"24ste Jaargang DONDERDAG 6 OCTOBER 1932 No. 7322 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BINNENLAND VOORNAAMSTE NIEUWS. 3)e £cidócive0oii^cmt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bi] onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. V 64 millioen gulden. In het eerste halfjaar van 1932 heeft de Overheid 64 millioen gulden uitgegeven ter leniging van de geldelijke nadeelen van de werkloosheid. Dit feit constateerde minister Ruys gis teren in een rede, waarmede hij de commis sie installeerde, welke het vraagstuk van den werkloozensteun in natura zal onder zoeken een vraagstuk, dat zeker de over weging waard is, al heeft de S. D. A. P. daarin al in kortzichtigheid, naar wij willen veronderstellen a priori een af wijzend standpunt ingenomen. Minister Buys noemde dit feit, waarin is uitgedrukt de last, welke de werkloosheid op de gemeenschap legt maar meer nog de veel zwaardere last, waaronder zoo talrijk vele n gebukt gaan, de looden last van te wi 11 e n werken en niet te kunnenDe werkloosheid toch is al lereerst een ramp voor hen, die er door ge troffen wordende andere leden der ge meenschap kunnen niet dankbaar genoeg zijn, dat zij bezitten de levensvreugde en voldoening van den arbeid en zij zullen den geldelijken steun, noodig voor het on derhoud der werkloozen, geven met bereid willigheid, als één daadwerkelijke uiting van hun dankbaarheid Alles wat gedaan worden kan, om den werkloozen nuttig werk te verschaffen, moet worden gedaan. Bij het bestuur der R.-K. Kamer-Cen trale Leiden zijn 36 amendementen inge diend op het concept-program 1933 der B.K. Staatspartij, welke amendementen in de le denvergadering van 15 October zullen be- handeld worden. Daar zijn er onder, die veel op elkaar gelijken. Zoo hebben meei- der locale kiesvereenigingen een amende ment ingediend, strekkende, om op het pro gram de voortzetting van reeds onderno men werken te plaatsen. Het bestuur def R.-K. Kamer-Centrale kan zich vereenigen met een amendement-Voorhout, hetwelk aan punt 9 op het concept-program wil toevoegen „Hieronder met name te verstaan voort zetting van reeds ondernomen werken, zooals de verdere drooglegging van de Zuiderzee en dergelijke". Ook wij meenen, dat ter bestrijding van de werkloosheid de Overheid zooveel mo gelijk moet laten werken; en o.i. is de vraag gewettigd, of er niet méér gebeuren kan, dan wat de regeering doet of voorne mens is. Voor deze laatste meening kunnen wij ons o.m. beroepen op dr. Colijn, die on langs gepleit heeft voor verdere droogleg ging van de Zuiderzee, waarvoor, zoo zeide deze erkend-bekwame financier, de regee ring geld leenen kan en mag. De Overheid moet zooveel mogelijk wer ken doen uitvoeren. Ook de plaatselijke Overheid wier kunnen echter veel meer beperkt is, dan dat van den Staat. Wie Overheid of particulieren nuttig werk kan laten doen en het niet laat doen, handelt oeconomisch en sociaal verkeerd. DE STEUN AAN HET BOUWBEDRIJF. De regeering zal thans 20 millioen ter beschikking stellen. Naar wij vernemen, zal nu de organisa ties der bouwvakarbeiders hebben ver klaard, accoord te gaan met het resultaat der voor.oopige besprekingen, tusschen de vertegenwoordigers der organisaties in de 'bouwnijverheid en de autoriteiten gehou den, van de zijde der regeering geen be zwaar meer worden gemaakt tegen inwil liging van verzoeken om voorschotten voor woningbouw, wanneer daartegen uit ande ren hoofde geen bezwaar bestaat. Zooals bekend is, heeft de regeering zich bereid verklaard tot bewilliging in verstrekking van bouwvoorschotten tot een totaal be drag van twintig millioen. Dat deze grens nog dit jaar bereikt zou worden, lijkt wei nig waarschijnlijk, gezien het feit-, dat het jaar reeds voor een aanmerkelijk gedeelte verstreken is. WERKLOOZENSTEUN IN NATURA. De Overheid heeft in het eerste halfjaar van 1932 64 millioen gulden uitgegeven aan werkloozensteun. COMMISSIE GEÏNSTALLEERD. De Regeering heeft geen uitgesproken meening. De Minister van Staat, minister van Bin- nenlandsche Zaken, Jhr. mr. Ch. J. M. Buys de Beerenbrouck, heeft gistermiddag 2 uur op zijn departement de commissie, aan welke is opgedragen, na te gaan, en der regeering van voorlichting te dienen over de vraag, of niet, gelet op de moei lijke tijdsomstandigheden, het tijdstip is aangebroken dat, teneinde tot een meer diel treffende besteding van de overheids gelden te komen, de hulp, welke aan werk loozen wordt verleend, geheel of ten deele in natura zal dienen te worden verstrekt, geïnstalleerd. Uitgangspunt van ieder redelijk streven aan den nieuwen maatschappelijken nood der werkloosheid het hoofd te bieden, is, zoo zeide spr. o.m., ons oprecht medege voel met deze beproefde groep van mede- menschen, die, tegen de natuur der din gen in, zink in onmacht zien onttrokken aan de levens .vet van den arbeid Tegen hun wil en wenseh zien zij zich buiten hun schuld bercofd van de levensvreugde en voldoenig, welke den arbeidenden mensch toekomen. V oor hen in de eerste plaats is de werk loosheid een last. maar daarnaast gaat daaronder de gemeenschap gebukt, die juist in deze tijden, nu de middelen min der ruim vloeien, zich genoodzaakt ziet zich zeer zware offers op te leggen. Slechts een enkel cijfer en dan nog een zeer voorloopig cijfer; omdat te verwach ten is, dat dit door tal van factoren nog omhoog zal gaan. In het eerste halfjaar van 1932 heeft de Overheid, heeft het Nederlandsche volk, ter leniging van de geldelijke nadeelen van de werkloosheid plm. 64 millioen gulden uitgegeven. Dit is een looden last, die op ons drukt en, al brengen wij gezamenlijk dit offer met bereidwilligheid, omdat wij weten, dat er ook voor de gemeenschap niets schoo- neis kan zijn dan het leed van de indivi- dueele leden dier gemeenschap naar beste weten en zoo krachtig mogelijk te lenigen een looden laat blijven deze groote uitga ven, omdat mede daardoor, talrijke nuttige zaken ongedaan moeten blijven. Deze men mag zeggen tot benarde afmetingen uitgroeiende toestand verbiedt ons iederen denkbaren weg onbetreden te laten, die naar een betere oplosing van het vraagstuk, naar een betere voorziening zou bunnen voeren. Deze overweging heeft de regeering er toe gebracht zich de vraag te stellen of de mogelijaheid van'een zekere steunverlee- nmg in natura niet in aanmerking komt aan het belang van den gesteunde zoo goed als v3d de gemeenschap te worden getoetst. Bij deze vraag speelde allicht ook een rol de zich dagelijks meer opdringende, groote moeilijkheid talrijke voortbrengse len van ons eigen land ik denk hier in de eerste plaats aan land- en tuinbouw producten T- door een doeltreffende distri butie onder de bevolking te brengen. Daar door zou wellicht het euvel, dat wij thans herJiaalde malen tot ons groot leedwezen moeten waarnemen, dat groote voorraden levensmiddelen onverkoopbaar blijken te zijn, worden vermeden. Nu zij op den voorgrond gesteld dat, toen de regeering zich deze vraag stelde, zij geen uitgesproken meening omtrent dit vraagstuk had Ook thans is dit even min het. geval, daar het andera niet noo dig zou zijn geweest, dit vraagstuk, dat naast een principieelen en practische kant heeft, door een breed samengestelde com missie onder de oogen te laten zien. De bedoeling van de Regeering is geen andere, dan dat de commissie het zeer moeilijke vraagstuk van den eventueelen verstrekking in natura nauwgezet en ob jectief onderzoekt en der regeering, kan het zijn, spoedig adviseert: lo. of het prin cipieel mogeiijk en wenschelijk is, lettende èn op de financiën van het Rijk en gemeen ten èn op de belangen van de gesteunden. in een of anderen vorm de verstrekking in natura aan gesteunden van Overheidswege te verwezenlijken; en 2o. zoo de princi- pieele vraag bevestigend beantwoord wordt, de voorstellen te doen, welke inza^ ke de practische uitvoering noodzakelijk zijn. Wat aan de samenstelling der commissie ontbreekt. In zijn antwoord op de installatierede van den minister sprak de voorzitter, de heer Lambooy, zijn teleurstelling uit. dat de commissie niet geheel kon worden sa mengesteld zooals aanvankelijk de bedoe ling was. Het spreekt toch vanzelf, dal het alzijdig blijven van vertegenwoordi- gers van een der drie groote arbeidersor ganisaties en in het algemeen van een groote groep der bevolking, waarvan zeer velen tot de. werkloozen behooren, ge voeld wordt als een leemte in de commis sie. Immers de commissie zal na grondig afwegen van voordeelen tegen bezwaren tot een conclusie moeten komen. De kans, dat deze conclusie doeltreffend en juist zal zijn, wordt uiteraard verhoogd indien de samenstelling der commissie zoodanig is, dat het pro en contra duidelijk en scherp naar voren wordt gebracht. Ik hoop ech ter, dat, indien de commissie het noodig mocht oordeelen zich te oriënteeren om trent eventueele bezwaren tegen de ver strekking in natura, ook die groep van haar meening zal willen doen blijken en dat een desbetreffend verzoek der commissie op vruchtbaren bodem moge vallen. STEUN AAN DEN TUINBOUW. 5 millioen gulden zou noodig zijn. De strekking van het wetsontwerp tot steun aan den tuinbouw, zal, naar de „N. R. Crt." verneemt, zijn om den minister van oeconomische zaken een algemeene machtiging te geven om een bepaald be drag te besteden ten behoeve van den tuin bouw. De steun zou worden verleend via de vei lingen en volgens het stelsel van door den minister vast te stellen richtprijzen voor verschillende producten. Over deze richtprijzen wordt op het oogenblik tus schen het ministerie en de organisaties der belanghebbenden nog van gedachten ge wisseld. O.a. is men het nog niet eene over den richtprijs voor komkommers, een zeer belangrijk product. Aan den steun zou terugwerkende kracht tot 1 Januari 1932 verleend worden. De re kening is, dat er aldus over 1932 ongeveer 5 millioen gulden voor noodig zou zijn. Voor het reeds verstreken gedeelte van het jaar zal de stem, rerleend worden al naar gelang van de op de veilingen in het verloop daarvan gemaakte prijzen. Die producten welke den richtprijs gehaald heb ben zullen natuurlijk voor steun niet in aanmerking komen. Dientengevolge zullen vermoedelijk appelen, peren, vroege sla en vroege peen, alsmede stooktomaten niet voor steun in aanmerking komen, daar zij door elkaar genomen wel den richtprijs opgebracht hebben. Een belangrijk gedeelte van den steun, naar schatting 2 millioen gulden zou ten goede komen aan den Noord-Hollandschen tuinbouw. Aangezien de uitvoering van de steunwet nog langdurige voorbereiding zou vergen, wordt er met ongeduld op het ont werp gewacht, daar zoodra het wet gewor den is en de minister de richtprijzen he kend gemaakt heeft, do veilingen reeds bij boerenleenbanken geld zouden kunnen opnemen om hun aangeslotenen de voor schotten te geven, waaraan zij met het oog op de cultures voor het volgende jaar dringend behoefte hebben. DUITSCHE EN NEDERLANDSCHE CONTINGENTEERINGEN. Eenige cijfers. De Haagsche redacteur van de „Msbd." schrijft: Zooals een Wolff-bericht in ons ochtend blad meldde, zou de houding van Nederland bij de bespreking over do Duitsche contin- genteeringspLannen groote bevreemding te Berlijn hebben gewekt, wijl door de Neder landsche contingenteeringen de Duitsche uitvoer naar Nederland ook zeer zou zijn verminderd en zelfs voor ongeveer 50 mil lioen mark zou zijn gedaald. Wij vonden dat bedrag van 50 millioen ma<rk of ongeveer 30 millioen gulden nog al hoog en konden ons moeilijk indenken, dat dat cijfer goed zou zijn, omdat de Ne derlandsche contingenten juist gebaseerd zijn op den gemiddelden invoer van voor gaande jaren. Eenige cijfers, die we aan de betreffende oontingenteeringsbesluiten ontleenen, mo gen dit bewijzen. Men moet daarbij in het oog houden, dat de Nederlandsche contin- genteei'ingen berekend zijn naar de waarde der goederen. Daar de prijzen in den laat- sten tijd aanmerkelijk zijn gedaald, komt men du3 bij den invoer van de gemiddelde hoeveelheid goederen van vorige ja<ren tot een aanzienlijk lagere waarde. Het Wolff-bericht noemt als voorbeeld van voor Duitschland nadeelige contingen teeringen o-a. de contingenteering van schoenen, tricot, textielgoederen, confectie en aardewerk. Wij zullen dit lijstje eens op den voet volgen. Schoenen van leder zijn door Nederland gecontingenteerd tot 50 pCt. van het aan tal paren, dat in vorige jaren is ingevoerd. Dit percentage is niet hoog, doch de hoe veelheid leeren schoeisel uit Duitschland hier ingevoerd is dan ook miniem. Wel heeft Duitschland belang bij den invoer van schoenen, die niet van leder gemaakt zijn. 1 Welnu daarvan is het invoer percentage veel hooger en wel 75 pCt. van het gemid deld aantal paren van voorafgaande ja ren. Zoodat Duitsohland daarover weinig te klagen kan hebben. De contingenteering van tricot goederen bedraagt 70 pCt. van de waarde. Maar die 70 pCt. van de waarde komt door de prijs daling overeen met 100 pCt. van de hoeveel heid over de basisjaren 1930 en 1931! Hier komt Duitschland dus niets te kort! Hetzelfde geldt voor kousen en sokken, waarvan 90 pCt. van de waarde zelfs ruim 100 pCt. van de gemiddelde hoeveelheid over de jaren 1930 en 1931 mag worden in gevoerd. Ook de hoeveelheid wollen stof fen, welke hier mogen worden ingevoerd, komt bij een contingenteering van 62 pCt. van de waarde tengevolge van de groo te waardedaling overeen met den norma len invoer. Voor confectie is de contingenteering van 65 pCt. van de waarde, door de lagere prijzen weer ongeveer gelijk aan 100 pCt. van de hoeveelheid; voor damesoonfectie niet van wol (dus van zijde enz.) is het in voer oontingent bepaald op 100 pCt. van de waarde, dat is bij de prijsdaling zelfs aan merkelijk meer dan de normale hoeveel heid, welke in vorige jaren werd ingevoerd! Voor tegels en aardewerk vinden we de volgende contingenten: tegels 60 pCt. van de waarde en aardewerk 75 pCt. van de waarde van den gemiddelden invoer over 1929, 1930 en 1931. Door de zeer sterke prijsdaling komen ook deze contingenten vrijwel overeen met 100 pCt. van de nor male hoeveelheid. De contingenteering door Nederland van de artikelen, door het Wolff bureau ge noemd, kan, zooals uit het bovenstaande blijkt, Duitschland geen gegronde reden tot klagen geven. Wij hebben ook eens getracht te weten te komen, voor welk bedrag Duitschland wel, tengevolge van onze contingenteerings- maatregelen, minder in ons land zou mogen invoeren. Bij informatie hiernaar werd ons verze kerd, dat met inachtneming van de waarde daling der goederen, die heeft plaats ge vonden, de Duitsche invoer met slechts 6)4 millioen per jaar zal vermindereu. Het bericht, dat Duitschiand's uitvoer naar Nederland door de contingenteering met 50 millioen Mark of 30 millioen gulden is gedaald, is dus wel zeer tendentieus! Het vorige jaar heeft Duitschland voor 620 millioen in Nederland ingevoerd. Op dat bediag beteekent 6H millioen slechts een daling van even 1 pCt. De Duibschers zeggen nu, om hun oontin- geiiteeringsplannen goed te praten, dat Nederland m»t het contingenteeren van den invoer is begonnen. Maar daartegen over valt op te merken, dat Duitschland reeds veel eerder begonnen is met de devie- zenbeperking, wat eigenlijk niet anders is dan een algemeene invoerbeperking. Daar voor heeft Duitschland ons ook geen toe stemming gevraagd! Om te laten uitkomen, dat de Duitsche contingenteering veel dieper in den inter nationalen handel ingrijpt dan de Neder landsche willen we er nog op wijzen, dat de Duitsche contingenteeringsperoentages gemiddeld 40 pet. bedragen van de hoe veelheid en niet van de waarde (zooals bij ons) van de allervoornaamste Nederland sche agrarische producten. De Nederlandsche Crisisinvoerwet heeft geen andere strekking dan een abnormalen invoer af te snijden. Dit kan van de Duit sche contingenteeringsplannen met de 40 pet. contingenten allerminst gezegd worden. Die brengen den invoer van Nederlandsche agrarische producten tot beneden de helft van den normalen invoer. Dat is het ver schil. En het is dan ook alleszins begrijpelijk, dat de Nederlandsche regeering over zulke contingenteeringsnxaatregelen niet praten wil. Verbouwing station te Arnhem stopgezet. Naar wij vernemen zijn de verbouwings werkzaamheden aan het Arnhemsche spoor wegstation stopgezet in verband met de moeilijke finaneieele omstandigheden, waarin de Nederlandsche Spoorwegen mo menteel verkeeren. De keermuur aan den Amstredamsche- weg is gereed gekomen, doch de aanleg van het derde perron en in verband daarmede de verlegging van het geheele emplacement, voorts de bouw van een nieuwe tunnel, zijn voor onbepaalden tijd uitgesteld. Met dit werk, waarvan de teekeningen kant en klaar gereed liggen, zou namelijk een uit gave van ruim twee millioen gulden ge moeid zijn. welke thans niet te verantwoor den is. De Spoorwegen steden verschillende groote werken in den lande uit tot betere tijden en daaronder valt ook de verbouwing en uitbreiding van het Arnhemsche station. „Tel." Dit nummer bestaat uit drie bladen BUITENLAND. De Nederlandsche gedelegeerde dr. Co- lijn richt een scherp verwijt tot de mogend heden. (2e blad). Gaat de vijf-mogendheden-conferentle niet door? (2e blad). Nog steeds aardschokken in Grieken land. (Buibenl. Berichten 2e blad). BINNENLAND. De mislukte Nederlandsch-Duitsche be sprekingen. (le blad). De steun aan het bouwbedrijf, (ie blad). De installatie van de commissie terzake van steun aan werkloozen in natura. (ie blad). Pastoor F. Karskens te 's-Gravenhage overleden. (Kerkn. 2e blad). WIT-GELE KRUIS EN GROENE KRUIS Wordt door de Staten van Zuid-Holland de Katholieke wijkverpleging tegengewerkt? Dezer dagen had te 's-Gravenhage een buitengewone vergadering plaats van den Zuid-Hollandschen Bond van het Wit- Gele Kruis, onder voorzitterschap van dr. Claassens Deze ve.gadering was speciaal belegd ter behandeling van het bestuursvoorstel om in het vervolg 10 pet. aan het bondabe- stuur af te dragen van hetgeen door do afdeelingen voor de wijkverpleging van haa- leden wordt ontvangen. De verhooging dezer contributie zon die nen om te voldoen aan de subsidievoor- waardon van Ged. Staten. Verschillende afgevaardigden, er was een zeer grocte opkomst, voerden over dit voorstel het woord cn bijna unaniem was men er tegen, omdat in deze moeilij ken tijd, nu alle zeilen moeten worden bij gezet om de afdeelingsbegrootingen slui tend te maken, het ondoenlijk is de af te dragen 10 pet. bijeen te krijgen. Doch meer nog was men gekant tegen de door Ged. Staten opgelegde voorwaar den om voor subsidie in aanmerking te komen. Met een breed royaal gebaar, aldus ver schillende afgevaardigden, wordt het Wifc- Gele Kruis subsidie toegezegd, maar prac- tisch wordt er bijna niets ontvangen. Immers in bedoelde voorwaarden is de restrictie opgenomen, dat geen subsidie gegeven wordt aan die afdeelingen, die vóór 1331 zijn opgericht en ook niet aan die afdeelingen, welke, hoewel na 1931 op gericht zijnde, bestaan in gemeenten, waar re-Hls een wijkverpleging bestond. Daar dit laatste nu practisch bijna over al het geval is. komt er vrijwel geen en kele. op het oogenblik slechts één, afdee- ling voor subsidie in aanmerking. 't Eigenaardige is, dat deze restrictie vroeger nooit heeft bestaan in de subsidie voorwaarden voor het Groene Kruis, en er nu pas is ingekomen. Algemeen was men dan ook van gevoe len, dat het hier is gegaan ter versteviging van het Groene Kruis tegenover het Wit- Gele Kruis en het kwam de vergadering onbegrijpelijk voor, dat onze katholieke Gedeputeerden en onze katholieke Staten leden dit maar zonder meer geslikt heb ben Hier komt nog bij, dat het bestuur zeer speciaal de aandacht van bedoelde Statenleden op dit zeer op den schoodstrijd lijkende subsidievoorstcl heeft gevestigd. Dit heeft echter niet mogen baten en men heeft weinig medewerking ondervonden. Verschillende afgevaardigden zegden dan nok toe, dit punt in de vergadering der kiesvereeniging nader te behandelen. Krachtig werd er op aangedrongen, dat het bestuur zou blijven pogen de voor waarden veranderd te krijgen, hetgeen niet meer dan billijk en rechtvaardig zou zijn. Het voorstel van het bestuur inzake de 10 pet. afdracht werd met overgroote meerderheid verworpen, terwijl besloten werd het resultaat en den aard van het in deze vergadering gesprokene ter ken nis te brengen van de verschillende ka- tholieke Statenleden en van Ged. Staten. „Msbd."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1