ZATERDAG 5 NOVEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 GEMEENTERAAD VAN BOSKOOP Donderdagavond j.l. kwam de Raad dezergemeente in openbare vergadering ten gemeentehuize bijeen, onder voor zitterschap van burgemeester P. A. Co- lijn. Secretaris mr. F. A. Helmstrijd. Aanwezig alle leden. De voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat als eerste voor stemming en rondvraag door loting is aangewezen do heer Boekraad. De notulen der vergaderingen van 18 Augustus en 15 September 1032 worden onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken. .Een schrijven vtm het bestuur der K. K. Hoogere Burgerschool te Leiden d.d. 13 October 1932, waarin wordt ver zocht voor een leerling uit deze gemeen te, die in het jaar 1930 de school heeft bezocht, een subsidie te verleenen tot een bedrag van 85.20. B. en W. stellen voor,-in verband niet het op 20 'Juni 1930 genomen besluit in zake subsidideering van het bijzonder middelbaar onderwijs, het verzoek in te jwiiligen, hetgeen bij den llaad geen be zwaren heeft. Adressen van de Slagerspatroons ver- ceniging voor Boskoop en omstreken en van de It. K. SIagerspalroonsvereeniging .Kring Boskoop",' houdende verzoek tot herziening der keurloonen over te gaan. B. en W. stellen voor deze stukken te stellen in handen van de begrootings- commissie. teneinde deze tegelijkertijd bjj .het onderzoek van de bcgrooj.ing voor 1933 te behandelen. De heer 't Hart is verontwaardigd wórdt vastgesteld een adres te zenden aan de Tweede Kamer met het verzoek te komen tot wederinvoering dér Huur wetten. De heer 't Hart is verontwaradigd over het feit, dat B. en W. dit schrijven behandelen bij de ingekomen stukken. Immers het gaat hier om maatregelen te treffen, tegen enkele gevallen van ihuurverhooging van huizen in deze ge mote, die daar absoluut geen aanspraak op kunnen maken. B. en AV. zijn van oordeel, dat deze aangelegenheid niet in den gemeente raad, maar in dr volksvertegenwoordi ging thuis behoort en raden daarom aan, niet in het voorstel te treden. De voorzitter voegt hieraan nog toe, dat dit schrijven evengoed had kunnen behandeld worden als pracadvies. Dan had dit nog ongeveer een maand lan ger geduurd. ..Ook de heer Brand kan de urgentie van deze zaak niet inzien. Wanneer betreffende pcrs,onen hun huren hebben verhoogd, zul len. zij dit, gezien den crisistijd, wel voor den langs ten tijd gehandhaafd hebben. ifet voorstel wordt in stemming ge bracht'en met 112 stemmen verworpen. Vóór stemden de lieeren P. D. Koest e-n L. 't Hart. Een schrijven d.d.-20 Sept. 1932-van den heer L. Droog, houdende verzoek de beslissing op zijn reclame tegen den aan slag in de .hondenbelasting, dienst 1932, te herzien. Waar thans is gebleken, dat de hond, welke niet op den voor de keuring van treis- honden bestemden dag ter keuring was aangeboden, op een lateren datum is goed gekeurd, stellen B. en W. voor de aan slag van den heer Droog overeenkomstig zijn oorspronkelijk verzoek, te herzien. v. Een schrijven d.d. 19 September 1932 van B. en W. van Berkenwoude, houdende verzoek adhaesie te willen betuigen aan een aan den minister van Economische Zaken en Arbeid gericht adres, inzake uit voering Crisis-Varkenswet. Aangezien het in dit adres behandelde punt voor deze gemeente gecne of slechts zeer geringe beteekenis heeft, terwijl bo vendien het effect van dergelijke adhae- sie-betuigingen aan gerechtvaardigden twijfel onderhevig is, stellen B. en W. voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. 4. Mededeelingen. B. en W. deelen mede, met verwijzing naar de kennisgeving on der k. van de mededeelingen voor de ver gadering van 13 Mei 1.1., dat zij van den raadsman van den heer de Bruin een uit voerig schrijven ontvingen waarin een uit eenzetting wordt gegeven van de situatie, die zal ontstaan indien de gemeente geen medewerking voor de afwikkeling verleent. B. en W. hebben toegezegd, nu wel vast staat, dat de heer de Bruin gedurende der tig jaren te goeder trouw den bewust.en grond in bezit heeft gehad, de in het schrij ven gevraagde medewerking te verleenen, behoudens door don Raad daartoe te ver- looiicn machtiging. Zij verzoeken den Raad hen deze machtiging te geven. De heer Boekraad vraagt hoe groot het stukje grond is, waarop de voorzitter ant woord 19 M2. •Het zou, volgens den heer Boekraad, wel wenschelijk zijn geweest, indien de heer de Bruin eenige vergoeding had aangebo den. Hierna deelde de voorzitter als extra 'mededeeling den Raad mede, dat de ver bouwing en uitbreiding van het pompsta tion te Hazerswoude, behoorende tot de gemeente-waterleiding van Boskoop is ge gund aan de Zuid-Xederl. Beton-IJzerbouw, Den Bosch voor de som van ƒ43.270. Do heer Boekraad vraagt waaraan liet overige geld van de voor dit werk geleen de som wordt besteed. Kan de leening niét met een 20 a 25.000 gkl. worden verminderd. De voorzitter antwoord hierop, dat dit 'slechts een gedeeltelijke aanbesteding is, daar hierbij geen machinerieën zijn be doeld. Tevens moeten er nog een 3-tal bo- ringen gedaan worden. Voor machinerieën is een bedrag van 9000.— op de begroo- t'ing geplaatst. Bij de som van 43.270. zal nog ongeveer 25.000.bij komen. Het resteerende bedrag zal worden besteed aan verschillende werken waar o.a. ook mede bedoeld zijn de doortrekking van do Juliana straat cn de verbreeding van Reyerskoop, daar hier de bedoeling is de buizen van gas- en waterleiding uit het rijvak te nemen. De heer Boekraad kan zich met deze be steding van het restant-kapitaal vereeni gen, mits het ten Laste van de gemeente komt en niet van het waterleidingbedrijf. Volgens spreker is de begrooting een fiasco geweest. Als antwoord hierop deelt wethouder van Gelderen mede, dat de begrooting toenter tijd is herzien, en lager gesteld dan de eerste. De heer van Kleef vraagt of bij de aanbe steding der machinerieën zooveel mogelijk zal worden gezien naar nationale industrie. De voorzitter stelt den heer van Kleef gerust met de verzekering, dat dit zooveel mogelijk in het oog zal worden gehouden. Punt 5. Aanbieding van een aanbeveling voor de benoeming van twee leden der commissie van toezicht op het algemeen vormend lager onderwijs. Benoemd werden de lieeren D. Mesman en J. Zwartendijk. Punt. 6. Aanbieding van een voordracht ter benoeming van twee leden van het bur gerlijk armbestuur. Benoemd werden mevr. Mathot-Faay en KI. Verkade Kzn. Straataanleg. Punt 7. Voorstel naar aanleiding van een verzoek om medewerking voor straataan leg. De heer Brand vindt de bouwgelegenheid aan den Oostkant van de Gouwe nu niet zoo bijster groot. De eischen die B. en W. stellen zijn volgens spreker te hoog. De Heer de Ruyter meent, dat een be langrijk beginsel vertrapt wordt en maakt bezwaar tegen het praeadvies van B. en YV. Wanneer eventueel zou worden overge gaan tot straataanleg, zou het aanbeveling verdienen, wanneer de thans geplante t>oo- men, niet op de te dempen sloot werden geplaatst. Deze zullen gaan kwijnen en na verloop van een jaar of vijf dood gaan. De heer de Wolf kan slechts in enkele gevallen met het praeadvies van B. en W. meegaan. De voorzitter, die een en ander nader uiteen zet, zegt dat het college door erva ring geleerd heeft welke onderhoudskosten een dergelijke aanleg met zich mede brengt. Hij geeft, toe dat aan de Tuinstraat niet zulke zware eischen gesteld waren. Wan neer absolute zekerheid kan worden ver kregen van bebouwing van de eene zij de, zouden desnoods buizen kunnen wor den gelegd per 50 Meter. Gebrek aan wo ningen voor kleine beurs in dezen tijd is ernstig te betwijfelen. Het advies van net college is dan ook alleen gegeven op grond van het feit dat er aan dergelijke wonin gen geen behoefte bestaat. De heer Mesman vraagt zich af of de aanvragers bereid zijn in te gaan op de door B. en W. gestelde voorwaarden. De heer van Kleef is het eens met Het praeadvies, vooral daar de gemeente moei lijk geld kan leenen voor het aanleggen van een straat, daar andere wergeirnog zoo"veel aan onderhoud kosten. De heer v. d. Staak vraagt of het Rijk geen subsidie kan verleenen en het dem pen van de sloot te beschouwen als werk verruiming cn werkverschaffing. De voorzitter in tweede instantie spre kend, brengt nogmaals de hooge onder houdskosten der eerste jaren naar voren. De woningnood is in den laatsten tijd zeker niet zoo groot als deze geweest is, en wan neer er binnen afzienbaren tijd geen opleving in het door 90 pet. der inwoners gekozen bedrijf te bespeuren valt, zal er zeker in Boskoop voor geen 8000 inwoners een bestaan te vinden zijn. Wethouder van Gelderen brengt nog even naar voren, dat men niet vergeten moet, dat er aan den Oostkant van de Gouwe nog genoeg bouwterrein vrij komt, als eenmaal de provinciale weg gereed zal zijn. Het prae-advies van B. en W. wordt in stemming gebracht en met 76 stemmen aangenomen.* Tegen stemden de heeren Boekraad, 't Hart, Brand, de Ruyter, van der Staak, Koest. 8. Aanbieding ter voorloopige vaststel ling van de rekening van inkomsten en uit gaven der gemeente over het jaar 1931. 9. Aanbieding tot voorloopige vaststel ling van de balans winst- en verliesreke ning der gemeentebedrijven over 1931. 10. Aanbieding ter goedkeuring van de rekening van inkomsten en uitgaven van het Burgerlijk Armbestuur over het dienst jaar 1931. 11. Voorstel tot onderhandsche verhu ring van een gedeelte van het voormalig gemeentehuis. Zonder discussie of h. st. aangenomen. 12. Voorstel tot onderhandsche verhuring van de perceelen Kerkstraat nos. 10 en 12 aan den heer A. Pos. Zonder discussie of h. st. aang< //AT MOET IK MET MYN PROQJJCTEN BEG INNEN ZUCHT TEGENWOORDIG DE FABRIKANT TJA...TOCH ALLEEN DOOR AQVERT EEfREN RAAKT U,UW WAREN 'AN LE. MAND 7 Eerste hondje: Zeg, Fifi, begrijp jij, waarom ze zoo huilt. Tweede hondje: Natuurlijk, zie je dan niet, dat die meneer ze op d'r staart trapt'? DE RIJKSBEGROOTING. HET ECONOMISCH EN POLITIEK BELEID VAN DE REG EER ING. Memorie van antwoord op de algemeene beschouwingen. Verschenen is de Memorie van Antwoord op tie Algemeene Beschouwingen naar aan leiding van hoofdstuk I der Rijksbegroo- ting voor 1933, waaraan wij het volgende ontleenen: Ka de voornaamste factoren te hebben genoemd, welke op ons bedrijfsleven een zoodanigen zwaren en aanhoudenden druk oefenen, dat terecht van een noodtoestand kan worden gesproken, merkt de regee- ring op, dat de ernstigste symptomen zich voordoen in den land- en tuinbouw, in de uitvoerindustrieën en in het scheepvaartbe drijf, alsmede in de daarmede nauw ver» bonden takken van nijverheid (scheeps bouw en machine-industrie) en handel, welke bronnen van-volkswelvaart dan ook de regeering groote zorg baren. De om vang van de werkloosheid, die met name de arbeidsklasseteistert, weerspiegelt de diepte der depressie en eischt uitgebreide voorzieningen. Wat daarentegen de loons verlagingen betreft," kan men in het alge meen nog niet zeggen, dat de arbeiders klasse hieronder „lijdt". Integendeel zal er voor gewaakt moeten worden, dat geen mogelijke werkgelegen heid opgeofferd wordt aan een verlangen tot handhaving van een bevoorrechte po sitie door bepaalde groepen. De opmerking dat de regeering op eco nomisch gebied in dezen zoo zorgelijken tijd niet naar eqn welberaamd algemeen plan handelt, doch slechts van moeilijkheid tot moeilijkheid en van incident tot inci dent maatregelen treft, kan de regeering niet! als verbijt aanvaarden. Het volgen van een vast schema" zou tot verstarring hebben geleid en bij de groole verrassingen en gebeurtenissen, die de regeering niet in de hand heeft, tot verwarring aanlei ding hebben gegeven. Op handelspolitiek gebied streeft de re- geeriilg zooveel mogelijk naar een goede verstandhouding met het buitenland en zij is gaarne bereid de noodige offers te brengen. De wet van 29 November 1930 tot rege ling van de winkelsluiting is door de Staten Generaal behandeld in een periode, toen de crisis zich reeds ten volle deed gevoelen. Niettegenstaande de crisis meende men toch in het algemeen dat deze zoo lang reeds gevraagde regeling in .werking moest treden. Dit wijst er reeds op dat de invloed van deze wet op het zakenleven niét groot werd geacht. Dit is ook de indruk van de regeering. Slechts in enkele groepen winkels doen zich moei lijkheden voor. Deze worden thans onder zocht. Indien het resultaat van het onder zoek daartoe aanleieirig geeft, zal de wets wijziging of een wijziging in de practijk der uitvoering worden bevorderd. Uniformverbod in overweging. Het in toenemende mate zich voordoend verschijnsel, dat aanhangers van bepaalde staatkundige, opvattingen zich in uniform steken, verdient ook naar het oordeel der regeering de aandacht. Zij overweegt of te dezen een doeltreffende voorziening moge lijk is, Met instemming nam de regeering kennis van de meening der leden die in een onrechtmatig optreden van fascisten hier te lande niet minder gevaar zien dan in dat van socialisten en communisten. Ook de regeering is van meening, dat elke tegemoetkomendheid tegenover hen, die uit welk motief ook, de openbare orde wil len veretoren, misplaatst zou zijn. Financieele politiek. Blijkens het verslag hielden verscheide ne leden, die bij hun financieele beschou wingen uitgingen van het oorspronkelijk geraamde tekort van 147.6 millioen gulden, rekening met de mógelijkheid, dat deze raming, voornamelijk ten gevolge vqn een te lage schatting van de opbrengst der di recte belastingen, te pessimistisch is. Zij beriepen zich hierbij op het feit, dat de opbrengst der inkomstenbelasting voor het a.s. jaar is geraamd op 50 millioen gulden, terwijl in de eerste acht maanden van het loopende jaar de inkomstenbelasting reeds 53 millioen heeft opgebracht. Dit beroep werd ten onrechte gedaan. Immers, het bedrag dat aan inkomstenbelasting in de Rijksrekening over 1933 zal moeten worden 'verantwoord, bestaat volgens art. 20 der comptabiliteitswet uit 1/3 van de zuivere opbrengst over 1932—'33 en 2/3 van de zui vere opbrengst over 193334. De ontvang sten in de eerste acht maanden van 1932 treffen, voor 't grootste deel andere jaren. Uit het totaal dezer ontvangsten valt der halve met betrekking tot de raming van 1933, geen enkele conclusie te trekken. Bezuinigingsmaatregelen. Wat de bezuinigingsmaatregelen betreft, welke de regeering heeft getroffen of in wetsontwerpen heeft belichaamd, merkt de minister op, dat de regeering in de ver vulling van haar voornaams ten plicht te kort zou schieten en allerminst zou hande len in het belang van zoo zeer gewaar deerde vermogens-bestanddeelen als on derwijs, sociale verzekering, arbeidswetge ving en gezondheidszorg, indien bij niet voortdurend het noodzakelijk evenwicht met het geldvermogen der natie voor oogen hield. De salariskorting. Dat door de voorgenomen salarisverla gingen een klein en over 'fc algemeen wei nig draagkrachtig deel van het volk een zeer groot deel van de erisislasten te dra gen zou krijgen, kan niet als juist worden erkend. Zij, die vaste inkomsten genieten, ook al werden deze met een bepaald per centage verlaagd, zijn in deze crisis- be voorrecht boven vele anderen, die hun wisselende inkomsten dagelijks zien slin ken. De regeering sluit zich geheel aan bij die leden- die de onredelijkheid van de verla ging van de wedden van het Rijksperso neel niet vermochten in te zien. Ten aanzien van de salarieering van de onderwijzers-kloosterlingen herinnert de regeering aan haar standpunt, bij monde van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in de vergadering der Tweede Kamer op 27 Nov. 1930 uiteen gezet. Bezuiniging op Defensie. De thans op de Defensie-uitgaven toe gepaste besparing behoort voor een juiste beoordeeling te worden beschouwd in ver band met de ingrijpende bezuinigingen, welke de laatste jaren op de Defensiebc- grooting zijn tot stand gebracht. Dan blijkt, dat op de uitgaven voor de behartiging der defensie belangen een vermindering is toegepast, welke uitgaat boven het verla gingspercentage op de totale uitgaven. Ver dere vermindering van de defensie-uitga ven kan de regeering voor het tegenwoor dige niet in overweging nemen. Vrijwillige burgerwachten en bijzondero vrijwillige landstorm kunnen niet worden gemisthet denkbeeld om de daarvoor gevoteerde bedragen te schrappen, kan niet door de regeering worden overgeno- Belastingen. dit Een couponbelasting maakt op oogenblik een punt van ernstige overwe ging uit. Een inkomsten. en vermogensbelasting van goederen in de dnode hand zou met l karakter van deze belastingen in strijd zijn. De omstandigheid, dat het hotelbed rijf zwaar onder den druk der tegenwoordige economische verhoudingen te lijden heeft, weerhoudt de regeering om aan de belas tingen, waaraan dit bedrijf reeds is onder worpen, een nieuwe toe te voegen. De heffing ineens moet de regeering in de tegenwoordige tijdsomstandigheden met nadruk blijven afwijzen. De regeering kan zich niet vereenigen met de meaning, dat een korting uit de uit- keeringen aan de gemeenten de voorkeur zou verdienen boven de heffing van op centen op de gemeente-fondsbelasting. Steunverleening. Naar aanleiding van de opmerkingen in zake de door de Commissie Weiter voorge stelde verlaging van de tarieven van steun verleening wordt medgedeeld, dat het niet in de bedoeling der regeering ligt een alge meene verlaging in te voeren; zij hoopt, dat de omstandigheden haar daartoe ook niet zullen dwingen. Zij wenscht zich ech ter voor te behouden, in bepaalde gevallen, wanneer haar de noodzakelijkheid daarvan gebleken is, de onvermijdelijke veranderin gen -aan te brengen. Met de instelling van den Economischen Raad wordt zooveel mogelijk spoed be tracht. Crediet aan de haring- reederij. Een wetsontwerp tot het verleenen van crediet aan de haringvisschevij is in voor bereiding en reeds zijn maatregelen geno men en andere in voorbereiding om te voorkomen, dat door buitenla.ndsche sche pen hier te lande aangevoerde viseh als Nederlandsche visch wordt verzonden naar landen, die den invoer van visch uit Ne derland hebben gecontingenteerd. De ex-keizer. Voor zooveel do regeering bekend is, onthoudt de gewezen Duitsohe keizer zich over eenkomstig destijds afgelegde belofte, van politieke handelingen. STADSNIEUWS WIE HEDEN KOOPT, koopt goedkoop. Ook bij zeer soliede zaken zijn nu de prijzen heel goedkoop. Men kijke daarom iederen dag met aandacht de advertenties na. DEENSCH FAMILIEBEZOEK IN LEIDEN IN MEI 1836. Voordracht dr. A. Beets. In de gisteravond in het Nutsgebouw gehou den maandelijksche vergadering van de Maat schappij der Nederlandsche Letterkunde heeft dr. A. Beets alhier een voordracht gehouden over: „Deensch familiebezoek in Leiden in Mei 1836". Uit de gedenkschriften van P. N. Nyegaard. Dit bezoek gold, aldus spreker, den persoon en het gezin van professor Jacobus Nieuwen- huis, hoogleeraar in de theoretische wijsbe geerte te Leiden. Hollander van geboorte, maar Deen van afkomst; zijn vader, Jacob Severin Nyegaard, was, na een avontuurlijk zeemans leven, in Alkmaar beland, had daar een zaak in jachtartikelen en vuurwerk, en vertaalde, omdat het hem verdroot dat de Alkmaarders zijn naam tot Nijdigaard verhaspelden, zijn Deenschen geslachtsnaam in Nieuwenhuis. Prof. J. Nieuwenhuis is de stamvader der fa milies Domela Nieuwenhuis en Nieuwenhuis in Nederland, en van afstammelingen van laatst genoemden tak in Denemarken. De bezoekers waren Peder Nicolai Nyegaard van Frederiks- kilde bij Sorö op Seeland (Sjaelland), neef (zoon van een ouderen broer van zijn vader) van prof. Nieuwenhuis, en zijn twintig-jarige dochter Cora; het verhaal van het bezoek is ons bewaard in de brieven die vader en doch ter uit Nederland naar huis schreven. De vader, die later thuis zijn autobiografie heeft opge steld (in zijn jonge jaren bekleedde hij vele ambten in West-Indië) heeft daarin, als ver slag van hetgeen hij en zijn dochter in Hol land hadden beleefd, die brieven ingelascht. Aan zijn kleinzoon, dr. Sigvard Nyegard, ar chivaris te Kopenhagen, hebben wij te danken dat ons deze brieven zijn bekend geworden. Dr. N. heeft in 1929 de autobiografie van zijn grootvader doen drukken, slechts in 150 exem plaren, en een exemplaar daarvan heeft hij aan de Maatschappij der Nederlandsche Let terkunde ten geschenke gezonden. Al wat in de reisbrieven van vader en doch ter rechtstreeks op Nederland betrekking heeft, werd door dr. Beets daaruit voorgele zen .De aankomst met de stoomboot uit Ham burg te Monnikendam; het verblijf in Leiden; de bezoeken aan Den Haag, Scheveningen, Haarlem en Utrecht; het vertoef op het kasteel den Engh, bezoeken aan de Heerlijkheid Scho- nauwen, bezoeken aan Delft, Rotteradm en Amsterdam; het onthaal door de familie, de ontmoetingen met, de bezoeken aan, en van allerlei personen; het vele nieuwe en onver moede dat ondervonden en gezien wordt; alles wordt aanschouwelijk en, vooral door de doch ter, levendig verteld; zij en haar vader zijn een en al lof over het land, de natuur, de menschen; een en al verbazing over de wel vaart, de orde, de netheid, de eigenaardige ze den en gewoonten der bevolking. Als zij zich over iets beklagen, is het alleen over de over stelpende hartelijkheid, de onuitputtelijke goedheid hunner gastheeren, die hun zoo ver bazend, maar vermoeiend veel laten zien, en doen genieten. De brieven, aldus spreker, doen ons, in een levendige vertooning, het eigen land en het eigen volk zien zooals vreemdelin gen het in 1836 zagen (men mag gerust zeggen: bewonderen) en geven een aantrekkelijk en opwekkend beeld van het gezellig gezins- en gezelschapsleven van die dagen, vol hartelijk heid en vroolijkheid, en met veel zang en mu ziek. De bibliothecaris der Maatschappij, dr. A. A. van Rijnbach, deed vervolgens eenige me dedeelingen over aanwinsten in de laatste maanden voor de bibliotheek ontvangen. Allereerst dient vermelding, dat prof. dr. C. S. G. de Vries, eerelid en oud-secretaris der Maatschappij, een omvangrijke verzame ling brieven, gericht aan zijn grootvader, den Leidschen hoogleeraar Matthias de Vries, aan de Maatschappij heeft geschonken. Hieronder zijn 23 brieven van Bilderdijk, ten deele in 1836 uitgegeven, ten deele nog onuitgegeven, zoomede 12 brieven van A. de Vries aan Bil derdijk. Over de uitvinding der boekdrukkunst en de Coster-herdenking is een zeer uitvoerige correspondentie aanwezig van den bekenden J. Koning en J. Scheltema, gericht aan A. de Vries, waarbij ook brieven van buitenlander» als Sotheby, Guichard, Firmin Didot e.a. Een derde verzameling, van ongeveer 100 brieven aan De Vries gericht, omvat vele namen van bekende personen uit de eerste helft der 19de eeuw, waaronder die van Borger, Geel, J. van Geuns, P. W. van Heusde, Hofman Peerlkamp, Hoffmann von Fallersleben, Joh. M. Kemper, Van der Palm, Tollens, Schinkel en Falck reeds een denkbeeld kunnen geven van de be teekenis dezer verzameling. De aan Matthias de Vries gerichte corres pondentie bestaat uit twee afdeelingen, n.l. brieven van beroemde Duitsche philologen, waaronder vooral Jac. Grimm genoemd moet worden en de uitgebreide correspondentie van vele Zuid-Nederlandsche dichters en geleer den, met wie De Vries in relatie stond. Over de brieven van Jacob Grimm heeft de schen ker dezer verzameling zelf eenige jaren geleden in een maandvergadering interessante mede deelingen gedaan. Spreker wenscht zich ditmaal tot een opsom ming van het verworvene te bepalen, daar het ei hem om te doen is gelegenheid te hebben om nu reeds namens de maatschappij den gever hartelijk dank te zeggen voor zijn zoo belang rijk en zeer op prijs gesteld geschenk. Verder is de biblotheek verrijkt met een door den onlangs overleden predikant Vincent Loosjes aan de Maatschappij nagelaten collec tie brieven en dócumenten, waaronder brieven van bekende personen uit binnen- en buiten land uit de tweede helft der 19de eeuw. In teressant is een eigenaardige brief van koning Lodewijk Napoleon, uit het einde van 1810, waarin deze zich beklaagt over het feit, dat men hem zooveel mogelijk wil isoleeren, be- j nevens een 9-tal copieën van brieven van den- j zelfden die men in de werken van Rocquain en j Jorissen niet aantreft. Met een opwekking aan de leden om het voorbeeld der beide schenkers te volgen en belangrijke brieven en documenten een veilige plaats in de bibliotheek der Maatschappij te geven, besloot spreker zijn mededeelingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10