ME/AME5 RUBRIEK ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen kunnen per giro (125025), per postwissel of per brief met bij gesloten postzegels worden besteld bij de redactrice Damesrubriek, Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag. Maat en nummer van het gewensch- te model duidelijk vermelden! De bestelde patronen worden binnen 3 a 6 dagen aan de aanvraagsters toe gezonden, DE WARME PANTOFFELS. Het wordt weer tijd, dat wij ook aan de pantoffels onze aandacht weer eens gaan besteden, want de zomerpantoffels houden de voeten, juist om dezen tijd van het jaar, niet meer voldoende warm. Onze teeke- ning laat u een zestal heerlijk war me exemplaren zien, van verschil lende modellen, No, 1 is een pan toffel van blauwe zijde, van binnen van hetzelfde materiaal, doch daar- tusschen gewatteerd. Een aardige toef van struisveeren is als versie ring aangebracht. Deze pantoffel heeft, al is het maar een zeer lage, toch een hak, wat voor den voet wel van belang is. De nummers 2, 3 en 6 zijn mocassins, een pantoffel van een Indiaansch model, die ook hier te lande langzamerhand burger- lecht heeft gekregen. In alle schoen winkels en in bijna alle plaatsen van het land kan men de pantoffels van dit Indiaansche model koopen, wel een bewijs dus, dat zij prettig zitten. Deze mocassins hebben geen hak, zijn geheel van leer gemaakt en af gezet met een bontrand, terwijl zij van binnen met wollen stof dan wel geheel met bont zijn gevoerd. Dat ligt natuurlijk aan den prijs, die u wilt besteden. De nummers 4 en 5 zijn leeren pantoffels van het gewonere model, een met en een zonder hak. Ik leg zoo speciaal den nadruk op die hak, omdat de huisvrouw geneigd is gedurende al haar huiselijke be zigheden haar pantoffels aan te hou den. Heeft zij nu pantoffels met een hakje, dan is het gevaar voor het uitzakken van den voet iets minder groot, dan wanneer zij heele platte pantoffels draagt. Want juist bij het werken, als de voet aldoor in bewe ging is, heeft hij het meest te lijden en zal. indien hij heelemaal geen steun heeft, gemakkelijker uitzakken en breeder worden, dan wanneer u een gemakkelijke schoen draagt. Een pantoffel is ook eigenlijk niet be doeld om den geheelen dag te wor den gedragen. Hij dient meer voor 's morgens als wij pas uit bed stap-1 pen, en voor 's avonds als wij rustig in den huiselijken kring bij elkaar zitten. Dan doet het de voeten goed, zich vrij te kunnen bewegen, terwijl de pantoffel er voor zorgt, dat we geen koude voeten krijgen,iets wat voor het naar bed gaan, heel slecht is, daar de meeste menschen met koude voeten niet in ti^ap kunnen vallen. Het is merkwaardig, dat onze voorouders voor zij in den winter het bed instapten, eerst het bed voor-verwarmden met een beddepan U kent ze wel, die pannen, het is net een koekepan, maar dan twee stuks op elkaar, waar warm water in werd geschonken. Er is een tijd geweest, dat het wekelijk werd ge noemd om met een kruik naar bed te gaan, maar gelukkig komen wij hier weer heelemaal van terug en ik kan u dan ook aanraden, indien u gauw last hebt van koude voeten en daardoor ligt te draaien voor u inslaapt, liever een gummikruik te koopen en uw bed goed te verwar men. Bij het in bed stappen is het al dadelijk aangenaam de warmte aan uw voeten te voelen, terwijl u dan gemakkelijk de kruik in uw rug kunt leggen, die is ondertusschen wat af gekoeld en verjaagt de koude, die u misschien overdag hebt opgedaan. Doch bij het uit bed stappen 's mor gens dadelijk uw voeten in uw pan toffels laten glijden, opdat u niet dadelijk geheel afkoelt, dit moet ge leidelijk gaan en u zult u daar heel goed bij bevinden. EEN UITGAANSJAPON. Hoewel de zomer een groote be koring heeft op het menschdom en, wij aan het eind van den winter er allen naar hunkeren weer naar bui ten te kunnen gaan en de koesteren de zonnestralen rondom ons te voe len, zoo verlangen wij in het midden van den herfst allen weer naar de gezellige winteravonden, die zoo lang zijn, waarin wij zooveel kunnen doen. Het is eigenaardig hoe veel meer men 's wintersavonds doet dan 's zomers. Het is net of men niet zoo gemakkelijk tot werken komt, als de lamp nog niet is aangestoken en 's zomers is het dan meestal reeds bedtijd geworden. Wat de winter ook heeft zijn de feesten, de schouw burgen en gezellige avonden. Onze teekening No. 351 laat u een zeer gekleede uitgaansjapon zien, die wij op een dergelijke feestelijken uitgang kunnen dragen. Het model is geschikt zoowel voor heele slanke vrouwen, om niet te zeggen .ma ger", dat klinkt zoo onaardig. Deze vrouwen krijgen door het aardige bolero met de poefmouw iets bree ders, waardoor het figuur beter tot zijn recht komt, terwijl een gezet tere vrouw, door de goedpassende rok en de daaruit naar beneden val lende klokken iets grooters en slan- kers krijgt. Voor kleine vrouwen is dit model ook zeer aan te bevelen. De japon is gedacht van donkere gebloemde zijde, doch kan natuurlijk gemaakt worden in ieder gewensch- te kleur effen of bedrukt, net zoo als de draagster het zelf het mooist vindt. Want de wintermode heeft een verscheidenheid van materiaal en kleurschakeeringen zooals wij nog niet hebben gekend. Het eenige waarvoor ik u moet waarschuwen is voor kunstzijde. Kunstzijde is een heele prettige dracht, doch kreukt zeer gauw. Maakt u dus een japon van kunstzijde, dan moet u er vooral bij het gaan zitten aan denken, dat u de rok glad trekt. En iederen keer als u uw japon wilt dragen, moet u hem van te voren flink op strijken liefst aan den verkeerden kant met een vochtige doek op de zijde, waardoor alle plooien en kreu kels weer verdwijnen. Kunstziide heeft dit groote voordeel, dat het veel goedkooper is dan echte zijde, daardoor kunt u dus uw kleerkast wat beter vullen en let u op het hier boven geschrevene, dan voldoet kunstzijde natuurlijk even goed. De japon bestaat uit een bolero en een japon met korte mouwen. Het is niet de bedoeling dat de ja pon zonder bolero wordt gedragen, j u moet deze beide deelen als één geheel beschouwen. Het jakje is zeer eenvoudig, heeft twee smalle voor panden, die elkaar niet raken en ook geen sluiting hebben. De mouw is eigenlijk het hoofddeel en vraagt dan ook de meeste aandacht. U ziet hij bestaat uit een pofmouw en daaronder een strakke lange, naar den pols toe mooi aansluitende mouw. Het lijfje van de japon is ge heel glad met een ovale halsopening terwijl de voorpanden over elkaar geslagen worden. De overslag loopt tot in het middel, waar als het ware het ruitvormige stuk in het heup stuk wordt voortgezet. De zijpanden zijn dan weer puntig opgeknipt, ter wijl aan dit puntige heupstuk de met vele klokken naar be neden vallende rok is bevestigd. De lengte van de rok is tot op de schoen, niet tot op den grond, zoodat de zoom van de rok niet vuil wordt. Door de vele klei ne klokken, die gelijkelijk over den ge heelen om trek van de rok zijn ver deeld; krijgt de japon bij het loopen iets zeer sierlijks, 'n Smal le ceintuur met 'n ,,strass"-gesp breekt de lengte eenigszins. Voor kleine vrouwen verdient het dan ook aanbeveling de ceintuur ach terwege te la ten, doch er vooral voor te zorgen dat het heupstuk goed aansluit. Patroon a 0.58 verkrijgbaar (L. van Meerdervoort 45a, Den Haag). EEN GEKLEED GEHEEL. Wij kunnen natuurlijk niet altijd onze gekleede 'japon, die bijna tot aan den grond reikt, dragen. Vooral als wij 's middags gaan winkelen, of theevisite maken, hebben wij be hoefte aan een gekleed geheel. U kunt zoo'n mantel en japón het best nemen van hunne wolleh stof, in een mooien effen kleur, hetzij don kergroen of donkerblauw, beide kleuren, die dezen winter veel wor den gebruikt. De japon bestaat uit een een voudig bovenstuk, waarvan de hals versiering bestaande uit een kraag met lusversiering de eenige garnee ring is. De lange mouw mag vooral niet te ruim zitten, daar de mouw van den mantel er overheen moet kunnen, die, zooals onze teekening No, 352 u toont, vooral bij den pols goed aangesloten moet zitten. De rok heeft een schuinoploopend heupstuk, sluitende met een eenigs zins schuinloopende overslag, waar op een' viertal fantasieknoopjes zijn aangebracht, die louter voor gar neering dienen. De onder het heup stuk komende rok is links geheel glad, terwijl de rechterzijbaan een vijftal diepe plooien heeft. Van ach teren valt de rok verder geheel glad. De plooien moeten zoo diep zijn, dat de rok van onderen voldoende wijd is om bij het loopen en het gaan zitten volstrekt niet te hinde ren. Een smalle ceintuui wordt om het middel gedragen en sluit met een galalithgesp. Het patroon van de jaoon is ver krijgbaar a 0.58 (Laan van Meer dervoort 45a, Den Haag). De mantel is van dezelfde stof als de japon en gevoerd met zijde van ongeveer dezelfde kleur. De voo. - panden, die ruim over elkaar slui ten hebben geen enkele versiering, terwijl ook de rug geheel glad zit. De lijn van het middel wordt echter zeer goed aangegeven. De breed® kraag eindigt van voren in een rand franje. De mouw is bij den schouder tot aan de elleboog betrekkelijk ruim, doch wordt even onder de elleboog ingenomen en met een kleine klok, die als manchet dienst doet, afgewerkt. Het patroon van den mantel is verkrijgbaar a 0.58 (Laan van Meerdervoort 45a, Den Haag). DE WOLLEN BLOUSE. Juist nu tegen het eind van de herfst lijden de vrouwen eigenlijk het meeste koude. En onnoodig, want al wilt u zich nu niet dadelijk verwennen door dikke wollen ja ponnen te dragen, daarom is juist zoo'n wollen blouse, of als hij zon der sluiting is, een pullover nu zoo'n heerlijke dracht. No. 353 toont u een blouse, die u van wollen kantstof zelf kunt N ma ken, of die u zelf kunt breien. Het rugpand is zoowel als de beide voor panden geheel glad en aansluitend gemaakt. Een kleine kraag, eindi gende in dito revers is zoo gemaakt, dat de blouse zoowel hoog als laag gesloten te dragen is. Om de blouse aansluitend te ma ken is de band van het middel van twee recht, twee averecht gebreid, of, indien u wollen kantstof ge bruikt, met elastiek doorregen, waar door de band goed aansluit en op zijn plaats blijft zitten. De mouw is flink lang en sluit eveneens goed aan, maar mag vooral niet te nauw zijn. De manchet bestaat eveneens uit een boord van twee recht, twee averecht, of bij kantstof, wordt er eveneens elastiek doorheen geregen. Patroon verkrijgbaar a 0.58 (L. van Meerdervoort 45a, Den Haag). EEN FLUWEELEN HOED. De fluweelen hoeden doen vooral hun best bij de dames in den pas te komen en de vilthoeden een beetje op den achtergrond te dringen. Dit zal echter wel niet gelukken, hoe wel verschillende hoedenmaaksters, die nu weinig of geen werk kunnen vinden, weer volop gelegenheid tot arbeid zouden krijgen als de dames meer fluweelen hoeden gingen dra gen. Want deze worden veelal nog op de werkplaatsen gemaakt en niet. zooals de vilthoeden, in de ia- brieken. Maar de mode houdt nu eenmaal geen rekening met degenen die van haar moeten leven en schrijft dan weer eens fluweel of zijde en dan weer tijden achtereen vilthoe den voor. Onze teekening geeft u een flu weelen hoed te zien met een vrij breeden rand, die eenigszins schuin op het hoofd staat. De garneering bestaat uit een smal lint, dat strak om den bol zit en links achter op den rand met vele lussen wordt ge strikt. Dit soort hoeden kan door vrouwen van verschillende leeftijden worden gedragen, daar zij een jonge vrouw niet oud en een oudere vrouw niet overdreven jong staat. Het ligt natuurlijk heelemaal aan de kleur van de hoed en de manier van dra gen of hij u jong of oud zal maken. DE RUBBER TAFELLAKENS. De fabrikanten zoeken steeds an dere wegen om de hoeveelheid rub ber, die er op de markt is, weg te werken. Zoo hebben wij in het huis houden al van allerlei rubber dingen, maar het laatste is nu een tafella ken van rubber damast met bekende damastpatronen bewerkt. Wij ken den wel het fijnere rubberzeildoek met blokjes, doch daar doet dit niet aan denken. De randen rondom zijn opengewerkt of wel met gekleurde banden bedrukt. Onze afbeelding geeft u een ontbijtstel te zien, be staande uit een tafellaken met twaalf servetten. Er zijn groote voordeelen aan deze rubber tafelbedekkingen verbonden. Ten eerste met een nat te spons maken wij hem weer schoon, gloednieuw en zonder strij ken. De servetjes kunnen eveneens gemakkelijk worden afgenomen zon der dat ons huishoudgeld gevaar loopt een te. groote waschrekening te moeten betalen. Inderdaad een buitengewoon practisch gebruiksvoor werp voor groote gezinnen. Krijgt u gasten of is het Zondag dan kunt u immers nog altijd uw mooie da masten tafellakens voor den dag ha len? EEN BONT VAN AMERIKAANSCH WEZEL. Amerikaansch wezel of nerts, zoo als wij het hier misschien beter ken nen is een bontsoort, dat zich wel voor bontmantels leent, doch bij zonder geschikt is voor bonten. En terecht. Want zoo- »als u op de afbeel ding kunt zien, zijn de vellen niet al te groot en niet al te breed. Wij hebben voor een bont aan één huidje echter niet genoeg, omdat de huidjes veel te klein zijn, ook van volwassen wezels. Het afgebeelde bont bestaat zelfs uit een viertal huidjes, waaraan men den staart en de beide achterpootjes heeft laten zitten. Bij het koopen van een bont geven de on beschadigd geprepareerde pootjes en de mooie staart u een kijk of het bont mooi is. Bij goedkoopere bont soorten worden b.v. de pooten er aangenaaid, of de pooten zijn zon der nageltjes en dergelijke, wat bij een duurder bontsoort niet mag voor komen. Nerts is geen goedkoope bontsoort ook al omdat men b.v. voor een bontjas zooveel huidjes noodig heeft. Zelfs al zou de prijs van een huidje goedkoop zijn, dan nog wordt zoo'n mantel prijzig door het groote aantal velletjes en vooral door het arbeids loon om al die velletjes op de juiste manier aan elkaar te naaien. Want dat is ook nog een kunst op zich zelf. Ik zou u dan ook nooit aanra den daar zelf mee te beginnen, want u hebt alle kans dat u het geld, dat u voor bont hebt uitgegeven, totaal nutteloos hebt besteed. Wel kunt u een bont, dat u reeds hebt, zelf op nieuw voeren. Zooals ik u een vo rige maal reeds vertelde, doet u het verstandigst de oude voering rustig te laten zitten en de nieuwe voering er overheen vast te naaien. Als u dat met een kleine steek doet, ziet men er niets van. Een bont van nerts heeft het voordeel, dat u het ge makkelijk dubbel om den hals kunt slaan, zonder dat het u benauwt, want het bont is niet alleen dun maar ook zeer soepel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 8