Provinciale Begrooting van Zuid-Holland
HET HUIS
OP HET EILAND
MAANDAG 31 OCTOBER 1932
DF LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
SUDS1DIEKORTING EN TIJDELIJKE SALARISVERLAGING.
DRIE OPCENTEN MEER OP
INKOMSTEN- EN VERMOGENS
BELASTING.
Ged. Staten der provincie Zuid-Hol
land hebben aan de Staten dier provin
cie aangeboden de begrooting van de
provinciale inkomsten en uitgaven voor
het dienstjaar 1933.
In de inleiding merken Ged. Staten
op, dat deze begrooting in nog sterkere
mate dan die voor 1932 de gevolgen van
de moeilijke omstandigheden, waarin
tengevolge van de langdurige crisis
taat en maatschappij zijn komen te ver-
keeren, vertoont. Voor de rovincie ko
men deze gevolgen voornamelijk tot uit
drukking in een toenemende daling van
de opbrengst der scheepvaartrechten en
van de opcenten op de inkomstenbelas
ting en de vermogensbelasting. Voor zoo
ver ook de provinciale uitgaven den in
vloed der crisis ondergaan, beperkt
deze zich in hoofdzaak tot eene ten ge
volge van de algemeene prijsdaling mo
gelijk geworden verlaging van verschil
lende uitgaafposten en kan hare wer
king, uitsluitend uit het oo-gpunt der
provinciale financiën bezien, niet on
gunstig genoemd worden.
In de voorgedragen begrooting wordt
in totaal gerekend op een zuivere op
brengst wegens provinciale opcenten op
's Rijks directe belastingen van ƒ3.876.400
In deze totale opbrengst bedraagt het
aandeel der opcenten op de grondbelas
ting 1.351.000 of rond 35 pet., daaren
tegen dat der opcenten op de inkom
sten- en vermogensbelasting 2.525.400
of 65 pet. Terwijl dus het. percentage
van de opcenten op de grondbelasting
sinds 1930 vrijwel gelijk is gebleven, is
dat der opcenten op de inkomsten- en
vermogensbelasting meer dan verdrie
voudigd. Het gevaar, dat deze eenzijdige
inrichting van het provinciaal belasting
stelsel met name in tijden van crisis en
malaise in zich sluit, ligt aldus mer
ken Ged. Staten op voor de hand.
Aan dit gevaar indachtig hebben zij in
het begin van 1932 een onderzoek doen
instellen naar de mogelijkheid om tot
een algemeene bezuiniging op de pro
vinciale uitgaven te geraken.
Verlaging van subsidies.
Ged. Staten zijn van oordeel dat op
de subsidiebedragen, te beginnen met
het dienstjaar 1933, zonder overwegend
bezwaar een algemeene korting van 10
pet. kan worden toegepast. Huns inziens
verdient het geen aanbeveling met be
trekking tot het percentage der korting
ojidersoheid te maken tusschen de ver
schillende gesubsidieerde instellingen.
Met betrekking tot een zeer beperkt
aantal subsidies schijnt een afwijkende
regeling geboden. In de eerste plaats
wordt voorgesteld de korting niet toe te
passen op de uitgetrokken bijdragen voor
de landbouwwinterschool te Voorhout
en de lagere landbouwschool te Alphen
a. d. Rijn. Ook ten aanzien van de reeds
toegezegde subsidies in de kosten van
het Geneeskundig Schooltoezicht wordt
in overweging gegeven de korting ach
terwege te laten. Mede waren althans
voorloopig van de korting uit te zon
deren de subsidieposten welke een be
drag van 100 niet te boven gaan. Ook
met betrekking tot de subsidieering van
de bestrijding der tuberculose wordt
voorgesteld niet de uniforme korting toe
te passen, maar deze te vervangen door
een wijziging van de subsidieregeling.
De besparing welke met de voorge
stelde korting zal worden verkregen be
draagt rond f 46.000.-
Voorts hebben Ged. Staten zich o.a.
onthouden van een voorstel tot verla
ging van den post voor subsidies aan
gemeenten ter tegemoetkoming in de
kosten van het pensionneeren van veld
wachters en met betrekking tot de bij
dragen aan de gemeenten in de kosten
van verpleging van behoeftige krank
zinnigen. Intusschen zal laatstbedoelde
uitgaafpost, welke meer dan 20 pet. van
het gewone budget der provincie be
draagt, bij een algemeene bezuiniging op
de kosten van de provinciale huishou
ding bezwaarlijk onaangetast kunnen
blijven. Naast de noodzakelijkheid tot
bezuiniging staat trouwens ook bij dezen
post de mogelijkheid daartoe, aangezien
de bezuiniging kan worden gevonden in
een door de algemeene prijsdaling mo
gelijk geworden verlaging van de ver-
pleegprijzen. Met deze verlaging is ook
het belang der gemeenten gediend, wel
ke, zooals bekend, 2/3 gedeelte in de
verplegingskosten bijdragen. Teneinde
ook op dit onderdeel der provinciale uit
gaven de noodige bezuiniging te verkrij
gen is een onderzoek gaande.
Onderhoudskosten water
staatswerken.
Feil andere groep van uitgaven ten
aanzien waarvan bezuiniging mogelijk is-
gebleken, betreft de onderhoudskosten
der provinciale waterstaatswerken. De
besparing op deze uitgaven, welke rond
98.000 of 30 pet. bedraagt is ten deo,e
eer gevolg van de ingetreden prijsda
ling. Op de huidige bijdrage welke de
provincie verleent in de kosten van on
derhoud van bij andere lichamen in be
heer zijnde werken, is tengevolge van
de prijsdaling eveneens een besparing te
vervrachten waarvan het beloop voor
tS33 op rond 17.500 mag worden be
groot.
Tegenover deze besparingen staat
evenwel een aanzienlijke verhooging van
de kesten van onderhoud der groot e
verkeerswegen, welke haar oorzaak vindt
in de geleidelijk voortschrijdende uit
voering van het provinciaal wegenplan.
Besparing op personeelsuitgaven.
Naast de hierboven aangegeven maat
regelen welke tot een besparing op de
zakelijke uitgaven moeten leiden, zal ook
een bezuiniging op de personeelsuitgaven
niet gemist kunnen worden. Do provin
ciale salarissen maken met hun totaal
bedrag van rond 1.000.000 ongeveer 25
pet. uit -van dat gedeelte van het ge
wone budget der provincie, dat voor het
onderzoek naar de mogelijkheid eener
bezuiniging op de provinciale huishou
ding in aanmerking komt. Ook de tot
standkoming van het z.g. kor tings wetje,
dat voor 1933 ©en vermindering der
Rijksuitkeering met rond 27.000 betee-
kent, leidt hiertoe. Met de voorgestelde
maatregelen wordt voor den dienst 1933
op personeelsuitgaven een bezuiniging
verkregen van naar raming ruim 71.500
t.w. 55.000 a'ls gevolg van de salaris-
korting en 16.500 door de uitbreiding
van het verhaal der bijdrage voor eigen
pensioen tot de vóór 1 Juli 1923 aange
stelde ambtenaren. Bovendien is het mo
gelijk gebleken eenige besparing te ver
krijgen door een vereenvoudiging in de
bezetting en inrichting van de provin
ciale diensten. De financieele gevolgen
van deze maatregelen kunnen voor 1933
in totaal op ten minste 25.000 gesteld
worden. Een verdere besparing op de
Uitgaven voor reis- en verblijfkosten der
provinciale ambtenaren mag verwacht
worden van een herziening van de des-
betrêffende verordening, welke in voor
bereiding is.
Het totaalbedrag van de besparing
voor 1933 maakt rond 8 pet, uit van dat
gedeelte van het gewone budget, dat
FEUILLETON.
Naar het Engelsoh van
ARCHIBALD MARSHALL.
(Nadruk verboden).
10)
Toen de directeur vertrokken was, wa
ren de twee vrienden tegen hun verwach
ting nog niet veel wijzer geworden.
„Wat voor idee heb jij je over de zaak
gevormd, Dick?" vroeg Guy.
„Ik weet het eerlijk gezegd nog niet.
Een testament heb ik ook nog niet gevon
den, maar dat maakt voor jou den toe
stand eerder beter dan slechter. Martin
heeft de boeken bijgehouden en alle in
komsten en uitgaven zijn verantwoord.
Het landgoed schijnt niet veel op te bren
gen er zijn maar twee boerderijenuit de
opbrengst van de eene is het onderhoud
van het huis en uit de opbrengst van de
andere, dat van het park en de wegen be
streden. Aan de tuin is veel geld besteed,
maar voor de rest zijn de uitgaven niet
hoog.
„En het geld, dat Martin opnam?"
vroeg Guy.
„Philips had gelijk, hij heeft ongeveer
duizend pond per jaar getoucheerd."
„Een mooie toelage zou ik zeggen
„Ja, maar zijn salaris bedraagt twee
pond per week. Het staat alles in de boe
ken. Dus jij hebt voorloopig die veertig
duizend, die nog op de bank staan, Sir
Guy Bertram. Verder dit huis met al zijn
kunstschatten, je kunt het er werkelijk
mee doen. En als de juweelen gevonden
worden, nu dan
„Ja, als, zeg dat wel".
„Martin zal zijn vrijheid heusch niet
lang meer genieten", voorspelde Calthorp
optimistisch.
Niettegenstaande de geruststellende ver
zekeringen van de mannen van Scotland
Yard dat alles wel spoedig opgehelderd zou
zijn en hun ijverige bemoeiingen, werd er
geen spoor gevonden van Sir Roderick's
lichaam noch van de twee verdwenen be
dienden.
Drie dagen na hun overhaast vertrek
naar 't Noorden, moest Calthorp voor zaken
naar Londen terug.
Zoo kwam het dat, vóór de maand Juni
voorbij was, Guy en Calthorp op een
avond samen in Mhite's Club dineerden en
de gebeurtenissen van de laatste week be
spraken. Guy was juist een half uur gele
den in Londen aangekomen, en had Cal
thorp getelefoneerd om samen te gaan
eten.
In de bovenzaal, die vol bezoekers was,
klonk het gewone geroezemoes van lachen
de en pratende menschen, dat echter op
eens bijna verstomde toen Guy binnen
trad bijna aller oogen zich op hem richtten.
Het flitste hem door den geest, dat dit
de eerste maal was, dat hij als een belang
rijk persoon gold. Aan een van de tafel
tjes ontdekte hij George Greenfield met
een gast: mr. Robert Conder, lid van het
Parlement.
„Er is niets meer vrij", zei Guv tegen
Calthorp; laten we bij Bobby Conder en
George gaan zitten. We kunnen gerust pra-
ten waar zij bij zijn."
voor een onderzoek naar de mogelijkheid
eener bezuiniging op de provinciale
huishouding in aanmerking komt.
Belastingverhocging.
Als gevolg van nadere ramingen op
de inkomsten- en vermogensbelasting is
behoefte ontstaan aan nieuwe dekkings
middelen, waarin slechts door een ver
hooging van het aantal opcenten op de
inkomsten- en vermogensbelasting van
10 op 13 kan worden voorzien. Yerhoo-
ging van de thans tot een getal van 20
geheven opcenten op de grondbelasting
wordt- met het oog op de moeilijke om
standigheden, waarin landbouw en vee
teelt verkeeren, niet wel mogelijk ge
acht.
Ook van een verder gaande bezuini
ging op de provinciale uitgaven zijn geen
bedragen van eenige beteekenis meer te
verwachten, tenzij besloten zou worden
bepaalde onderdeelen van de provinciale
bemoeiingen stop te zetten of te beper
ken.
Het valt niet te ontkennen, dat de
sterke daling van inkomen en vermogen
in verband met eenzijdige inrichting van
het provinciaal belastingstelsel het be
heer van de ifnanciën der Provincie
voor groote moeilijkheden stelt. Tegen
over een geregeld accres bij tal van uit
gaafposten staat een vermindering van
inkomsten, waarvan het einde nog niet
is te zien. Reeds nu kan worden vast
gesteld, dat de noodig gebleken belas-
tingverhooging eerlangs door een andere
zal moeten worden gevolgd. In de eer
ste plaats leidt hiertoe de omstandig
heid, dat de voorgedragen begrooting op
den gewonen dienst opent met een aan
zienlijk batig saldo van een vorig dienst
jaar, waarop eerlang niet meer zal mo
gen worden gerekend. Met betrekking
tot het loopende dienstjaar 1932 kan nu
reeds worden vastgesteld, dat de gewo
ne dienst, zooal niet met een tekort, dan
toch zonder een batig slot van eenige
beteekenis zal sluiten. Dit beduidt, dat
in 1935 tot een bedrag van ten minste
900.000 nieuwe dekkingsmiddelen, over
eenkomende naar de tegenwoordige
raming met een opbrengst van rond
5 opcenten, op -de inkomsten-' en vermo
gensbelasting; gevonden zullen moeten
worden.
Indien niet spoedig een algemeen her
stel intreedt, zal alleen reeds met het
oog op den beperkten omvang van het
provinciaal belastinggebied niet vol
staan kunnen worden met do bezuini
gingsmaatregelen, welke hierboven zijn
aangegeven. Behalve aan een beperking
of beëindiging van bepaalde provinciale
bemoeiingen zal in dit geval ook aan
de noodzakelijkheid eener vertraging en
de uitvoering van het provinciaal we
genplan en ran andere buitengewone
werken niet zijn te ontkomen.
Wegenplan.
Ged. Staten hebben daarom vrijheid
kunnen vinden om, nu de financiën der
Provincie zulks nog toelaten, ook in ver
band met de bijzonder lage prijzen,
welke thans te bedingen zijn, de voor
stellen van den hoofdingenieur van den
provincialen waterstaat betreffende de
uitvoering van buitengewone werken on
verkort in de begrooting over te nemen.
Een overzicht van deze werken en van
de overige van de zijde der Provincie
reeds getroffen of in voorbereiding zijn
de maatregelen tót verruiming van de
arbeidsgelegenheid volgt hieronder:
I. Maatregelen, in de begrooting voor
1933 verwerkt: a. buitengewone werken
aan het Aarkanaal ƒ362.000; b. aanleg
en verbetering van de groote verkeers
wegen ƒ4.400.000; c. verbetering van den
vaarweg AmsterdamGoudaRotterdam
2.000.000; d. vernieuwing van de Geest
brug onder Voorburg en Rijswijk
100.000; e. vernieuwing van de Span-
jaardsbrug en verbetering van de Zijl
150.000; f. voorschot uitbreiding dr.
mr. Willem van den Bergh-Stiohting te
Noordwijk ƒ200.000.
II. Buiten de begrooting 1933: g. aan
leg drinkwaterleiding Goeree en Over-
flakkee. Als object van werkverruiming
„Zoo Guy", begroette George zijn ouden
vriend, toen ze hadden plaats genomen.
"Je bent een beroemdheid geworden. Je
naam staat in alle kranten en je portret
erbij."
„Je lijkt wel een kerel uit een boek",
vond Bobby Conder.
„Was ik er maar een uit het werkelijke
leven", antwoordde Guy bitter. „Het is niet
bepaald pleizierig als je een som geld ge
ërfd hebt om tot de ontdeking te komen,
dat een ander er mee vandoor is."
„Vertel eens wat bijzonderheden", ver
zocht Bobby. „Tenminste als je geen be
zwaren hebt."
„Heelemaal niet", verklaarde Guy.
„Iedereen weet het voornaamste toch al."
„Ik voor mij geloof", begon George, na
dat Guy hen den stand van zaken uiteen
gezet had", dat de. verdwijning van het
lichaam en de diefstal van de juweelen
absoluut niets met elkaar te maken heb
ben."
„Bravo, jij legt de vinger op de juiste
plek, scherpzinnig man!" prees Calthorp.
..Dat was mijn idep namelijk ook. Temand,
die er met een kapitaal van juweelen van
door gaat, zal het succes van zijn vlucht
niet ingevaar brengen door het lichaam van
een doode mee te nemen."
„Hebben jullie nasporingen heelemaal
geen succes gehad vroeg Bobby belang
stellend.
„Dat zal ik je zeggen", was het ant-
woord van den jongen advocaat. „Zooals ik
daarnet zei, ben ik van meening, en Dick
is dat met me eens, dat we geen verband
moeten zoeken tusschen de verdwijning
van het lijk en van de sternen. Maar de
kans dat dit verband ten slotte wel be
staat, mogen we niet verwaarloozen en als
heeft dit werk, met de uitvoering waar
van 2 tot 3 jaren gemoeid zullen zijn,
in verband met het vele graafwerk, bij
zondere beteekenis 1.450.000h. aan
leg drinkwaterleidingen in de Krimpc-
nerwaard, de Alblasserwaard en de Vijf-
heerenlanden, zoomede in de gemeen
ten Arkcl, Heukelom, Kedichem en
Nieuw-Beijcrland, Goudswaard, Piershil
l.sOO.OOO. Totaal 10.462.000.
Met de uitvoering of bevordering van
dc in dit overzicht genoemde werken en
de daarvoor benoodigde gelden gaat de
provincie tot aan de uiterste grens van
hetgeen technisch en financieel in haar
bereik ligt.
Bij de begrooting is gevoegd, het we-
genverslag 1932, dat een overzicht geeft
van den stand van werkzaamheden, wel
ke ter uitvoering van het Provinciaal
wegenplan in het afgeloopen jaar heb
ben gestrekt of in het volgende jaar zul
len strekken.
Voorstel salarisverlaging.
Voorts is bij de begrooting gevoegd
een ontwerp-besluit tot een voorloo
pig tijdelijke vermindering van de be
zoldiging der provincale ambtenaren.
Voorgesteld wordt een tijdelijke kor
ting ten bedrage van 5 pet., met uit
zondering van de kindertoelage alsmede
een uitbreiding van het verhaal der bij
drage van eigen pensioen ten bedrage
van 3 pet. van den pensioengronrlslag
tot de voor 1 Juli 1923 aangestelde amb
tenaren.
Ter toelichting wordt het volgende
opgemerkt:
Behalve uit hoofde van motieven, ont
leend aan de provinciale financiën, mee-
nen Ged. Staten, op grond van dc alge
meene crisis, waardoor bijne alle inko
mens beduidend zijn teruggegaan, de
bezoldiging der provinciale ambtenaren
niet onverkort te mogen handhaven.
Achten Ged. Staten derhalve een ver
mindering van de provinciale bezoldi
gingen onvermijdelijk, zij erkennen, dat
voor een definitieve herziening van de
salarisregeling de tijd nog niet gekomen
is. In navolging van de door de meeste
anders openbare lichamen getroffen
voorzieningen zal naar hun meening ook
bij de provincie voorloopig met een tij-
delijken maatregel volstaan moeten wor
den.
Het komt Ged. Staten billijk voor,
dat, nu tot een tijdelijke korting op de
salarissen moet worden overgegaan, van
de vóór 1 Juli 1923 aangestelde ambte
naren. die tot dusver van elk verhaal
van pensioensbijdrag zijn bevrijd geb'e-
ven, een eenigszins grooter offer wordt
gevraagd.
Ged. Staten betreuren, dat in de al
gemeene commissie voor georganiseerd
overleg met betrekking tot de voorge
stelde maatregelen geen overeenstem
ming is kunnen worden verkregen, al
mag niet worden verzwegen, dat een
niet geheel afwijzende houding door de
a nrbten aren vereeniging werd aangeno
men.
In aansluiting aan de voorgestelde
korting geven God. Staten in overwe
ging een gelijke korting toe te passen
op de jaarwedden van de leden van hun
college.
de theorie van juffrouw Oheetham juist
is, moeten we Martin trachten te vangen
op de plaats waar Lady Bertram begraven
is. Vóór ik van Weatones wegging, heb ik
geprobeerd uit te vinden waar dat was,
maar noch de butler noch dc huishoudster
die al op Wetstones waren toen Lady Ber
tram stierf, konden zich den naam van de
plaals herinnerenhet eenige wat ze wis
ten was, dat ze in Italië gestorven is. En
uit de papieren werden we ook al niet wij
zer. Zoodra ik in Londen terug was, heb ik
de kranten uit dien tijd nagesnuffeld ik
ontdekte dat Lady Bertram in Assisi ge
storven is en dat heb ik Guy getelegra
feerd."
„Ja", mengde Guy zich nu in het ge
sprek", de butler en juffrouw Oheetham
wieten ze 't, zich beiden weer te heinnne-
ren, toen zo de naam hooi'den."
„Nu", vervolgde Calthorp, „ik heb na
vraag in Assisi laten doen en vanmorgen
kreeg ik het raadselachtige bericht, dat hot
niet bekend is, dat daar indertijd een
Lady Bertam werd begraven."
„Er moet toch in elk geva.1 een acte van
overlijden zijn", meende George.
„Niet te vinden En dan is er nog iets
eigenaardigs. Er staat in de Tiinos alleen
maar een kort bericht van haar overlijden.
Kijk, dit: Den 14en Maart 19is op oen
reis door Ttalië. de echtgenootc van Sir
Roderick Bertram, Bart. en haar zoontje
overleden. En op een andere plaals. in een
van de bijbladen vond ik den naam „As
sisi".
„Wat maak je daaruit op?", vroeg
George.
De advocaat haalde de schouders op.
„Misschien is ze in Assisi geweest en is
ze daar ziek geworden en is op dc verdere
GEMENGDE BERICHTEN
DE AUTO-TRAM-BOTSING TE
AMSTERDAM
Tweede slachtoffer overleden en het derde
in levensgevaar.
De ernstige botsing tusschen een tram
wagen en een auto met vier inzittenden,
die de vorige week Zondagavond op den
Amsteldijk bij de Lutmastraat te Amster
dam één doodc (een wagenbostuurder der
gemeentetram) en drie gewonden tot ge
volg had. heeft nog een doode geëischt.
De 26-jarige H Meijer, wonende aan
den Amsteldijk te Ouderkerk aan den Am-
stel, die met hoofd- en aangezichtsver-
wondingen in het Wilhelminagasthuis was
opgonomen, is daar Zaterdagmiddag overle
den.
Voorts verneemt „Vooruit", dat ook de
28-jarige W. van Nicuwcndijk uit Nesser-
sluïs, die den Auto bestuurde, nog niet bui
ten levensgevaar is. De beenkwetsuren die
hij heeft opgeloopen zijn gebleken van zoo
emstigen aard te zijn, dat een. zijner boe
nen hoogstwaarschijnlijk geamputeerd zal
moeten worden.
AUTO TEGEN BOOM GEBOTST.
Een van de inzittenden gedood.
De autobestuurder P. Sep uit Bergen
op Zoom had het ongeluk voor de woning
van veldwachter Brake te Wouw over een
steen te rijden op het oogenblik, dat hij
een andere auto wilde passeeren.
De bestuurder raakte daardoor het stuur
kwijt en slipte. De auto sloeg met een ge
weldigen slag tegen een boom en werd bij
na totaal vernield.
De inzittenden, de dames H. Woordhui
zen, A. de Vries beiden van Bergen op
Zoom en B. van üefferen uit Alphen wer
den alle drie ernstig gewond en bij veld
wachter Brake binnengedrangen.
De bestuurder kwam er met eenige
schrammen af.
Toen de geneeskundige hulp kwam bleek,
dat mej. H. Woordhuizen ernstige inwendi
ge kneuzingen bekomen had, zoodat ze van
dc H.H. Sacramenten moest worden voor
zien. Een kwartier na het ongeval over
leed zij.
Mej. A. dc Vries had benevens een been
breuk ook een armbreuk bekomen.
„Mudmrg."
DOOR DE TRAM GEGREPEN EN
GEDOOD.
Bij het oversteken van de tramrails is
Zaterdagmorgen bij de Noordderpoort de
ruim 70-jarige A. B. uit Sneek door do
train, die van het station kwam en in do
richting Joure ging, gegrepen. B. werd .over
een groolen afstand meegesleurd. Do tram
moest worden opgevijzeld om het lichaam
te bevrijden. In het St. An toni us zieken
huis is do man aan de bekomen verwondin
gen overleden.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Vrijdagavond is de schoenwinkelier H.
W. Eggink op de Wierdenschestraat te Al
melo door een auto uit Enschedé, bestuurd
door den heer R., aangereden. De heer E.,
die ernstig werd gewond, is Zaterdagmor
gen overleden. Het ongeluk moet te wijten
zijn aan een verkeerde manoeuvre van het
slachtoffer, dat op de fiets reed. Het
slachtoffer laat een vrouw en vier kinde
ren na.
Het ongeluk op de „Heemskerk".
Naar wij vernemen, is ook het tweede
slachtoffer van het ongeluk, dat dezer da
gen te Den Helder op de „Hcemskerck"
gebeurde, de matroos 3e klasse II. Surig,
aan de bekomen verwondingen overleden.
reis naar huis overleden en begraven."
„.Maar het moet toch vastgesteld kunnen
worden waar Lady Bertram begraven is,"
oordeelde Bobby Conder.
„Dat zou ik ook zeggen", meende Cal
thorp. „Als ze inderdaad in Assisi geweest
zijn, moet het spoor vandaar uit verder
te volgen zijn. Sir Roderick was immers
niet dc eerste dc beste De man, dien ik
er heen heb gestuurd, doet alles wat hij
kan en ik verwacht overmorgen bericht
van hem."
„Mij dunkt",opperde Bobby Conder,,
dat het nog zeer de vraag is of Martin er
in is geslaagd met het lijk uit het land te
komen. De verdwijning was betrekkelijk
spoedig bekend. Het is best mogelijk dat
Sir Roderick op stuk van zaken ergens in
de buurt van zijn kasteel begraven is."
„Wij hebben eiken vierkanten meter
grond op het eiland en binnen de muren
van het park laten onderzoeken en het
meer laten afdreggen, maar zonder suc
ces. De eenige mogelijkheid zou nog zijn,
dat hij buiten het park is begraven. Mar
tin had een sleutel van het kleine poortje.
Maar daarmee zou de verdwijning van do
sternen nog niet zijn opgehelderd."
„Zeg Guy, je gaat zeker op Wetstones
wonen?" vroeg Bobby opeens. „Naar wat
ik er zoo van gehoord heb, moet het een
schitterend buiten zijn".
..Beste jongen", antwoordde Guv. „heb
heele vermogen is immers zoek Als dat
niet terecht komt, is er geen sprake van
dat ik het landgoed kan aanhouden."
„Wat een strop voor je. Brengt het goed
dan zelf niets op?"
„Net genoeg voor het onderhoud, maar
ook niets meer."
(Wordt vervolgd).