ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen kunnen per giro (125025), per postwissel of per brief met bij gesloten postzegels worden besteld bij de redactrice Damesrubriek, Laan /an Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het gewensch- te model duidelijk vermelden! De bestelde patronen worden binnen 3 a 6 dagen aan de aanvraagsters toe gezonden. EEN NACHTJAPON. Een nachtjapon is een kleeding- stuk, dat zich niet laat verdringen. En zeer terecht, want hoeveel ge makkelijker is eigenlijk de nachtja pon dan de pyama met een elastiek om het middel en een jasje, dat met knoopen sluit en nooit goed op zijn plaats blijft zitten. Onze teeke- ning no. 366 is een model van een nachtjapon die zoowel van katoen als van warmere stof fen als flanel of molton ge maakt kan worden. Maakt u een nachtjapon van flanel, b.v. van lichtblauw of licht rose dan staat het aar dig om de hals afwerking en de manchetten van donker blauw of don- keraer rose te nemen. Houdt U van haken dan staat het heel ver zorgd om van waschzijde in een tegenge stelde kleur een kant langs hals en mouwen te haken. Het itiodel is zeer gemakkelijk te maken. Het geheel bestaat siechts uit twee deelen, een voor- en een achterpand. Het model wordt ge heel gevonden in de zijnaden. De panden sluiten bij den schouder goed aan, loopen in het middel nauwslui tend toe en dan naar onderen toe breeder uit. Is het goed, dat u wilt gebruiken niet breed genoeg, dan zet u er van onderen schuine pun ten aan, b.v. vanaf de kniehoogte naar beneden. De halsafwerking be staat uit twee V-vorminge banden, waartusschen een drietal knoopjes zijn aangebracht, die met eenvoudige knoopsgaatjes de sluiting vormen. De mouw is geheel recht en" heeft aan den pols een band als afwer king. Dit is echt een model om eens te probeeren, ik weet zeker, dat u er geen spijt van zult hebben. Patroon verkrijgbaar a 0.58 (L. van Meerdervoort 45a, Den Haagl ONZE JONGE DOCHTERS. Ook aan de kleerenvoorraad van onze jonge dochters moeten wij weer eens onze aandacht besteden, want ook zij hebben vooral als zij op school gaan of misschien al werken, behoefte aan een warme jurk en een warme wintermantel. Onze afbeelding no. 367 geeft u te zien een wollen jurk van Schot- sche stof met daaronder een blouse van witte viyella. De jurk is dus eigenlijk het idee van een over gooien Het rechtervoorpand sluit, zooals u ziet met drie punten over het linkervoorpand tot voorbij het heupstuk, waarna de beide panden samen werden gevoegd in de diepe stolpplooi, die u in den rok ziet. Iedere punt heeft in het midden een knoopsgat, waarmee de beide voor panden worden gesloten met aar dige fantasieknoopen. Om het mid del wordt een smalle ceintuur gedra gen, die met een ruitvormige gesp van celluloid sluit. De rug is geheel recht en loopt alleen van onderen iets breeder uit, om voldoende be wegingsvrijheid te krijgen bij het loopen. De blouse, die onder de jurk wordt gedragen is, zooals ik u reeds zeide, van viyella. Weet u wat viyella is? Dat is een stof tusschen gewoon fla nel en duur cashmir in. Een blouse van cashmir zou voor een school- of daagsche jurk veel te kostbaar zijn, terwijl flanel daarentegen weer erg goedkoop aandoet. Daartusschen in ligt een stof, dat het ui+eriijk heeft van cashmir en slechts iets duurder is dan flanel. Het verdient wel aan beveling, vooral als een meisje de zelfde jurk veel draagt, bij de jurk een tweetal blouses te maken, zoo dat zij er steeds frisch uit ziet. De blouse is heel eenvoudig te maken. Het gladde lijfje heeft een rond gerimpeld halsje, afgewerkt met een schuine bies, terwijl de tamelijk wijde mouwen bij den pols eveneens worden ingerimpeld en als manchet een smalle bies wordt aangebracht. Dit model kan worden gedragen door meisjes van 13 tot 16 jaar, voor welke maten patronen verkrijgbaar zijn a 0.58 (Laan van Meerder voort 45a, Den Haag). DE WINTERMANTEL. Hierbij nog een warme winter mantel voor uw dochter. No. 368 geeft u een mantel te zien, die niet zoo heel erg eenvoudig is. maar u, als hij klaar is, een veel grootere voldoening zal geven als een mantel van een heel gewone snit. Waar het vooral op aan komt is, .dat het rugpand, dat uit een schouderstuk met een naar het mid- len stof in de kleur van de mantel of iets donkerder. De voeringmantel wordt glad geknipt en eerst geheel pasklaar gemaakt. Daarna als de mantel zelf gereed is, met de beide verkeerde kanten tegen elkaar ge legd en rondom vastgezet. Voordat men de voeringmantel inzet, worden eerst de knoopen op de mantel ge naaid, zoodat deze aanzettingen niet door de voeringmantel heens'eken. Patroon verkrijgbaar a 0.58 (L. van Meerdervoort 45a, Den Haag). EEN MIDDAGJAPON. Figuur No. 369 laat u een gekleede mid dagjapon zien Een schattig japonnetje, vindt u niet? Het is ge maakt van ge bloemde zijde of heel soepel gebloemd flu weel, doch-dan moet het flu weel ook in derdaad heel soepel en dun zijn, omdat anders de strookon lee- lijk uitstaan. De blouse heeft een rond ingezet vest met daarop een omliggen de kraag, waar een flu- weelen band je als strik uit komt kij ken. De beide voorpanden zijn éveneens ovaalvormig. Het heupstuk sluit goed aan en heeft een boogvormig opgezet klokkende strook die los van de rok is. De zijpanden loopen dus gewoon van het middel tot onder aan de zoom. Het middenvoorpand is met drie bogen aan het heupstuk bevestigd en loopt in kleine klokken naar be neden, terwijl ook de zijpanden twee kleine klokken vormen. De mouw is glad en loopt naar den pols aansluitend toe waar hij naar binnen toe wordt afgewerkt met een schuine bies. Patroon verkrijgbaar a 0 58 (L. van Meerdervoort 45a, Den Haag). DE HALSBEDEKKING. SCHEMERLAMPJES. Het gebruik v— schemerlampjes is in de laatste jaren ontzaggelijk toegenomen. Dat komt natuurlijk hoofdzakelijk door de eenvoud, waar mee electriciteit zich laat gebruiken. Vroeger jaren, toen men petroleum lampen had, was het brandgevaar te groot om overal in de kamer k'eine lampen te hebben. En niet alleen dat, maar de zorg, die de huisvrouw had om toe te zien, dat niet een van de vele lampen zouden gaan stoo- men of dat een lamp leegbrandde en daardoor een onaangename reuk veroorzaakte, remde het gebruik van vele lampen. Toen jaren daarna het gas als lichtbron werd gebruikt, gaf ook dit geen aanleiding om overal lampen te hebben omdat daarvoor vaste buizen moesten worden aange bracht. En ten slotte bracht de electrici teit uitkomst. Geen roet of uitgebran de lampen meer, geen kapotte gas- kousjes waardoor men zulk slecht licht had, dat men in zoo'n halfduis tere kamer gauw hoofdpijn had, geen gevaarlijke gaslucht of misschien po reuze slangen, waardoor een we'nig gas ontsnapte, neen, nu kreeg men een lichtbron die niet brandgevaar lijk was en die men door een stop contact kon laten branden, waar men maar wilde. Sinds dien tijd namen vanzelfspre kend ook de schemerlampjes zoo'n hooge vlucht. Een schemerlampje heeft dit groote voordeel, dat de donkere hoeken van de kamer nu een klein lampje krijgen, waardoor 's avonds de heele kamer verlicht is en de kamer daardoor veel grooter lijkt en ruimer. Doet men het gro'ote middenlicht uit, dan geven de kleine lampjes aan de aanwezige huisge- nooten voldoende licht om het werk, waarmee zij bezig zijn, te kunnen voortzetten, of een mooi boek te le zen, thee te drinken of wat dan ook. Men heeft schemerlampen in al lerlei modellen en uitvoeringen heel duur en heel goedkoop. Maar de die lampjes, die wij met behulp van een aardigen pot of een vaasje, dat wij eigenlijk nooit gebruiken, zelf maken. Een lampje monteeren is iets, dat wij vrouwen toch zeker al lemaal even goed kunnen als de mannen en als u niet precies weet hoe u een stekker aan een snoer moet zetten, laat u dit dan eenmaal wijzen door uw electricien en u weet het voor uw heele leven. Want niets is zoo eenvoudig als het aansluiten van electrische onderdeeltjes aan snoeren en lampen. Als u nu een aardige oude vaas hebt gevonden en op de opening een kurk pasklaar hebt gemaakt, dan bevestigt u op dien kurk het voetje, waarop de lamp wordt gemonteerd. Nu komt natuur!"1" een voornaam ding nog en dat is het kapje. Want men kan wel voor enkele centen allerlei kap jes in de winkels koopen, maar om precies een kapje te krijgen bij het vaasje behoorende, daartoe zult u uw teeken- en schilderkunst wel moeten toonen. Ons eerste teekenin- getje geeft een aardigen pot weer, die met margarieten is beschilderd, terwijl een eenvoudig panieren kap- je eveneens iret dezelfde bRemen en op dezelfde manier beschilderd is. Het tweede lampje van een aar dige vaas gemaakt geeft een kapje te zien, meer in den stijl van het vaasje passend, dus zonder eenige opschik alleen een paar in natura aangebrachte linten, die in het mid den gestrikt worden of deze versie ring op het kapje geschilderd. Op deze manier krijgt u ruimte in uw kast omdat u onbruikbare vaas jes weer bruikbaar maakt" en u krijgt verschillende lichtpunten in uw ka mer, wat zoo'n warme gloed geeft vooral als u ze op lage tafeltjes zet. EEN GEMAKKELIJKE KAST. Een ladenkast is toch niet in ,,de mode", hoor ik velen van u al zeg gen. Neen, een ladenkast in de mooie uitvoering als onfce grootouders ze kenden, is inderdaad niet meer in de mode, maar een aardige eiken houten uitvoering wel. Zooals u op de teekening ziet, staat deze kast op rolletjes; dat heeft een groot voordeel omdat deze kast namelijk bestemd is voor de jongenskamer. Jongens zijn nu eenmaal bewegelijk en dat zit meestal ook in hun ka mer. Zij veranderen graag de meu bels, het bed en geven alles weer eens een andere plaats. Alleen die akelige kast moest altijd stijf op haar plaats blijven staan of je liep kans, de heele kast 'naar voren te zien vallen. Geef daarom uw jongen rolletjes onder zijn kast, dan kan hij zijn kamer naar hartelust verande ren. Nu heeft een ladenkast in een jongenskamer nog een bijzonder groot voordeel. In een van de laden kan b.v. zijn knutselgereedschap. In een andere la zijn electriciteits-on- derdeelen. In weer een andere la boeken, schriften, penhouders en dergelijke. Het voordeel van een ladenkast boven een gewone plankenkast hebt u natuurlijk na deze opsomming al gevonden. Want in een gewone plan kenkast kunt u in een oogopslag zien, dat de electriciteitsonderdee- len schots en scheef door elkaar liggen, dat op de andere plank het gereedschap niet in de gereedschaps kist ligt. En trouwens, al ligt alles altijd keurig op zijn plaats, dan nog zal een plankenkast op een jongens kamer altijd rommelig zijn. Daarom alleen al is een ladenkast een uit komst. U kunt slechts een lade te gelijk open maken en de jongen zelf natuurlijk ook. Hij zal dus veel meer alles, wat bij elkaar hoort, ook bij elkaar in een lade doen, omdat hij het zelf veel te lastig zal vinden om lederen keer een of ander stuk ge reedschap te moeten zoeken in een van de vele laden van de kast. Doch is hij bijvoorbeeld aan het uitzagen, dan zal hij de lade open laten staan en steeds alles, wat hij gebruikt weer in dezelfde lade bij elkaar leggen. Zoo gaat het dan ook met zijn boe ken en schriften en met den inhoud van de andere laden. Een van de nadeelen van een la denkast is, dat de jongens alles maar wegstoppen, waardoor de laden zoo overvol raken, dat zij tenslotte niet meer open of dicht kunnen. Dan is het tijd voor de moeder om eens in te grijpen en met een groote teil ge wapend naar de kamer van haar zoon te gaan. Doch doet u dat nooit als uw jongen niet thuis is, want dan zult u altijd allerlei dingen wegdoen, die hij juist bij het knutselen noo- dig had. Besteedt er liever een vrijen regenachtigen middag aan om samen alles eens door te nemen en weg te doen, wat hij niet strikt meer noodig heeft. Op deze manier zal een ladenkast werkelijk een genot zijn voor de jongenskamer en veel standjes en narigheid voorkomen. Ook bij het opruimen moet u uw jongen zooveel mogelijk laten uit leggen waarom hij dit of dat niet kan wegdoen en maar niet zeggen: „Vooruit, die rommel moet ook weg en dat ook en dat ook", want als u kleinigheden wegdoet, die hij voor het een of ander denkt noodig te hebben, dan zou het kunnen gebeu- ren, dat u hem den lust tot knutse len ontneemt en dan krijgen wij kribbige, zich vervelende kinderen die op hun vrije middagen geen raad met zichzelf weten. del uitloopende punt mooi valt en dat de kleine punten eender zitten. Vanaf het middel naar onderen toe loopt het rugpand iets wijder uit en heeft middenachter een dubbele naar elkaar toe gestikte naad. Is de stof, die u koopt niet breed genoeg, dan kunt u de naad precies in deze plooi laten vallen. De voorpanden hebben eveneens twee ingezette hoeken. Het rechter voorpand sluit flink over het linker voorpand heen. Een paar diene zak ken kunnen in den winter heerlijk dienst doen om de handen .warm te houden. Kraag en revers zijn niet te groot, doch de kraag, die dubbel is, kan gemakkelijk op worden gezet, ter wijl de revers tevens hoog gesloten kunnen worden. De mouw is heel eenvoudig, loopt van den schouder af naar den pols toe iets nauwer uit en wordt afge werkt door de uiteinden naar binnen te slaan en in de voeringmouw te verwerken. Een smalle èeintuur v/ordt om het middel gedragen en sluit met een eenvoudige gesp. De mantel wordt gevoerd met wol Niet iedere vrouw houdt van bont. Er zijn vele vrouwen, die principieel bezwaar hebben in het dragen van dierenhuiden en andere vrouwen, die liever geen bont dragen, wan neer zij niet een goed vel kunnen bemachtigen. Er moeten dus ten allen tijde be halve de verschillende bontsoorten nog andere halsbeschermers gevon den worden. Wij zien dan ook ver schillende soorten sjaals in den han del gebracht, zoowel van zijde, als van wollen stoffen. De wollen rui ten zijn altijd een zeer dankbaar ma teriaal voor sjaals. Vele dames ha ken of weven haar sjaals zelf, waardoor zij in het bezit raken van een exem plaar, dat niet door een tweede vrouw wordt. Onze afbeelding geeft u een aar dig voorbeeld voor een sjaal. Het zijn eigenlijk twee sjaals tegelijk, 'n zwarte en een witte of welke kleurschakeering u ook maar wilt dragen. Het heele gedeelte, dat rond den hals gedragen wordt is aan elkaar bevestigd, alleen de vier slip pen hangen los. De sjaal is van éen zeer goed model. Rond den hals is zij niet te breeL terwijl zij naar het eind toe breed en schuin geknipt toeloopt. Dit is een sierlijke sjaal, die u bij een zeer gekleede japon kunt dragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 12