STADSNIEUWS VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 VEREENIGING VAN MATHES1ANEN. Viering derde lustrum. De herdenking van het vijftienjarig be staan van de Vereeniging van Mathesia- nen is gistermiddag ingezet met een re ceptie, welke het bestuur in de Burchtzaal van Hotel „Den Burcht" heeft gehouden en waar velen blijken van belangstelling gaven. We merkten daar o.m. op de heeren ir. Touw en mr. Sypkens, namens het bestuur van M. S. G., den heer ir. Verwijs, direc teur van de Bohool van M. S. G., bestuurs leden van de Ver. van Oud-leerlingen van M. S. G., den heer dr. G. Schalkwijk, di recteur der Gem. II. B. S., afgevaardig den van .het bestuur der Ver. van oud-leer lingen der Ambachtsschool, de presidente van de damesgymn. ver. Concordia, mevr. de Jong-Volkers en verder tal van leerlin gen. Toen dr. Crommelin, het nieuw benoem de eerelid, ter receptie verscheen, nam de voorzitter van de Ver. v. Mathesianen, de heer S. Sanders, het woord. Spr. heette allen welkom, in het bijzon der de eereleden, de. heeren P. M. Vleu gels en dr. C. A. Crommelin, en de hierbo ven genoemde personen en vertegenwoor digers van besturen. Bestuur en lustrumcommissie hadden gemeend deze lustrumviering niet zonder een receptie voorbij te moeten laten gaan, om daardoor gelegenheid te krijgen meer intiem kennis te maken met degenen, die met de Mathesianen sympathiseeren. SPevens had ze ten doel den aanwezigen een en ander, zij het dan in groote trekken, te kunnen mededcelen over de ontwikkeling der vereeniging, alsmede de installatie van het nieuw benoemde eerelid, dr. C. A. Crommelin. Spr. bracht hierna allereerst dank aan den oprichter der Vereeniging, het eerelid Vleugels, en aan hen, die verder aan den groei een groot aandeel hebben gehad, rooals mej. dr. de Baat en de heeren van Es, Versteeg. Jansen, Akkerman, Letteboer Yeenhuizen en Tuinlhof de Moed, wien hij, alsmede allen oud-bestuursleden en al de genen, die zich door het houden van le zingen, excursies enz. verdienstelijk had den gemaakt, hartelijk dank betuigde. Een bijzonder woord va/n dank bracht ■pr. aan het bestuur van M. S. G., direo- teur, leeraressen en leeraren alsmede aan hoogleeraren van het Nat. Laboratorium. Dank brengt spr. ook aan den heer Backer van hotel Den Burcht voor zijn bereidwil ligheid tijdens repetities, vergaderingen, enz. Spr. memoreerde vervolgens den feest avond op a.s. Zaterdag met de opvoering van de revue: „Dat bestaat niet!", met ongeveer 80 medewerkenden, welke een groot succes moet worden. Installatie clr. Crommelin als eerelid. Hierna richtte spr. zich tot dr. Crom melin, wiens bijzondere verdiensten voor de vereen, het bestuur steeds hoogelijk ge waardeerd heeft. In de eerste plaats was de ver. door zijn toedoen in de gelegenheid gesteld de lezin gen in de collegezaal van het Ned. Labo ratorium te kunnen houden. Ten tweede, dat dr. Crommelin in deze lezingen zelf steeds een zeer werkzaam aandeel heeft gehad. Ten derde leidde hij tal van excursies, ten vierde toonde hij steeds zijn volle be- langstellng ten opzichte van de studeeren den. Ten slotte meende het bestuur, wijl de stichting van het Genootschap M. S. G. in 1785 van hoogleeraren van het Nat. La boratorium uitging, is dr. Crommelin den juisten persoon te zien om uiting te ge ven aan de gevoelens van dankbaarheid voor de oprichters dezer opleiding. In de ledenvergadering van 21 Mei werd daarom besloten dr. Crommelin het eere lidmaatschap aan te bieden. Spr. hoopte, dat dr. Crommelin de aanbieding van dit eerelidmaatschap, een zeldzaam feit, op prijs zou stellen en zich hierdoor nog nau wer aan het corps van leden zou verbon den gevoelen. Hierna bracht spr. nog een woord van dank aan den vervaardiger van de oorkon de, den kunstschilder en oud-Mathesiaan Gertenaar, terwijl spr. besloot imet den wensch, dat het dr. Crommelin gegeven moge zijn tot in lengte van dagen het eerelidmaatsohap te dragen, dat de band tusschen hem en de vereeniging steeds nauwer moge worden en dat hij in goede gezondheid, opgewektheid en prettige sa menwerking nog veel nuttigs voor de Ver. van Mathesianen zal mogen doen. Dankwoord dr. Crommelin. Dr. Crommelin, hierna het woord ver- krijgende, zeide, dat de eer die hem te beurt viel en de woorden van den voorz. een wederwoord vroegen. Hij dankte dan in de allereerste plaats den voorz, en gaf de verzekering deze onderscheiding ten zeerste op prijs te stellen. Dit zal voor hem een aanleiding zijn in de toekomst zoo mo gelijk nog meer voor de vereenigng te doen. Spr. daalt hierna af in herinneringen en memoreert hoe hij zich in liet begin van de opleiding, nu een 25-tal jaren geleden, als een grooteren broer van de leerlingen beschouwde. Nu echter voelt hij zich meer als een vader tegenover zijn jongens. Hij hoopte nog vele jaren in het belang van de leerlingen werkzaam te mogen zijn, dat deze lustrumvieringen moge slagen en door een nog schooner 25-jarig feest moge ge volgd worden, (applaus). Hierna werd het bestuur gecomplimen teerd door mevr. de Jong-Volkers, presi dente van de Damesgymn. ver. Concordia, welke a.s. Zaterdagavond medewerking verleent bij de opvoering van de revue. De heer Vleugels, over het ontstaan der V. v. M. Vervolgens was het woord aan den heer P. M. Vleugels, eerelid der ver., die na een woord van gelukwensoh een terugblik wierp op de jaren 1917, 1916 en 1915. In die jaren woedde de groote wereldbrand en voor de Mathesianen waren de tijdsom standigheden zeer ongunstig. Militaire diensplicht, gebrekkige treinen loop, stoffelijke ontbering, mogelijke oor log ook voor Nederland, 't waren al'le fac toren, die de positie van den Matihesiaan onzeker maakten. En toch, ondanks dit feit bleven de Mathesianen volharden; er wer den zelfs kleine clubs gevormd, welke zich tot taak stelden de genoten studie elke week over te schrijven voor de collega's, welke deze wegens militairen dienst niet konden volgen en zoo werd er stilzwijgend een band gevormd van Mathesianen, ge baseerd op het gemeenschapsgevoel, dat men collega's, welke door overmacht niet in staat waren den cursus te volgen, niet mocht loslaten doch moest helpen, zij het ook, dat dit veel tijd en moeite kostte. De resultaten bleven niet uit. Inderdaad slaagden Mathesianen voor hun examen zonder den cursus te hebben gevolgd. Dat dit gemeenschapsgevoel ook den leer krachten van M. S. G. net ontging, moge blijken uit het in 1916 door mej. de Baat genomen initiatief tot het uitschrijven van een prijsvraag voor een Malthesianenlied, dat tot resultaat had, dat er inderdaad een door een Mathesiaan gedicht en ge toonzet lied werd ingediend, dat destijds door mej. de Baat werd uitgegeven. In die dagen werd de Ver. van Mathe sianen opgericht en in dit verband noemt spr. de namen van de collega's Dey, Ver steeg, Verineer, van Veen, Wanrooi en Jansen. Er bleef evenwel een moeilijkheid te overwinnen en wel de sympathie te ver werven van het bestuur, den directeur en de leeraren van M. S. G. Dank zij den bijzonderen steun van den toenmaligen directeur, wijlen den heer Vermaas, werd het contact met het bestuur van M. S. G. op aangename wijze tot stand gebracht. Spr. brengt dan ook een woord van stille hulde aan dien onvergetelijke directeur. Een van de eerste active daden der V. V. M. was een gemeenschappelijke gang naar de begraafplaats, waar in Jan. 1918 de laatste eer aan den heeT Vermaas werd bewezen. Spr. herinnert vervolgens aan de vele gehouden lezingen en noemt in dit ver band de namen van de heeren v. Baten burg, Blom, Meerburg, Schuit, dr. Schalk wijk en Verheij de Winter. Dank brengt spr. aan mej. de Baat, aan ir. Verwijs, den tegen woordigen directeur der school en geeft vervolgens een beschou wing over den huldigen toestand, waarin de economische strijd de samenleving on dermijnt. Ook nu staan de Mathesianen voor een moeilijken tijd en veel energie is er noodig om, ondanks het uitzicht op werkloosheid en nog verderen ondergang dereconomi sche wereld, de studie voort te zetten. Maar, aldus betoogt spr-, de samenle ving zal behoefte houden aan goede tech nici, wat er ook in de toekomst moge ge beuren. Dat de Mathesianen zich onder deze omstandigheden meer dan ooit één gevoelen is een zeer verblijdend teeken. Spr. doet vervolgens een beroep op be stuur en leden om den goeden geest tus schen de ver. en directeur en leeraren te laten blijven, niets is minder noodzakelijk, daar allen dan het zuivere doel van de V. V. M. kan worden nagestreefd. Hierna feliciteert spr. den heer Crom melin met zijn benoeming tot eerelid, wel ke onderscheiding zeker mede bevordelijk moet worden beschouwd voor de goede ver standhouding onderling bij het complex Mathesis, V. V. M. en Nat. Laboratorium en hij besluit met den wensch opnieuw met frisschen moed de komende wmter-cam- pa.gne te beginnen, opdat de Ver. in de toekomst mede kunnen hooghouden den naam van het aloude Genootschap Mathe sis Scientiarum Genitrix. (Applaus). De directeur spreekt Tenslotte sprak nog de directeur der school, ir. Verwijs, nu eens niet met „jij" en „jullie", zooals hij het söhalksoh uit drukte, maar met „u" en „mijneheeren". Na een woord van gelukwensoh tot het bestuur roemde spr. de voortvarendheid, kracht en energie van het huidige be stuur, waarvan getuigen de intelligente le zingen. Maar aan de leden staat het nu te zorgen, dat ze altijd zulk een bestuur hebben. Spr. zeide dan, dat er nog steeds één ding was, waaraan hij niet kan voldoen, nL het bijwonen der lezingen op Zaterdag avond. lederen avond heeft spr. noodig voor de school. Deze laatste avond van spr. is voor zijn huisgezin. Hij hoopt ech ter, dat men zijn afwezigheid niet verklare uit gemis aan belangstelling. Die toch is groot en zal steeds groot blijven. (Applaus) Na een algemeen dankwoord van den heer Sanders was de receptie hiermede ten einde. Het slot der festiviteiten volgt Zater dagavond. Kaarten hiervoor zijn morgen middag van 25 uur nog verkrijgbaar aan de Stadsgehoorzaal. GODSDIENSTLESSEN. Gvmn. H. B. S. en Kweeksch. Vrijdag middag uur beginnen weer de lessen in de school op het Levendaal. KAP. KRAMER. DE BIOSCOOP OP FEESTDAGEN. Adres aan B. en W. De heer R. Uges, directeur van de N.V. Ned. Theater Exploitatie Mij. aan den Stationsweg 19 alhier, heeft zich met het verzoek tot B. en W. gewend om het be sluit van den 15den October 1931, betref fende de toepassing der Zondagswet in dien zin te wijzigen, dat ook op den lsten Paaschdog, lsten Pinksterdag en lsten Kerstdag, evenals op den gewonen Zondag des middags te 2 uur met de voorstellingen mag worden aangevangen. In de toelichting tot dit adres wordt gezegd: Alle belanghebbenden bij het amuse mentsbedrijf en de caféhouders met mu- ziekvergunning zijn U ten zeerste erkente lijk voor uw genomen besluit d-d. 15 Octo ber 1931, waarbij een mildere toepassing van de Zondagswet is tot stand gekomen. Zij hadden eohter gaarne gezien, dat in dit besluit de in het adres genoemde feest dagen zouden worden gelijk gesteld met den Zondag; immers de Zondagswet van 1815 stelt die dogen ook op één lijn met een gewonen Zondag. Uit betrouwbare gegevens, welke ons ten dienste staan, blijkt, dat Leiden de eenige gemeente is in Nederland, waar het verboden is, op den lsten Paasch-, Pinkster- en lsten Kerst dag vermakelijkheden of concerten te ge ven. Tegen dit verbod zou geen bezwaar zijn aan te voeren, als de Zondagswet in de andere gemeenten op dezelfde wijze zou worden toegepast. Wij halen alleen slechts aan de gemeenten in de omgeving van Leiden. Wij zien dan, dat in Amster dam, Haarlem, Warmond, Noordwijk, Zoe- terwoude, Voorschoten, Wassenaar, Den Haag, Delft, Schiedam en Rotterdam, die feestdagen gelijk gesteld worden met den gewonen Zondag en zooals ons ter eere kwam, staat het Gemeentebestuur van Oegstgeest ook vermakelijkheden toe op die feestdagen, wanneer heb gevraagd wordt. Het uitgaand publiek van Leiden en de omliggende gemeenten blijft op die dagen niet in huis, of is tevreden met een wan deling, omdat in Leiden de theaters ge sloten zijn en in de café's geen muziek wordt gegeven. Het zoekt elders vermaak, waardoor de verberingen buiten Leiden worden gemaakt en theaters en andere vermakelijkheden bezocht. Andere ge meenten profiteeren dus van de strenge toepassing der Zondagswet in Leiden. Daargelaten dat belanghebbenden en het personeel bij de café's- en amusements bedrijven te Leiden ernstig worden gedu peerd, ook de leveranciers van dranken en eetwaren zieh op die dagen hun omzet verloren gaan. Hetzelfde geldt voor de Gem. Lichtfabrieken, voor wat betreft de levering van stroom en gas. Bovendien derft de gemeente de vermakelijkheidsbe lasting, andere gemeenten strijken die be lasting op. Adressanten veroorlooven zich u nog op te merken, dat naar hare meening nie mand aanstoot behoeft te nemen aan voor stellingen of concerten, welke in zalen worden gegeven, omdat van de openbare straat dit niet zioht- of hoorbaar is. Zij vermeent, dat de krijschende muziek, welke door luidsprekers (staande voor open vensters aan de straatzijde) over den openbaren weg schettert, zelfs tijdens de uren, waarop kerkdienst wordt gehouden, eerder aanstoot zal geven, dan een voor stelling in een afgesloten zaal. Toch wordt tegen deze hinderlijke radiomuziek door de kerkgangera geen bezwaar geopperd of gesproken van de ontheiliging van den Zondag. Dat blijkt, wel hieruit, omdat op den lsten Pinksterdag 1.1. (het was een mooie zomerdag) in de geheele stad radio muziek op de openbare straat hoorbaar was en wel in het bijzonder tusschen 5 en 7 uur des avonds, dus juist op die uren, dat kerkgangers zich van of naar de kerk begaven. Het was eohter dien dag, dus ook des avonds, verboden voorstellingen te geyen, waaraan nema-nd aanstoot behoef de te nemen en waardoor velen in hun moeilijk bestaan zijn benadeeld. Na deze uiteenzetting hoopt adressante, dat u zult besluiten om de Zondagswet in Leiden toe te passen, evenals in de andere gemeenten, namelijk om de drie genoemde feestdagen gelijk te stellen met den gewo nen Zondag. MAANDAGNACHT komen weer samen de sociaal en wettelijk minst bedeelden der arbeiders: n.l. de em- ployé's in het hotel-, café- en restaurant bedrijf. Zij bedelen niet om uw fooien, al maken dié gewoonlijk 90 pet. of meer van hun sa laris uit; in vele gevallen moeten zij zelfs geld toegeven aan den eigenaar van hun bedrijf. Zij mogen geen bedelaars zijn, dat is zoo ver beneden de „stand" van het bedrijf, waarin zij werkzaam zijn. Zij wi 11 e n geen bedelaars zijn; daarvoor hebben zeer velen van hen te veel studie gehad en arbeid ge presteerd. Zij willen uw belangstelling voor hun in ieder opzicht gerechtvaardigde en billijke eischen van betere arbeidsvoor waarden. Zij vragen de belangstelling en mede werking van hun patroons en patroonsor ganisaties, die niet mogen dulden, dat in hun bedrijf toch niet de minste onder de bedrijven de employés zoo droeven toestand hebben. Zij roepen echter vooral op al hun mede- kellnere, koks en andere employé's, om zich bij hen aan te sluiten, op de vergadering te komen. Gisteren slaagde te Utrecht voor akte vrije- en orde-oefeningen van de gymnastiek mej. Ans Kellenaers, alhier, leerlinge der R.-K. Leergangen. DE K. J. M. V. ROERT DE TROM! Een uitstekend geslaagde pro- paganda-avond als goed be gin van het winterseizoen. Gisteravond heeft de K. J. M. V. „St. Peter Kanis" de ouders en jonge mannen uit den Kath. Middenstand in de Foyer uitgenoodigd. Het doel van deze uitnoodi- ging was den Kath. Middenstand te laten zien hoe het op dit oogenblik met de K. J. M. V. hier ter stede gesteld is. Dat deze avond voor velen een openbaring is ge weest, staat wel vast, evenals er velen naar huis zijn gegaan met de overtuiging, dat zij de K. J. M. V. tot nog toe geheel verkeerd hebben beoordeeld. Daarom reeds al achten wij dezen propaganda-avoaid van groot belang voor de toekomstige ontwik keling van P. K. Omstreeks half negen opent de voorzit ter, de heer P. Knaap de verg. met den chr. goet. Hij heet de talrijk opgekomenen van harte welkom, in het bizonder den mo derator, den weleerw. heer L. Gudde, den feestredenaar Pater H. de Greeve S.J., do zeereerw. heeren Pastoor Vijverberg en Pastoor Heiling, de weleerw. heeren Rector Groot, Kapelaan Hes sing, Pater Busman, den heer A. H. J. Engels, lid van de Twee de Kamer, den heer Eskens, hoofdinspec teur van politie en de bestuursdeputaties van de R. K. Stud. Ver. „Sanctus Augusti- nus", de Hanze, de Dioc. Onderwijzersver., de Paroch. Jeugdraad, de Prop.club „Dr. Schaapman", de H. K. \V. „Rood-Wit" en de afdeelingen Delft en Leidschendam. De voorzitter geeft in zijn openingswoord een kort overzicht van de voorafgaande ja ren. Hij wijst er op hoe in de eerste jaren het bestuur, ondanks hard zwoegen, voor een vrijwel hopelooze taak stond de mid- denstandsjeugd te organiseeren. Juist om dat de middenstands jeugd van 12 tot 17 jaar ongeorganiseerd is, viel het vooral toen zoo uiterst moeilijk deze jonge men- schen eenig begrip van organisatie bij te brengen. Spreker brengt daarom hulde aan de vroegere besturen voor hun volhouden en hij schrijft het voor een deel aan hun werk toe, dat de K. J. M. V. thans in staat is aan haar doel te beantwoorden. Verder wijst spreker er nog eens op, dat de K. J. M. V. geen amusementsvereeni- ging of iets dergelijks is. Het doel van de K. J. M. V. is de verdieping en uitbreiding van de geloofs- en sociale kennis. Spreker doet daarom een beroep op alle kath. jonge middenstanders om hiertoe te komen. Na het openingswoord van den voorzit ter, spreekt d© moderator nog een kort woord van opwekking. Kap. Gudde uit zijn oprechte vreugde om zulk een groote op komst. De innerlijke ontplooiing en ontwik keling is de beste hoop op de toekomst. Een teeken hiervan is het uitstekende win- terprogramma dat aller "sympathie moet hebben. Spreker constateert met genoegen, dat de K. J. M. V. den laatsten tijd bij zeer velen aan sympathie heeft gewonnen. Aan den anderen kant staat echter de groei naar buiten op een dood punt. Niet uit ge brek aan jonge krachten maar, doordat de jonge mannen, die lid kunnen worden, het niet willen. En toch is dit noodzakelijk, want er keerscht onder de middenstands- jeugd van onzen tijd een geestelijke en godsdienstige malaise. Er heerscht een nood, die vaak zelfs door de ouders niet eens begrepen wordt. Spreker weet dit uit eigen droevige ervaring. Daarom is het een zegen, dat de K. J. M. V. er thans zoo mooi voorstaat, zoodat we de schoonste ver wachtingen mogen koesteren. De modera tor hoopt dan ook, dat vooral deze avond er krachtig toe zal bijdragen dat vele jon ge mannen hun toetreden tot de K. J. M. V. thans tot een feit zullen maken. Hierna was het woord aan den feest redenaar, den weleerw. heer Pater H. de Greeve S.J. Pater de Greeve begint met het werkpro gramma van de K. J. M. V. eens door te bladeren. Ik zal u eens eenige titels noe men: Apologetische voordrachten door prof. Niekel; Het Rassenvraagstuk; De Kath. Kerk en Luther; Trinidad en zijn cultuur; De Kath. Kerk en de Anglicaansche kerk; De Wereldcrisis; Het Koloniale vraagstuk; Wallis en het Berneroberland; Door de lucht naar Indië; Experimenten met vloei bare lucht etc. Met het opnoemen van deze titels staat spreker midden in zijn betoog. Eigenlijk behoeft hij al niets meer te zeggen, omdat dit boekje van de K. J. M. V. voldoende voor zichzelf spreekt. Het doel van dezen avond is echte rr propaganda. Daarom wil spreker in zijn betoog een onderdeel hier van iets meer acoentueeren. Uit het ver loop van zijn praohtrede bleek het, dat Pater de Greeve als onderdeel gekozen had de algemeene ontwikkeling van den kath. jongen middenstand. De lucht, aldus spreker, is vervuld van het slagwoord cultuur en beschaving. Dit punt vooral wil hij nader bezien om aan te toonen, dat de K. J. M. V. er niet is om in eerste instantie gewiekste zakenlui aan te kweeken. Van brood kan men niet alleen leven, hoewel er zeer velen zijn die zulks meenen. Deze menseden staan vreemd te genover iedere waarachtige beschaving. Wanneer ik spreek over beschaving, dan gebruik ik dit woord in den meest breeden zin. Ik reken er alles onder wat de mensch beter en grooter maakt. Alle geestelijke waarden die onze jonge mannen en jonge vrouwen omhoog heffen uit den banalen sleur van het gelijkvloersche leven. Onwe tendheid is een gemis aan een zéér groot geluk. Iets moois is een altijd durende vreugde, heeft eens een Engelsch dichter gezegd. Dit geldt ook voor de wetenschap, die, evenals de schoonheid opklimt tot do volstrekte en eeuwige Schoonheid, die God is. Voor de jonge man en jonge vrouw is bet noodig, dat zij zich een taak zoeken in het leven buiten hun gewone dagelijksche werk, waaraan je dan je krachten kunt geven. Dhn wordt je een ander mensch. Tachtig procent van de hedendaagsche jeugd brengt zijn vrije uren door m *ancing, waar ooider het rumoer van een barbaar- sche muziek het rumoer der zinnen opge zweept wordt. Niet het toegeven maar het overwinnen brengt de volle vruchten van den gewonnen 6trijd met zich zelf. Die na zijn dagtaak een goed boek leest niet die eeuwige liefdesromannetjes doet ontdekkingen, die hem rijk maken aan ont wikkeling. De groote menschen en diepe zielen, die hij in de dancing zeker niet aan treft, vindt hij hier! Het groote geluk na maanden vaak een mooie gedachte of idee te voelen groèien in je zelf is een heer lijke gewaarwording, die geen enkele amu- sementsinrichting langs den weg je kan ge ven! De jonge man die zóó leeft komt pas tot bewustzijn hoeveel menschen er rond loopen met een leege ziel en een leeg hoofd. Die vaak niet eens kunnen beseffen wèt ze missen, wanneer ze een ander in diepe ontroering zien staan voor een schilderij, een beeldhouwwerk, een bouwwerk. Ze be seffen niet hoe iemand er beter van kan worden door den edelen invloed der mu ziek. Spreker herinnert hier op treffende wijze aan het prachtige lied van Schubert: „Die holde Kunst". Laat dit lied bij u thuis eens één keer spelen en het zal u duidelijk worden wat deze grijsaard bezielde toen hij dit lied componeerde! Maar er is nog iets anders! De waarde van het leven wordt niet enkel bepaald door ontspanning, maar ook door ontwik keling. En dat ook ontwikkeling hard noo dig is, toont spreker uitvoerig aan. Er zijn duizenden die geen fatsoenlijken brief kun nen schrijven, die nooit een gedachte onder woorden kunnen brengen, omdat ze nooit gedacht hebebn. Ik beweer, dat heel velen met een béétje inspanning béter en anders konden zijn, ook voor hun persoonlijke be vrediging en persoonlijk geluk. Ons oppervlakkige geslacht is het resul taat van een dorre feitenstudie op H. B. S. en Gymnasium. Als ze klaar zijn en het zaligmakende papiertje van het einddiplo ma in hun zak hebben, dan kunnen ze over honderd en één onderwerp meepraten, maar de meesten hebben nog nóóit één oorspronkelijke gedaehte gehad. Daaraan is het toe te schrijven dat duizenden zich dag in dag uit zitten te vergapen aan de meest oppervlakkige onzin die iederen dag in de bioscopen wordt gedraaid! Een man, die niet heeft leeren denken, „kijkt" alleen maar. Alles is voor hem „kijkspel" mast r hij „ziet" niets! Hij „ziet" niet de wet van den hartstocht, de wet der liefde, de be tonbouw der Kerk. Hij „kijkt", naar de levensseconden, maar hij „ziet" nooit het eeuwige levenHij „kijkt" naar de boomen, de velden, de boss ch en, de schepselen, maar hij „ziet" niet de schepping! Dan, terwijl het doodstil in de zaal ge worden is, declameert Pater de Greeve het bekende gedicht van Gezelle „Het schrijverke". De sublieme wijze waarop Par- tea* de Greeve dit deed, demonstreerde ten duidelijkste het verschil, dat er bestaat tusschen „kijken" en „zien". G-uido Gezelle heeft het „schrijverke" gezien", wij heb ben er slechts naar gekeken 1 Indien wij zullen „zien" dan moeten we weer terug naar de eenheid en ingekeerd heid der gedachte. Dit is het cultureele streven der K. J. M. V. en ook van de GraaL De cultuureenheid der middeleeuwen ont breekt ons. Hiertegenover staat de groo- tere mogelijkheid tot ontwikkeling van den geest. Wij moeten een einde maken aan dat eeuwige gezang van „houd-er-de-moed- maar-in!" Wij moeten weer een in zichzelf voltooid gedachtenleven hebben. Hiervoor behoeven wij niet geleerd, geen kunstenaar of musicus te zijn. Op het contact met al deze geestesuitingen komt het aan. En dit contact geeft u de K. J. M. V.! Ten slotte wil spreker nog iets tegen de ouders zeg gen. Gij oudera zijt verplicht niet alleen een goede zakenman van uw jongens te ma ken, maar gij zijt óók verplicht te zorgen, dat ze na hun werk nog iets andere leeren dan dat het vleesch beter is dan de beeu- tjes. Spreker herinnert zich een uitspraak van iemand, die voorspelde: „Er zal eens een tijd komen, dat er menschen over de aarde wandelen die zeggen, dat zij christe nen zijn, maar die Christus dragen in hun mond, de wereld op hun handen en de duivel in hun hart! Maar dan kan de be doeling van den bisschop niet anders zijn geweest, dan het in het leven roepen van een organisatie, die jonge mannen voort brengt, welke de duivel uitspuwen, de we reld omhoog stuwen naar den hemel en die Christus diagen in hun hart! Na deze daverend toegejuichte rede, sprak de voorzitter een kort en hartelijk dankwoord. Hij hoopte, dat deze rede voor de K. J. M. V. aangename en vérstrekken de gevolgen zal mogen hebben. Vervolgens werd de bondsdagfilm „De K. J. M. V. Wapenschouw" gedraaid, die opgenomen is door den heer P. Slegten- borst, alhier. Over deze film hebben wij reeds uitvoerig geschreven. Wij volstaan met de bemerking, dab de aanwezigen heb ben genoten van dit propagandistische filmwerk, dat een succes is geworden én voor den Bond, die er eigenaar van is én voor den maker. De voorzitter sluit hierna deze zoo welge slaagde propagandaverg. met den chr. groet, en bracht aan het slot van den avond dank aan al degenen, die dezen avond zoo zeer hebben doen slagen. Intern. St. Joseph-Gezellenvereeniging. De leden worden er aan herinnerd, dat morgenmiddag te 3 uur precies op het „Kolpings Boys"-terrein aan den Kanaal- weg een oefening zal worden gehouden voor de a.s. Districts-demonstratie op Zaterdag 8 October. Gezellen, allen op uw post! op dat het mogelijk is deze demonstratie in alles verzorgd te doen zijn. Door de politie te Castricum zijn vier minderjarige jongens uit Leiden van 1517 jaar aangehouden, die de ouderlijke wo ning waren ontvlucht. Zij zijn op trans port naar hier gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6