HUIZE„ST .AGNES"
4A fERDAG 26 NOVEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
AFD1EL1NG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND
Deze rubriek verschijnt dee Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen
en mededeeJingen te nohten aaD één der redaotieledenMejuffrouw Jo van der
Laan, Rynsburgerweg 80. Leiden; Zr. L van den Abeelen. Willem «de Zwijger
laan 25, Uegstgeestj Mevr. Fehmers—Boer—Knottnerue, Warmonderweg 37.
ZATERDAG 26 NOVEMBER. Vooravond
van den laten Zondag in den Advent.
De eerste woorden van den Introitus der
H. Mis op den eersten dag van het Kerke
lijk Jaar geven ons een heerlijke uitleg hoe
wij moeten bidden: „Tot U, mijn God, ver
hef ik mijn ziel".
Laten wij met aandacht toch die liturgi
sche teksten volgen, zij zijn zoo rijk aan
vermaningen. Alles wekt de ziel op tot een
vast vertrouwen in Jezus, Die met macht
zal opstaan om ons te verlossen, die onze
zonden zal vereffenen.
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
A.8. Donderdag 1 Dec. 's avonds 8 uur in
de Kleine Stadszaal ledenvergadering.
Onze geestelijke adviseur, de eerwaarde
rector Reynen, zal dan een lezing houden,
over de reis van Nazareth naar Bethlehem.
Het koortje van mej. Jo Kortmann zal
toepasselijke kerstliederen zingen waarvan
de beknopte tekst u allen zal uitgereikt
worden. Hopelijk zullen velen van ons
door haar opkomst toonen hoezeer wij al
len het op prijs stellen, als onze geestelijke
adviseur ons van zijn kennis en gaven wil
komen mededeelen.
Openingsrede van mej. Tooe Poet op de
Diocesane Najaarsvergadering gehouden te
Amsterdam 1.1. Maandag.
In de vergadering van den Dïoc. B. K.
Vrouwenbond in het bisdom Haarlem te
Amsterdam gehouden, heeft de voorzitster
mej. Toos Post een openingswoord gehou
den waarin zij den vooruitgang en de re
organisatie in den R.-K. Vrouwenbond be
handelde.
Tot onze vreugde, zoo ving spreekster
aan, vernamen we, dat in meerdere afdee-
lingen van den Vrouwenbond het ledental
beduidend stijgende is, ondanks de crisis.
Rotterdam won in het laatste half jaar
meer daa 500 nieuwe ledenDordrecht
120; Den Haag mocht ook onlangs op le
denvergaderingen een lijst vol nieuwe le
den noteeren.... Zoo zouden meer voor
beelden zijn te noemen.
Uit verschillende afdeelingen vernamen
we, dat ook een crescendo is te bespeuren
in het vergaderingbezoek en verschillende
acties in het vorige seizoen bijzonder slaag
den. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de ac
ties tot meer invoering van de kerstkribbe
in de gezinnen en hetgeen in meedere af
deelingen voor werklooze gedaan werd.
Het rapport daarover door de Federatie
uitgegeven, waarin nog meerdere moge
lijkheden tot hulpverleening zijn ontvouwd,
is u thans toegezonden.
Verder memoreeren we dankbaar de
steeds bloeiende bakeropleiding en de uit
zending van den Vrouwenbond afd. Am
sterdam, vervolgens het tot stand komen
der nieuwe nijverheidsschool voor meisjes
van de afdeeling Rotterdam.
Sinds een jaar zijn de meeste congrega
ties van vrouwelijke religieuzen bij de Fe
deratie van katholieke Vrouwenbonden
aangesloten, ongeveer 18.000 religieuzen,
die ook werkelijk actieve belangstelling
toonen voor ons Vrouwenbondswerk.
En mogen we niet verheugd er aan her
inneren hoe onze internationale Vrouwen
bond, waarbij de zestigduizend leden van
onzen Katholieken Vrouwenbond door on
ze Federatie zijn aangesloten, den goeden
invloed van de Katholieke vrouwenbewe
ging in Genève deed voelen.
Uit deze verschillende feiten mogen we
toch we de conclusie trekken, dat het er
nog zoo slecht niet uitziet in den Vrou
wenbond als buitenstaanders, die zoo luid
om „spoedeischende" reorganisatie roepen,
wel meenen. En ik vraag me dan ook af:
zijn zij werkelijk voldoende op de hoogte,
ook wat ons Haarlemsche Diocees betreft?
Ik heb gegronde redenen dat te betwij
felen.
Is ons Bondsleven dan zóó fleurig
bloeiend over de gebeele linie, dat reorga
nisatie op een of ander punt geheel over
bodig zou zijn
Och, welke bond, of beweging, die op
eens als een macht uit den grond gestampt,
toch bijna twintig jaren lang heeft arbeid,
zal zich niet eens gedeeltelijk moeten her
zien om in een sterk geëvolutioneerde
maatschappij een tweede jeugd te kunnen
beginnen.
Maar het misverstand rond den Vrou
wenbond is: dat door verschillende de re
organisatie en dan nogal in verband met
de jeugdbeweging al te gewichtig wordt
voorgesteld, waardoor buitenstaanders wel
eens den indruk zouden kunnen krijgen als
of alles duf is in den Vrouwenbond, en
eerst door de jeugdbeweging de Vrouwen
bond wakker wordt geschud.
Het vraagstuk van een gedeeltelijke re
organisatie, die ik liever noemen zou:
„verbreeding en verdieping", was reeds
meer dan vier jaren geleden op verzoek
van den Diocesanen Vrouwenbond in het
bisdom Haarlem in onderzoek bij de stu
dieclub „St. Paula", die daarover toen het
rapport omtrent groepsindeelin? maakte.
Bij de groepsindeeling was rekening gehou
den met jonge leden, die de toenmalige
jeugdorganisatie met 21 jaar heetten ont
groeid.
'De groepen voor geestelijke ontwikkeling
en sociale onderlinge hulp voor de leden,
zijn een uitvloeisel van dat rapport. Ik
ben er van overtuigd, dat, zoo dat initia
tief goed slaagf, ook later de jonge leden,
die van de jeugdorganisatie naar ons over
komen, hierin een voortreffelijke dadenclub
zullen ontdekken, arbeid, die liefde en per
soonlijk offer vraagt.
Laat ons wat de jeugdbeweging betreft,
nooit vergëten, dat deze voor een deel is
„opvoeding" tot goede vrouwen, terwijl
de Vrouwenbond is levensverdieping in ar
beid van volwassen vrouwen, gehuwden,
zoowel al ongehuwden, wier tijd van op
voeding voorbij heet te zijn.
Maar daarom moet die organisatie van
vrouwen ook anders zijn en anders werken,
dan die van de jeugd, al behoort ook het:
„alles herstellen in Christus", het leeken-
apostolaat tot haar program.
„Moet er scheiding tusschen gehuwde en
ongehuwde leden in den Vrouwenbond?"
Ook met deze vraag werd en wordt vooral
door buitenstaanders geschermd.
Maar ook hiervoor kunnen we wijzen op
het prachtige, rapport van de Studieclub
„St. Paula", die getoond heeft te begrij
pen, dat belangen en interesse van ver
schillende categorieën van vrouwen, op
sommige punten wel wat uiteen kunnen
loopen, maar geestelijke belangen, alge-
meene vrouwenbelangen, en zelfs meer
dere sociale, zoowel als huishoudelijke be
langen voor beide groepen van dezelfde
beteekenis zijn.
Daarom en dat is nu juist de eigen
aardigheid van een vrouwenorganisatie
behooren allen in één bond. Wij zien haar
ten eerste: als christinne, en als vrouw,
daarna al moeder, of ongehuwde vrouw.
Het moeilijke is ons Vrouwenbondspro
bleem is: gelijktijdig de belangstelling te
blijven behartigen van de vrouwen met
soms ver uiteenwijkende ontwikkelings-
raad. Eén organisatie voor de vrouwen uit
al de maatschappelijke kringen.
Maar op dit terrein willen, noch mogen
we reorganisatie toelaten.
Het rapport van „St Paula" heeft ook
den weg gewezen om de groote eenheid
bewarend toch de belangstelling van de
afzonderlijke vrouwengroepen te boeien.
Het ware te wenschen. dat alle, hoewel
goed bedoelende, doch niet volkomen ter
zake kundige vriendinnen en vrienden
van den Vrouwenbond de kwestie van reor
ganisatie (verbreeding, en verdieping) over
lieten aan besturen van Federatie en Dio
cesane Bonden. Zoo zou veel misverstand
worden voorkomen. En misverstand kan tot
schade worden.
Laat het verleden van onzen Bond ons
blijven bezielen voor de toekomst, hier en
daar, waar zelfvertrouwen mocht ver
flauwd zijn, dit verlevendigen.
We hebben dankbaar te zijn om het ver
leden. Als thans de jonge meisjes zoo fier
en frank met vliegende vlaggen over de
openbare straten trekken, en de vrouwe
lijke jeugd heel wat meer bewegingsvrij
heid en ontwikkelingsmogelijkheid geniet,
dan die van een vijf en twintig jaar gele
den, dan herinneren we ons met vreugde,
dat ook onze katholieke Vrouwenbonden
voor deze gezonde vrijmaking der vrouwen
en meisjes hebben gestreden, ja soms phy-
siek geleden. Wij hebben een kleine twin
tig jaar geleden door onze deelname
aan katholieke optochten en meetings op
de openbare straat de baan vrij gemaakt
voor de vrouwen en de meisjes.
Thans zien we vreugdevol hoe de mo
derne vrouw, ook de jeugd, oogst, wat door
onze pioniersters is gezaaid.
Wat door het dappere werk in het verle
den is bereikt, moet in moeilijke uren
moed geven voor de toekomst.
„SANCTA VERONICA".
Tegen Sint Nicolaaa heeft bijna ieder
een het druk. En zoo ook Sancta Veronica.
Zooveel bet in haar macht is, zal zij de
Goede Sint helpen surprises te bereiden
voor die kinderen, die anders dachten
vergeten te worden.
Wie wil medehelpen een kind gelukkig
te maken en een moeder te troosten
Stuurt een warm kleedingstuk naar Sanc
ta Veronica, Pieterskerkkoorsteeg 15.
Voor de vele, mooie, doelmatige klee-
dingstukken, die het bestuur mocht ont
vangen, zegt het hartelijk dank.
De eerstvolgende zitting is niet 1 Dec.,
maar 8 Dec. van 35 uur, Pieterskerkkoor
steeg 15.
KERSTGAVEN.
Wie in het Hemelsch heil slechts
zieleredding ziet,
Ziet wel zijn weg, maar 't hoogste
vindt hij niet.
Slechts wie. in liefde gaat en haar
zijn leven wijdt,
Wordt door God zelf na langen tocht,
den Hemel ingeleid.
De missienaaivereniging „St. Francis-
cus Xaverius" die door het jaar heen,
haar krachten besteed aan het maken van
kinderkleertjes voor onze brume zusjes en
broertjes, heeft, gezien de nood om ons
heen, haar eigenlijke werk eenige weken
gestaakt om met ons aller hulp, wat gezel
lige practische kleedingstukken te ver
vaardigen voor de kinderen der werkloo-
VOORHOUT
Pension Ie, 2e
DAMES EN
PROSPECTUS OP AANVRAGE -«I
Directie: Zusters Franciscanessen van Veghel
8531
klas
IMTERPAROCHIEELE
Wie van ons voelt niet voor dit mooie
werk en is niet dankbaar dat de missie-
naaivereeniging ons de gelegenheid geeft,
onze blijdschap over de komende maand
in daden om te zetten.
Nu het Kerstfeest nadert en we allen
vervuld zijn van de behoefte, anderen ge
lukkig te maken, gaan onze gedachten
naar jsoovelen, wje ]iet wej niet aan het
noodigste ontbreekt, maar waar een klee
dingstuk toch o zoo welkom is. Wanneer
we de gelukkige gezichten van onze eigen
kinderen voor oogen halen, waarmee ze, bij
welke feestelijkheid ook, een nieuw schor
tje, een paar kousen of iets dergelijks be
komen, kunnen we ons ook de vreugde van
ouders en kinderen indenken bij een on
verwachte gave, hen door het Kerstkindje
gebracht. Moon werk bij uitnemendheid.
Want zullen niet velen in hun vreugde het
kleine Kerstkindje in de kribbe dank bren
gen voor deze kleine lichtstraal, na een
tijd van lichtlooze dagen in hun eigen
hart en daarbuiten. En zal in menig kin
dergebed, al is het dan misschien woord
loos, niet een innig contact zijn tusschen
het blijde kinderhart en den Grooten Kin
dervriend.
Zoo gezien, kunnen we ons begrijpen, dat
de missienaaivereeniging eenige weken haar
eigenlijke arbeid stil legt, om, waar voor
velen de tijden zoo moeilijk zijn, ook haar
aandeel, te brengen aan naastenliefde en
het juiste begrip van de schoone woorden:
„Wat gij aan deze mijn geringste broeders
gedaan hebt, dat hebt ge aan Mij ge
daan."
J. VAN DEN ABEELEN.
Kleedingstukken en giften kunnen be
zorgd worden: Pieterskerkkoorsteeg 15.
DE VOLMAAKT GEHUWDE VROUW.
In vers 26 lezen we: „Haren mond opent
zij voor de vrijheid en de wet der goeder
tierenheid is op hare tong". Twee dingen
maken hier de geestelijke stof uit, waarover
wij gaan spreken: een omzichtig oordeel
en een zachtzinnige wijze van spreken. Het
eerste wordt wijsheid genoemd, het twee
de goedertierenheid of liever zachtmoedig
heid. Onder de tot nu toe opgesomde deug
den der vrouw, moet deze wel ten eerste
uitmunten dat haar oordeel rechtvaardig
en haar spreken vredelievend is. Wij kun
nen daarmede zeggen, dat daarmede alle
andere deugden die zfij beoefent, naar vo
ren zullen komen en als 't ware, leven zul
len ontvangen. Want wanneer deze beide
ontbreken, kunnen de andere als dood
worden beschouwd. Want een domme
vrouw, die praatziek is, zullen niet veel
goede deugden eigen zijn. Evenmin kan
men een vrouw verdragen, die wel verstan
dig is, maar in haar gesprekken ruw en
onverzettelijk.
Het eerst spreekt Salomo hier over
„wijsheid", d.w.z. vernuft, scherpzinnig
heid, enz. Wie van nature geen wijsheid
bezit of wie men deze gift Gods niet bij
bracht, is het heel moeilijk aan het ver
stand te brengen wat haar ontbreekt.
Want het eigenaardige van de domheid is,
dat men zichzelf niet kent en zich voor
verstandig houdt. Den besten raad dien
men zulke vrouwen geven kan is, haar te
verzoeken zoo veel mogelijk het stilzwij
gen te bewaren. We kunnen dit toetsen aan
een ander gedeelte uit de Spreuken„Zelfs
een dwaas als hij het stilzwijgen bewaart,
zal voor wijs gehouden worden, en voor
verstandig, als hij zijn lippen gesloten
houdt". Hiernaar levend en handelend,
kan zelfs de niet verstandige, door n.l.
vooraf na te denken, dingen zeggen, die
verdienen te worden aangehoord. Dit mid
del is het beste, hoewel het niet gemakke
lijk is en ook niet geheel afdoend. „Het
openen van baar mond voor de wijsheid"
zooals Salomo hier zegt, beteekent ook al
leen den mond te openen wanneer do nood
zakelijkheid het vordert. De waarlijk wijze
vrouw zal niet veel woorden noodig heb
ben, want wat zij zegt heeft hooge
waarde.
Het tweede gedeelte waar Salomo spreekt
van „de wet der goedertierenheid is op
haar tong" geeft meer aanleiding om raad
te geven in een ziekte, die wèl te genezen
is. Want de vrouw, wie de goedertieren
heid niet eigen is, wat in de meeste ge
vallen voortkomt uit den kwaden wil, kan
wel degelijk geheel anders worden. Niets
is monsterachtiger in een vrouw, dan dat
zij barsch en opvliegend is. Laat het de
vrouw goed doordringen mogen, dat zij
voor zachtzinnigheid geboren is.
God heeft haar geschapen en aan den man
gegeven, niet om alléén zijn huishouden
te behartigen, maar evengoed om don man
tot troost te zijn en zijn levensgeluk te
verhoogen, bij haar rust te vinden nk de
moeilijkheden van het dagelijksch werk.
Terecht noemt in het oude Israël de Jood
de vrouwen: de gratie van het huis.
(Wordt vervolgd).
VRAGENBUS.
Wie is in de gelegenheid een klein meisje
van 8 jaar gelukkig te maken, wier groot
ste wenseh het is een poppenwagen te be
zitten. juist zoo een als alle moeders heb
ben. Een gebruikte nog in goede staat
zijnde poppenwagen zou in alle opzichten
zoo welkom zijn
Antwoord hierop aan één der drie re
dactie-adressen, zie hoofd van deze ru
briek.
Een jong aanstaand missionaris is heel
gelukkig te maken met een oude goed
bruikbare viool
Antwoord hierop aan één der redactie-
adresen, zie hoofd van deze rubriek.
ADOLF K0LPING.
(50)
Duizenden menschen stroomden toe om
nog eenmaal den dierbaren Gezellenvader
te aanschouwen en een gebed te storten
voor zijn zielerust.
Het treffende schouwspel werd geleverd
door de gezellen, die des avonds bij honder
den rondom Vader's sterfbed geknield la
gen en door de droefheid van dit scheiden
heen, de begeestering van hun gebed door
de Minorietenkerk lieten klinken. Wie mag
wel op schooner praalbed hebben gerust,
dan de Gezellenvader te midden zijner zo
nen] Een trouwe vriend van Kolping uitte
dan ook dezen wensch: O, viel ook mij het
geluk ten deel, dat ik bij mijn dood in een
zaal der Vereeniging rustte en de gezellen
om mijn lijfc nederknielden om zoo te bid
den voor mijn eeuwige rust.
Op den 7en December had de begrafenis
plaats. Het was geen koning of een ander
staatshoofd, wien die grandiose plechtig
heid gold. Het was slechts de eenvoudige
Kolping, de heilige priester, de stuwende
werker, de liefdevolle vader. Nimmer heeft
Keulen zoo iets aanschouwd, nimmer heeft
een menigte van alle rang en stand zoo tref
fend hulde gebracht aan een gestorven
priester.
De stoet stelde zich op bij het Gezellen-
huis. Vooraan ging een muziekkorps, dat
koraalmuziek uitvoerde, gevolgd door ruim
300 deputaties van Gezellenvereenigingen
buiten Keulen. Daarop volgde de Keulsche
vereeniging, groot 800 leden, waarbij zich
aansloten de verschillende handwerkers der
stad, Daaraehter schreed de geestelijkheid
der stad en vele Praesides uit Duitschland,
Oostenrijk en Zwitserland. Dan volgde de
lijkbaar, versierd met de teekenen van het
Priesterschap en gedragen 'door 48 Gezellen,
uit alle streken van Duitschland daartoe
uitgekozen. Achter de baar volgenden de
Hor^Berw. heer dr. Baudri, begeleid door
de Domheeren en de twee adjunct-burge
meesters der stad Keulen en gevolgd door
een onafzienbare menigte van burgers uit
alle standen. Van die menigte kon de Mino
rietenkerk slechts een gedeelte bevatten.
Dompastoor Halm celebreerde de H. Mis,
waaronder de kanselredenaar dr. Vosen,
die lange jaren Kolpings vriend was, de lijk
rede hield. Wij geven èr hier eenige kleine
gedeelten van.
„Requiem aeternam dona ei Domine'',
zoo bidden wij heden aan deze lijkbaar,
zoo bidden duizenden met ons voor Kol
ping. Ja, dit gebed zal nog verricht worden
ver over onze grenzen, want verre ook
straalt het licht, dat uitging van dezen
mensch. Voorbij zijn thans die lange weken,
maar zij zijn niet geêinulgd, gelijk wij het
gewenscht haddenhouden wij echter
vast het levensbeginsel van den overledene
„Fiat voluntas tua" Heer. Uw wil ge
schiede.
Wie in nauwelijks vier jaren bereikte, wat
anderen acht jaren bezig houdt, die is meer
dan een gewone mensch. Kolping ging het
welzijn van het volk ter harte, hij was met
hart en ziel een volksman. En hij kon dat
zijn, omdat hij de beste leesen beluisterde
aan het hart van Hem. Die zijn leven gaf
tot redding en heil van alle menschen.
God, wie had het gedacht, toen hij, die
thans gestorven is, in de Columbaschool
met 10 gezellen zijn werk beproefde, wie
had het toen gedacht, wat nu na 16 jaren
uit deze kiem is voortgesproten.
Zoo staan wij hier; zullen we nog weenen
bij dit verscheiden? De grootmeester der
kunstschilders, Raphaël, schilderde eens den
dood van een heilige. Om de baar stonden
de priesters en de geloovigen, in hun wezen
lag vereering, geen verdriet. De geniale op
vatting van den dood, door Raphaël ge
schilderd, past ook hier. Geen tranen, maar
een hartelijk gebed, zooals Kolping dat van
osn verlangen mag". S. M.
DE ZESDAAGSCHE.
Het is niet gemakkelijk een oordeel te
vellen over een sportgebeurtenis als de zes-
daagsche; want daar moet je wielrenner
voor zijn. Spreekt vanzelf.
Trouwens, ik vind wielrenners rare men
schen. Ja, daar moet U niet vreemd van op
zien, maar ik vind het heusch malle men
schen. Ze trappen langzaam of ze schuiven
als slakken, om plots weer er vandoor te
schieten als een zwaluw. Een prachtig vak
Maar ja, je moet er natuurlijk verstand van
hebben en ik behoor tot die mensehen, die
er naar toegaan en het voor 90 procent niet
snappen. Zooals alle toeschouwers bij zoo'n
wedstrijd I
Waarmee ik maar wil zeggen, dat heel
wat menschen meeroepen als anderen roe
pen en meehuilen als anderen huilen. On
standvastige typen, die kijken naar wat
Jan en Piet doen en nooit iets uit zichzelf
aanpakken; zoutzakken met veel gesuf, die
,,'t wel gelooven".
Jonge menschen zijn tuk op groote ge
beurtenissen en goede gezellen zien verlan
gend uit naar werkelijk groote gebeurtenis
sen in onze vereeniging. En iets grootsch
is de Kerstretraite; want dan gaan we met
tientallen naar „de driedaagscke" in Noord-
wïjkerhout, waar we ons geestelijk trainen
door de meditatie, gebed en Sacramenten,
waar we ons één voelen met God en in
Christus, waar we heel ons denken prepa
reeren op de eischen van tijd en eeuwig
heid.
En ik weet wel dat er zijn, die deze „drie-
daagsche'' schouderophalend laten passee-
ren, maar de zulken hebben slechts 10 pro
cent levenskennis en missen de kracht om
zichzelf aan te pakken en te dwingen.
Wie onzen tijd verstaat zal zijn levens
kracht zoeken en vinden bij God, in de sfeer
van een goede retraite.
SEVBUU6.
AANEENGESLOTEN.
Wat de toekomst ons biedt, dat weten wij
niet. De toekomst is als een vage figuur in
een mistigen herfstavond.
Welke lijn of gestalte ze aan zal nemen,
't Is ten eenenmale onmogelijk hierop een
eenigszins bevredigend antwoord te geven.
Dit is echter zeker, wanneer we niet wl-
len, dat we onder den voet geloopen wor
den, we een kern moeten hebben; Die be
stand tegen de vloedgolf van het ongeloof
ons weet te boeien, te bezielen en op te
heffen.
Waar zal deze kern anders te vinden zijn,
dan in Vereenigingsverband.
Onze levensloop voltrekt zich gaandeweg.
Het gaat in suizelende vaart of z'n gewone
alledaagsche sleur, van stilstand is echter
geen sprake, nverwacbts kunnen we voor
problemen en in toestanden geplaatst wor
den, die we ons stellig niet gedroomd had
den.
Begrijpt ge enkeling, dat ge niet buiten
onze rijen moogt blijven. Voelt ge, dat het
niet alleen noodig, maar Uw dure sociale
plicht is U aan te sluiten in de Vereeniging
waartoe ge behoort.
Schudt de bezwaren en tegenwerpingen
energiek van U af en wilt Uw strijd ver
staan. Nu bet kloeke besluit genomen en
tenuitvoer gebracht.
Het linker en rechter front staan tegen
over elkaar.
Wanneer de vlammen van de woelingen
en gistingen uitslaan zijt ge hopeloos te
laat.
Stelt nu als man Uw daad!
A. KOLTRO.
STUDIECLUB.
De heer Hen'ri Hermans, lid der Tweede
Kamer der Staten Generaal, die door het
bestuur der Studieclub was uitgenoodigd te
komen spreken op onzen Socialen avond,
van Donderdag 15 December a.s. heeft deze
uitnoodiging niet kunnen aanvaarden. Druk
bezet zijn met het vervullen van spreek
beurten voor kiesvereenigingen in verband
met de Kamerverkiezing van '33 is de re
den.
Het bestuur is echter spoedig geslaagd
een andere spreker te vinden en deze avond
belooft nu zeer zeker een bizondere te woor
den. De heer A. Michielsen, voorzitter van
den Raad van Arbeid, te Breda, komt dien
avond spreken over Quadragesimo Anno, de
laatste Pauselijke Encycliek.
Het bizondere is, dat deze lezing over een
encycliek met lichtbeelden zal worden ge
ïllustreerd. De plaatjes hiervoor zijn ge
maakt grootendeels naar teekeningen van
Riet Aalberse, een dochter van den beken
den oud-minister.
Zoo zal ook dit jaar in December het
Studieclub-bestuur aan alle leden der Ver
eeniging een leerzame avond aanbieden.
ST. PETRUS LIEFDEWERK.
Om het samenvallen met St. Nicolaas-
avond zal ditmaal het afrekenen van de ze-
lateurs niet plaats hebben op den Isten
Maandag, maar een week later.
DAMCLUB „DE TWEE SLEUTELS".
A.s. Maandag is bestemd om de achter-
zijnde partijen in te halen. Dit zijn de vol
gende matches:
A. UphoffTh. Loving, N. VerverH.
Selier, H. DingjanB. Goddijn, J. Ouwer-
kerkA.Uphoff, L. Dirkse—P. Hendriks, F.
de KeuningN. Verver. W. LovingF. de
Keuning, Th. LovingB. Vuurpijl; B. God
dijnF. de Does, A UphoffH. Selier, W.
PeetersP. Hendriks, F de KeuningW.
Peeters, W. PeetersA, Uphoff, F. de Does
F. de Keuning, J. OuwerkerkP. Hen
driks.
De Comp.-Leider.
VAN M'N BOEKENTAFEL
NIEUWE UITGAVEN.
De kleine Denneboom, Door
A. A. Fokker.
Bij de Uitgevers-Maatschappij Van Gor-
cum en Comp. te Assen verscheen van de
hand' van A. A. Fokker een Kerstverhaaltje
voor pim. 58 jarigen, getiteld „De kleine
Denneboom''. Het is verlucht met vele
zwratjes door Ans Muller-Idzerda.
Een aardig klein boekje, waarin de ge
schiedenis van een kleinen denneboom
wordt verhaald. Voor de kleuters een heel
aardig boekje.
WILT S WETEN?
V raag: Kunt U mij ook meedeelen of
het plaatsje Alverno te vinden is bij Lie-
nen (Wijchen) Of is het een ander plaatsje
dat met A. begint?
Antwoord: De streek en buurtschap
Alverna is ge]egne langs den grooten weg
NijmegenGrave onder de gemeente
Wijchen. De burtschap is vernoemd naar
het Franciscaner-klooster daar ter plaatse.
V raag: Hoeveel millioen is één milliard
En hoeveel is millioen maal millioen?
Antwoord: Een miliard is duizend
maal millioen. Een millioen maal mi'.lioen
is billioen.