I VRIJDAG 21 OCTOBER 1932
de graal is een cultuur
beweging.
het noorderlicht
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
Om waarheid en
werkelijkheid
idealen in klank en kleur
U iheeft allemaal wel eens gelezen of
hooren vertellen, dat „de Graal" behalve n
krachtige, godsdienstige, jonge vrouwen
beweging, ook wil zijn een cultuurbeweging
en u heeft dan mogelijk wel eens gedaoht:
Wat beteekent dat precies: „De Graal" is
een cultuurbeweging?
Zooals iedereen weet bestaat de mensch
uit ziel en lichaam, die tot den lichame-
lijken dood onafscheidelijk met elkaar ver
bonden zijn. De ziel werkt in op 't lichaam,
en kan omgekeerd geen enkele goede of
6leohte daad stellen zonder medewerkuig
van dat lichaam. Zoo is 't heel begrijpelijk,
dat er bij het Katholieke geloofsleven ook
altijd hoort, wat men zou kunnen noemen:
een Katholiek beschavingsleven of een Ka
tholieke cultuur.
Wat is Katholiek?
Dat wil zeggen: de Katholieke godsdienst
bestaat niet uit gelooven alléén, maar dat
geloof moet het geheele leven van den
mensch doordringen en alle uitingen daar
van bezielen. Zij moet de bezieling zijn van
ontspanning en omgangsvormen, van de
stoffelijke ontwikkeling, (als b.v. de mode
in kleeding en huisinriohting en als de met
enelle sprongen zich onwikkelende „tech
niek") en van de hoogere, geestelijke ont
wikkeling van den mensch, van weben-
sohap dus en schoone kunsten, van letter
kunde en tooneel, van muziek en bewe
gingskunst, van de architectuur en de beel
dende kunsten.
Wanneer zóó 't Katholieke geloof met 't
beschavingsleven is samen gegroeid, kan
men spreken van een Katholieke besona-
ving of een Katholieke cultuur. En alleen
goed Katholiek kan men noemen die men-
schen, bij wie 't geloofsleven en 't bescha
vingsleven op een dergelijke wijze geheel
één zijn geworden. Wie alleen gelooft, en
zich verder in zijn handel en wandel, in
kleeding, ontspanning, ontwikkeling enz. in
niets van de heidenen onderscheidt, die kan
men bezwaarlijk Katholiek noemen.
Hoe luidt nu het cultureele program van
„De Graal", dat zij in onze tegenwoordige
maatschappij in en door hare Graalleden
wil verwezenlijken en waarmee zij de we
reld bij Christus wil brengen? Dat program
luidt als volgt:
1. Bij de zoo zeer veranderde tijdsom
standigheden, die het leven van de vrouw
veel dieper gewijzigd hebben dan dat van
den man, wil „de Graal" voor de Katho
lieke jonge vrouw van eiken stand, die nog
niet in den ouden tijl is vastgegroeid, een
nieuwe levenshouding vinden, die volko
men aansluit: op de eerste plaats bij de tot
moeder geschapen vrouwelijke natuur; op
de tweede plaats bij de bovennatuurlijk©
uitkiezing der vrouw, 't duidelijkst zicht
baar in de tegenstelling tussohen Maria en
Eva, den zegen en den vloek der wereld.
2. Voor die nieuwe levenshouding wil „de
Graal" vinden een nieuwen uitingsvorm in
«tijl, kunst (vooral bewegingskunst) mode,
wetenschap, ontspanning enz.
Kijken we nu eerst even naar punt L
Daar staat, dat de tijdsomstandigheden
het leven van de jonge vrouw veel dieper
hebben gewijzigd dan dat van den man. U
weet hoe in de laatste vijftig jaar 't leven
van een jong meisje heel sterk veranderd
ie. Hoe zij door allerlei oorzaken, en niet
op de laatste plaats door de groote ont
wikkeling van de industrie, een heele an
dere maatschappelijke positie 'heeft gekre-
Vroeger en nu.
Vroeger leefde een vrouw en meisje
steeds in den kleinen kring van het gezin,
hetzij als dochter, echtgenoote, moeder,
hetzij in dienstbetrekking. Nu leeft zij mee
het groote le^en in de maatschappij, vaak
met een groep andere jonge meisjes te za-
men, zelfstandig haar levensonderhoud ver
diend in fabriek, atelier, kantoor, winkel
of zich door een opleiding in verschillende
richtingen hiertoe bekwamend.
En zoo ie het noodig: 2. een nieuwe le
venshouding te vinden voor haar, die nog
niet in den ouden stijl is vastgegroeid, een
levenshouding, die aansluit bij de natuur
lijke roeping van de vrouw: het moeder
schap en haar bovennatuurlijke uitverkie
zing, die 't duidelijkst blijkt in de tegen
stelling tussohen Maria en Eva, den zegen
en den vloek der wereld.
Langs welke wegen „de Graal" gepro
beerd heeft om voor die levenshouding ook
een uitingsvorm te vinden in stijl, kunst,
mode, wetenschap, ontspanning enz. enz.
een uitingsvorm, diep Christelijk, maar te
vens volkomen op de hoogte van dezen tijd
en er volkomen in passend, is wel op het
gebied wat men gewoonlijk noemt ..too
neel".
Het is algemeen bekend, dat jonge meis
jes verzot zijn op tooneelspelen. Reeds
aanstonds bij de oprichting van de Graal
beweging was dan ook de drang en de vraag
naar „tooneel" geweldig groot.
Maar ook van het begin af aan werd er
door de leiding van de Graalbeweging naar
gestreefd te voorkomen, dat ons tooneel-
spel zou vervallen tot het peil van goed-
koope liefhebberij en ailedaagecbheid,
waarin helaas nog zoovele van de tegen
woordige „tooneelstukjes voor de jeugd"
geschreven zijn.
Van het begin af aan lag het in onze be
moeiing, dat wij het tooneel dienstbaar
zouden maken aan onzen persoonlijken
groei en ontwikkeling als Katholieke jon
ge vrouwen, zoowel als aan de 'nieuwe Ka
tholieke cultuurbeweging van onzen tijd.
Van elk stuk moest iets uitgaan op de
speelsters en op de toeschouwers, waardoor
zij als betere menschen van het stuk zou
den heengaan, al was het alleen (dit was
minimum eisch), dat de goede smaak voor
wat mooi is erdoor werd ontwikkeld. Het
speekt vanzelf dat dit lang niet gemakke
lijk ging.
Zooala men weet, heeft de Graal het ge
probeerd op allerlei gebied, daarbij trouw
gesteund door de geestdriftige toewijding
van de Graalleden. Er werd begonnen met
stukken uit de groote wereldliteratuur, om
dat de Graalleden zich door alles wat men-
schelijk groot is, willen laten optrekken en
zoo eer willen geven aan God, liever dan
in onbeduidende beuzelarijen ons levens
doel uit het oog te verliezen.
Ook koos de Graal stukken uit de eigen
middel-nederlandsche literatuur. Enkele
daarvan boeiden, met vele echter werd
niets bereikt. Het zou te ver voeren om
hier te gaan beschouwen, wat de oorzaken
waren van deze bevinding.
Het beste voldeden nog de symbolische
spelen, de stukken van Calderon en vooral
Elcerlyc, onlangs nog met succes in het
openluchttheater te Valkenburg opgevoerd
door de Limburgsohe Graal-leden, waarvoor
jonge meisjes, nogal een sterke voorliefde
blijken te hebben.
Er werd geprobeerd met Ghéon en ande
re moderne stukken, maar ze voldeden niet
(d.w.z. aan de meisjes).
Een nieuwe vorm.
Wat bleek ten slotte? Het „tooneelspel"
bij jonge meisjes, kan inslaan en boeien,
kan iets gaafs en schoons, iets zéér ont
roerends zelfs geven, zoodra het niet meer
behoeft te zijn „comedie", „tooneel", maar
kan en mag worden waarheid als zij in
en door het stuk, en in en door de rol uiting
kunnen en mogen geven aan wat er moois
en diep-innerlijksr leeft in hen zelf en in
de groep.
Dan krijgt men vanzelf een klank van
zuiver en oprecht gevoel in de stem, dan
geeft men zich oprecht, spontaan, dan wil
men geven en uiten 't mooiste, wat in ons
leeft, en dan vindt men ook de juiste uit
drukking voor wat hen immers diep
eigen is.
En het zoo gemakkelijk zich uiten, brengt
bij de speelsters en bij de gelijkgezinde toe
schouwers eveneens het beste omhoog, en
op zoo'n oogenblik voelen zich-allen één
in den besten zin des woords.
Want dat samen uitzeggen of uitbeelden
van wat er diep in ons leeft aan sohoon-
heid en idealen, doet die idealen een vas
ter bewuster, concreter vorm krijgen, zoo
wel voor ieder persoonlijk als voor allen te
zamen. Dat dwingt je er toe, het dan ook
niet te laten, bij gedachten, woorden of ge
voelens alleen; maar het om te zetten in
de practischedaad. Hier vindt men
een middel om te bereiken, wat men zoo
broodnoodig heeft: het in de prac-
tijk omzetten van ons ideaal.
De uitslag daarvan mag best symbolisch
zijn als achter dat symbolisch beeld maar
de echte werkelijkheid en waar
heid ligt.
De eerste proef op dit gebied was het
Graal spel, dat de eerste Amsterdamsche
Graalleden zich nog zeer duidelijk zullen
herinneren. Een schuchtere stap nog
sleohts, maar toch het was doorleefd en
allen voelden het als hun eigen stuk, als de
verzinnebeelding van de eigen idealen:
met eigen middelen, met eigen vrouwelijke
gaven van mildheid en liefde, van deemoed
en overgave, de wereld winnen voor Chris
tus.
In deze richting gingen we een tijd door,
ontleenden onze stof aan mysteriën van
ons H. Geloof, Kerstmis, Paschen, H. Sa
cramentsfeest en speelden symbolische-
spelen.
Maar steeds voelde de Graal zich meer
gedrongen nu ook de gebruikelijke wijze
van doen van het tooneelspelen te verla
ten. Immers men had begrepen, dat het
niet zoo zeer ging om een goede vorm van
jeugdbooneel, maar om een uitings
vorm voor onze idealen. Een
uitingsvorm, die tegelijk waar, schoon
en boeiend was.
Allerheiligen.
En zie, zoo kwamen we er toe, langza
merhand het begrip „tooneel" meer en meer
naar den achtergrond te dringen en schoo
ne uitingsvormen te zoeken waar die te
vinden waren. Een flinke, resolute stap in
die richting was de Allerheiligentocht te
Amsterdam in 1930, toen 600 Graalleden
allen zwijgend elk met een helder brandend
licht in de hand 's avonds trokken langs
de grachten van Amsterdam. Elk van die
600 meisjes dacht in dien tijd aan een hei
lige vrouw, die ook als een stralend licht
door de wereld was gegaan, en elk heeft
in dat uur gebeden, dat ook haar lichtje
helder moge stralen haar leven lang.
Het schouwspel heeft de Graal-leden:
zoowel als de toeschouwers diep aangegre
pen.
Deze Allerheiligen-optocht werd in 1931
in alle steden waar de Graal zich gevestigd
heeft doorgevoerd enmet. succes.
Men ziet hoeveel men kan bereiken met
zeer eenvoudige middelen. Men ziet ook,
hoeveel belangrijker deze soort uitingsvor
men is, dan hetgeen men gewoonlijk too
neel noemt.
Het spreekt vanzelf, dat we ook in deze
richting nog verder zullen' gaanen we
hopen en vertrouwen, dat we hier nog
slechte staan aan 't begin van een nieuwe
vorm van volkskunst-, waar nog haast on
begrensde mogelijkheden open staan.
Op den Tweeden Paaschdag 1931 heeft
„d© Graal" een nieuwe proeve genomen,
die ons zeer duidelijk geleerd heeft, dat
het Massale Spreekkoor thuis hoort in onze
Massale beweging.
Den Graalleden en leidsters werd geleerd,
dat wij geen helden of heldinnen spelen uit
verleden tijd of ongekende landen, maar
zichzelf te geven.
De Paaschboodschap sprak vooral van
het 2e Graalprogram: het Kruis en de
waarde van het geduldig lijden. Dit heo-
ben alle Graalclubs in 1931 binnenkamers
in woord en daad herhaald.
In 1932 werd met nog grooter suc
ces opgevoerd „Pinksterzegen", een mas-
saleekenspel door 10.000 Graalleden uit alle
steden en plaatsen waar de Graal of Graal-
waoht zioh in het Haarlemsoh Diocees ge
vestigd had, meegespeeld, maar vooral
doorleefd. Dit spel had geen enkele andere
bedoeling dan in het openbaar te getuigen
wat de Graal bedoelt in haar Derde-
Graadsprogram: de H. Geest en de Liefde
gedachte.
Het vorig jaar 1931 wisten wij het;
de wereld moet bekeeren
en God zal triompheeren.
Nu wisten wij bovendien hoe dit doel te
bereiken. Nu is het de Graalleden bewust
geworden wat de wereld het meest be
hoef t en wat wij haar kunnen en moeten
brengen
De Liefde
wint het al!
Ook op alle andere gebieden van kunst
en wetensohap wil de Graal haar eigen we
gen zoeken en vinden. Dat zij op verschil
lende terreinen als b.v. die van muziek,
zang, bewegingskunst nog heelemaal aan
't begin van een ontwikkeling staat, kan
niemand haar euvel duiden.
Immers is zij als jeugdbeweging in de
laatste jaren verbazend snel gegroeid.
't Zou onredelijk zijn te verwachten, dat
zij even spoedig gereed zou zijn met haar
cultureel program als met haar technische
organisatie. Maar ook hier willen we snel
vinden, wat ons eigen is, en wat uiting kan
geven aan onze idealen. Ook hier zullen
we naar alle zijden onze oogen openhou
den en alle mogelijkheden gebruiken.
Een nieuwe stijL
Behalve op 't gebied van „tooneel" heeft
„de Graal" ook iets bereikt op 't gebied
van woninginrichting en kleedingskunst.
In onze verschillende clubhuizen is zich
inderdaad al duidelijk een Graalstijl aan
't ontwikkelen. Waar de Graal tot nu toe
nog niet over voldoende middelen beschik
te om haar eigen huizen te bouwen, moest
zij zich tot een doelmatige inrichting van
bestaande huizen bepalen.
Groote zalen, die alle intimiteit verban
nen en kleurlooze vertrekken bleken vooi
haar doel al heel weinig.geschikt, immers
zijn rechtstreek; ia Q< rijd met den geest
van een felle, levenskrachtige beweging
van jonge menschen. Onze huizen kenmer
ken zich door een rijkdom van felle kleu
ren naast een uiterste soberheid van n
bileering. Dit laatste wordt zelfs bijna
heelemaal overbodig gemaakt in de vele
gevallen, dat we ons eenvoudig in een kring
op den grond neerzetten en ons zóó 't pret
tigste voelen. Déar wordt in den regel 't
beste gepraat, daar voelen lach en diepen
ernst zioh beiden thuis. Canapé s, clubfau
teuils, schemer lampen, enz.- blijken er vol
maakt overbodig. Maar daarnaast komt de
kleurenrijkdom onzer omgeving recht op
ons aan en doet ons in eens gevoelen, dat
we buiten onze dagelijksche omgeving zyn,
dat we ons zelf en de wereld in God wil
len vernieuwen. Neen, de ouderwetsohe
tamme, kleur- en harmonielooze interieurs
bevredigen ons niet langer; wij willen on/e
idealen en vurige geestdrift, onzen durf en
onzen vrouwelijken aanleg en verlangens
uitbeelden en uitgebeeld zien in onze hui
zen. Voor allerlei vlakversiermg gever
vooral de wanden volop gelegenheid, en
daar wordt dan ook een goed gebruik van
gemaakt. Het heldere, stralende wit, tiet
felle rood en het warme, jubelende goud
geel, het temperende, ja, afwijzende diepe
blauw, het meer passieve groen, het ernsti
ge paars wisselen er elkaar af en harmo
nieeren met elkaar.
Men moet hierbij in 't oog houden, dat
onze clubhuizen geen woonhuizen zijn, maar
dat zij, evenals b.v. theater en restaurants,
slechts voor een verblijf van enkele uren
bedoeld zijn, dat zij inderdaad een hernieu
wing moeben brengen. Dat laat een veel
grooter felheid van kleurschakeering, een
meer uitgesproken toon, een groote
durfdheid van vorm toe, als uiting van
daverende, tintelende levensvreugde en
oen intensief clubleven. Doch dit alleen cok
heeft ze met theater en restaurant ge
meen, om verder weer lijnrecht hiervan af
te wijken. Want ,yde Graal" is in haar diep-
sten grond een religieuze beweging, en in
de clubhuizen breekt merkbaar een gods
dienstige wijding door de levendige felheid
heen.
Dat we ook in onze kleeding een eigen
stijl een eigen mode gaan krijgen kunnen
ook buitenstaanders voldoende opmerken.
Het Graaluniform één in model maar wisse
lend in de kleuren der verschillende groe
pen en rangen, wijst niet enkel op de hech
te eenheid, maar ook op den feilen geest
en verscheidenheid der beweging.
Doch in beiden èn in woningsinrichting
èn in kleeding staan we nog aan 't begin
van een nieuwe ontwikkeling, en voor be
gaafde krachten ligt ook hier nog een ruim
terrein en vele mogelijkheden open. Van
haar initiatief en van haar inleven ir
Graalgedachte kan hier veel afhangen.
Ook hier zullen moeten uitgroeien de
schoonste mogelijkheden, die in „de Graal"
zijn, dan zal zij eer geven aan God,
worden tot datgene, waar Hij haar voor
;emaakt heeft.
Zijn invloed op de radio-golven gecontroleerd
De wetenschap heeft dezer dagen een
nieuwe ontdekking gedaan. Men is er n.l.
jeslaagd instrumenten te vervaardigen,
teneinde het ontstaan van het Noorderlicht
de beteekenis ervan voor de radiogolven
te onderzoeken. Deze ontdekking is van te
meer belang, daar juist dit jaar het tweede
Intern. Pooljaar wordt gehouden en ©r
thans meer dan anders belangstelling be
staat voor alles, wat op de Noordpool be
trekking heeft.
Het Noorderlicht heeft iets geheimzin
nigs in zich, vooral voor degenen, die dit
natuurverschijnsel alleen van hooren zeg
gen kennen en zich van de werkelijkheid
geen voorstelling kunnen maken. Er zijn
trouwens nog vele menschen die meenen,
dat men om een Noorderlicht te kunnen
waarnemen, in heb hooge Noorden van
Noorwegen, Zweden of IJsland moet zijn;
aan verandering onderhevig; nooit is het
verschijnsel in rust. Somtijds zijn de licht
stralen zoo talrijk, dat zij de geheele lucht
streek omvatten en een opeenhooping van
vuur vormen.
De pracht van het Noorderlicht gaat alle
beschrijving te boven. Zoodra het Noorder
licht begint, ondergaat de magneetnaald
hevige schommelingen, welke nog vermeer
deren zoodra de stralen verschijnen. Do
steeds grooter wordende tusschenpoozcn
tusschen de schommelingen, kondigen heb
einde van het Noorderlicht aan. Het is be
wezen, dat de afwijking van de magneet
naald bij het einde tegenovergesteld aan do
bewegingen, welke bij het begin plaats had
den. De natuurkundige Lottin, die met Bra-
vais een wetenschappelijke expeditie had
ondernomen, heeft een merkwaardige gol
vende beweging in de lichtstralen opge-
zij weten niet, dat er ook in ons land meer
malen gelegenheid is het Noorderlicht in al
zijn pracht waar te nemen. De natuurkun
digen beschouwen het Noorderlicht als een
magnetisch onweer Verschillende uren en
soms wel een dag voor de verschijning van
het Noorderlicht bespeurt men n.l. onregel
matige bewegingen van de nagneetnaald.
Vooral naar het Westen nemen de afwij
kingen gedurende dien tijd belangrijk toe.
Langzamerhand wordt de lucht in het Noor
den donkerder. Er verheft zich dan als 't
ware een gordijn, dat echter nog dun ge
noeg is om de sterren er doorheen te kun
nen zien. Het bovenste deel van dit gordijn
wordt flauw verlicht, vervolgens wordt dit
licht langzamerhand sterker, en vormt ein
delijk een lichtgelen boog, waarvan de hol
te naar de aarde en de top naar de mag
netische meridiaan te gekeerd. Die boog
stijgt langzaam opwaarts en wordt hoe lan
ger hoe lichter. Donkere strepen worden er
in zichtbaar en over zijn geheele lengte
openbaart zich een soort van opbruising.
Weldra ziet men stralen, welke telkens van
kleur en lengte veranderen en als vuurpij
len in de lucht stijgen.
Het licht, dat somtijds zeer schitterend
is, gaat van het purperroode tot het sma
ragdgroen over. doch meestal heeft een
prachtige gele tint den boventoon. Bij het
stijgen gaan deze stralen over het zenith
heen en schijnen naar één punt, het magne
tische zenith gericht te zijn, Dit zenith
wordt aangewezen door een magneetnaald,
welke zich geheel vrij naar alle zijden kan
bewegen. De lichtstralen zijn voortdurend
merkt, welke hij als volgt beschrijft: „Ter
wijl de boog naar het zenith stijgt, neemt
de sterkte van het licht van elke straal
trapsgewijze toe. Deze sooft van lichtstreek
vertoont zich vervolgens verschillende ma
len; de beweging is hoofdzakelijk van het
Westen naar het Oosten. Soms, doch zeer
zelden, heeft er dadelijk een teruggaande
beweging plaats en zoodra dit licht vervol
gens alle streken van het Westen naar liet
Oosten heeft doorloopen, richt het zich
naar den tegenovergestelden kant".
Langzamerhand worden de stralen meer
en meer onzichtbaar; het zijn flauwe en
zwakke schijnsels, welke zich eindelijk over
de geheele lucht verspreiden en bekend zijn
onder den naam van lichtvlekken. Daarop
volgt een schemerachtig licht en het ver
schijnsel, dat langzamerhand wakker is ge
worden, wordt onzichtbaar
Hoewel het Noorderlicht meestal bij
avond en nacht voorkomt, verschijnen do
stralen toch ook wel bij het aanbreken van
den dag. Dó duur Van hel Noorderlicht is
zeer varicerend. Nu eens duurt het slechts
enkele minuten, dan weer uren. Op gemid
delde breedte keert het verschijnsel soms
verscheidene nachten achtereen terug, ter
wijl het in streken, waar een onafgebroken
winternacht heerscht, dagenlang zichtbaar
kan blijven.
Uit den naam Noorderlicht zou men ten
onrechte afleiden, dat hot alleen op heb
Noordelijk halfrond voortkomt, doch ook
aan de Zuidpool kent men een dergelijk ver
schijnsel alwaar men het het. Zuidcrlicht
noemt.
GEMENGDE BERICHTEN
DEELEN VAN EEN VLIEGTUIG
AANGESPOELD.
Geen Nederlandsch toestel.
Gisteravond zijn bij paal 70 te Egmond
aan Zee aangespoeld oen vleugel en een
wiel, afkomstig van een vliegtuig. Beide
voorwerpen zijn door de politie in be
slag genomen. Omtrent dc identiteit kon
nog niets worden vastgesteld.
Bij informatie werd aan de „Tel."
verzekerd, dat de gevonden vliegtuig-
deelen in geen geval van een Neder
landsch toestel kunnen zijn. Noch bij
de K. L. M., noch bij leger en marine,
noch bij de vliegscholen is van een on
geval sprake geweest.
Zondag j.l. zijn, zooals men zich her
inneren zal, noodseinen waargenomen
van een vliegtuig, dat op zee was ge
daald, vermoedelijk in de buurt van
Bolthcad. Pogingen hot. vliegtuig op te
sporen waren vcrgeofsch. De mogelijk
heid bestaat dat de aangespoelde wrak
stukken van dit toestel zijn.
Omtrent de aangespoelde vliegtuigdee-
len .te Egmond aan Zee verneemt het
blad nog:
Gistermiddag omstreeks vijf uur vond
een strandbezoeker op het Zuiderstrand
te Zand voort twee wrakstukken van een
vliegtuig, vermoedelijk een gebroken
hoogteroer en een buitenband. Hij waar
schuwde de politie, waarna inspecteur
Bollee een nader onderzoek instelde.
Langs het ongeveer meter lange ge
raamte van het hoogteroer hingen flar
den van een grijs-linnen bekleedsel, ter
wijl aan de staartzijde, dus aan den
binnenkant, het linnen wit gekleurd was
en meer naar buiten, blauw, als twee
kleuren van een nationale vlag. Op het
hout van het beweegbare deel stond het
merk F 8' en het nummer 23125 zwart
gesehabloneerd. Op den beweegbaren
balk stond eveneens nog duidelijk te le
zen F 8' en 20963 en tweemaal het cijfer
6049. Onmiddellijk waarschuwde men
Schiphol, waar men toezegde om do
vliegtuigautoritciten niet de vonds en
dc merken in kennis te stellen. Men
zeide geen vermoeden te hebben van
welk vliegtuig dc gevonden deelen af
komstig zouden kunnen zijn. Er werd
geen vliegtuig vermist.
Dc wrakstukken, hcblien zeer van het
snel verterende zeewater te lijden ge
had. De ijzerdeelont als scharnieren «-n
schroeven en kleine stangen, zijn diep
door roest ingevreten en het linnen was
geheel aan flarden gescheurd. Eenig aan-
groeisel van zeewier was cr echter niet
op te vinden, waaruit zou af to leiden
zijn, dat het wrak niet zoo lang in zoo
heeft, gelegen.
Omtrent het merk op den band kon
men ons geen definitieve inlichtingen
geven; van Nederlandsch fabrikaat was
hij echter niet. Tot nog toe tast men
volkomen in het duister omtrent de
herkomst der deelen.
TWEE WONINGEN TE B0VEN-
WILDERVANK AFGEBRAND.
Gistermiddag omstreeks drie uur is
een felle brand uitgebroken in de boe-
renbehuizing van R. Nieboer te Bo\ n-
Wildervank. Door den krachtigen Zuid
westen wind stond spoedig de geheele
boerderij in lichterlaaie en brandde tot
den grond toe af. Dc oorzaak moet ge
zocht worden in het overkoken van een
kookpot. Op het oogenblik dat de brand
uitbrak was niemand thuis. Aangewak
kerd door den krachtigen wind sloeg
het vuur over naar dc naastgelegen ma
nufacturenwinkel van den heer A. Wa
genaar, waar het vuur gretig voed*--'
vond in het daar aanwezige brandbare
materiaal, zooals kapok enz. Ook dit
huis brandde totaal af. Dc schade van
beide perceelen wordt door verzekering
gedekt. De brandweren van Veendam
en Wildervank konden er zich slechts
toe bepalen uitbreiding van don brand
te voorkomen.