PüeOL geneesten, de huid ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1932 DE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND Loopt het ontwapeningsgetij terug? Duitschlands actie voor pariteit. Hoe de andere mogendheden daarover denhen. Een flinke por moet de machi nerie weer op gang helpen. Ontwapening. Het bureau van de Ontwapeningsconferentie is weer bij een gekomen te Genève. De wereld verwacht van deze bijeen komst daden, maar men is bang, dat het wel bij praten zal blijven. Intusschen schijnt het bureau thans zoover gekomen te zijn, dat het zelfs geen moed heeft om te praten. Toen de zitting geopend werd, was Duitschland niet vertegenwoordigd- De Duitsche regeering had dat laten weten zij zou niet meer deelnemen aan het werk der Ontwapenigsconferentie om dat het voor haar geen zin heeft mede te werken aan het nemen van besluiten, die toch niet van toepassing zouden zijn op Duitschland. Dit staat in verband met Duitschlands eisch tot gelijkgerechtigd heid op bewa-peningsgebied, welke door Frankrijk is afgewezen en door Engeland inopportuun is genoemd. Nu rees de vraag: wat doen we zonder Duitschland? Is re geen manier om Duitsch land op de een of andere wijze tegemoet te komen? Als we niet oppassen, loopt Italië ons ook nog weg, want Mussolini steunt de Duitsche eischen. Het bureau wist er geen raad op, was zelfs bang om er een woord over te pra ten, want overal steken voetangels en klemmen. Verschillend standpunt. Wij weten thans hoe. de verschillende mo gendheden over de zaak denken. Duitschlands meening hebben wij reeds eerder uiteengezet en komt op het vol gende neer. In het Vredesverdrag van Versailles hebben wij moeten beloven, ons te zullen ontwapenen, wat wij dan ook ge daan hebben. Maar in datzelfde vredes verdrag erkennen de andere mogendheden, hun plicht om eveneens tot het noodzake lijk minimum te ontwapenen en wordt Duitschlands ontwapening beschouwd als de inleiding van een algeaneene bewape- ning&beperking. Welnu, wij zijn ontwapend, de andere mogendheden volgen echter niet. Als de andere mogendheden hun verplichting niet nakomen, wensohen wij ook niet langer eenzijdig ontwapen te zijn. Juridisch heeft Duitschland ongelijk, want nergens staat in het Vredesverdrag wanneer die ontwapening van de andere mogendheden moet beginnen, evenmin tot hoever die moet gaan. Slechts wordt ge sproken van het minimum, dat vereenig- baar is met de nationale veiligheid en met de nakoming der internationale ver plichtingen. Alles rekbare begrippen. Maar moreel heeft Duitschland wel gelijk, als het verlangt, eindelijk eens opgeheven te worden uit den staat van tweede rangs mogendheid. Da-t is ook op den duur voor een cultuurstaat onverdragelijk en leidt tot allerlei ongewenschte consequenties. FEUILLETON. DE DOCHTER VAN DEN DICTATOR ROMAN VAN EDGAR JEPSON. Vertaald door F. van Velsen. (Nadruk verboden). m) „O, dat is hoegenaamd geen bezwaar", antwoordde Wyse. ,,'t Is een receptie zon der eenig officieel cachet of bijzonder ver toon. Met plichtplegingen schijnt men zich hier in San Stefano bovendien niet op te houden." Wij stapten op en wandelden samen wat door de stad. „Wie is hier tegenwoordig gezant van Engeland", vroeg ik. „Lord Hazelrigg" antwoordde Hilde- brand Wyse. Ik bleef van verrassing staan. „Lord Hazelrigg V' zei ik verbaasd en keek mijn vriend met groote oogen aan. ,4Weet je dat zeker." „Heel zeker", antwoordde hij. Ik zou dus mijn eigen oom en tante hier aantreffen als vertegenwoordiger van den koning van Engeland XVII. Ik kom onder vrienden terecht. Sir Hildebrand Wyse keek mij verwon derd aan. Ik overwoog dat tante Agnes, als zij mij zou herkennen een zeer bruik bare hulp voor mij zou kunnen zijn in deze omstandigheden. Frankrijk antwoordde op dezen Duit- schen eisch, dat het toch te gek is, dat Duitschland in dezen tijd met een voor stel komt, om het toe te staan zijn bewa pening te verminderen. Bovendien voel ik zooveel moeite naar streven om de bewa pening te evrminderen. Bovendien voel ik mij nog heelemaal niet veilig. Men kan hierbij opmerken, dat Duitschland niet op de eerste plaats verhooging van bewape ning vraagt, maar gelijkgerechtigdheid. Dat kan ook bereikt worden door ontwa pening der andere mogendheden tot het peil van Duitschland. Juist, zegt Italië, dat moet ook. Maar als de andere mo gendheden dat niet willen dan heeft Duitschland ook het recht zich te wape nen. Gelijkheid van recht voor allen. Maar, voegt Mussolini er bedachtzaam aan toe, het is wel wenschelijk, dat Duitschland van dit recht een gematigd gebruik maakt. Het antwoord van Engeland wekte al gemeen verbazing. Men meende, dat Enge land zoo'n beetje tusschen Frankrijk en Engeland in stond en alle moeite zou doen om deze twee tot elkander te brengen, ten einde de Duitsche actie dienstbaar te ma ken aan de ontwapeningsidee. De Engel- sche nota was echter een schoolmeester achtige preek tegen Duitschland, dat zoo stout was, om nu, terwijl de mogendheden het zoo druk hadden met de moeilijkste kwesties uit te puzzelen, met dezen eisch aan te komen. Overigens moet Duitsch land niet vergeten, dat als de andere mo gendheden zich niet aan het verdrag hiel den, Duitschland het daarom nog niet bre ken mocht. »Wat generaal von Schleicher bij het lezen van deze nota binnensmonds gemom peld heeft, is niet bekend. Wat misschien maar goed is ookIn ieder geval schijnt wel vast te staan, dat de bedoeling goed was, maar dat de redactie een beetje on gelukkig uitgevallen is. De Engelsche voorzitter van de Ontwapeningsconferentie Henderson heeft de pil een beetje verzacht door vóór den Duitschen eisch te pleiten. Maar Henderson is geen minister. Vertraging. Intusschen is het re sultaat van al dat geharrewar op het oogenblik een stagnatie in het ontwape- nigswerk en een verscherping der onder linge verhoudingen in Europa. Maar een dergelijke onzachte por is dik wijls noodig om de zaken weer beter te doen marcheeren. Met is best mogelijk, dat de mogendheden, die zoo taai vasthou den aan hun vermeende rechten en eischen van nationale veiligheid, eens een flinke tik op hun vingers moeten hebben, waar door zij een groot deel van hun eischen laten vallen. Laten wij hopen, dat dit ten slotte nog het resultaat zal zijn van de Duitsche actie. „Een je Hazelrigg?" vroeg Wyse. „Heel goed, maar of hij mij kent, weet ik niet", zei ik voorzichtig. Toen wij bij de villa Maggiore waren aangekomen werden wij door een bediende door de koele, lange gangen naar den tuin geleid, waar mijn oom, Excellentie Hazel rigg, zijn gasten ontving. Hij begroette Hildebrand Wyse met groote hartelijkheid en gaf mij de -hand. Een nog al corpulent heer met het lintje van een of andere orde in zijn knoopsgat voegde zich bij ons en zei, met eenigszins slijmerige stem tegen Wyse: „Ik heb vernomen, dat u de geschiedenis van onzen Staat bestucjeert, mijnheer Wy se, is dat juist?" „Dat wil zeggen, mijnheer de graaf", zei Hildebrand bescheiden, „ik bepaal mij tot de constitutioneele crisis." „Wees barmhartig in uw oordeel over ons en vonnis niet te streng. Dij staats mannen maken weliswaar de geschiedenis, doch kunnen dat niet altijd doen zooals wij wel gaarne zouden wenschen. Hoe is dat Engelsche spreekwoord ook weer? Hoe meer koks, hoe slechter soep, is 't niet?" „Maar de chef-kok bepaalt toch de kracht en den smaak" zei Wyse terwijl hij een lichte buiging maakte. Wij wandelden verder in de tuin. „Dat was Casellie de handlanger van prinses Erminie", zei Wyse. „Zij beiden regeeren feitelijk hier." Op een halfrond terras, aan het einde van den tuin, zaten een aantal dames. Ik ontdekte in hun midden onmiddellijk mijn tante Agnes. Zij was in een helroode japon en ik herinnerde mij, dat haar smaak steeds de wanhoop van de geheele familie was Zij begroette Wyse vriendelijk, doch toen deze mij aan haar voorstelde, keek zij mij LETTEREN EN KUNST DE SPELEN VAN OBERAMMERGAU- Een opvoering In 1934. Het R. Katholieks Weekblad „The Universe" bericht, dat ieeds in 1934 op nieuw passiespelen te Oberammergau zullen gehouden worden; de laatste zijn in 1930 geweest. Dus de eerstvolgende opvoeringen zouden pas in 1940 zijn. In 1934 is het 300 jaar geleden, dat het be sluit tot het opvoeren van deze passiespe len genomen werd, vandaar de uitzonde ring. Ook nu, zoo deelt het blad verder mede, zullen alle formaliteiten streng in acht genomen worden; de spelers zullen door den Raad der Oudsten bij lot wor den aangewezennauwkeurig zal deze raad de qualiteiten van de candidaten wegen, die zich voor medewerking aan bieden. Het staat wel vast, dat de groo te hoofdrol, de „Christus", ook ditmaal door Alois Lang gespeeld zal worden, maar nog niet, of Anny Rutz opnieuw de Madonna zal worden. Wel geldt zij met groote oogen aan. Er was iets zoe- kends in haar blik. 't Scheen dat zij zich afvroeg waarvan zij mij kende. „Hulston zei zij met onvaste stem. „Verstond ik het goed? Hulston?" „Gabriël Hulstonzei ik zonder een spier van mijn gelaat te vertrekken. „Maar ik geloofeh,ik geloof dat ik uw moeder gekend heb?" „Zij sprak inderdaad dikwijls over u", antwoordde ik. Wij sloten ons bij het gezelschap aan en spraken over allerlei onvei'schillige on derwerpen. Mijn tante zat mij voortdurend te fixeeren. Tenslotte kon zij haar nieuws gierigheid niet meer bedwingen en vroeg mij of zij mij het mooie uitzicht over de stad mocht toonen aan de andere zijde van den tuin. Wij stonden samen op en gingen heen Toen wij eenige stappen van de overigen verwijderd waren, zei zij opeens: „Ben jij Hulston, of ben je het niet?" „Ja, ik ben het", zei ik lachend. „Dat is niet mooi van je. Wij dachten allen dat je dood waszei tante Agnes met eenige verontwaardiging in haar stem. „Het heeft ook werkelijk niet veel ge scheeld, lieve tante, maar u zult toch niet verwacht hebben, dat ik mijzelf van kant zou hebben gemaakt om den twijfel van mijn «familieleden weg te nemen", zei ik schertsend. „Neen, neen, natuurlijk niet. Maar begin nu niet te schertsen, nu je net uit het graf bent opgestaan. Ik schrok werkelijk toen ik je zag." Zij keek mij bezorgd aan en zei toen op medelrdenden toon: „Wat ben je ver ouderd, arme jongen. Wat ben ik blij, dat je weer terugkomtZij omheisde mij spontaan en gaf me een hartelijken zoen. als de eerste actrice van Oberammergau, en haar reis naar Londen, waar zij de beste tooneelkrachten heeft zien spelen, heeft haar talent nog meer ontwikkeld. Maar ze is een blondine, en daarom voor uitbeelding van de Madonna minder ty pisch. Haar concurrente is Maria Lang (Anton Lang's dochter), die met een eventueele 'benoeming reeds in zooverre heeft gerekend, dat zij haar voorgenomen huwelijk voorloopig heeft uitgesteld. Hanni Preisinger zal ditmaal niet Maria Magdalena kunnen zijn, omdat ze sedert 1930 getrouwd is. Vele meisjes hebben het voorbeeld van Anny Rutz gevolgd: ze vertoefden een tijdlang in Engeland, om met het oog op de Amerik. en Engelsche gaston beter Engelsch te leeren spreken. Na haar reis heeft Anny Rutz het drie eeuwen oude huis van haar moeder als bewaarschool ingericht. „Hbld." SPORT VOETBAL R. K. BELGIE—R. K. NEDERLAND. Zondag aa. zal de eerste officieele in terland-wedstrijd R. K. BelgiëR. K. Ne derland dan plaats vinden. Wij hebben de Belgen al een keer in ons land ontvangen, te Tilburg namelijk, doch de ploeg, die toen tegen ons elftal uit kwam, bestond alleen uit spelers van de katholieke sportverbonden van de provin cies Brabant (hoofdzakelijk Brussel) en Antwerpen. Sedert dien is tot stand gekomen het Katholiek Sportverbond van België, waar bij, behalve de verbonden, welke wij hier voor noemden, nog zijn aangesloten het Katholiek Sportverbond van West-Vlaan- deren en het Katholiek Sportverbond van Oost-Vlaanderen. Dit laatste verbond is verreweg het sterk ste van de vier leden van het nationaal verbond. De katholieke soortbeweging in België staat feitelijk nog in haar kinderschoenen Vooral de laatste jaren is er echter met vrucht geijverd en de katholieke sportidee wint dan ook veld. Een uiterst moeilijke strijd hebben onze zuidelijke broeders te strijden. Niet alleen tegen de machtige Union Beige, den Koninklijken Belgischen Voet balbond, maar vooral ook tegen den neu tralen Vlaamschen Voetbalbond, een bond, niet om godsdienstig-principieele redenen opgericht, doch om politieke oorzaken van de Union Beige afgescheiden en die in het V'laamsche land volgens de laatste opgaaf in het officieel orgaan 250 aange sloten ve ree nagingen telt. Desondanks is de katholieke sportorgani satie van België gecentraliseerd. Er is thans ook een nationaal selectie-komiteit, dat het vertegenwoordigende elftal heeft vast gesteld, na een proefwedstrijd tussohen een elftal van Mogelijken en Waarschijn lijker!, Zondag 11 September te Drongen gespeeld. Het pleit voor den spreekwoordelijken moed der Belgen, dat zij niet een B-elftal van ons wilden ontvangen, maar ondanks de groote nederlaag, vorig jaar in Tilburg, er op stonden onze beste ploeg in België aan het werk te zien. De organisatie van dezen eersten R. K. BelgiëR. K. Nederland-wedstrijd is op gedragen aan het Sportverbond van Oost- Vlaanderen en zal gespeeld worden op het terrein te St. Denijs-Westrem. Hoe de Het deed me goed zoo te worden beje gend. Veel vriendelijkheid had ik sedert mijn gevangenneming in Soedan niet on dervonden. „En hoelang behoor je nu weer tot het land der levenden? Ik bedoel, hoe lang ben je begraven geweest? Ik weet feitelijk niet hoe ik mijn vraag stellen zal. Wat is er eigenlijk met je gebeurd Je bent haast on herkenbaar geworden." „Dat is een heele lange geschiedenis tante", antwoordde ik „Den geheelen win ter ben ik in Londen geweest en vermomd beu ik absoluut niet. Dat ik zoo veranderd ben is het gevolg van mijn langdurige ge vangenschap in Karthoem. Maar de tijd zal mij wel weer m'n oude gedaante terug ge ven." „En je bent den geheelen winter in Lon den geweest zonder ons ook maar een maal te bezoekenWat heb je al dien tijd gedaan „Niets bijzonders. Ik heb Gerard een beetje gecontroleerd." „Gerardzei ze en fronste haar voor hoofd. „Ik ben blij, dat je terug bent, al was het alleen maar daarom." Dat enkel woord „daarom" gaf voldoen de te kennen, dat zij niet op Gerard ge steld was. ,.Ja", antwoordde ik, „ik heb eenigen tijd noodig om af te rekenen met Gerard. Het lijkt mij daarom beter, dat de eerste twee of drie maanden, niemand weet wie ik ben." „Ik moet nu even weg", zei tante Agnes gehaast, „er komen nieuwe gasten binnen, die moet ik gaan begroeten. Aan tafel moet je alles rustig vertellen. Je blijft toch dineeeren? We hebben niemand overigens. I Wat zal oom Willem er van staan te kij ken. Ik kan nog m'n oogen haast niet ge- publieke belangstelling zal zijn moet afge wacht worden. Men moet niet vergeten, dat de organi satie nog eet experiment is, al zijn er ook door do Vlamingen eenige wedstrijden ge speeld, bijvoorbeeld tegen het R. K. Lim- burgsch elftal, dat steeds de handen vol 'had om een goed resultaat te bereiken. De opstelling is als volgt: R. K. België: Van Hoorebeeke Olieslagers Rahoens (aanv.). Nootens Kindt Schepers Dillen Veldemaai Boterman Oorijn Nuyttemans Scheidsrechter 0 Keirel, Frankrijk Pistorius N. Lemmens C. Alsemgeest R. van Eekeren v. d. Hoogen R. Kaïmer J. Haibebs Jos. v. Eekeren Jos. Laarhoven J. v. d. Kley W. Alsemgeest R. K. Nederland; I. V. O. B. OVERZICHT. Het eerste treffen in de diverse klassen heeft plaats gehad en we mogen aannemen dat de spelers ingespeeld raken, nu er na de diverse oefenwedstrijden wellicht ge noeg geprobeerd is. De eerste klasse G. telt nog steeds niet een volledig programma mee. Zelfs is er één wedstrijd minder vastgesteld dan vo rige week. H. B. C. ontvangt Donk in Heemstede, hetgeen een bijna zekere overwinning voor do noordelijken beteekent. Ook Spartaan lijkt ons in Rotterdam wel een kans te heb ben tegen G. D. A„ al zijn de Loosduiners niet gemakkelijk te verslaan. Graaf Wil lem gaat op bezoek bij Santpoort, welke beide clubs jl. Zondag gelijk wisten te spe len. Toch lijken ons de Grafelijkon ster ker, zoodat we minstens met een gelijk spel van hen verwachten. Ook het programma voor de tweede klasse O vermeldt drie wedstrijden. Do Leidenaars krijgen nu bezoek van Wil helmus. Het krachtsverschil tusschen deze Voorburgsche club en Teijlingen in den eersten competitiewedstrijd bleek niet bijzonder groot. Ook morgen verwachten we niet veel verschil, maar de Leidenaars zullen den eersten competitie-wedstrijd op eigen terrein, het mooio sportpark aan den Haagweg, toch wel met een overwinning willen beëindigen? Maar dan moeten al len vaji begin tot einde aanpakken en in eendrachtige saamhoorigheid strijd on om te zorgen, dat er dit jaar toch eenig tast baar resultaat verkregen worden van de vele zorgen, die de ltoomsohe voetbalbewe ging de laatste jaren in de Sleutelstad ge vraagd heeft, 't Kan de beweging slechts ten goede komen. In Sassenheim zullen Teijlingen en BI. Zwart in feilen strijd om den palm der overwinning strijden. Dat het een folie strijd zui worden, lijkt zoo goed als zeker, maar we hopen, dat het een eerlijke strijd zal worden, waarin de sterkste zal zege vieren. De derde wedstrijd gaat tusschen Ex celsior en Spartaan II, een wedstrijd, die wellicht reecis aanleiding geeft tot het trekken van conclusies voor de komende wedstrijden. R. K. Sportvereeniging „Leiden''. De competitie draait alweer. De inzet is niet geweest zooals we gehoopt hadden, maar 't ontmoedigt ons geenszins. Integen deel. Het is voor ons een reden om des te harder aan te pakken. Zondag krijgt Leiden I een oude bekende op bezoek n.l. Wilhelmus I uit Voorburg. Wat hiervan te zeggen. Aan spanning heeft 't in deze wedstrijden in de vorige competities niet ontbroken. De uitslagen waren nu eens in 't voordeel van Leiden, dan weer in 't voordeel van Wilhelmus, zoodat we ook nu weer op een prachtigen wedstrijd rekenen, waarbij de Roodzwarten toch minstens één puntje in Leiden houden. looven." Zij drukte mij stevig de hand en ging vlug heen. „Denk er aan, dat ik Hulston heet", riep ik haar nog na en zij keek lachend om. Toen ik mij later weer bij de overige gasten voegde, stelde tante mij voor aan gravin Rudinni, een zeer schoone vrouw. Ik knoopte met deze innemende vrouw een aangenaam gesprek aan en sprak bij het afscheid nemen de hoop uit, dat ik haar in den loop van de volgende dagen nog eens zou mogen ontmoeten. Ik bracht Wyse tot aan het tuinhek on ging toen langzaam terug naar het huis. In de eetkamer wachtten oom en tante mij reeds op. Ik begreep onmiddellijk dat tante niets verteld had van haar ontdekking. Wij gingen aan tafel en Bpraken slechts weinig. Oom was zeer gereserveerd. Ik herinnerde mij, dat hij tegenover vreemden steeds eenigszins terughoudend was geweest. Hij keek mij strak aan en riep uit: „Maar 't is Honiton!" Hij sprong van zijn stoel en greep mijn hand. „Kerel, wat doet mij dat een genoe gen Hoe is dat toch mogelijk?" Breedvoerig verhaarlde ik van mijn erva ringen in Soedan en van het verraad van mijn halfbroer Gerard. Herhaaldelijk on derbraken zij mij met uitroepen van ver ontwaardiging. Het deed mij goed zooveel hartelijkheid te ondervinden en weer onder familieleden te vertoeven. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9