Provinciale Begrooting van Zuid-Holland HET HUIS OP HET EILAND MAANDAG 31 OCTOBER 1932 DF LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 SUDS1DIEKORTING EN TIJDELIJKE SALARISVERLAGING. DRIE OPCENTEN MEER OP INKOMSTEN- EN VERMOGENS BELASTING. Ged. Staten der provincie Zuid-Hol land hebben aan de Staten dier provin cie aangeboden de begrooting van de provinciale inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1933. In de inleiding merken Ged. Staten op, dat deze begrooting in nog sterkere mate dan die voor 1932 de gevolgen van de moeilijke omstandigheden, waarin tengevolge van de langdurige crisis taat en maatschappij zijn komen te ver- keeren, vertoont. Voor de rovincie ko men deze gevolgen voornamelijk tot uit drukking in een toenemende daling van de opbrengst der scheepvaartrechten en van de opcenten op de inkomstenbelas ting en de vermogensbelasting. Voor zoo ver ook de provinciale uitgaven den in vloed der crisis ondergaan, beperkt deze zich in hoofdzaak tot eene ten ge volge van de algemeene prijsdaling mo gelijk geworden verlaging van verschil lende uitgaafposten en kan hare wer king, uitsluitend uit het oo-gpunt der provinciale financiën bezien, niet on gunstig genoemd worden. In de voorgedragen begrooting wordt in totaal gerekend op een zuivere op brengst wegens provinciale opcenten op 's Rijks directe belastingen van ƒ3.876.400 In deze totale opbrengst bedraagt het aandeel der opcenten op de grondbelas ting 1.351.000 of rond 35 pet., daaren tegen dat der opcenten op de inkom sten- en vermogensbelasting 2.525.400 of 65 pet. Terwijl dus het. percentage van de opcenten op de grondbelasting sinds 1930 vrijwel gelijk is gebleven, is dat der opcenten op de inkomsten- en vermogensbelasting meer dan verdrie voudigd. Het gevaar, dat deze eenzijdige inrichting van het provinciaal belasting stelsel met name in tijden van crisis en malaise in zich sluit, ligt aldus mer ken Ged. Staten op voor de hand. Aan dit gevaar indachtig hebben zij in het begin van 1932 een onderzoek doen instellen naar de mogelijkheid om tot een algemeene bezuiniging op de pro vinciale uitgaven te geraken. Verlaging van subsidies. Ged. Staten zijn van oordeel dat op de subsidiebedragen, te beginnen met het dienstjaar 1933, zonder overwegend bezwaar een algemeene korting van 10 pet. kan worden toegepast. Huns inziens verdient het geen aanbeveling met be trekking tot het percentage der korting ojidersoheid te maken tusschen de ver schillende gesubsidieerde instellingen. Met betrekking tot een zeer beperkt aantal subsidies schijnt een afwijkende regeling geboden. In de eerste plaats wordt voorgesteld de korting niet toe te passen op de uitgetrokken bijdragen voor de landbouwwinterschool te Voorhout en de lagere landbouwschool te Alphen a. d. Rijn. Ook ten aanzien van de reeds toegezegde subsidies in de kosten van het Geneeskundig Schooltoezicht wordt in overweging gegeven de korting ach terwege te laten. Mede waren althans voorloopig van de korting uit te zon deren de subsidieposten welke een be drag van 100 niet te boven gaan. Ook met betrekking tot de subsidieering van de bestrijding der tuberculose wordt voorgesteld niet de uniforme korting toe te passen, maar deze te vervangen door een wijziging van de subsidieregeling. De besparing welke met de voorge stelde korting zal worden verkregen be draagt rond f 46.000.- Voorts hebben Ged. Staten zich o.a. onthouden van een voorstel tot verla ging van den post voor subsidies aan gemeenten ter tegemoetkoming in de kosten van het pensionneeren van veld wachters en met betrekking tot de bij dragen aan de gemeenten in de kosten van verpleging van behoeftige krank zinnigen. Intusschen zal laatstbedoelde uitgaafpost, welke meer dan 20 pet. van het gewone budget der provincie be draagt, bij een algemeene bezuiniging op de kosten van de provinciale huishou ding bezwaarlijk onaangetast kunnen blijven. Naast de noodzakelijkheid tot bezuiniging staat trouwens ook bij dezen post de mogelijkheid daartoe, aangezien de bezuiniging kan worden gevonden in een door de algemeene prijsdaling mo gelijk geworden verlaging van de ver- pleegprijzen. Met deze verlaging is ook het belang der gemeenten gediend, wel ke, zooals bekend, 2/3 gedeelte in de verplegingskosten bijdragen. Teneinde ook op dit onderdeel der provinciale uit gaven de noodige bezuiniging te verkrij gen is een onderzoek gaande. Onderhoudskosten water staatswerken. Feil andere groep van uitgaven ten aanzien waarvan bezuiniging mogelijk is- gebleken, betreft de onderhoudskosten der provinciale waterstaatswerken. De besparing op deze uitgaven, welke rond 98.000 of 30 pet. bedraagt is ten deo,e eer gevolg van de ingetreden prijsda ling. Op de huidige bijdrage welke de provincie verleent in de kosten van on derhoud van bij andere lichamen in be heer zijnde werken, is tengevolge van de prijsdaling eveneens een besparing te vervrachten waarvan het beloop voor tS33 op rond 17.500 mag worden be groot. Tegenover deze besparingen staat evenwel een aanzienlijke verhooging van de kesten van onderhoud der groot e verkeerswegen, welke haar oorzaak vindt in de geleidelijk voortschrijdende uit voering van het provinciaal wegenplan. Besparing op personeelsuitgaven. Naast de hierboven aangegeven maat regelen welke tot een besparing op de zakelijke uitgaven moeten leiden, zal ook een bezuiniging op de personeelsuitgaven niet gemist kunnen worden. Do provin ciale salarissen maken met hun totaal bedrag van rond 1.000.000 ongeveer 25 pet. uit -van dat gedeelte van het ge wone budget der provincie, dat voor het onderzoek naar de mogelijkheid eener bezuiniging op de provinciale huishou ding in aanmerking komt. Ook de tot standkoming van het z.g. kor tings wetje, dat voor 1933 ©en vermindering der Rijksuitkeering met rond 27.000 betee- kent, leidt hiertoe. Met de voorgestelde maatregelen wordt voor den dienst 1933 op personeelsuitgaven een bezuiniging verkregen van naar raming ruim 71.500 t.w. 55.000 a'ls gevolg van de salaris- korting en 16.500 door de uitbreiding van het verhaal der bijdrage voor eigen pensioen tot de vóór 1 Juli 1923 aange stelde ambtenaren. Bovendien is het mo gelijk gebleken eenige besparing te ver krijgen door een vereenvoudiging in de bezetting en inrichting van de provin ciale diensten. De financieele gevolgen van deze maatregelen kunnen voor 1933 in totaal op ten minste 25.000 gesteld worden. Een verdere besparing op de Uitgaven voor reis- en verblijfkosten der provinciale ambtenaren mag verwacht worden van een herziening van de des- betrêffende verordening, welke in voor bereiding is. Het totaalbedrag van de besparing voor 1933 maakt rond 8 pet, uit van dat gedeelte van het gewone budget, dat FEUILLETON. Naar het Engelsoh van ARCHIBALD MARSHALL. (Nadruk verboden). 10) Toen de directeur vertrokken was, wa ren de twee vrienden tegen hun verwach ting nog niet veel wijzer geworden. „Wat voor idee heb jij je over de zaak gevormd, Dick?" vroeg Guy. „Ik weet het eerlijk gezegd nog niet. Een testament heb ik ook nog niet gevon den, maar dat maakt voor jou den toe stand eerder beter dan slechter. Martin heeft de boeken bijgehouden en alle in komsten en uitgaven zijn verantwoord. Het landgoed schijnt niet veel op te bren gen er zijn maar twee boerderijenuit de opbrengst van de eene is het onderhoud van het huis en uit de opbrengst van de andere, dat van het park en de wegen be streden. Aan de tuin is veel geld besteed, maar voor de rest zijn de uitgaven niet hoog. „En het geld, dat Martin opnam?" vroeg Guy. „Philips had gelijk, hij heeft ongeveer duizend pond per jaar getoucheerd." „Een mooie toelage zou ik zeggen „Ja, maar zijn salaris bedraagt twee pond per week. Het staat alles in de boe ken. Dus jij hebt voorloopig die veertig duizend, die nog op de bank staan, Sir Guy Bertram. Verder dit huis met al zijn kunstschatten, je kunt het er werkelijk mee doen. En als de juweelen gevonden worden, nu dan „Ja, als, zeg dat wel". „Martin zal zijn vrijheid heusch niet lang meer genieten", voorspelde Calthorp optimistisch. Niettegenstaande de geruststellende ver zekeringen van de mannen van Scotland Yard dat alles wel spoedig opgehelderd zou zijn en hun ijverige bemoeiingen, werd er geen spoor gevonden van Sir Roderick's lichaam noch van de twee verdwenen be dienden. Drie dagen na hun overhaast vertrek naar 't Noorden, moest Calthorp voor zaken naar Londen terug. Zoo kwam het dat, vóór de maand Juni voorbij was, Guy en Calthorp op een avond samen in Mhite's Club dineerden en de gebeurtenissen van de laatste week be spraken. Guy was juist een half uur gele den in Londen aangekomen, en had Cal thorp getelefoneerd om samen te gaan eten. In de bovenzaal, die vol bezoekers was, klonk het gewone geroezemoes van lachen de en pratende menschen, dat echter op eens bijna verstomde toen Guy binnen trad bijna aller oogen zich op hem richtten. Het flitste hem door den geest, dat dit de eerste maal was, dat hij als een belang rijk persoon gold. Aan een van de tafel tjes ontdekte hij George Greenfield met een gast: mr. Robert Conder, lid van het Parlement. „Er is niets meer vrij", zei Guv tegen Calthorp; laten we bij Bobby Conder en George gaan zitten. We kunnen gerust pra- ten waar zij bij zijn." voor een onderzoek naar de mogelijkheid eener bezuiniging op de provinciale huishouding in aanmerking komt. Belastingverhocging. Als gevolg van nadere ramingen op de inkomsten- en vermogensbelasting is behoefte ontstaan aan nieuwe dekkings middelen, waarin slechts door een ver hooging van het aantal opcenten op de inkomsten- en vermogensbelasting van 10 op 13 kan worden voorzien. Yerhoo- ging van de thans tot een getal van 20 geheven opcenten op de grondbelasting wordt- met het oog op de moeilijke om standigheden, waarin landbouw en vee teelt verkeeren, niet wel mogelijk ge acht. Ook van een verder gaande bezuini ging op de provinciale uitgaven zijn geen bedragen van eenige beteekenis meer te verwachten, tenzij besloten zou worden bepaalde onderdeelen van de provinciale bemoeiingen stop te zetten of te beper ken. Het valt niet te ontkennen, dat de sterke daling van inkomen en vermogen in verband met eenzijdige inrichting van het provinciaal belastingstelsel het be heer van de ifnanciën der Provincie voor groote moeilijkheden stelt. Tegen over een geregeld accres bij tal van uit gaafposten staat een vermindering van inkomsten, waarvan het einde nog niet is te zien. Reeds nu kan worden vast gesteld, dat de noodig gebleken belas- tingverhooging eerlangs door een andere zal moeten worden gevolgd. In de eer ste plaats leidt hiertoe de omstandig heid, dat de voorgedragen begrooting op den gewonen dienst opent met een aan zienlijk batig saldo van een vorig dienst jaar, waarop eerlang niet meer zal mo gen worden gerekend. Met betrekking tot het loopende dienstjaar 1932 kan nu reeds worden vastgesteld, dat de gewo ne dienst, zooal niet met een tekort, dan toch zonder een batig slot van eenige beteekenis zal sluiten. Dit beduidt, dat in 1935 tot een bedrag van ten minste 900.000 nieuwe dekkingsmiddelen, over eenkomende naar de tegenwoordige raming met een opbrengst van rond 5 opcenten, op -de inkomsten-' en vermo gensbelasting; gevonden zullen moeten worden. Indien niet spoedig een algemeen her stel intreedt, zal alleen reeds met het oog op den beperkten omvang van het provinciaal belastinggebied niet vol staan kunnen worden met do bezuini gingsmaatregelen, welke hierboven zijn aangegeven. Behalve aan een beperking of beëindiging van bepaalde provinciale bemoeiingen zal in dit geval ook aan de noodzakelijkheid eener vertraging en de uitvoering van het provinciaal we genplan en ran andere buitengewone werken niet zijn te ontkomen. Wegenplan. Ged. Staten hebben daarom vrijheid kunnen vinden om, nu de financiën der Provincie zulks nog toelaten, ook in ver band met de bijzonder lage prijzen, welke thans te bedingen zijn, de voor stellen van den hoofdingenieur van den provincialen waterstaat betreffende de uitvoering van buitengewone werken on verkort in de begrooting over te nemen. Een overzicht van deze werken en van de overige van de zijde der Provincie reeds getroffen of in voorbereiding zijn de maatregelen tót verruiming van de arbeidsgelegenheid volgt hieronder: I. Maatregelen, in de begrooting voor 1933 verwerkt: a. buitengewone werken aan het Aarkanaal ƒ362.000; b. aanleg en verbetering van de groote verkeers wegen ƒ4.400.000; c. verbetering van den vaarweg AmsterdamGoudaRotterdam 2.000.000; d. vernieuwing van de Geest brug onder Voorburg en Rijswijk 100.000; e. vernieuwing van de Span- jaardsbrug en verbetering van de Zijl 150.000; f. voorschot uitbreiding dr. mr. Willem van den Bergh-Stiohting te Noordwijk ƒ200.000. II. Buiten de begrooting 1933: g. aan leg drinkwaterleiding Goeree en Over- flakkee. Als object van werkverruiming „Zoo Guy", begroette George zijn ouden vriend, toen ze hadden plaats genomen. "Je bent een beroemdheid geworden. Je naam staat in alle kranten en je portret erbij." „Je lijkt wel een kerel uit een boek", vond Bobby Conder. „Was ik er maar een uit het werkelijke leven", antwoordde Guy bitter. „Het is niet bepaald pleizierig als je een som geld ge ërfd hebt om tot de ontdeking te komen, dat een ander er mee vandoor is." „Vertel eens wat bijzonderheden", ver zocht Bobby. „Tenminste als je geen be zwaren hebt." „Heelemaal niet", verklaarde Guy. „Iedereen weet het voornaamste toch al." „Ik voor mij geloof", begon George, na dat Guy hen den stand van zaken uiteen gezet had", dat de. verdwijning van het lichaam en de diefstal van de juweelen absoluut niets met elkaar te maken heb ben." „Bravo, jij legt de vinger op de juiste plek, scherpzinnig man!" prees Calthorp. ..Dat was mijn idep namelijk ook. Temand, die er met een kapitaal van juweelen van door gaat, zal het succes van zijn vlucht niet ingevaar brengen door het lichaam van een doode mee te nemen." „Hebben jullie nasporingen heelemaal geen succes gehad vroeg Bobby belang stellend. „Dat zal ik je zeggen", was het ant- woord van den jongen advocaat. „Zooals ik daarnet zei, ben ik van meening, en Dick is dat met me eens, dat we geen verband moeten zoeken tusschen de verdwijning van het lijk en van de sternen. Maar de kans dat dit verband ten slotte wel be staat, mogen we niet verwaarloozen en als heeft dit werk, met de uitvoering waar van 2 tot 3 jaren gemoeid zullen zijn, in verband met het vele graafwerk, bij zondere beteekenis 1.450.000h. aan leg drinkwaterleidingen in de Krimpc- nerwaard, de Alblasserwaard en de Vijf- heerenlanden, zoomede in de gemeen ten Arkcl, Heukelom, Kedichem en Nieuw-Beijcrland, Goudswaard, Piershil l.sOO.OOO. Totaal 10.462.000. Met de uitvoering of bevordering van dc in dit overzicht genoemde werken en de daarvoor benoodigde gelden gaat de provincie tot aan de uiterste grens van hetgeen technisch en financieel in haar bereik ligt. Bij de begrooting is gevoegd, het we- genverslag 1932, dat een overzicht geeft van den stand van werkzaamheden, wel ke ter uitvoering van het Provinciaal wegenplan in het afgeloopen jaar heb ben gestrekt of in het volgende jaar zul len strekken. Voorstel salarisverlaging. Voorts is bij de begrooting gevoegd een ontwerp-besluit tot een voorloo pig tijdelijke vermindering van de be zoldiging der provincale ambtenaren. Voorgesteld wordt een tijdelijke kor ting ten bedrage van 5 pet., met uit zondering van de kindertoelage alsmede een uitbreiding van het verhaal der bij drage van eigen pensioen ten bedrage van 3 pet. van den pensioengronrlslag tot de voor 1 Juli 1923 aangestelde amb tenaren. Ter toelichting wordt het volgende opgemerkt: Behalve uit hoofde van motieven, ont leend aan de provinciale financiën, mee- nen Ged. Staten, op grond van dc alge meene crisis, waardoor bijne alle inko mens beduidend zijn teruggegaan, de bezoldiging der provinciale ambtenaren niet onverkort te mogen handhaven. Achten Ged. Staten derhalve een ver mindering van de provinciale bezoldi gingen onvermijdelijk, zij erkennen, dat voor een definitieve herziening van de salarisregeling de tijd nog niet gekomen is. In navolging van de door de meeste anders openbare lichamen getroffen voorzieningen zal naar hun meening ook bij de provincie voorloopig met een tij- delijken maatregel volstaan moeten wor den. Het komt Ged. Staten billijk voor, dat, nu tot een tijdelijke korting op de salarissen moet worden overgegaan, van de vóór 1 Juli 1923 aangestelde ambte naren. die tot dusver van elk verhaal van pensioensbijdrag zijn bevrijd geb'e- ven, een eenigszins grooter offer wordt gevraagd. Ged. Staten betreuren, dat in de al gemeene commissie voor georganiseerd overleg met betrekking tot de voorge stelde maatregelen geen overeenstem ming is kunnen worden verkregen, al mag niet worden verzwegen, dat een niet geheel afwijzende houding door de a nrbten aren vereeniging werd aangeno men. In aansluiting aan de voorgestelde korting geven God. Staten in overwe ging een gelijke korting toe te passen op de jaarwedden van de leden van hun college. de theorie van juffrouw Oheetham juist is, moeten we Martin trachten te vangen op de plaats waar Lady Bertram begraven is. Vóór ik van Weatones wegging, heb ik geprobeerd uit te vinden waar dat was, maar noch de butler noch dc huishoudster die al op Wetstones waren toen Lady Ber tram stierf, konden zich den naam van de plaals herinnerenhet eenige wat ze wis ten was, dat ze in Italië gestorven is. En uit de papieren werden we ook al niet wij zer. Zoodra ik in Londen terug was, heb ik de kranten uit dien tijd nagesnuffeld ik ontdekte dat Lady Bertram in Assisi ge storven is en dat heb ik Guy getelegra feerd." „Ja", mengde Guy zich nu in het ge sprek", de butler en juffrouw Oheetham wieten ze 't, zich beiden weer te heinnne- ren, toen zo de naam hooi'den." „Nu", vervolgde Calthorp, „ik heb na vraag in Assisi laten doen en vanmorgen kreeg ik het raadselachtige bericht, dat hot niet bekend is, dat daar indertijd een Lady Bertam werd begraven." „Er moet toch in elk geva.1 een acte van overlijden zijn", meende George. „Niet te vinden En dan is er nog iets eigenaardigs. Er staat in de Tiinos alleen maar een kort bericht van haar overlijden. Kijk, dit: Den 14en Maart 19is op oen reis door Ttalië. de echtgenootc van Sir Roderick Bertram, Bart. en haar zoontje overleden. En op een andere plaals. in een van de bijbladen vond ik den naam „As sisi". „Wat maak je daaruit op?", vroeg George. De advocaat haalde de schouders op. „Misschien is ze in Assisi geweest en is ze daar ziek geworden en is op dc verdere GEMENGDE BERICHTEN DE AUTO-TRAM-BOTSING TE AMSTERDAM Tweede slachtoffer overleden en het derde in levensgevaar. De ernstige botsing tusschen een tram wagen en een auto met vier inzittenden, die de vorige week Zondagavond op den Amsteldijk bij de Lutmastraat te Amster dam één doodc (een wagenbostuurder der gemeentetram) en drie gewonden tot ge volg had. heeft nog een doode geëischt. De 26-jarige H Meijer, wonende aan den Amsteldijk te Ouderkerk aan den Am- stel, die met hoofd- en aangezichtsver- wondingen in het Wilhelminagasthuis was opgonomen, is daar Zaterdagmiddag overle den. Voorts verneemt „Vooruit", dat ook de 28-jarige W. van Nicuwcndijk uit Nesser- sluïs, die den Auto bestuurde, nog niet bui ten levensgevaar is. De beenkwetsuren die hij heeft opgeloopen zijn gebleken van zoo emstigen aard te zijn, dat een. zijner boe nen hoogstwaarschijnlijk geamputeerd zal moeten worden. AUTO TEGEN BOOM GEBOTST. Een van de inzittenden gedood. De autobestuurder P. Sep uit Bergen op Zoom had het ongeluk voor de woning van veldwachter Brake te Wouw over een steen te rijden op het oogenblik, dat hij een andere auto wilde passeeren. De bestuurder raakte daardoor het stuur kwijt en slipte. De auto sloeg met een ge weldigen slag tegen een boom en werd bij na totaal vernield. De inzittenden, de dames H. Woordhui zen, A. de Vries beiden van Bergen op Zoom en B. van üefferen uit Alphen wer den alle drie ernstig gewond en bij veld wachter Brake binnengedrangen. De bestuurder kwam er met eenige schrammen af. Toen de geneeskundige hulp kwam bleek, dat mej. H. Woordhuizen ernstige inwendi ge kneuzingen bekomen had, zoodat ze van dc H.H. Sacramenten moest worden voor zien. Een kwartier na het ongeval over leed zij. Mej. A. dc Vries had benevens een been breuk ook een armbreuk bekomen. „Mudmrg." DOOR DE TRAM GEGREPEN EN GEDOOD. Bij het oversteken van de tramrails is Zaterdagmorgen bij de Noordderpoort de ruim 70-jarige A. B. uit Sneek door do train, die van het station kwam en in do richting Joure ging, gegrepen. B. werd .over een groolen afstand meegesleurd. Do tram moest worden opgevijzeld om het lichaam te bevrijden. In het St. An toni us zieken huis is do man aan de bekomen verwondin gen overleden. OVERREDEN EN GEDOOD. Vrijdagavond is de schoenwinkelier H. W. Eggink op de Wierdenschestraat te Al melo door een auto uit Enschedé, bestuurd door den heer R., aangereden. De heer E., die ernstig werd gewond, is Zaterdagmor gen overleden. Het ongeluk moet te wijten zijn aan een verkeerde manoeuvre van het slachtoffer, dat op de fiets reed. Het slachtoffer laat een vrouw en vier kinde ren na. Het ongeluk op de „Heemskerk". Naar wij vernemen, is ook het tweede slachtoffer van het ongeluk, dat dezer da gen te Den Helder op de „Hcemskerck" gebeurde, de matroos 3e klasse II. Surig, aan de bekomen verwondingen overleden. reis naar huis overleden en begraven." „.Maar het moet toch vastgesteld kunnen worden waar Lady Bertram begraven is," oordeelde Bobby Conder. „Dat zou ik ook zeggen", meende Cal thorp. „Als ze inderdaad in Assisi geweest zijn, moet het spoor vandaar uit verder te volgen zijn. Sir Roderick was immers niet dc eerste dc beste De man, dien ik er heen heb gestuurd, doet alles wat hij kan en ik verwacht overmorgen bericht van hem." „Mij dunkt",opperde Bobby Conder,, dat het nog zeer de vraag is of Martin er in is geslaagd met het lijk uit het land te komen. De verdwijning was betrekkelijk spoedig bekend. Het is best mogelijk dat Sir Roderick op stuk van zaken ergens in de buurt van zijn kasteel begraven is." „Wij hebben eiken vierkanten meter grond op het eiland en binnen de muren van het park laten onderzoeken en het meer laten afdreggen, maar zonder suc ces. De eenige mogelijkheid zou nog zijn, dat hij buiten het park is begraven. Mar tin had een sleutel van het kleine poortje. Maar daarmee zou de verdwijning van do sternen nog niet zijn opgehelderd." „Zeg Guy, je gaat zeker op Wetstones wonen?" vroeg Bobby opeens. „Naar wat ik er zoo van gehoord heb, moet het een schitterend buiten zijn". ..Beste jongen", antwoordde Guv. „heb heele vermogen is immers zoek Als dat niet terecht komt, is er geen sprake van dat ik het landgoed kan aanhouden." „Wat een strop voor je. Brengt het goed dan zelf niets op?" „Net genoeg voor het onderhoud, maar ook niets meer." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 13