'AMES RUBRIEK
ONZE GOEDKOOPE PATRONEN.
Patronen kunnen per giro (125025),
per postwissel of per brief met bijge
sloten postzegels worden besteld bij de
redactrice Damesrubriek, Laan van
Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en
nummer van het gewenschte model dui
delijk vermelden! De bestelde patro
nen worden binnen 3 a 6 dagen aan de
aanvraagster toegezonden.
EEN KEURIGE PLOOIROK.
Onze teekening
No. 358 laat u een
plooirok zien, waar
van de plooien niet
te diep zijn en tot
even boven de knie
worden vast gestikt.
Daarna vallen ze
dan naar beneden
toe open, zoodat de
rok voldoende
ruimte heeft om
gemakkelijk er mee
te kunnen loopen,
fietsen of sport te
beoefenen.
De plooien wor
den er zoo inge-
stikt, dat de vorm
der heup tevens
goed uitkomt, wan*
deze rok moet wel
nauwsluitend pas
sen. Een smalle ceintuur met een een
voudige knoopsluiting maakt den rok af
Op dezen rok wordt de blouse niet
boven, doch in den rok gedragen.
Patroon verkrijgbaar a f 0.58, Laan
van Meerdervoort 45a, Den Haag.
EEN WARME JAPON.
Onder ons werk is het
vaak noodig, dat onze
japon zeer eenvoudig
is, omdat de aard van
ons werk mee kan
brengen, dat een japon
met strookjes en
klokken ons hin
dert. Nu is het
niet gemakkelijk
een j apon te
vinden, die
streng van lijn
is en toch niet
aan een uniform
doet denken.
No. 360 geeft u een
^O. idee van een stijl-
j6Ö. iaPO°. een japon
dus, die niet aan
mode onderhevig is.
Zoon stijl japon, het
woord zegt het trou
wens al zelf, kunt u
heelemaal naar uw
eigen idee, uw eigen
smaak, uw eigen stijl
maken.
Hebt u een kamer
thuis, die u geheel
volgens uw eigen
smaak hebt ingericht,
in de kleuren waar
van u het meest
houdt, dan zult u er
veel gemakkelijker
toe komen om ook
japonnen te dragen,
die zich daarbij aanpassen wat klein
en lijn betreft.
Onze japon heeft een geheel aanslui
tend middelstuk, waaraan ook gladde
mouwen zijn gezet, aan den pols afge
werkt met een eenvoudig schuin biesje.
De rok heeft een geheel glad aanslui
tend heupstuk en daaronder twee inge
zette, schuin naar achter loopende pa-
neelen, die klokkend uitloopen, terwijl
ook de zijbanen klokkend worden ge
knipt. Het voorpand, aan het heupstuk
geknipt, blijft dus geheel recht.
Tenslotte krijgen wij nog de halsgar-
neering, U kunt deze kraag los van de
japon maken en de japon zelf met een
gladden ronde^Sals afwerken. U kunt
natuurlijk ook net bovenste boordje
aan de japon knippen en den kraag
daaronder bevestigen.
Een losse kraag heeft dit voor, dat u
bij het dragen van een mantel de
kraag kunt uitdoen en daardoor valt uw
mantel beter en de kraag zelf kreukt
niet.
Op deze japon zijn natuurlijk ver
schillende aardige dingen te maken,
vooral wat manchetten en rok betreft.
Ik zal u nu en dan nog eens een ander
voorbeeld van deze stijljapon geven.
Patroon verkrijgbaar a f 0.58, Laan
van Meerdervoort 45a, Den Haag.
HET DAMES-REGENSCHERM.
De meeste vrouwen dragen als het
slecht weer is een lederen of gummy re
genmantel en als hoofdbedekking in
plaats van het sierlijke hoedje, een niet
minder aardig mutsje, de alpino. De
vrouwen, die niet zoo veel uitgaan,
die haar werk meer binnenshuis zoeken,
en dus uitteraard niet zoo'n verschei
denheid in hoeden en mutsen hebben,
gebruiken nog een regenscherm.
De tompouse kan men in de aller uit
eenloopendste verscheidenheid en kwa
liteiten vinden, van de gewone grove
katoenen af tot de fijnste zijden over
trek toe.
De kleuren wisselen niet zooveel af
meestal zijn zij donkerblauw, donker
bruin, donkergroen, hetzij effen of met
een gekleurden rand.
Het groote verschil zit hoofdzakelijk
in de knoopen en in de dikte en lengte
van den steel. De knoppen zijn vanzelf
sprekend ook in zeer kostbare uitvoe
ringen verkrijgbaar en in gewoon cel
luloid knoppen, die door hun aardige
kleurschakeeringen soms heel goed zijn
Het prettigste is wel om aan den
steel een leeren lus te hebben, want
dan kan men, bij het boodschappen
doen tenminste de regenscherm aan der
arm hangen, vooral wanneer het niet
regent, of als wij bij regenweer in de
tram naar huis gaan en vooral nu tegen
St. Nicolaastijd volbeladen met pakjes
zijn.
EEN SCHOTSCH MANTELPAKJE.
Het is een merk
aardig verschijnsel,
dat de Schotsche
ruiten door alle mo
des heen, steeds
mode blijven. Ieder
jaar opnieuw vinden
wij, bij alle stoffen,
die voor het komen
de seizoen in den
handel worden ge
bracht, de Schot
sche ruiten in de
mooie uitvoering,
soms in zijde en een
enkelen keer in
9 katoen.
Nu zijn de
Schotsche ruiten
ook weer zeer in de
mode en de ruiten
zijn nu schuin gewe
ven, wat een groot
voordeel is, omdat
wij nu zelf de stof
niet schuin behoeven
te nemen. Daardoor
blijft de snit er be
ter in en wij verlie
zen geen groote
punten, die wij an
ders moeten ver
knippen.
Onze teekening No
361 laat u een man-,
telpakje zien van
een blauw, groen en
roode ruit met een donkerblauw man
teltje, gevoerd met dezelfde Schotsche
stof, terwijl de kraag er eveneens van
gemaakt is.
Op den rok wordt een witte wasch-
zijden blouse gedragen. De rok bestaat
uit een voor-, een achter- en twee zij-
banen, die glad aangeknipt zijn en van
onderen klokkend uitloopen. Om het
middel wordt een smalle ceintuur aan
gebracht, die met een Schotsche knoop
sluit. Het manteltje heeft een goed aan
sluitende lijn en om het middel een
smalle ceintuur, die tot even voorbij de
zijnaden reikt. De sluiting van het man
teltje geschiedt eveneens met een
Schotsche knoop. De kraag met aange
knipte revers is maar smal, terwijl de
rechter-rever breeder uitloopt. De
mouw is glad en heeft een afwerking,
die naar binnen omgeslagen een
Schotsch randje laat zien voor den in
kijk. Het is een vlug mantelpakje, dat
bij mooie winterdagen of bij het schaat
senrijden, als wij over een korten tijd
ijs hebben, u zeer zal voldoen.
Patroon verkrijgbaar a f 0.58, Laan
van Meerdervoort 45a, Den Haag.
EEN ELEGANTE HOED.
Van de verschillende model-en, die
wij op het oogenblik in de hoedenwin
kels zien, zijn die met een ietwat groo-
ten rand het meest in trek
Wij geven u hier een vilthoed van
zwart zijden vilt, met een breeden rand
die aan de linkerzijde opgeslagen wordt
gedragen. De heele rand staat iets
schuin, terwijl de bol recht om 't hoofd
sluit. Van achteren is de rand neerge
slagen en vormt op die manier een lijst
om het heele gezicht heen.
Deze hoed heeft om den bol een lint-
garneering, die van achteren eindigt
in enkele lussen en een strik.
EEN HEMDBROEKJE.
Een van de lezeressen vroeg me om
een model van een wollen hemdbroekje
en ik haast mij aan haar voldoen.
Onze teekening No.
359 is een hemdbroekje,
dat zoowel van jaeger,
of flanel kan worden
gemaakt dan wel door
de moeders zelfs kan
vorden gebreid.
Om nu zoo'n hemd
broekje te breien gaan
wij als volgt te werk.
Wij koopen eerst het
materiaal, dat wij wil
len gebruiken en breien
'aarvan eveneens met
breinaalden, die wij
daarvoor geschikt ach
ten, een klein laoje, b.v.
tien centimeter hoog en
tien centimeter breed.
Dit lapje gebruiken wij later om het
kruis van het broekje te versterken.
Maar dit lapje dient nog voor heel
wat anders. Wij kunnen hier namelijk
bij zien, hoeveel steken wij gewoon
breien in een centimeter lengte en in
een centimeter hoogte.
Als u nu het papieren patroon voor u
hebt, dan meet u daarop uit hoeveel
centimeter de onderkant is. U weet nu
hoeveel steken u moet opzetten om pre
cies tot de wijdte van den onderkant
te komen. Het beste doet u, na eenige
toeren nog even te passen.
De boordjes van de pijpjes, zoowel
als de band rond het middel worden
twee rechts twee averechts gebreid
waardoor zij beter aanslu:ten Om dit
stuk ondergo?'! te bre'en doet u het best
te beginnen bij het middel en eerst den
bovenkant te breien. Daarna breit u
er dan het broekje met de twee pijpjes
aan, of u breit alles apart en zet het
later aan elkander. Dit laatste heeft het
groote voordeel, dat het model er beter
in komt.
Daar, waar het patroon wijder wordt,
meerdert u een paar steken, doch voor
al niet te veel, want breiwerk is gauw
te ruim. En waar de ruimte weer klei
ner wordt, daar mindert u op de gewo
ne bekende manier. U meerdert of min
dert dus altijd drie steken van den
rand. en houdt den rand met de lussen
voor het aanhechten van de stukken.
De schouders kunt u naar verkiezing
breeder doorbreien of zooals de teeke
ning laat zien, met een schouderbandje
afmaken. De lengte van het schouder
bandje moet vooral niet te kort zijn,
omdat-de sluiting van het hemdbroekje
gevonden wordt door de schoud^rband-
jes. Aan de voorzijde breidt u er n.l.
een smalle opening is, dat als knoopsgat
dienst moet doen en aan het hemdje
zelf worden dan een paar knoopjes ge
naaid, waarmede u het schouderbandje
dan kunt vastmaken. Het hemdbroekje
wordt dus aangetrokken eerst door het
broekje aan te trekken en dan het
hemdje naar boven toe te trekken, een
zeer eenvoudige sluiting.
Wenscht u dit kleedingstuk voor uw
jongen of uw meisje niet zelf te breien,
doch van jaeger te maken, dan geef ik
u in overweging dezelfde sluitingswijze
te nemen
Omdat u niet de beschikking hebt
over een twee recht twee averechts stuk
voor het middel en de pijpjes, kunt u
daarvoor een elastieke band nemen, die
echter niet te nauw mag zijn, omdat hij
dan de bloedsomloop tegenhoudt, iets
wat natuurliik onder geen voorwaarde
mag gebeuren.
Bij een hemdbroekje van flanel kunt
u volstaan door een smal directoir elas
tiek door een zoom te rijgen, waardoor
ook het model goed op zijn plaats blijft.
De pijpjes op die manier afgemaakt,
zijn dan iets ruimer. Voor kleine meis
jes is dit wel een ideale oplossing, nog
prettiger dan een jaeger combination.
Patronen verkrijgbaar a f 0.58. Laan
van Meerdervoort 45a, Den Haag.
EEN BOOMMARTER.
Een zwarte boommarter is een van
de dieren, die niet zoo heel veel voor
komen, vandaar dat hun vel, als het
geprepareerd is, tot de tamelijk kost
bare bontsoorten behoort.
Het bont lijkt eenigs-
zins op een vos, heeft
alleen een veel plat-
teren kop en kortere
pooten, want zooals
zijn naam trouwens
al aanduidt, loopt
hij tegen de stam
men van de hoo
rnen op en springt
dan de eekhoorns
achterna. Hij heeft
een heel lang
lichaam. Het bont is
dus ook flink lang
en heeft behalve de
vier korte pooten een
prachtigen dikken staart.
Onze afbeeldng geeft u een zwarten
boommarter te zien, een prachtdier,
nietwaar?
Het geprepareerde vel wordt opge
vuld met watten en gevoerd met zwar
te zijde of heel donkerbruin, hoewel
zwart mooier is.
EEN VISCHSCHOTEL.
Versche visch koken is een kwestie
van zorg. Het lijkt zoo gemakkelijk een
v;sch in een pan met kokend water te
doen en laten koken tot hij gaar is.
Maar zoo eenvoudig is de kwestie niet.
Om te beginnen moeten wij ons er
wel van overtuigen, dat de visch heel
versch is. Dit kan men zien aan de
roode kieuwen, de oogen en de stevig
heid van het vischvleesch. Ook de lucht
moet frisch zijn, zoodra een visch een
jaar dagen dood is, komt er een onfris-
sche bedorven lucht af.
Het schoonmaken geschiedt als volgt:
men schrapt met den scherpen kant van
een mes tegen den draad in, de schub
ben van de huid af, verwijdert de inge
wanden en krabt het bloed eruit. Dan
wascht men de visch zoo lang, tot zij
heelemaal schoon is, van binnen zoowel
als van buiten. Het water moet heele-
helder blijven.
Dan legt men haar op het vergiet en
Iaat de visch even uitdruipen.
Men brengt een flinke pan met water
aan de kook, de pan moet zoo groot zijn,
dat de visch er in de lengte in kan lig
gen, want anders loopt u kans.de visch
te beschadigen bij het uithalen, als zij
gekookt is.
Er zijn speciale vischpannen in den
handel, waar de visch op een rooster
komt te liggen. Rondom komt dan het
kookwater. Is de visch gaar, dan haalt
men het rooster uit de pan en men kan
gemakkelijk de visch van het rooster op
de schaal schuiven, hoewel ook hier
voorzichtigheid geboden is.
Om te zorgen, dat het vischvleesch
mooi stevig blijft, doet men bij 't kook
water wat azijn en wat zout. Men
kookt de visch, totdat de vinnen ge
makkelijk los laten, dat is een teeken,
dat het vischvleesch gaar is
Men doet dan de visch op een visch-
schotel met een vischplaat en voegt er
een oaar takjes peterselie bij.
Wil men de visch bakken, dan is het
schoonmaken hetzelfde, doch men knipt
de vinnen er half af. Legt de visch eerst
in een vergiet met wat zout bestrooid.
U doet nu een weinig olie in de
koekenpan en laat dit goed warm wor
den. Dan neemt u, als u b.v. schol wilt
bakken, een schol uit het vergiet, wen
telt de visch even in een diep bord,
waarin wat melk is gegoten, zoo, dat
beide zijden met melk in aanraking zijn
geweest en bakt de visch dan vlug aan
beide kanten bruin.
Er zijn veel menschen, die wel visch
lusten, maar die ze nooit eten, omdat
of zijzelf of de huisgenooten zoo'.i hekel
hebben aan de gaatjes. Welnu, omdat
visch toch een gezond eten is, omdat het
vischvleesch veel eiwitstoffen bevat, kan
de huisvrouw dit euvel ondervangen.
Het kost haar aanzienlijk meer tijd en
moeite, maar zij zal er de voldoening
van hebben, dat alle huisgenooten zit
ten te smullen. Niet alleen hebben wij
dan een voedzaam, maar tevens een
goedkoop maal gehad, want over het
algemeen is versche visch tamelijk
goedkoop.
U kookt dan de kabeljauw of schel-
visch op de hierboven omschreven ma
nier, laat ze op een schaal koud worden
en haalt het vleesch van de graat, zoo
dat er geen vellen of k'pine graten meer
in zitten.
Doe daarna de stukken visch in een
braadslede of op een vuurvaste schotel.
Dit laatste verdient aanbeveling, omdat
het vischgerecht dan in de vuurvaste
schotel op tafel kan komen en flink
warm blijft. U doet over de visch een
paar druppels citroen, wat beschuit-
kruim en hier en daar een stukje boter.
Voor het uitdrogen doet u er een wei
nig van het vischwater bij, dat u zorg
vuldig hebt opgevangen en gezeefd.
Laat de schotel in den oven flink
warm worden en dien de visch zoo heet
mogelijk op.
Een schotel met gesmoorde of ge
stoofde visch kan men ook heel goed
maken van een kabel jauwkop.
Voor slechts enkele centen kan men
dikwijls van een vischboer zoo'n groo-
ten kop koopen. Kook deze eerst op
dezelfde manier als schelvisch, neem he*
vleesch van de graat en laat ze dan in
een vuurvaste schotel smoren. Maar bij
het smoren van de visch moet u vooral
er goed op letten, dat de bovenste laag
visch niet uitdroogt en daardoor hard
wordt, alles moet goed malsch en voch
tig blijven.