I VRIJDAG 21 OCTOBER 1932 de graal is een cultuur beweging. het noorderlicht DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 Om waarheid en werkelijkheid idealen in klank en kleur U iheeft allemaal wel eens gelezen of hooren vertellen, dat „de Graal" behalve n krachtige, godsdienstige, jonge vrouwen beweging, ook wil zijn een cultuurbeweging en u heeft dan mogelijk wel eens gedaoht: Wat beteekent dat precies: „De Graal" is een cultuurbeweging? Zooals iedereen weet bestaat de mensch uit ziel en lichaam, die tot den lichame- lijken dood onafscheidelijk met elkaar ver bonden zijn. De ziel werkt in op 't lichaam, en kan omgekeerd geen enkele goede of 6leohte daad stellen zonder medewerkuig van dat lichaam. Zoo is 't heel begrijpelijk, dat er bij het Katholieke geloofsleven ook altijd hoort, wat men zou kunnen noemen: een Katholiek beschavingsleven of een Ka tholieke cultuur. Wat is Katholiek? Dat wil zeggen: de Katholieke godsdienst bestaat niet uit gelooven alléén, maar dat geloof moet het geheele leven van den mensch doordringen en alle uitingen daar van bezielen. Zij moet de bezieling zijn van ontspanning en omgangsvormen, van de stoffelijke ontwikkeling, (als b.v. de mode in kleeding en huisinriohting en als de met enelle sprongen zich onwikkelende „tech niek") en van de hoogere, geestelijke ont wikkeling van den mensch, van weben- sohap dus en schoone kunsten, van letter kunde en tooneel, van muziek en bewe gingskunst, van de architectuur en de beel dende kunsten. Wanneer zóó 't Katholieke geloof met 't beschavingsleven is samen gegroeid, kan men spreken van een Katholieke besona- ving of een Katholieke cultuur. En alleen goed Katholiek kan men noemen die men- schen, bij wie 't geloofsleven en 't bescha vingsleven op een dergelijke wijze geheel één zijn geworden. Wie alleen gelooft, en zich verder in zijn handel en wandel, in kleeding, ontspanning, ontwikkeling enz. in niets van de heidenen onderscheidt, die kan men bezwaarlijk Katholiek noemen. Hoe luidt nu het cultureele program van „De Graal", dat zij in onze tegenwoordige maatschappij in en door hare Graalleden wil verwezenlijken en waarmee zij de we reld bij Christus wil brengen? Dat program luidt als volgt: 1. Bij de zoo zeer veranderde tijdsom standigheden, die het leven van de vrouw veel dieper gewijzigd hebben dan dat van den man, wil „de Graal" voor de Katho lieke jonge vrouw van eiken stand, die nog niet in den ouden tijl is vastgegroeid, een nieuwe levenshouding vinden, die volko men aansluit: op de eerste plaats bij de tot moeder geschapen vrouwelijke natuur; op de tweede plaats bij de bovennatuurlijk© uitkiezing der vrouw, 't duidelijkst zicht baar in de tegenstelling tussohen Maria en Eva, den zegen en den vloek der wereld. 2. Voor die nieuwe levenshouding wil „de Graal" vinden een nieuwen uitingsvorm in «tijl, kunst (vooral bewegingskunst) mode, wetenschap, ontspanning enz. Kijken we nu eerst even naar punt L Daar staat, dat de tijdsomstandigheden het leven van de jonge vrouw veel dieper hebben gewijzigd dan dat van den man. U weet hoe in de laatste vijftig jaar 't leven van een jong meisje heel sterk veranderd ie. Hoe zij door allerlei oorzaken, en niet op de laatste plaats door de groote ont wikkeling van de industrie, een heele an dere maatschappelijke positie 'heeft gekre- Vroeger en nu. Vroeger leefde een vrouw en meisje steeds in den kleinen kring van het gezin, hetzij als dochter, echtgenoote, moeder, hetzij in dienstbetrekking. Nu leeft zij mee het groote le^en in de maatschappij, vaak met een groep andere jonge meisjes te za- men, zelfstandig haar levensonderhoud ver diend in fabriek, atelier, kantoor, winkel of zich door een opleiding in verschillende richtingen hiertoe bekwamend. En zoo ie het noodig: 2. een nieuwe le venshouding te vinden voor haar, die nog niet in den ouden stijl is vastgegroeid, een levenshouding, die aansluit bij de natuur lijke roeping van de vrouw: het moeder schap en haar bovennatuurlijke uitverkie zing, die 't duidelijkst blijkt in de tegen stelling tussohen Maria en Eva, den zegen en den vloek der wereld. Langs welke wegen „de Graal" gepro beerd heeft om voor die levenshouding ook een uitingsvorm te vinden in stijl, kunst, mode, wetenschap, ontspanning enz. enz. een uitingsvorm, diep Christelijk, maar te vens volkomen op de hoogte van dezen tijd en er volkomen in passend, is wel op het gebied wat men gewoonlijk noemt ..too neel". Het is algemeen bekend, dat jonge meis jes verzot zijn op tooneelspelen. Reeds aanstonds bij de oprichting van de Graal beweging was dan ook de drang en de vraag naar „tooneel" geweldig groot. Maar ook van het begin af aan werd er door de leiding van de Graalbeweging naar gestreefd te voorkomen, dat ons tooneel- spel zou vervallen tot het peil van goed- koope liefhebberij en ailedaagecbheid, waarin helaas nog zoovele van de tegen woordige „tooneelstukjes voor de jeugd" geschreven zijn. Van het begin af aan lag het in onze be moeiing, dat wij het tooneel dienstbaar zouden maken aan onzen persoonlijken groei en ontwikkeling als Katholieke jon ge vrouwen, zoowel als aan de 'nieuwe Ka tholieke cultuurbeweging van onzen tijd. Van elk stuk moest iets uitgaan op de speelsters en op de toeschouwers, waardoor zij als betere menschen van het stuk zou den heengaan, al was het alleen (dit was minimum eisch), dat de goede smaak voor wat mooi is erdoor werd ontwikkeld. Het speekt vanzelf dat dit lang niet gemakke lijk ging. Zooala men weet, heeft de Graal het ge probeerd op allerlei gebied, daarbij trouw gesteund door de geestdriftige toewijding van de Graalleden. Er werd begonnen met stukken uit de groote wereldliteratuur, om dat de Graalleden zich door alles wat men- schelijk groot is, willen laten optrekken en zoo eer willen geven aan God, liever dan in onbeduidende beuzelarijen ons levens doel uit het oog te verliezen. Ook koos de Graal stukken uit de eigen middel-nederlandsche literatuur. Enkele daarvan boeiden, met vele echter werd niets bereikt. Het zou te ver voeren om hier te gaan beschouwen, wat de oorzaken waren van deze bevinding. Het beste voldeden nog de symbolische spelen, de stukken van Calderon en vooral Elcerlyc, onlangs nog met succes in het openluchttheater te Valkenburg opgevoerd door de Limburgsohe Graal-leden, waarvoor jonge meisjes, nogal een sterke voorliefde blijken te hebben. Er werd geprobeerd met Ghéon en ande re moderne stukken, maar ze voldeden niet (d.w.z. aan de meisjes). Een nieuwe vorm. Wat bleek ten slotte? Het „tooneelspel" bij jonge meisjes, kan inslaan en boeien, kan iets gaafs en schoons, iets zéér ont roerends zelfs geven, zoodra het niet meer behoeft te zijn „comedie", „tooneel", maar kan en mag worden waarheid als zij in en door het stuk, en in en door de rol uiting kunnen en mogen geven aan wat er moois en diep-innerlijksr leeft in hen zelf en in de groep. Dan krijgt men vanzelf een klank van zuiver en oprecht gevoel in de stem, dan geeft men zich oprecht, spontaan, dan wil men geven en uiten 't mooiste, wat in ons leeft, en dan vindt men ook de juiste uit drukking voor wat hen immers diep eigen is. En het zoo gemakkelijk zich uiten, brengt bij de speelsters en bij de gelijkgezinde toe schouwers eveneens het beste omhoog, en op zoo'n oogenblik voelen zich-allen één in den besten zin des woords. Want dat samen uitzeggen of uitbeelden van wat er diep in ons leeft aan sohoon- heid en idealen, doet die idealen een vas ter bewuster, concreter vorm krijgen, zoo wel voor ieder persoonlijk als voor allen te zamen. Dat dwingt je er toe, het dan ook niet te laten, bij gedachten, woorden of ge voelens alleen; maar het om te zetten in de practischedaad. Hier vindt men een middel om te bereiken, wat men zoo broodnoodig heeft: het in de prac- tijk omzetten van ons ideaal. De uitslag daarvan mag best symbolisch zijn als achter dat symbolisch beeld maar de echte werkelijkheid en waar heid ligt. De eerste proef op dit gebied was het Graal spel, dat de eerste Amsterdamsche Graalleden zich nog zeer duidelijk zullen herinneren. Een schuchtere stap nog sleohts, maar toch het was doorleefd en allen voelden het als hun eigen stuk, als de verzinnebeelding van de eigen idealen: met eigen middelen, met eigen vrouwelijke gaven van mildheid en liefde, van deemoed en overgave, de wereld winnen voor Chris tus. In deze richting gingen we een tijd door, ontleenden onze stof aan mysteriën van ons H. Geloof, Kerstmis, Paschen, H. Sa cramentsfeest en speelden symbolische- spelen. Maar steeds voelde de Graal zich meer gedrongen nu ook de gebruikelijke wijze van doen van het tooneelspelen te verla ten. Immers men had begrepen, dat het niet zoo zeer ging om een goede vorm van jeugdbooneel, maar om een uitings vorm voor onze idealen. Een uitingsvorm, die tegelijk waar, schoon en boeiend was. Allerheiligen. En zie, zoo kwamen we er toe, langza merhand het begrip „tooneel" meer en meer naar den achtergrond te dringen en schoo ne uitingsvormen te zoeken waar die te vinden waren. Een flinke, resolute stap in die richting was de Allerheiligentocht te Amsterdam in 1930, toen 600 Graalleden allen zwijgend elk met een helder brandend licht in de hand 's avonds trokken langs de grachten van Amsterdam. Elk van die 600 meisjes dacht in dien tijd aan een hei lige vrouw, die ook als een stralend licht door de wereld was gegaan, en elk heeft in dat uur gebeden, dat ook haar lichtje helder moge stralen haar leven lang. Het schouwspel heeft de Graal-leden: zoowel als de toeschouwers diep aangegre pen. Deze Allerheiligen-optocht werd in 1931 in alle steden waar de Graal zich gevestigd heeft doorgevoerd enmet. succes. Men ziet hoeveel men kan bereiken met zeer eenvoudige middelen. Men ziet ook, hoeveel belangrijker deze soort uitingsvor men is, dan hetgeen men gewoonlijk too neel noemt. Het spreekt vanzelf, dat we ook in deze richting nog verder zullen' gaanen we hopen en vertrouwen, dat we hier nog slechte staan aan 't begin van een nieuwe vorm van volkskunst-, waar nog haast on begrensde mogelijkheden open staan. Op den Tweeden Paaschdag 1931 heeft „d© Graal" een nieuwe proeve genomen, die ons zeer duidelijk geleerd heeft, dat het Massale Spreekkoor thuis hoort in onze Massale beweging. Den Graalleden en leidsters werd geleerd, dat wij geen helden of heldinnen spelen uit verleden tijd of ongekende landen, maar zichzelf te geven. De Paaschboodschap sprak vooral van het 2e Graalprogram: het Kruis en de waarde van het geduldig lijden. Dit heo- ben alle Graalclubs in 1931 binnenkamers in woord en daad herhaald. In 1932 werd met nog grooter suc ces opgevoerd „Pinksterzegen", een mas- saleekenspel door 10.000 Graalleden uit alle steden en plaatsen waar de Graal of Graal- waoht zioh in het Haarlemsoh Diocees ge vestigd had, meegespeeld, maar vooral doorleefd. Dit spel had geen enkele andere bedoeling dan in het openbaar te getuigen wat de Graal bedoelt in haar Derde- Graadsprogram: de H. Geest en de Liefde gedachte. Het vorig jaar 1931 wisten wij het; de wereld moet bekeeren en God zal triompheeren. Nu wisten wij bovendien hoe dit doel te bereiken. Nu is het de Graalleden bewust geworden wat de wereld het meest be hoef t en wat wij haar kunnen en moeten brengen De Liefde wint het al! Ook op alle andere gebieden van kunst en wetensohap wil de Graal haar eigen we gen zoeken en vinden. Dat zij op verschil lende terreinen als b.v. die van muziek, zang, bewegingskunst nog heelemaal aan 't begin van een ontwikkeling staat, kan niemand haar euvel duiden. Immers is zij als jeugdbeweging in de laatste jaren verbazend snel gegroeid. 't Zou onredelijk zijn te verwachten, dat zij even spoedig gereed zou zijn met haar cultureel program als met haar technische organisatie. Maar ook hier willen we snel vinden, wat ons eigen is, en wat uiting kan geven aan onze idealen. Ook hier zullen we naar alle zijden onze oogen openhou den en alle mogelijkheden gebruiken. Een nieuwe stijL Behalve op 't gebied van „tooneel" heeft „de Graal" ook iets bereikt op 't gebied van woninginrichting en kleedingskunst. In onze verschillende clubhuizen is zich inderdaad al duidelijk een Graalstijl aan 't ontwikkelen. Waar de Graal tot nu toe nog niet over voldoende middelen beschik te om haar eigen huizen te bouwen, moest zij zich tot een doelmatige inrichting van bestaande huizen bepalen. Groote zalen, die alle intimiteit verban nen en kleurlooze vertrekken bleken vooi haar doel al heel weinig.geschikt, immers zijn rechtstreek; ia Q< rijd met den geest van een felle, levenskrachtige beweging van jonge menschen. Onze huizen kenmer ken zich door een rijkdom van felle kleu ren naast een uiterste soberheid van n bileering. Dit laatste wordt zelfs bijna heelemaal overbodig gemaakt in de vele gevallen, dat we ons eenvoudig in een kring op den grond neerzetten en ons zóó 't pret tigste voelen. Déar wordt in den regel 't beste gepraat, daar voelen lach en diepen ernst zioh beiden thuis. Canapé s, clubfau teuils, schemer lampen, enz.- blijken er vol maakt overbodig. Maar daarnaast komt de kleurenrijkdom onzer omgeving recht op ons aan en doet ons in eens gevoelen, dat we buiten onze dagelijksche omgeving zyn, dat we ons zelf en de wereld in God wil len vernieuwen. Neen, de ouderwetsohe tamme, kleur- en harmonielooze interieurs bevredigen ons niet langer; wij willen on/e idealen en vurige geestdrift, onzen durf en onzen vrouwelijken aanleg en verlangens uitbeelden en uitgebeeld zien in onze hui zen. Voor allerlei vlakversiermg gever vooral de wanden volop gelegenheid, en daar wordt dan ook een goed gebruik van gemaakt. Het heldere, stralende wit, tiet felle rood en het warme, jubelende goud geel, het temperende, ja, afwijzende diepe blauw, het meer passieve groen, het ernsti ge paars wisselen er elkaar af en harmo nieeren met elkaar. Men moet hierbij in 't oog houden, dat onze clubhuizen geen woonhuizen zijn, maar dat zij, evenals b.v. theater en restaurants, slechts voor een verblijf van enkele uren bedoeld zijn, dat zij inderdaad een hernieu wing moeben brengen. Dat laat een veel grooter felheid van kleurschakeering, een meer uitgesproken toon, een groote durfdheid van vorm toe, als uiting van daverende, tintelende levensvreugde en oen intensief clubleven. Doch dit alleen cok heeft ze met theater en restaurant ge meen, om verder weer lijnrecht hiervan af te wijken. Want ,yde Graal" is in haar diep- sten grond een religieuze beweging, en in de clubhuizen breekt merkbaar een gods dienstige wijding door de levendige felheid heen. Dat we ook in onze kleeding een eigen stijl een eigen mode gaan krijgen kunnen ook buitenstaanders voldoende opmerken. Het Graaluniform één in model maar wisse lend in de kleuren der verschillende groe pen en rangen, wijst niet enkel op de hech te eenheid, maar ook op den feilen geest en verscheidenheid der beweging. Doch in beiden èn in woningsinrichting èn in kleeding staan we nog aan 't begin van een nieuwe ontwikkeling, en voor be gaafde krachten ligt ook hier nog een ruim terrein en vele mogelijkheden open. Van haar initiatief en van haar inleven ir Graalgedachte kan hier veel afhangen. Ook hier zullen moeten uitgroeien de schoonste mogelijkheden, die in „de Graal" zijn, dan zal zij eer geven aan God, worden tot datgene, waar Hij haar voor ;emaakt heeft. Zijn invloed op de radio-golven gecontroleerd De wetenschap heeft dezer dagen een nieuwe ontdekking gedaan. Men is er n.l. jeslaagd instrumenten te vervaardigen, teneinde het ontstaan van het Noorderlicht de beteekenis ervan voor de radiogolven te onderzoeken. Deze ontdekking is van te meer belang, daar juist dit jaar het tweede Intern. Pooljaar wordt gehouden en ©r thans meer dan anders belangstelling be staat voor alles, wat op de Noordpool be trekking heeft. Het Noorderlicht heeft iets geheimzin nigs in zich, vooral voor degenen, die dit natuurverschijnsel alleen van hooren zeg gen kennen en zich van de werkelijkheid geen voorstelling kunnen maken. Er zijn trouwens nog vele menschen die meenen, dat men om een Noorderlicht te kunnen waarnemen, in heb hooge Noorden van Noorwegen, Zweden of IJsland moet zijn; aan verandering onderhevig; nooit is het verschijnsel in rust. Somtijds zijn de licht stralen zoo talrijk, dat zij de geheele lucht streek omvatten en een opeenhooping van vuur vormen. De pracht van het Noorderlicht gaat alle beschrijving te boven. Zoodra het Noorder licht begint, ondergaat de magneetnaald hevige schommelingen, welke nog vermeer deren zoodra de stralen verschijnen. Do steeds grooter wordende tusschenpoozcn tusschen de schommelingen, kondigen heb einde van het Noorderlicht aan. Het is be wezen, dat de afwijking van de magneet naald bij het einde tegenovergesteld aan do bewegingen, welke bij het begin plaats had den. De natuurkundige Lottin, die met Bra- vais een wetenschappelijke expeditie had ondernomen, heeft een merkwaardige gol vende beweging in de lichtstralen opge- zij weten niet, dat er ook in ons land meer malen gelegenheid is het Noorderlicht in al zijn pracht waar te nemen. De natuurkun digen beschouwen het Noorderlicht als een magnetisch onweer Verschillende uren en soms wel een dag voor de verschijning van het Noorderlicht bespeurt men n.l. onregel matige bewegingen van de nagneetnaald. Vooral naar het Westen nemen de afwij kingen gedurende dien tijd belangrijk toe. Langzamerhand wordt de lucht in het Noor den donkerder. Er verheft zich dan als 't ware een gordijn, dat echter nog dun ge noeg is om de sterren er doorheen te kun nen zien. Het bovenste deel van dit gordijn wordt flauw verlicht, vervolgens wordt dit licht langzamerhand sterker, en vormt ein delijk een lichtgelen boog, waarvan de hol te naar de aarde en de top naar de mag netische meridiaan te gekeerd. Die boog stijgt langzaam opwaarts en wordt hoe lan ger hoe lichter. Donkere strepen worden er in zichtbaar en over zijn geheele lengte openbaart zich een soort van opbruising. Weldra ziet men stralen, welke telkens van kleur en lengte veranderen en als vuurpij len in de lucht stijgen. Het licht, dat somtijds zeer schitterend is, gaat van het purperroode tot het sma ragdgroen over. doch meestal heeft een prachtige gele tint den boventoon. Bij het stijgen gaan deze stralen over het zenith heen en schijnen naar één punt, het magne tische zenith gericht te zijn, Dit zenith wordt aangewezen door een magneetnaald, welke zich geheel vrij naar alle zijden kan bewegen. De lichtstralen zijn voortdurend merkt, welke hij als volgt beschrijft: „Ter wijl de boog naar het zenith stijgt, neemt de sterkte van het licht van elke straal trapsgewijze toe. Deze sooft van lichtstreek vertoont zich vervolgens verschillende ma len; de beweging is hoofdzakelijk van het Westen naar het Oosten. Soms, doch zeer zelden, heeft er dadelijk een teruggaande beweging plaats en zoodra dit licht vervol gens alle streken van het Westen naar liet Oosten heeft doorloopen, richt het zich naar den tegenovergestelden kant". Langzamerhand worden de stralen meer en meer onzichtbaar; het zijn flauwe en zwakke schijnsels, welke zich eindelijk over de geheele lucht verspreiden en bekend zijn onder den naam van lichtvlekken. Daarop volgt een schemerachtig licht en het ver schijnsel, dat langzamerhand wakker is ge worden, wordt onzichtbaar Hoewel het Noorderlicht meestal bij avond en nacht voorkomt, verschijnen do stralen toch ook wel bij het aanbreken van den dag. Dó duur Van hel Noorderlicht is zeer varicerend. Nu eens duurt het slechts enkele minuten, dan weer uren. Op gemid delde breedte keert het verschijnsel soms verscheidene nachten achtereen terug, ter wijl het in streken, waar een onafgebroken winternacht heerscht, dagenlang zichtbaar kan blijven. Uit den naam Noorderlicht zou men ten onrechte afleiden, dat hot alleen op heb Noordelijk halfrond voortkomt, doch ook aan de Zuidpool kent men een dergelijk ver schijnsel alwaar men het het. Zuidcrlicht noemt. GEMENGDE BERICHTEN DEELEN VAN EEN VLIEGTUIG AANGESPOELD. Geen Nederlandsch toestel. Gisteravond zijn bij paal 70 te Egmond aan Zee aangespoeld oen vleugel en een wiel, afkomstig van een vliegtuig. Beide voorwerpen zijn door de politie in be slag genomen. Omtrent dc identiteit kon nog niets worden vastgesteld. Bij informatie werd aan de „Tel." verzekerd, dat de gevonden vliegtuig- deelen in geen geval van een Neder landsch toestel kunnen zijn. Noch bij de K. L. M., noch bij leger en marine, noch bij de vliegscholen is van een on geval sprake geweest. Zondag j.l. zijn, zooals men zich her inneren zal, noodseinen waargenomen van een vliegtuig, dat op zee was ge daald, vermoedelijk in de buurt van Bolthcad. Pogingen hot. vliegtuig op te sporen waren vcrgeofsch. De mogelijk heid bestaat dat de aangespoelde wrak stukken van dit toestel zijn. Omtrent de aangespoelde vliegtuigdee- len .te Egmond aan Zee verneemt het blad nog: Gistermiddag omstreeks vijf uur vond een strandbezoeker op het Zuiderstrand te Zand voort twee wrakstukken van een vliegtuig, vermoedelijk een gebroken hoogteroer en een buitenband. Hij waar schuwde de politie, waarna inspecteur Bollee een nader onderzoek instelde. Langs het ongeveer meter lange ge raamte van het hoogteroer hingen flar den van een grijs-linnen bekleedsel, ter wijl aan de staartzijde, dus aan den binnenkant, het linnen wit gekleurd was en meer naar buiten, blauw, als twee kleuren van een nationale vlag. Op het hout van het beweegbare deel stond het merk F 8' en het nummer 23125 zwart gesehabloneerd. Op den beweegbaren balk stond eveneens nog duidelijk te le zen F 8' en 20963 en tweemaal het cijfer 6049. Onmiddellijk waarschuwde men Schiphol, waar men toezegde om do vliegtuigautoritciten niet de vonds en dc merken in kennis te stellen. Men zeide geen vermoeden te hebben van welk vliegtuig dc gevonden deelen af komstig zouden kunnen zijn. Er werd geen vliegtuig vermist. Dc wrakstukken, hcblien zeer van het snel verterende zeewater te lijden ge had. De ijzerdeelont als scharnieren «-n schroeven en kleine stangen, zijn diep door roest ingevreten en het linnen was geheel aan flarden gescheurd. Eenig aan- groeisel van zeewier was cr echter niet op te vinden, waaruit zou af to leiden zijn, dat het wrak niet zoo lang in zoo heeft, gelegen. Omtrent het merk op den band kon men ons geen definitieve inlichtingen geven; van Nederlandsch fabrikaat was hij echter niet. Tot nog toe tast men volkomen in het duister omtrent de herkomst der deelen. TWEE WONINGEN TE B0VEN- WILDERVANK AFGEBRAND. Gistermiddag omstreeks drie uur is een felle brand uitgebroken in de boe- renbehuizing van R. Nieboer te Bo\ n- Wildervank. Door den krachtigen Zuid westen wind stond spoedig de geheele boerderij in lichterlaaie en brandde tot den grond toe af. Dc oorzaak moet ge zocht worden in het overkoken van een kookpot. Op het oogenblik dat de brand uitbrak was niemand thuis. Aangewak kerd door den krachtigen wind sloeg het vuur over naar dc naastgelegen ma nufacturenwinkel van den heer A. Wa genaar, waar het vuur gretig voed*--' vond in het daar aanwezige brandbare materiaal, zooals kapok enz. Ook dit huis brandde totaal af. Dc schade van beide perceelen wordt door verzekering gedekt. De brandweren van Veendam en Wildervank konden er zich slechts toe bepalen uitbreiding van don brand te voorkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 13