DONDERDAG 29 SEPTEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 10
GEMENGDE BERICHTEN
MOTOR TEGEN BOERENWAGEN.
Duozitter gedood.
Dinsdagavond is de motorrijder H. uit
Mill, dio met zijn broer op de duo, op de
Mooksche baan nabij Malden tegen een
boerenwagen gereden toen deze plotseling
den weg overstak. H. raakte den wagen,
verloor zijn stuur en botste met zijn motor
tegen een boom. H. kreeg een ernstige her
senschudding.
Zijn broer werd van den motor geslingerd
en kwam er met eenige lichte ontvellingen
af. Dr. Gerritsen, die de gewonden ver
bond, achtte overbrenging van H. naar het
Canisius-ziekenhuis te "Nijmegen noodza
kelijk, alwaar hij later is overleden.
VOETGANGER TE GhüNINGEN
GEDOOD.
Gistermiddag is een 46-jarige verpleegde
uit het Verzorgingshuis te Groningen, toen
hij de Groote Markt overstak, door een
transportauto overreden. Burgers hebben
den man, die bewusteloos was, onder den
auto weggehaald. Hij is per politie-bran-
card naar het Academisch Ziekenhuis over
gebracht, alwaar hij in den loop van den
avond ia overleden.
ONDER DE STOOMTRAM.
Dinsdag is mej. Franken te Vlijmen
waarschijnlijk door de felle lichten verblind,
onder de stoomtram geraakt. De vrouw
werd tegen den grond geworpen en is met
zware wonden aan hoofd en beenen naar
het ziekenhuis te Vlijmen vervoerd. Haar
toestand is zorgwekkend.
MOTORBOOT BIJ GOUDA
GEZONKEN.
Gisternacht te één uur is in den Hol-
landsche IJsel tusschen Gouda en Moor
drecht ter hoogte van de sluiswerken de
motorboot „Paulina" uit Gouderak gezon
ken. Het schip dat 32 1/2 M. lang is en 182
ton meet, in eigendom toebehoort aan de
weduwe C. Huisman te Gouderak, was met
een lading van 150 kub. M. zand op weg
van het Hollandsch Diep naar de sluiswer
ken ter plaaste. Het had juist gisteravond
de plaats van bestemming bereikt om ge
lost te worden. Door een voorbij varende
boot is het zwaar beladen vaartuig wegge
zogen, volgeloopen en gezonken. Het ligt
gedeeltelijk over zij, 20 M. uit den wal op
den bodem van den IJsel. De positie is niet
gevaarlijk voor de scheepvaart. De boot is
gedeeltelijk te zien bij laag water. Bij
vloed echter is zij op een klein gedeelte
der stuurhut na totaal verdwenen. Het schip
zit dan 3 1/2 M. onder water.
Hoewel zich gewoonlijk drie personen
aan boord bevinden, was in den afgeloo-
pen nacht alleen de neef van de eigena
resse, de 19-jarige P. Huisman uit Gou
derak, op het sohip. Hij lag in het voor-
gedeelte van het sohip te slapen. Hij merk
te niets van het ongeluk, dan pas toen zijn
bed in het water ronddreef en hij zelf
kletsnat was. Ternauwernood kon hij teen
met medeneming van slechts enkele klee-
dingstukken in de roeiboot springen en
zich in veiligheid brengen.
Het schip is verzekerd, doch de invents
ris niet, daar men vergeten had, de polis,
die eenigen tijd geleden afgeloopen was,
te vernieuwen. Daar de roef en de keuken
geheel onder water zitten, is de inboedel
verloren gegaan, waardoor groote schade
is aangericht. Het schip zal morgen leeg
gepompt en door de firma Van der Graaf
en Koelman uit Botterdam gelicht wor
den. Als bijzonderheid hoe ongelukkig de
„Paulina" vaart, kan nog worden ver
meld, dat de schipper eenigen tijd gele
den te Rotterdam overboord is geslagen
en verdronken. „Tel."
Jongetje verdronken.
Gistermiddag werd het vierjarig zoontje
van den heer H. ten Hage uit Tijnje aldaar
vermist. Toen men ging zoeken, werden de
klompjes van het ventje drijvende gevon
den in het stroomkanaal. Na eenige uren
dreggen is het lijkje opgehaald. De jongen
is voor de ouderlijke woning van een brug
getje gevallen, zonder dat het ongeval werd
opgemerkt.
VAN EEN „ZEILTOCHT OM DE
„WERELD".
Nederlandsch landarbeider te Malmö
aangehouden.
De politie te Malmö heeft Maandag, naar
de Zweedsche bladen melden, een Neder
landsch landarbeider aangehouden, Eduard
Jonker geheeten, die samen met den Zweed-
schen landbouwkundige Valdemar Jader-
lund een „zeiltocht om de wereld" was be
gonnen met een te Gothenburg gestolen
zeilboot.
Jonker was half Juli met een boot te
Stockholm aangekomen en was gaan zwer
ven in Noord-Zweden. Daarbij had hij
Jöderlund ontmoet die in het bezit'was van
een auto. Zij hadden o.a. Finland bezocht.
Op den terugweg had Jöderlund het voor
stel geopperd van een „zeiltocht om de we
reld''. Jonker was echter niet verder mee
gegaan dan tot Varberg, een eind ten Z.
van Gothenburg. Van daar ging hij naar
Denemarken, waar hij met een Deen werd
aangehouden als verdacht van diefstallen
in villa's doch zij bleken hieraan onschul
dig te zijn.
DE VERGANE NED. BAGGERMOLEN.
Omtrent het vergaan van den Ned. bag
germolen in de Golf van Biscaye, waarbij
twee zeelieden uit Maassluis zijn verdron
ken, meldt Reuter:
Toen de sleep in de Golf van Biscaye was
aangekomen, maakte een zware storm het
sleepen moeilijk en de baggermolen begon
over te hellen. De opvarenden, de 31-jarige
C. Ras en de 21-jarige E. Sperling, uit
Maassluis, beduidden de sleepboot Ebro om
op de dichtstbijzijnde haven aan te sturen.
De schipper besloot te trachten de Spaan-
sche haven Ferrol te bereiken, maar onge
veer twee uur later verdween de bagger
molen in de golven. Vermoedelijk is hij om
geslagen, de twee mannen met zich mee
sleepend. De Ebro kon pas den volgenden
ochtend het wrak vinden.
Het lichaam van Ras werd gevonden met
gebroken schedel. Van Sperling, die juist
3 maanden geleden was getrouwd, werd
geen spoor gevonden.
SCHAT'S GLIJSPANTEN.
Velen zullen zich waarschijnlijk' herinne
ren, dat eenige jaren geleden uitgebreide
proefnemingen zijn gehouden met het uit
zetten van reddingbooten op het wrak van
het nabij Kamperduin gestrande Engelsche
slagschip „Prince George", welke met 46
graden slagzij in de branding lag.
Door middel van Schat glijspanten bleek
het teen mogelijk zoowel vol beladen als
leege sloepen bij die ernstige slagzij veilig
en snel te water te vieren.
Dat Nederlandsche vindingen Internatio
naal worden toegepast komt meermalen
voor; op scheepvaartgebied echter zelden.
Daarom zal het velen een genoegen doen
te vernemen, dat de Schat glijspanten voor
scheepsreddingbooten aangebracht zijn op
alle sloepen van het nieuwe Italiaansche
rèuze schip „Rex", en tevens dat die glij
spanten allen in Holland vervaardigd zijn.
Als bijzonderheid omtrent de „schaatsen"
van de „Rex" zij nog vermeld, da<t de glij
spanten voorzien zijn van lange bovenein
den, welke extra- verstrekt zijn, om, wan
neer bij scheefliggend schip de redding
booten der „Rex" langs de overhangende
dekken gevierd worden, en naar binnen
zwaaien, de inzittenden der sloepen tegen
lichamelijk letsel te beschermen.
De Nummers welke de Humorist AUG. DE
LAAT hedenavond zal zingen voor de Vlaamsche
Katholieke Radio Omroep uitz. Brussel, ii,
337.8 M. zijn verkrijgbaar aan het adres
AUG. DE LAAT. Korvelsche Weg 123, Tilbura
Prijs met muziek f 0.50. 7376
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's van Vrijdag 30 September.
Huizen, 296 M.
Alg. programma verozrgd door de N.C.R.V.
8.00 Schriftlezing.
8.159.00 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst.
11.00 Concert. A. de Vink Verschoor,
sopraan; J. Vrolyk, bariton; B. de Vries,
hobo en A. Schelievis, piano.
I.00 Concert. H. Hermann, viool; T. G.
v. d. Haar, viool; H. v. d. Horst Jr., cello
en Mevr. B. A. v. d. Horst-Bleekrode, piano.
2.00 Pauze.
2.30 Vervolg concert.
3.30 Pianorecital door Mej. A. Tolk.
4.30 Gramofoonplaten.
5.00 Botanisch halfuurtje voor de jeugd.
5.30 Voor amateur-fotografen.
6.00 Causerie door H. J. Steinvoort.
6.30 Radio-dokter.
7.00 Causerie door A. J. Herwig.
7.45 Gramofoonplaten.
8.0010.30 Concert door de HOV (Sym-
phonieorkest) o.l.v. F. Schuurman, m.m.v.
he-t NCR V-dameskoor o.l.v. Mej. L. Lauen-
roth. O-a. La Feria, Lacome en Kamarins-
kaja, Glinka.
9.009 30 Dr. A. van Deursen: „Een reis
langs Spitsbergen",
ca. 9.50 Vaz Dias.
10.3011.30 Gramofoonplaten.
Hilversum, 1875 m.
6.45700 en 7.307.45 Gymnastiekles.
8.00 Gramofoonplaten.
9.00 Trio W. Drukker.
10 00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Voordracht door O. Rijken.
10.30 Vervolg Trio.
II.00 Mevr. C. Pothuis-Smit: „Pelgrims
tocht".
11.15 Vervolg Trioconcert.
12,00 AVRO-kleinorkest o.l.v. N. Treep.
2.00 Gramofoonplaten.
2.30 AVRO-kamerorkest o.l.v. L. Schmidt
4.00 Gramofoonplaten.
5.00 VAR A-orkest o.l.v. H. de Groot.
5.45 Gramofoonplaten.
6.00 Orgelspel door J. Jong mnn.v. Leo
Fuld, zang.
6.40 Mevr. A. Heuff: „E. Bellamy*'.
7.00 VAR A-orkest o.l.v. H. de Groot.
8.00 Mej. Dr. N. A. Bruining: „Nieuwere
kerkgeschiedenis.
8.30 Concert, m.m.v. C. v. Leeuwen
Boomkamp, cello en Joh. Röntgen, piano.
9.00 Mr. J. Bierens de Haan: „Economie
en maatschappij".
9.30 Vervolg concert.
10.00 Vrijz. Godsd. Persbureau.
10.05 Vaz Dias.
10.15 Ds. E. D. Spelberg: „Dirk Coster's
nieuwe geluiden".
10.45 Gramofoonplaten.
11.0012.00 Gramofoonplaten (VARA).
Daventry, 1554 m.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein en berichten.
12.20 Orgelconcert door W. S. Vale.
1.05 Shepherd's Bush Paviljoenorkest.
2.20 Voor scholen.
4.15 Northern Studio-orkest o.l.v. J.
Bridge.
Jachtopziener bedreigd.
Uit Veldhoven wordt aan de „Tel." ge
meld:
Twee jachtopzieners in het gehucht Ves-
sen ontdekten des nachts in het jachtveld
een lichtbakdrager. Toen zij den man ach
tervolgden, draaide deze zich om en zette
beide jachtopzieners in het licht, terwijl hij
den loop van zijn geweer op hen gericht
hield. Een politiehond werd terstond op
5.05 BBC-dansorkest o.l.v. H. Hall.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Berichten.
6.50 Mozart's Pianomuziek door E.
Isaacs.
7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen.
8.20 Promenadeconcert (Beethoven-pro
gramma) uit de Queen's Hall door BBC-
Symphonie-orkest en solisten o.l.v. Sir Hen
ry Wood. O.a. 3de Leonore-Ouverture en 9e
Symphonie met slotkoor over Schiller's
„Ode an die Freude".
10.00 Berichten en lezing.
10.35 BBC-orkegt o.l.v, J. Lewis. O.a. Lie-
bestraum, Liszt en Serenade „Les millions
d'Arlequin", Drigo.
11.2012.20 Dansmuziek door de Savoy
Hotel Orpheans.
„R a d i o-P a r i sM 1725 M-
8.05, 12.50 en 7.20 Gramofoonplaten.
9.05 Radio-tooneel.
9.50 Gramofoonplaten. O.a. Uit „La Tra-
viata", Verdi en „Manon Lescaut'*, Puc
cini.
Kalundborg, 1153 m.
12.201.35 Concert uit Hotel Angleterxe.
3.005.00 C. Bydahl's orkest.
8.30 Zangvoordracht door S. Sohierbeck.
8.45 „Grev Bonde og Hans Hus", drama
van Helge Rode.
11.0511.20 Pianorecital door V. Fischer.
Oa, Reflexions, Lianowski.
Langenberg, 473 m.
7.258.20 Concert uit Bad Bertrich.
12.05 Gramofoonplaten.
12.20 Gramofoonplaten.
1 202.50 Concert o.l.v. Wolf.
5.206.35 Concert o.l.v. Eysoldt.
8 20 „Wallenstein". Tweede avond „Wal-
lenstein's Tod" van F. Schiller. Begie:
Hardt.
11.0512.20 Dansmuziek o.l.v. Wolf.
Rome, 441 M.
9.05 Gevarieerd ooncert, oa. uit „Héro-
diade", Massenet en Scheherezade, Rims-
ky-Korsakow.
Brussel, 508 en 338 M.
508 M.: 12.20 Gramofoonplaten.
5.20 Concert o.l.v. Kumps.
6.20 Pianorecital.
6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Balletmuziek o.l.v. F. André. O.a.
Coppelia, Delibes.
9.20 Vervolg concert. 0.a. Ouv. Wilhelm
Tell, Rossini, en Caprice italiën, Tschai-
kowsky.
10.30 Gramofoonplaten.
338 M.: 12.20 Gramofoonplaten.
5.20 Concert o.l.v. F. André.
6.20 en 6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps- 0.a,
Symphonie in Es, Mozart en Espana-Rhap-
sodie, Chabrier.
10.30 Gramofoonplaten.
Z e e s e n, 1635 m.
8.20 „Wallenstein's Tod", dramatisch ge
dicht van F. Schiller.
10.50 Kurt G. Sell: „Worüben man in
Amerika spricht". Hierna tot 12.20 Concert
door de Rüdersdorfer Bergkapel o.l.v. Her
mann Pape.
HUMOR IN DE AETHER.
Blijkens in dit blad voorkomende ad
vertentie zal de Humoriet Aug. de Laat
hedenavond wederom optreden voor de
Vlaamsche Katholieke Radio Omroep te
Brussel.
den strooper afgezonden, doch deze schoot
het dier onmiddellijk dood. Daarna riohtte
hij zijn geweer op een der jachtopzieners.
De jachtopzieners, die hun leven bedreigd
zagen, schoten den man in een der bee
nen. Hierop werd het licht gedoofd en wist
de strooper in het struikgewas te ontkomen.
Later is hij gearresteerd.
FEUILLETON.
DE DOCHTER
VAN DEN DICTATOR
ROMAN VAN EDGAR JEPSON.
Vertaald door F. van Velsen.
(Nadruk verboden).
31)
Zij sprak de woorden ,,'t hof maken"
met zooveel eenvoud, dat duidelijk bleek,
hoe slecht zij de eigenlijke beteekenis
daarvan begreep. Zij scheen niet te besef
fen, dat de prins dwaas verliefd op haar
was. Waarlijk, zij was nog een onbedor
ven kind. Het zou haar dan ook groot leed
doen, als zij de ware beteokenis van haar
tegenwoordigheid in dit paleis ontdekte.
Met de grootste beslistheid zei ik daar
om: „Dat is onzin, fatalen onzin! Uw va
der heeft dergelijke hulp niet noodig. De
prins is immers voor hem ook zeer vrien
delijk?" en om het gesprek op een ander
onderwerp te brengen vroeg ik: „En be
vallen de overige dames u nog al?"
„Ja, sommige zijn heel aardig, maar er
zijn er, die nog al jaloersch zijn, maar der
gelijke vrouwen treft men overal, niet
waar
„Inderdaad", zei ik.
„Het deert mij niet, al sedert lang ben
ik aan hatelijkheden van dien aard ge
wend. Op kostschool was het al zoo. Maar
ik heb wel geleerd mij te weren."
Tante Agnes kwam op ons toe en groette
Emma hartelijker da-n ik had durven ver
wachten. Zij informeerde belangstellend
naar het leven in de omstreken vaji Lei-
cester, waar de Cumberland's hun huis
hadden. Het deed me goed te zien hoe on
bevangen en eenvoudig Emma tante ant
woordde.
Wij wandelden met z'n drieën naar de
hall terug, waar wij den prins ontmoetten
die Emma aansprak en zich geruimen tijd
met haar onderhield.
Nu ik eenmaal geïntroduceerd was aan
het hof kon ik er geregeld terugkomen en
ik deed dat ook bijna dagelijksch. Wij gin
gen dikwijls paard rijden of lunchten met
dEstorges en enkele anderen. Verschillen
de malen ging ik ook naar de „five o'clock"
die door prinses Ottilie werd gegeven. Met
deze prinses was ik op zeer goeden voet.
Een innig medelijden welde in mij op als
ik dacht aan de zorgeloosheid en de valsch-
heid waarmee zij werd behandeld. Dinee-
ren deed ik meestal in een of ander res
taurant, maar slechts zelden bij den prins.
Wel ging ik geregeld naar het „coucher"
ten paleize, zooals het bezoek na het
diner oudergewoonte genoemd werd.
Ik nam de voorzorg om voor gravin Ru*
dini een bijzondere attentie aan den dag te
leggen, die volgens sommigen wel wat te
ver ging, doch voor mij slechts de bedoe
ling had om den prins op een dwaalspoor
te brengen en diens wantrouwen jegen-*
mij weg te nemen. In geval van nood zou
ik dan Emma makkelijker mijn bescher
ming kunnen verleenen.
Emma had aan het hof vele bewonde
raars en wanneer nu een van hen zich met
haar onderhield en de prins voegde zich bij
hen, dan ging de ander al spoedig heen cn
liet haar met den prins alleen. Ik echter
dacht er niet aan om heen te gaan als hij
zich bij ons voegde. Volgens mijn inzicht
had Babouche als getrouwd man hoege
naamd geen recht om zich bijzonder voor
Emma te interesseeren. Wat anderen do
den liet mij koud, doch ik bemerkte wel,
dat mijn houding den prins niet aange
naam was. Als hij wel eens al te beminne
lijk werd voor Emma en zijn woorden niet
nauwkeurig wikte en woog, coupeerde ik
zoon'n gesprek onmiddellijk en richtte de
conversatie op een ander onderwerp. Dat
zoo iets de toorn van den prins nog al eens
opwekte, spreekt van zelf, doch ik won
er mee, dat hij zich tegenover Emma en
ook tegenover mij met meer reserve ge
droeg, dan anders het geval zou zijn ge
weest.
Ik had al spoedig veel vrienden aan het
hof, maar maar van vijanden was ik toch
ook niet vrij. Prinses Erminie begreep al
vlug, dat ik, niettegenstaande mijn ver
fijnd spel, met gravin Rudini, haar plan
nen dwarsboomde. Zij liet dan ook geen
kans voorbij gaan oru mij in het openbaar
te grieven en dikwijls zefs te beleedigen.
Doch ik bleef er volkomen koud onder.
Op een gegeven dag scheen zij in te zien,
dat haar middelen ten mijnen opzichte
faalden en van dat oogenblik af probeerde
zij mij tegelijk met prinses Ottilie ten gron
de te richten. Ik had aan bet hof echter
nog een anderen vijand, lord Frederik
Peeke namelijk. Overal herhaalde hij het
praatje, dat een reizend Engelschraan, van
wiens verleden niemand iets wist en wiens
eenige introductie zijn vriendschap met den
Eneelscben eezant w»s. e'?enl"V niet r*--
het hof thuishoorde Het lordschap, d-t
nog van zeer jongen datum was, drukte dit
ijdele jongmensch wel zwaar. Ik trok mij
van zijn praatjes natuurlijk niets aan en
verwaardigde mij nauwelijks hem te ant
woorden. Hij stond in nauwe vriendschaps
betrekking met den prins die hem blijk
baar iemand van zijn eigen opvattingen
vond. Talrijke arme edellieden zwermden
voortdurend om hem heen, niet in het
minst omdat hij steeds zonder spijt groote
sommen gelds verloor met het kaartspelen.
Hij trachtte door hen in nauwere relatie
te kunnen komen met Emma, voor wie hij
een uitgesproken bewondering had.
Cumberland maakte met den diefstal
volstrekt geen haast. Dat zou maar ge
vaarlijk kunnen zijn, zei hij. Bovendien be
viel het verblijf aan het hof hem heel goed
en hij koesterde zich terdege in de warmte
van 's prinsen genegenheid. Aanvankelijk
scheen de prins niet bijster met hem inge
nomen te zijn, doch naarmate zijn gevoe
lens voor Emma hevigen werden, toonde
hij zich voor den vader toeschietelijker er.
vertrouwelijker.
Emma scheen te denken, dat onze onder
neming was afgelast of althans uitgesteld.
Deze overwegingen maakten haar vroolijk
en het geheele hof droeg haar om haar in
nemend karakter, op de handen.
Ik bemerkte nu en dan wel, dat zij met
een bezorgden blik naar mij keek, als ik
de gravin opvallende attenties bewees, en
toen zij zag, dat ik ook prinses Ottilie met
bijzondere onderscheiding behandelde werd
haar blik zelfs stroef en achterdochtig.
Met prinses Ottilie verkeerde ik overi
gens steeds op zeer goeden voet. Ik had
diep medelijden met het arme vrouwtje, dat
zoo schandelijk door haren echtgenoot
werd verwaarloosd. Wij spraken wel eens
over de verhoudingen aan het hof en het
bleek mij dan duidelijk, dat zij er zwaar
onder leed.
„Er is maar één persoon, die u zou kun
nen helpen en die het ook met genoegen
doen zou als zij van de heele situatie op
de hoogte was", zei ik eens tegen haar.
„O neen", zei zij neerslachtig, „er is
niemand die dat zou kunnen. Wie zou het
ook kunnen zijn?"
„Juffrouw Cumberland
„Juffrouw Cumberland", zei prinses Ot
tilie met verontwaardiging, „het meisje
dat om mijn gemaal heenfladdert als een
vlinder, 't Is een fraaie hulp, waarvan u mij
verzekert."
„U bent verkeerd ingelicht of verkeert
in dwaling", zei ik zeer beslist. „Zij denkt
er niet aan om den prins tot zich te trek
ken, zij is werkelijk to onschuldig voor
zoo'n gevaarlijk spel."
„Nonsens Denkt ugelooft u aan
dergelijke onschuld. „O, wat zijn majinen
toch kortzichtig."
„Ach", zei ik langzaam, „als vrouwen
elkaar wat meer vertrouwden zou er heel
wat minder kwaad gedaan worden."
„Neen, neen, 't is onmogelijk, 't Is be
lachelijk!" riep zij uit.
„Toch is het zooals ik gezegd heb," zei
ik met eenige plechtigheid en liet haar
alleen om over alles na te kunnen den
ken.
(Wordt vervolgd).