GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG II OCTOBER 1932 DE LEIDSCHE COUR AN i TWEEDE B' AD PAG. 6 Veel gepraat over klein goed. Een kwestie om f 500.Mag een wethouder meehelpen om een raadsbesluit niet uit te voeren? Het jaarlijk- sche kolendebat herleefd. De raaad is tegen een „soepele" cokesverstrekking. Een interpellatie naar aanleiding van de overstrooming in de Park straat. lOo. Voorstel tot verlenging van den termijn van ontruiming van verschillende onbewoon baar verklaarde woningen in de Lange Para dijssteeg en de Lange Bouwelouwensteeg. De heer Kooistra vraagt, hoe het nu etaat met den houw van do woningen aan de Lusthoflaan. Reeds 2 jaar is deze zaak hangende en er is nog niets gedaan. Ver volgens vraagt spr. hoe het staat met de xogeeringssubsidie -voor den gemeentelijken woningbouw. Tenslotte vestigt spr. de aan dacht op den treurigen toestand van de wo ningen aan de Huygens-dwarsstraat. De gasfabriek, die deze woningen in eigendom heeft, heft van die afgekeurde woningen nog altijd huur. Laat de fabriek deze wo ningen althans eenigszins bewoonbaar hou den. Wethouder Splinter zegt, dat er reeds verscheidene plannen gemaakt zijn, die eohter alle door den Haag zijn afgekeurd. Wethouder Goslinga antwoordt de iheer Kooistra, dat de regeering nog geen. beslissing heeft genomen omtrent de voor waarden voor deze geldleening. Voor de bewoners van de Huygens- dwarsstraat wordt een nieuwe woning ge zocht. Inmiddels kunnen toch geen paar honderd guldens aan verbetering worden uitgegeven. De heer Kooistra meent, dat de ge meente inzake de woningbouw niet be paald „voorbarig" is. Geld is te krijgen en zelfs op betere voorwaarden dan waarop het rijk geld leent. Daarna goedgekeurd. llo. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ter uitvoering van het raadsbesluit tot toekenning van eene schadeloosstelling aan F. N. Schroder, wegens de stopzetting van zijn personenveerdienst over het Galgewater. De heer Bosman vindt' het vreemd, dat deze uitgave op den kapitaaldienst is gebracht. Dit cadeautje hoort thuis op den gewonen dienst. Wethouder Goslinga merkt op, dat de heele discussie gekoppeld ia geweest aan den bouw van de brug. Derhalve komt dit geld ten laste van de brugge-bouw en wordt met bestreden uit „Onvoorziene Uitgaven'". Dan zouden Ged. Staten zeker bezwaar ge maakt hebben. Ik zal tegen dit voorstel stemmen, maar ik wil het een faire kans geven. t De heer Huurman is het met den heer Bosman eens. Het is absoluut een cadeautje en dat moet dan ook maar blijken. Die brug heeft dat niet op z'n geweten. De heer W i 1 m e r kan zich wel vereeni gen met het voorstel van B. en W. Wanneer de brugge-bouw een stukje grond geëischt had, zou men dat bedrag ook ten laste van de brug hebben gebracht. Deze uitgaaf is eveneens een gevolg geweest van de bouw van de brug. De heer v. E c k keert zich tegen de uit lating van den wethouder, dat hij tegen dit voorstel zal stemmen. Dat is niet mede werken aan de uitvoering van een raads besluit. Wethouder R o m ij n sluit zich bij den wethouder van financiën aan. In 't alge meen is sipr. van meening dat een raadsbe sluit uitgevoerd moet worden, maar het gaat hier om de wijze, waarop het geld ge vonden moet worden. De heer Coster vindt do houding van wethouder Goslinga inconsequent. De heer Knuttel noemt de houding van den wethouder een precedent van zeer wijde strekking. Dat is een ontoelaatbaar terugkomen op. een onwelgevallig raadsbe sluit. De heer Wilbrink acht de plaatsing op den kapitaaldienst volkomen juist. Hij zal thans vóór-stemmen. De heer Bosman: De heeren zien over het hoofd, dat het hier een vrijwillige daad is. De voorz. waarschuwt dat men den verkeerden weg opgaat. Het dreigt een dis cussie te worden over de mogelijkheid om te stemmen tegen een voorstel, dat een consequentie is van een raadsbesluit. Dat is een theoretische kwestie, waarop de raad niet voorbereid is. Spr. geeft den raad in overweging, dit voorstel zonder stemming aan te nemen. Wethouder Goslinga herinnert de S.D.A.P. enaan, dat zij herhaaldelijk ge stemd heeft tegen het toestaan van crc- dieten van bijz. scholen,- iets, waartoe de wet verplicht. De heer Huurman wil alleen tegen het voorstel stemmen omdat hij do wijze van uitgave onjuist vindt. De heer Bosman dient een' voorstel in, om den post onder te brengen onder „On voorziene Uitgaven". Dit voorstel wordt aangenomen met 17 15 stemmen. Vóór: de heeren Bosman, Knuttel, Huur man, v. Eecke, Mandors, Vos, Beekenkamp en de S.D.A.P. Het gewijzigde voorstel van B. en W. wordt daarna z. h. st. aangenomen. 12o. Voorstel om B. en W. te machtigen met de Vereeniging tot Bevordering van 't Vreem delingenverkeer een overeenkomst aan te gaan, inzake den bouw van een Inlichtingen bureau op het terrein gelegen tusschen Zo- merzorg en den Spoorwegovergang. De heer Wilbrink acht. do oplossing niet gunstig voor Vreemdelingenverkeer. Men zal dan den drukken weg moeten •o\ersteken cn het gebouwtje zal geheel verscholen liggen. Wethouder Splinter: Vreemdelingen verkeer heeft juist dezp oplossing gewild. Daarna z. h. st. aangenomen. Over een houten vloer en nog wat. 13o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbouwing van het perceel Mare 15 en het voormalige ijkkantoor, ten be hoeve van de uitbreiding van de kantoorruim te van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon en voor de ver bouwing van perceel Nieuwsteeg 46, ten be hoeve van de verbetering van de huisvesting \an de Gemeentelijke Bank van Leening en de inrichting van de bovenverdieping van dat perceel tot kantoor van den Armenraad. Mevr. Braggaar-de Does merkt op, dat de leden van Maatschappelijk Hulpbe toon in deze kwestie in het geheel niet ge kend zijn. Spr. geeft nog eenige verbete ringen aan, welke h.i. noodzakelijk zijn, o.a. verwarming in de wachtlokalen, scheiding van mannen en vrouwen en vervanging van de steenen vloer door een houten vloer. Wethouder Komijn antwoordt, dat de leden van M. H. geen zeggenschap hebben inzake de outillage en den inwendigen dienst van M. H. Een houten vloer is te on hygiënisch. Over de beide andere aanbeve lingen wordt nog nader overleg gepleegd met de gemeentediensten. Mevr. Braggaar-de Does pleit nog eens voor een warmere vloer. Het hygië nisch bezwaar is wel te overwinnen. De heer Knuttel begrijpt niet waar om overleg noodig is om verwarming in de wachtlokalen aan te brengen. Men kan er in ieder geval een post voor uittrekken. De heer Schüller acht het niet juist, dat de comm. van M. Hulpbetoon niet ge hoord is. Deze commissie weet toch het beste, wat er noodig is. In ieder geval had den B. en W. nu toch wel een meer pre- ciese toezegging kunnen doen. Wethouder R o m ij n wil de mogelijkheid van een houten vloer met zijl nader over wegen. Spr. meent, dat het uitgetrokken crediet groot genoeg is, om daaruit ver warming voor de wachtlokalen te betalen. Over preciese gegevens beschikt spr. nog niet. Daarna z. h. st. aangenomen. l^o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uitvoering van noodzakelijke herstellingen en vernieuwingen aan bet gebouwencomplex de Burcht, de Graanbeurs en het voormalig Notarishuis. Goedgekeurd. 15o. Praeadvies op het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond, in zake de ver zekering van werklooze arbeiders ingevolge de Ziektewet. Wordt aangehouden met het oog op de afwezigheid van den heer v. Stralen. Cokes-verstrekking. Wethouder R o m ij n herinnert aan het adres van de O.S.P. inzake de brandstof fen verstrekking aan werkloozen en deelt mede, dat B. en W. thans eveneens met een spoedvoorstel komen, om evenals ver leden jaar met ingang van 29 Oct. a.s. aan hoofden van gezinnen en kostwinnaars, die daarvoor in aanmerking komen volgens de Comm. v. M. H. of den Dienst v. Soc. Za ken, 1 H.L. parelcokes per week te ver strekken. In tegenstelling met vroegere ja ren wensoht spr. ditmaal een meer soepe le regeling, opdat B. en W. in perioden van warmer weer vrijheid hebben iets minder te verstrekken, om evenwel in perioden van strengere koude iets meer te kunnen ver schaffen. Het is immers gebleken* dat bij geringe koude allerlei handeltjes worden gedreven met de cokes, terwijl bij strenge koude geroepen wordt om meer brandstof. Benoodigd zullen daarvoor zijn 46.500 H.L. parelcokes, vertegenwoordigende een waar de van 30.225. In het request van de O.S.P. wordt ook gevraagd 50.ter beschikking te stellen aan alle werkloozen, die langer dan 3 maan den werkloos zijn geweest, ten behoeve van kleeding en schoeisel. B. en W. stellen voor, dit gedeelte van het request te renvoyeeren naar de afd. B. van het Crisis-Comité, welke afd. daarvoor te zorgen heeft. De heer v. E c k meent, dat de voorgestel de soepele brandstoffenverstrekking z'n vóór en zijn tegen heeft en kan daar niet maar zóó dadelijk mee instemmen. De aanvangstermijn van de brandstofver strekking acht spr. wel wat laat. Beter wa re te beginnen op 15 October, de normale tijd waarop men begint te stoken. Verder wijst spr. er op, dat B. en W. gemachtigd moeten zijn, om de termijn van uitkeering te verlengen bij eventueole voortduring van het koude weer. Met het voorstel om de uitkcoring van 50 te verwijzen naar het Crisis-Comité kan spr. zich niet vereenigen. Het Crisis- Comité geeft slechts minimura-uitkeerin- gen. Wij zitten eohter vast aan de veel to lage rijksregeling, waaraan op het oogen- blik niets te doen is. Wij zullen forscher moeten optreden. De heer Knuttel: De roode Dinsdag. De heer v. E c k is bang, dat het Crisis- Comité niet voldoende zal bijspringen. Een schepje erop. De heer Knuttel kan niet meegaan met de soepele regeling, door B. en W. voorgesteld.. Kleine knoeierijen zijn geen deren eigenlijk weer op losse schroeven te voldoende reden om het recht van de af zetten. Volgens spr. behoort de cokesver- strekking te worden uitgebreid en hij stelt voor, gedurende 26 weken IK H.L. coke9 per week te verstrekken. Het Crisis-Comité zal niet meer dan 10 per werklooze kunnen uitkeeren voor klce- ding en schoeisel. Bovendien zal deze uid- keering nog afhangen van een vernederend individueel onderzoek en heelemaal het ka rakter dragen van particuliere liefdadig heid. De heer v. E c k dient thans een voorstel in om de cokesverstrekking op 15 Oct. te doen beginnen. De heer Schüller kant zich tegen de bemoeizucht van B. en W. in het huishou den, B. en W. zullen uitmaken hoeveel brandstoffen het huishouden noodig heeft. Ieder make dit voor zichzelf uit. Mevr. Braggaar-de Does kan zich evenmin vereenigen met do soepelheid, door B. en W. voorgesteld. Dat het Crisis-Comité 50 aan ieder zal uitkeeren gelooft de wethouder zelf niet, want er worden meer aanvragen afgewe zen dan toegewezen. De heer Eiker bout ziet evenmin heil in „soepele'1 toepassing. Wie zal uitmaken of het koud genoeg is Wat een werklooze met zijn verstrekte brandstof doet, moet hij zelf maar weten. Hij verklaart zich verder vóór het voorstel-v. Eek. De heer Manders wil het college al thans machtigen om in den kouden tijd meer te verstrekken dan 1 H.L. De heer W i 1 m e r herinnert eraan, dat de S.D.A.P. zelf den datum van 27 October indertijd heeft voorgesteld. Spr. vindt de methode van het schepje-er-op niet sympa thiek, maar hij moet toegeven, dat de weersgesteldüeid thans guur is. Daarom zou spr. thans ook vóór ingang op 15 Oct. zijn. De heer Wilbrink vreest moeilijkhe den bij de toepassing van de „soepelheid' en wil aan de oude regeling vast houden, tenzij in overleg met de organisaties een andere regeling kan worden gevonden. Hij geef in overweging voor de eerste weken alvast een K H.L. te verstrekken. Bij streng» kou kan meer worden verstrekt, het voorstel-Knuttel van IK H.L. acht spr. overbodig. De goeden en de kwaden. Wethouder R o m ij n vindt het streven van den raad om een regeling uit te denken, welke aan B. en W. geen moeilijkheden zal berokkenen, zeer loffelijk, -maar zulk een regeling bestaat niet. ieder jaar zijn er moeilijkheden gerezen en juist daarom vra gen B. en W. de mogelijkheid van een meer soepele toepassing. Leiden behoort tot de steden, welke de meeste brandstoffen ver strekt, wat wij kunnen doen omdat wij de gasfabriek hebben. De heer S c h 1 l.e t Wat zegt dat nou, als het met voldoende is? Wethouder Komijn: Dat zal niemand uitmaken, dat hangt af van het weer. Over de heele linie is een hoeveelheid van 22 H.L. per winter voldoende te achten. Wan neer het Lang koud blijft, wil spr. wel over gaan tot langere verstrekking. Met ingang van 15 Oct. wil spr. wel beginnen, als dat noodig is en hem voldoende vrijheid wordt gelaten. Soepelheid is -z.i. noodzakelijk, om dat het euvel van de knoeierijen verleden jaar zeer groot is gebleken. De goeden moeten dan maar met de kwaden lijden. De heer v. E c k zou uit het vroeger be ginnen niet graag de consequentie getrok ken zien, dat nu ook vroeger met de ver strekking opgehouden moet worden. Spr. wijst er verder nog op, dat de brandstof ook gebruikt moet worden yoor het koken van het voedsel en dat een verstrekking van een K H.L. ook bij gunstig weer te weinig is. Wij komen inderdaad iedereu keer met een schepje-er-op, maar de om standigheden leiden er toe. De heer Knuttel kan niet gelooven, dat de geconstateerde knoeierijen de re den geweest zijn voor B. en W. om aldus op soepelheid aan te dringen. Men wil van de 22 H.L. nog wat overhouden als de win ter zacht is, en kan er mee toekomen als de winter streng is. Men wil in ieder geval de hoeveelheid van 22 H.L. niet te boven gaan. Spr. vindt die hoeveelheid niet vol doende, IK H.L. per week is niet te veel. Tot zijn verwondering heeft spr. niets meer gehoord van die 50.van het Crisis- Comité. De heer Schüller begrijpt de houding \an de rechterzijde niet, die anders zich al tijd uitput in argumenten om de vrijheid van het gezinsleven te verdedigen. Wie zn H.L. verkoopt, zal ook zijn halve H.L. ver- koopen. Het doel van die soepelheid is heel wat anders dan gezegd is. De gemeen te wil er een slaatje uit slaan. Het j'aarlijksche kolendebat. Wethouder Goslinga zegt, dat het ab soluut de bedoeling niet is, om er met min der van af te komen. In 1929 heeft spr. de cokesverstrekking eens grondig onder zocht en in verschillende commissies ge bracht, om van het jaarlijksche kolendebat af te zijn. Toen is gebleken, dat 22 H.L. voldoende was en dat heeft spr. toen ook .voorgesteld. Wij geven duizenden guldens voor de cokesv erstrekking en nu zouden wij erop uit zijn om een paar honderd gul den uit te zuinigen. Kom nou! De heer Verwey wil stemmen vóór het voorstel-Knuttel, maar dat zal wel verwor pen worden. Daarom dient spr. een voorstel in, om wekelijks 1 H.L. te doen verstrekken van 15 Oct.15 April, ten einde de soepele toe passing uit het voorstel van B. en W. te weren. De heer W i 1 m e r geeft den wethouder nogmaals in overweging om reeds aan Ie vaneen op 15 October. Ook spr. vreest be zwaren tegen de soepele toepassing, maar prineipieele bezwaren heeft spr. niet. Hij wil de praetijk even afwachten. Wethouder R o m ij n vestigt er nog eens de aandacht op, dat de uitkeering van klee ding en schoeisel valt onder de rijksrege ling. De heer v. Eek: Mag de gemeente dan niets bijpassen? Wethouder R o m ij n: Neen. Het voorstel-K n u 11 e 1 wordt daarna verworpen met 20 tegen 12 stemmen. Voor: de S.D.A.P. en de heeren Knuttel en Vos. Met vooretel-V e r w e y wordt aangeno men met 2010 stemmen. Voor: de S.D.A.P., de Katholieken (be halve wethouder Tepe) en de heeren Bee kenkamp, v. Rosmalen, Eikerbout, Wilbrink, Knuttel en Vos. Wethouder Romijn maakt daarop de opmerking, dat nu nog de goedkeuring van den minister op deze gewijzigde regeling moet worden aangevraagd. Het voorstel van B. en W. om het twee de gedeelte van het adres der O.S.P. te renvoyeeren naar het Crisis-Comité wordt aangenomen met 20 tegen 12 stemmen. Tegen: de S.D.A.P. en de heeren Knut tel en Vos. Een interpellatie over een overstrooming. De heer Kooistra krijgt nu gelegen heid om zijn interpellatie te houden. Hij brengt in herinnering hoe in September na een geweldige regenval de bewoners van de Parkstraat om 1 uur 's nachts werden opgeschrikt .door een overstrooming in hun huizen waardoor het water 40 c.M. hoog in de kamers kwam te staan. Spr. \raagt of B. en W. met dit feit be kend zijn en of zij reeds maatregelen heb ben getroffen, waardoor herhaling van net gebeurde zooveel mogelijk kan worden voorkomen? Hoe denken B. en W. over een vergoeding der aangerichte schade? Hebben B. en W. een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van deze overstrooming? Waarom is de aan de brandweer verzochte hulp niet verleend? Wethouder Splinter antwoordt, dat de oorzaak van deze overstrooming gele gen is in de buitengewoon zware regenval en de lage ligging der huizen veroorzaakt door de verzakking der perceelen. Van een niet goed functioneerende rioleering is geen sprake, al is vanzelfsprekend de rio leering slechts berekend op normale regen val. In overleg met de Woningbouwvereni ging, zal worden nagegaan, hoe het euvel in de toekomst vermeden zal kunnen wor den. B. en W. zien geen enkele reden om de aangerichte schade uit de gemeentekas te vergoeden. De brandweer was niet in staat om aan de aanvrage om hulp te voldoen, omdat hulpverleening met het beschikbare mate riaal onmogelijk was. De heer Kooistra meent, dat de ver zakking der woningen te wijten is aan on voldoende maatregelen van de gemeente en door het feit, dat naburige gebouwen hooger zijn gelegen. Ook de rioleering acht spr. onvoldoende, want na de totstandko ming van de centrale rioleering hebben deze huizen direct in Aug. 1931 last van overstrooming gehad. De gemeente gaat daarom z.i. niet vrij uit. De bewoners wen- schen 534.— als vergoeding voor de ge leden schade. Dat de brandweer geen buij. verleende, was z.L te wijten aan het feit, dat de brandweer meende, dat dit thuis hoorde bij Gemeentereiniging. De heer Schüller meent uit de woor den van den wethouder te kunnen consta- teeren, dat deze zelf erkent, dat de over strooming de schuld is van de gemeente, want hij erkent, dat de rioleering slechts bestand is tegen normale regenval. Daar zit de fout en nergens anders. De gemeente zal daar andere maatregelen moeten men, wat een paar centen zal kosten. De heer Graene veld vraagt, noe hel komt, dat deze woningen bijna 1 M. te laag staan? Heeft de gemeente ^geen goed toezicht gehouden? Als ze gezakt zijn, waarom zijn ze dan gezakt. De fout zit hier in, dat de gemeente later het bouwpeil maar eens heeft verhoogd. De gemeente kan ondanks al het gevallen water, niet schoon gewa-sschen worden. De brandweer had best kunnen helpen, want zij kan even goed water uit de huizen pompen als wa ter in de huizen pompen. De heer Huurman vindt het vreemd, dat er nu een debat ontstaat over ambte naren van jaren terug, die er toch heusch niets aan kunnen doen, dat het bouwpeil toentertijd lager was. Er moeten maatre gelen genomen worden, maar moet de ge meente dat alles maar betalen? Spr. vraagt een praeadvies van B. en W. omtrent de wijze, waarop dit euvel verholpen kan wor den. Wethouder Splinter zal op de tech nische bijzonderheden niet verder ingaan. Het gaat niet aan, om de gemeente maar weer met dat zaakje op te knappen. De Bouwvereeniging moet meewerken om het euvel te verhelpen. Dat de rioleering be treft, verwijst spr. naar een rapport, dat ter visie gelegd zal worden. De brandweer kon niet helpen, want voor hun zuigmate- riaal hebben zij dieper water noodig. De heer Kooistra neemt genoegen met de toezeggingen; alleen had hij gaarne een toezegging gehad over de schadeloos stelling. Daarop zal hij later nog wel eens terug komen. RONDVRAAG. De heer Wilmer vestigt de aandacht op het feit, dat bij het werk, da-t aan den Rijnsburgerweg in werkverschaffing wordt uitgevoerd, een groot gedeelte van het ri sico van het slechte weer wordt afgewen teld op den werknemer. Zoo dit al elders niet ongeoorloofd mag zijn, in dit geval is het hoogst onbillijk omdat de betaalde loo- nen toch al zoo laag zijn. Misschien maken bestaande bepalingen een doorbetaling der loonen onmogelijk, maar kunnen de men- sohen dan niet op andere wijze schadeloos gesteld worden? Wethouder Romijn zegt overweging toe. De heer Bergers vraagt, hoe B. en W. erover denken om zich voor de destructie van afgekeurd vleesch voorloopig aan te sluiten bij de N.V. Geco, te Overschie, zoo lang de thermogenische fabriek nog niet klaar is. Dit zou een directe bezuiniging beteekenen. De heer Coster vestigt er de aandacht op, dat in eer perceel, door de gemeente verhuurd, clandestien sterke drank wordt verkocht. Is er nu geen aanleiding, nu de bewoner voor de tweede maal geverbali seerd is, om de huur op te zeggen? De hoer Eikerbout wijst op den on- houdbaren toestand van de Zijlsingel. Er zitten wel 2000 gaten in. Kan dat nu niet eens afdoende verbeterd worden? De voorz. antwoordt, dat het tweede gedeelte van den Zijlsingel binnenkort in reparatie komt. De heer Groeneveld meent, dat de toesband van den Hoogen en den Lagen Morschweg nog slechter is. De heer Wilbrink is van meening, dat het toezicht op de straatlantarens alles te wenschen overlaat. Vroeger deden dat een paar mannetjes van de Gasfabriek, thans de politie. Hij wenscht terugkeer tot den ouden toestand. De voorz. zal overleg plegen met do Lichtfabrieken. Daarna sluiting. UW ADVERTENTIE. BEREIKT ALLE KRINGEN Z.Y KOMT ZOOWEL OP ...BE EEN...ALS OP.. BE ANDERE TAFEL HET NIEUWE RAADHUIS TE WAALWIJK, dat door architect Kropholler ge bouwd werd, zal binnenkort in gebruik genomen worden. De laatste werkzaam heden aan den ingang van het gebouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6