namiddaes." Snr. betoosrt. det door. de in werking- treding van de Winke'sluitingswet de slü- tcs de dime zijn geworden tegenover de vo^e^itre verErunniu",houderR en de tappers omd°t slüterüen als winkels beschouwd woeden en don gehoeven Zondag ges'oten moeten zün. Dat is oubülük en werkt ont duiking van de wet in de hand. (Onder grocte vroolükheid van den rand haalt snr. ter documentatie van zün beteer een fles^h advocat en een flesch zoete Voor- burcr te voorsohün. we^ke on Zondag clan destien zün peVocbf b'i zün concurrenten). Tn het nrae-pdvlpq staat dat volle^ive ver- pmnninerpTi crpio^pi,"^ uitste-ven. dnrii dat duin-t wel FO ioar en daanon kunnen de sl"térs niet weMen. Tn het feit. d"t er Mo. maar 7 sl^te^Hen zün te^enovev 37 ypUp/liVe vergunningen en 61 t«nnerüen. ziet s«r por, voldnonzip ..b"?Tprtdere OÜ1- fTtpriJJorVpM" om e®n af***"1"®nde vo**orde- nlnc fe re^tv»prdin-on. (T»p hee»* W;ih-i"k Icomt ir)mjri','plq met ffroote wete-sr'^zen goprlrorrov, pp ppn li r>m o"o"h pplepti praat on. pis do T>por Oeston de Possehor, WPPr on-ior t-fol zpt ..om den hopr Wü^rink nlot -1 te zeer in de verleiding te bren- g S-xrp1rpr 7*oh on de prids pn hte+n^rrf i„;ct io do-rpr, rl ft wi^den- St'-'-'e-c- pUp 7^U„r, moetnr, toN-roften. n dor r-oJd„J.n Vppff i^tns.^on do vftA-ViTi.ff pr| do Trw.dz» do- 1«4«n PVO- d« O t-fpl tnfdot h" ppt,.v^„ f::4 M». ioo« n-a-d aangetroffen P Wat is een „büzondere oimstand'gheid"? De heer Beekenkamp kan met de voorstel]en-Coster niet meegaan. Dat de wet ontdoken wordt is geen reden om haar op te heffen. Er is z. i. geen aanleiding om een afwijkende verordening in deze te maken, omdat het hier geen „bijzondere om standigheid" betreft. Als de slijterijen te genover de tapperijen en de volledige ver gunningen in het nadeel zijn gekomen door de Winkelsluitingswet, dan geldt dit voor het geheele land. Behalve om juridi sche redenen is spr.'s fractie ook om prin- cipieele redenen tegen elke verruiming van de Winkelsluitingswet voor wat be treft arbeid op Zondag De heer Coster: Dat is het voor naamste. De heer Beekenkamp maakt daar na eenige opmerkingen omt.^nt de ont werp-verordening. Een der redenen van de Winkelsluitingswet is het brengen van eenheid in deze materie en het feit, dat de gemeente vroeger een voldoenihg gevende verordening bezat is z. i. geen voldoende motief om daarvan af te wijken. De Kroon zal zijn goedkeuring daaraan niet geven, omdat men anders de vroegere verdeeld heid weer in de hand zou gaan werken. Waar B. en W. zich derhalve uitsluitend beroepen op de wenschelijkheid van het handhaven eener vroegere verordening kan spr. niet met B. en W. meegaan. Dat is geen „bijzondere omstandigheid". De heer Donders vraagt zich even eens af, of het juridisch wel mogelijk is op grond van bijzondere omstandigheden (art. 9 der Winkelsluitingswet) de afwijkende bepalingen te maken, welke B. en W. thans voorstellen. Uniformiteit is de be doeling der wet. al zijn eenige uitzonde ringen toegestaan Wat de gemeenten kun nen doen is slechts „uitzonderings-veror- denïngen" mak-en. In een aantal voorstel len van B en W. acht snr. de benoodig-de „bijzondere omstandigheden" niet aanwe zig sneciaa] wat betreft de melk-, bier-, limonade- en mineraalwatervoorziening en de water- en vuurneringen. Aanpassing aan den bestaan- den toestand. De V o o r z. merkt op, dat B. en W. geenszins getracht hebben den vorigen toestand weer te herstellen. Doch in ver band met de wenschen van belanghebben den hebben B. en W. gemeend sommige oude regeling weer te moeten doen herle ven, omdat deze noodzakelijk zijn voor de speciale toestanden in Leiden. Men kan nu lang erover twisten of dit valt onder „bijzondere omstandigheden" of niet, doch men zal dienen af te wachten of de Kroon ook van dit oordeel is. Het is nut tig dat de gemeenteraden de Kroon daar over voorlichten. In andere steden zijn dergebjke verordeningen ook goedgekeurd. Wij zijn thans in een overgangstoestand en dienen ons voorloopig zooveel mogelijk aan te passen aan de gegroeide toestan den. In de wet wordt gesproken van „bij zondere omstandigheden" en niet van „zeer bijzondere omstandigheden". Waarom zou den levensgewoonten, waaraan men zich aangepast heeft, niet kunnen vallen on der „bijzondere omstandigheden"? De heer Coster meent, dat de bewe ringen van den heer Beekenkamp louter theorieën zijn. Z. i. is het wel dege'"k er- bijzondere omstandigheid, dat er hier zoo weinig slijterijen zijn tegenover het groot aantal tapperijen. In Tilburg is dat ook als een bijzondere omstandigheid aange merkt. De heer Bergers meent, dat het nog lang zal duren vobrdat men algemeen te vreden is met de regeling van de winkel sluiting. Principieel is spr. een voorstan der van de Zondagsrust, maar men moet verder denken. Wanneer men 's Zondags geen drank kan koopen bij de slijterijen, gaat men naar een tapperij, een herberg en daardoor bevordert men het drankmis bruik. Wanneer de Kroon dergelijke ver- ordenineen niet goedkeurt, dan zijn wij nog iets achteruit. De heer W i 1 m e r herinnert er aan, dat de vroegere verordeningen inzake de Zon dagssluiting goedgekeurd zijn met grooto meerderheid en na een grondige enquete onder de belanghebbenden. Het zou jam mer zijn. als de raad niet meeging met B. en W.. want het zou mogelijk zijn dat de betrokkenen daardoor ernstig in hun belangen werden geschaad. De betrokke nen hebben niet geadresseerd, omdat niets erop wees. dat de raad niet met B. en W. zou meegaan. 'Het kan bovendien wel eens nuttig zijn, als de Kroon de stem verneemt van de belanghebbenden. De voorstellen- Coster acht spr. acceptabel. De heer Beekenkamp handhaaft zijn standpunt. De uitlegging van de term „bijzondere omstandigheden" gaat op het departement wel degelijk in de richting van „zeer bijzondere omstandigheden". De heer Donders acht het gewenscht, zich zooveel mogelijk aan te passen aan den bestaanden toestand. Doch deze toe stand kunnen wij alleen handhaven op grond van „bijzondere omstandigheden'. Spr. twijfelt of deze wel bestaan. Niemand uit den raad kan dit uitmaken, alleen de minister ban dat; wij zul.en ons aan zijn oordeel moeten onderwerpen. De heer v. E c k meent. dat het, uit drankbestrijdingso'ogpunt beschouwd, het beste is, de verkoop van drank zooveel mo gelijk te beperken. Spr verklaart zich dan ook tegen de vooistellen-Coster. Bij de artikelsgewijze behandeling der verordening maken de heeren Donders en Beekenkamp bij art 1 eenige op merkingen van juridischen aard. De stemmingen. Bij de stemming blijken de heeren v.Es, E kenbout, Gcshnga en Beekenkamp zich tegen art. 1 te hebben verklaard, zoodat dit art. is aangenomen het 304 stemmen Bij art. 2 komt 'het eerste amendemenr- Coster in stemming, dat verworpen wordt met 21—10 stemmen. Art. 2. 3 en 4 worden z.h st. aangenomen. Het *2e amendement-C oster wordt ver worpen met 22—9 stemmen. Art. 5 wordt z.h st. aangenomen. Bij art. 6 (gedeeltelijk handelend over water- en vuurneringen) vraagt de heer Wilbrink of er nog zulke neringen be staan. Ook de heer Beekenkamp vraagt zich af, of het noodig is, dat deze. voorzoo ver zij er nog zijn, ook 's Zondagsmorgens open moeten zijn en hij stelt voor, deze Zondagsopenstelling uit de verordening te schrappen Na eenige discussie wordt dit amende ment echter verworpen met 247 stem men. •Artt. 7 en 8 worden z h.st. aangenomen Bij art. 9 (bloemenverkoop op straat) vraagt de heer Coster, waarom bloemen- venters van buiten wel op Zondag zu'len mogen verkoópen. terwijl de Leidsche bloe menwinkels gesloten moeten zijn. Hij dient een amendement in om den bloemenver koop vrij te geven, zoowel voor venters als voor winkels. De heer Beekenkamp dient een voorstel in, om deze b oemenverkoop op Zondag te beperken tot de omgeving van ziekenhuizen en tot bepaalde uren- De Voorzitter en de heer Don- de r s herinneren eraan, dat het bezwaar lijk zal zijn. vast te stellen, want „in de na bijheid van ziekenhuizen" beteekent. Tenslotte wordt uit de discussie een amendement-G o s 1 i n g a geboren, strek kende om den bloemenverkoop vrij te geven na 12 uur Zondagsmiddags De beide andere amendementen worden daarop in getrokken. Ofschoon B. en W. het amendement-Gos- linga overnamen, kon dit niet verhinderen, dat het niettemin verworpen werd met 18- .14 stemmen. Tegen stemden: de S D.A P. 'en de heeren Bosman, Vos, Coster, v. Tol, Bergers, Romijn en v. Eecko. De overige artt en de geheele verorde ning werden nu z.h.st, aangenomen. Eon voorstel-C oster om, wanneer de Nieuwjaarsdag op Zondag valt, den slijte rijen te vergunnen op dezen Zondag go- opend te zijn, zooals op een door- de-week- schen Nieuwjaarsdag, wordt verworpen mot 2210 stemmen. St. Nlcofaasdrukte. B. en W. stellen dan spoedeischend aan de orde een voorstel om zu'.ks op ver zoek van de afd. Leiden der Ned Banket- babkersvereeniging op Zondag 4 Dec. as. in afwijking van do bepalingen der Winkelsluitingswet het sluitingsuur voor koek- en banketwinkels op 8 uur te bepa len. Dit voorstel wordt aangenomen met 21 11 stemmen. Tegen: de heeren v Rosmalen. Huurman, v. Es, Meijnen, Manders. Eikerbout, v. d. Reijden, Splinter, Goslinga Wilbrink en Beekenkamp. ONTEIGENING. 36o. Voorstel in zake de onteigening van perceelen, de aanvaarding van een Rijksvoo-schot en de beschikbaarstelling van gelden, ten behoeve van de uitvoe ring van «het saneeringsplan Bouwelouwen- steecrParadijssteeg. De heer Kooistra is verheugd over dit voorstel en is tevreden over do spoed, waarmede het aan de orde is gesteld. Evenwel geeft spr. B. en W. in overweging om do woningen, die daar zullen worden gebouwd, te doen bouwen onder gemeente- beheer en niet te doen bouwen door do Vereen, tot Bevordering v. d. bouw van Werkmanswoningen. Wethouder Splinter zegt, dat B. en W. deze vereeniging op het oog hebben, omdat zij zich reeds meermalen op dit ter rein heeft bewogen. De gemeente is zi. niet voldoende geoutil'eerd om alle wo ningen zelf te bouwen. Daarna z.h.st. aangenomen. BEWAARSCHOOL-ONDERWIJS. Nu werden aan de orde gesteld 37o. Vérordening, regelende het open baar bewaarschoolonderwijs in de gemeen te Leiden. 38o. Verordening, regelende de voor- waarupn. waaronder ten behoeve van bij zondere bewaarscholen subsidie uit de ge meentekas wordt verleend. 39o Verordening., regelende de heffing van schoolgeld op de openbare bewaar scholen te Leiden. 40o Verordening, regelende de invorde ring va schoolgeld op de openbare be waarscholen te Leiden, De heer G o e n e v el d is ontevreden over den gang van zaken. In 1931 is een beginselbesluit genomen dat een compro mis inhield. Tot nog toe is alleen de eeie helft van het compromis uitgevoerd. Aan bijzondere bewaarscholen is een ruime sub sidie verleend, maar aan de uitbreiding van het aantal openbare bewaarscholen is nog slechts weinig gedaan. Er is slechts één bewaarschool (in de Kooi) in voorbe reiding. Geen terugwerkende kracht. Do heer do Reede wenscht de nieuwe subsidie-rege ing niet van terugwerkende kracht te doen zijn en stelt voor, in art. 22, le lid van de Verordening, regelende de voorwaarden, waaronder ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie uit de gemeentekas wordt verleend, het jaartal 1931 te vervangen door 1933. Spr. ban zich niet accoord verklaren met het amendc- ment-Romijn, dat in de verordening de volgende ar tike en wil zien mgelascht: „Tot een nader door den Gemeentoraad vast te stellen dalum wordt, met uitzon dering van de in aanbouw zijnde open bare bewaarschool in het „Kooikwartier'", niet overgegaan tot de stichting van nieuwe gebouwen bestemd voor openbare bewaarscholen" en „Tot den in Art 19 van de Verordening, regelende het openbaar bewaarschool- onderwijs, bedoelden datum b'.ijft het be paalde bij Art. 10 subs, c en d. Art. 13, Art. 14 en Art. 15 buiten toepassing". (Dit laatste art heeft betrekking op do subsidie-regeling van het bijzonder bewaar school-onderwijs). De heer W i 1 m e r kan zich evenmin vereenigen met het amendement-Romijn. De heer Romijn baseert dat op den finan- cieelen toestand van de gemeente Het be vreemdt spr. dat dit voorstel van den heer Romijn komt en niet van hel co'lege van B. en VV. Wanneer men geen openbare be waarscholen meer wil bouwen, zal dat door den raad kunnen worden besloten, geheel los van deze verordening. De heer Vos kan zich geheel aanslui ten bij d-" heer Groeneveld. Het betoog van den heer de Reede berust z.i. op een misverstand. Een typische tactiek. Wethouder Romijn verdedigt rijn amendement met een beroep op de erva ring inzake het lager onderwijs. Spr. is be vreesd voor financieels consequenties, welke fataal kunnen zijn voor de gemeente. Hij wil niet ingaan tegen de pacificatie op bewaarschoolonderwijs-gebied. doch is van meening, dat men zeer voorzichtig moet zijn met de financiën en spr. heeft deze kwestie op deze wijze ter sprake willen brengen, nu het nog niet te laat is. Het is spr. echter bekend, dat van de zijde van B. en W. een voorste! zal kómen, om zoo wel de pacificatie als de financieele zijde daarvan in één groot verband to beschou wen. Wanneer dit voorstel gedaan wordt ral hij zijn amendement intrekken. De wethouder van Onderwijs verdedigt zich. Wethouder T e p e kant zich tegen de bewering van den heer Groeneveld. als zou het compromis door toedoen van B. en W. eenzijdig zijn uitgevoerd. Het was onmoge lijk beide deelen van hot compromis gelijk tijdig ten uitvoer te leggen. Do subsidie kwestie kon direct worden uitgevoerd, doch aan de stichting van nieuwe scholen zijn in dezen tijd uiteraard groote moeilijk heden verbonden. Do buitengewone omstandigheden zijn mede oorzaak van het indienen der am«n- demenben-Romijn B. en W. zijn inderdaad van meening, dat men na het aannemen van deze verordening rekening moet hou den met de financieele consequenties Het araendement-Ktoroijn wil dat denkbeeld evenwel inlasschen in de verordening, welke als een codificatie beschouwd kan worden van het pacificatie-besluit van 1931 en dat is zi. onjuist. De vraag zelf, of er überhaupt wel verdere uitgaven aan het bewaarschoolonderwijs in deze tijden be steed mogen worden, is alleszins gerecht vaardigd. Maar dar is een vraag, waarover de raad na de vaststelling van de verorde ning kan beslissen. Men kan dan beslissen, of de verordening ook voorloopig zal wor den uitgevoerd. Om de gedachte vast te leggen, dat de mogelijkheid overblijft dat iedere aaqvraag tot stichting eener be waarschool getoetst wordt aan do finan cieele mogelijkheid stelt spr. voor, a niet over te gaan tot verdere bouw van openbare bewaarscholen tot een nader door den raad vast te stellen datum; b. in geenerlei geval een subsidie te ver- leencn aan bijzondere bewaarscholen, wel ke verder gaat dan de subsidie, welke thans wordt verleend. Dit alles in afwach ting van de eerlang te nemen beslissingen over de desbetreffende aanvragen. Omtrent het amendement van den heer de Reede merkt spr. op," dat hij met de gedachtengang van den voorsteller wel ac coord kan gaan, doch niet kan meegaan met den vorm van het amendement. De ge meente zou dan geen rente-vergoeding kun nen uitkeeren. B. en W. stellen daarom voor, art. 20 van de ontwerp-verordening uit te breiden met een nieuwe alinea, wel ke bedoeld is als een overgangs-bepaling voor de jaren 1931 en 1932. (De subsidie zal dan over deze jaren bedragen resp. 50 en 45 per leerling). Een overbodige nieuwigheid. De heer Wilraer resumeert het betoog van den wethouder aldus: deze verorde ning is' een principe-besluit, doch laten wij meteen besluiten om er binnenkort 'ns over te praten, of wij dit principe-besluit zullen uitvooren Dat is wat nieuws, en het. is z.i. ook iels overbodigs. Iedere aanvraag of ieder voorstel ka nin de praktijk aan de mogelijkheid vau uitvoering worden ge toetst De heer do Reede meent, dat thans een ander systeem wordt voorgesteld, z.i. het juiste systeem. Toch acht spr het on juist om op een eenmaal genomen besluit terug te komen. Waar de wethouder even wol met zijn grondgedachte meegaat, heeft spr. geen bezwaar zijn amendement in t«e trekken. De heer Vos constateert, dat de wet houder erkend heeft, dat het compromis eenzijdig is uitgevoerd Z.i. had toen ook do uitvoering van de andere zij de van 't com promis beperkt moeten worden. De heer Groeneveld betoogt, dat do bcvriezingsmaatregel, die de lieer Romijn wonscht, niet zijn sympathie kan hebbon. Tegenover 3 binnenkort 4 openbare bowaarscholen staan 11 bijzondero be waarscholen. Wethouder R o m ij n is 't er mede eons, dat het nieuwe voorstel van B. en W. theo retisch een raovum is maar de bijzondero omstandigheden dringen daartoe. Prae- tische beteekenis hoeft het echter wel. Want bij aanneming van de aangenomen regeling weten allen, dat 't nog zoo zeker niet is, dat 't in practijk zal wroden gebracht. Wethoudor Tepe sluit zich bij het be toog van zijn collega aan en weerlegt nog onkele gemaakte opmerkingen. Nadat vervolgens nog enkele leden het woord hebben gevoerd wordt de discussie geschorst, daar het intusschen raidder- nacht is geworden. RONDVRAAG. Do heer K o o 1 e vraagt, met welk reoht B. en W de schoolbaden op advies der Commissie voor de Geneesk. Dienst hebben gesteld op een keer in de twee weken in plaats van een keer per week. met ingang van 1 Jan. Wethouder Romijn zoet. dat hierover bij de begrooting kan worden ge sproken. Do heer Groeneveld constateert, dat er niet veel werk wordt gemaakt van reclame op gemeentelijke gobouwen en klaagt over den toestand der reclame in het Gangetje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7