WIE HEDEN KOOPT, RECHTZAKEN LUCHTVAART VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 11 6oU Uicc: Opfiasse*t Zeker, de wachter zorgt voor Uw veiligheid. Maar., hij kan falen. En daarom: óók bij BEWAAKTE overwegen geldt het parool: OPPASSEN! EEN PRACHTPROGRAMMA OP DE STADIONBAAN VERREGEND. De oude en de jonge garde rijdt voor Herkuleijns. Dat sportvrienden goed© vrienden zijn, hebben de talrijke wielrenners in het sta dion gisteravond bewezen. Het wa-s ruim een jaar geleden, dat de populaire renner Hans Herkuleijns in het Stadion een zware val deed, die hem een vol jaar aan het zieK- bed kluisterde. En toen er 'n oproep kwam van de Stadiondirectie aan de renners om gratis een benefietwedstrijd te rijden voor Herkuleijns gaf niet alleen de jonge garde maar ook de oude garde zioh spontaan op. Daar waren de Zesdagen-koningen Van Kempen en Pijnenburg, daar waren Moes kops en Van Egmond, Holland's sprinters daar was de oude garde Jhr. Bosoh van Drakensteijn, de oud-wereldkampioen Mazairac, Guus Schilling en zoovele an deren, die allen gaarne voor een sportbroe- der in 't strijdperk traden. Ook het publiek had zich niet onbetuigd gelaten en was in grooten getale opgeko men. Het begin van het programma was na tuurlijk voor Herkuleijns zelf, die eerst werd toegesproken door den voorzitter van het Herkuleijns»-comité en daarna onder hartelijke toejuichingen van hot publiek in een met bloemen versierde auto eenige eereronden maakte. - Het programma dat hierna zou worden afgewerkt was zoo veelzijdig als het maar kon zijn. Wedstrijden achter motoren, sprints voor amateurs, profs, en voor de oude garde, sprints en alle verscheidenheden. Wedstrijden achter levende gangmaking, als onderdeel der ommium-wedstrijden en last not least een inhaal-race voor auto's. Jammer genoeg kwam de regen het spel breken en moesten om half tien, na een half uur te hebben gewacht de wedstrijden worden beëindigd. Wat er tot dan toe verreden was, be loofde veel. v. d. Linden had in een sprint-race ge wonnen van Van den Heuvel en Van Dijk, nadat Van den Heuvel wegens unfair rij den was gedistanceerd. Het sprintnummer uit den omniumwed strijd tusschen Van Kempen, J. Pijnenburg en KI. van Nek bracht een overwinning voor Piet van Kempen, terwijl een wed strijd achter motoren over 25 km. een over winning opleverde voor Schlebaum. Ook Snoek reed zeer goed en eindigde als 2 op 100 m. Schlebaum werd echter geen oogen- blik bedreigd. Leddy 3 op 120 m. Blekemo- 1 en 4 op 300 m., v. <L Wulp 5 op 350 m., de Graaf 6 op 900 m. Tenslotte was er the big match Moes kopsVan Egmond, die nadat van Egmond den kop had genomen door Moeskops ge makkelijk werd gewonnen. Piet bleef van zeer dicht volgen en gaf van Egmond geen kans te demarreeren. Hiermede was het afgeloopen wegens den regen. De wedstrijden zouden hedenavond wor den voortgezet. De uitslagen luiden: Wedstrijd met motorgangmaldng tus schen Schlebaum (Kaeser), Blekemolen (Pas qui er), Leddy (Mas-siest), Snoek (Ceur- remans), v. d. Wulp (S'lesker) en De Graaf (Wiersma) in 2 manches van 25 km.: Ie manche: 1. Schlebaum in 20 min. 41 sec.; 2. Snoek (100 m.); 3. Leddy (120 m.); 4. Ble kemolen (300 m.); 5. v. d. Wulp (350 m.); 6. De Graaf (900 m.). Omniumrace tusschen P. van Kempen, J. Pijnenburg en Klaas van Nek Sr.Sprint over 1 km.: 1. P. van Kempen (laatste 200 m. in 13.4 sec.; 2. K. van Nek; 3. Pijnen burg. Sprinbwedstrijd over 1 km. tusschen P. Moeskops en Jac. van Egmond: le rit: 1. Moeskops, 2. van Egmond lengte). Wedstrijd voor amateurs over 6 km. met 3 klassementen: 1. Homma; 2. Pelzer, 12 p.; 3. Wichemeyer, 10 p.; 4. v. d. Dolder, 8 p.; 5. Van Baak, 6 punten. Sprintwedstrijd over 1 km.: le rit: 1. v. d. Linden (laatste 200 m. in 13.2 sec.); 2. B. van Dijk; 3. v. d. Heuvel (gedistan ceerd). koopt goedkoop. Ook bij zeer soliede zaken zijn nu de prijzen heel goedkoop. Men kijke daarom iederen dag met aandacht de advertenties na. VERGIFT1GINGSGEVAL TE BERGEN Behandeling voor het Gerechtshof te Amsterdam. In October van het vorig jaar maak ten wij melding van het opzienbarende vergiftigingsgeval te Bergen. Een zekere J. Br., een boerenrentenier, die onder medische behandeling was, vertoonde duidelijke verschijnselen van chronische arsenicum-vergiftiging, zoodat opname in een ziekenhuis noodzakelijk bleek. Met goedvinden van zijn patiënt stelde de behandelende geneesheer de Justitie met het geval in kennis die na een ingesteld onderzoek Br.'s eohtgenoote, I. B., ar resteerde en eenigen tijd later hetzelfde deed met een Alkmaarsohen kaashan delaar, H. E., van wien bekend was, dat hij een verhouding met de vrouw had en die verdacht werd van mede plichtigheid. Hij had n.l. de vrouw eenige malen een fleschje, inhoudende een af treksel van Parijsch Groen, ter hand gesteld, dat zij in het eten en/of drin ken van haar echtgenoot vermengde, met het bovengenoemde gevolg. Parijsch Groen is n.l. in sterke mate arsenicum- houdend. Door nog tijdig ingrijpen van zijn geneesheer werd Br. op het nipper tje aan zijn gevaarlijke omgeving ont trokken en in levensgevaarlijken toe stand in het ziekenhuis opgenomen, waaruit hij eerst in Mei van dit jaar werd ontslagen; sindsdien woont hij op zijn boerderij in de Bergermeer. In Februari van dit jaar werd deze zaak voor de rechtbank te Alkmaar be handeld. Aan de eohtgenoote was po ging tot moord op haar man ten laste gelegd, aan verd. E. medeplichtigheid; niet minder dan 15 getuigen, van wie 6 getuigen-deskundigen, waren gedagvaard terwijl aan de zijde van E. nog 9 getui gen a décharge waren opgeroepen. Yerd. B. werd volgens het rapport van den get. deskundige dr. Kr uit bosch, zenuwarts te Bakkum, zoowel intellec tueel als moreel niet voor vol aangezien, doch wel toerekeningsvatbaar verklaard; haar intellectueel en moreel tekort werd door de rechtbank als verzachtende om standigheid aangevoerd; t. a. v. verd. E. golden de verklaringen van de getuigen a décharge als verzachtende omstandig heden. Het maximum bij de wet is voor poging tot moord 13 jaar; voor mede plichtigheid 8 Yi jaar. Tegen beide ver dachten werd door het O. M. te Alkmaar 6 jaar gevangenisstraf gerequireerd; de uitspraak was conform dezen eisch. Beide verdachten gingen tegen deze uitspraak in hooger beroep; evenals de Officier van Justitie. Gisteren diende déze zaak voor het Gerechtshof te Am sterdam. Verdaohte I. B. werd, evenals in Alkmaar, bijgestaan door mr. C. A. de Groot te Alkmaar, verd. E. werd rechtskundig bijgestaan door mr. Th. Muller Massis te Amsterdam. Het Hof was samengesteld als volgt: President mr. J. M. Jolles, rechter jhr. mr. J. F. Lewe van Vrijenstein; plv. rechter mr. dr. F. C. van Geer; griffier jhr. mr. v. Asch v. Wijk; advocaat-gene raal mr. P. M. F. Bauduin. De president vraagt verd. I. B. waar om zij in hooger beroep is gegaan. Verd. B.: Mijn man wilde het hebben; hij vond de straf te zwaar; ook ik vond de straf te zwaar. Pres.: U bent dus op aandringen van uw man in hooger beroep gegaan? Verd.: Ja! Pres. tot verd. H. E.Waarom bent u in hooger beroep gegaan? Verd. E.: Omdat ik niet gestraft wil de worden voor wat ik niet gedaan heb; ik heb Br. niet willen dooden; ik heb enorm berouw en voel me heel schuldig en wil al het mogelijke doen om Pres.: U wist toch dat Parijsch groen doodelijk vergif ie; waarom gaf u dat dan! Verd.: Om Br. suf en kwijnerig te ma ken. Pres.: Dat is nonsens! Zwaar vergif gebruiken om iemand kwijnerig te ma ken gaat niet samen. Verd.: Ik heb het Parijsch groen niet opgelost, maar er een afgietsel van ge maakt. Pres.: Hoe dacht u dat Br. daar suf van zou worden. Het is toch zwaar ver gif- Verd.: Ik dacht, het is een licht mid del, waar geen gevaar bij was. Ik ben verschrikkelijk onhandig geweest. Pres.: U weet, dat de vrouwelijke ver daohte anders verklaarde, u hebt samen afgesproken hem te vermoorden. De eerste getuige is dr. S. P. Tamme- rousBakker, zenuwarts te Amsterdam, die deskundige verklaringen aflegde en verd. B. verminderd toerekeningsvatbaar verklaarde; zij miste het initiatief om haar man vergif toe te dienen. De adv.-gen. trok dit in twijfel; zij nam wel het initiatief om naar Amster dam te gaan en dure kleeren te koopen. De Pres. vraagt verd. B. hoe dikwijls zij haar man dat vergif heeft gegeven. Verd.: Een paar keer per week, net zooals het uitkwam. Pres.: U wilde dus uw man vermoor den? Verd.: Als ie goed voor me was, dan niet. Pres.: Het is heel slecht wat u gedaan heeft. Tot get. Bakker zegt de pres., dat verd. B. slim en geraffineerd was, het geen een heel andere conclusie is als zijn rapport weergeeft. De volgende get. was dr. S. T. Hei- dema. zenuwarts te Amsterdam, die verd. B. evenmin toerekeningsvatbaar verklaarde. Hierna werd in zijn invalidenwagentje de echtgenoot van verd. B. binnenge leid. Deze verklaart met z'n vrouw eerst een goed leven te hebben gehad, later werd het minder. Pres.: Kwam het wel eens tot hand tastelijkheden? Get.: We hadden wel eeens verschil van meening, doch er kwamen geen handtastelijkheden. Later tijdens die ge schiedenis met E. wel. Pres.: Had u gauw een vermoeden van die verhouding. Get.: Eerst niet, later wel, toen hij eens laat op den avond achter mijn huis verscheen; toen vroeg ik hem: wat moet je hier? Hij zei toen, geen kwaad in den zin gehad te hebben; ik zei toen: ook zeker geen goeds. Daarna sprak get. met zijn vrouw ever haar omgang met E. Pres.: Hebt u haar toen in drift eenige schoppen gegeven? Get.: Ja! Pres: Hebt u toen gesproken over doodschieten? Get.: Dat heb ik wel eens gedaan; maar niet bij die gelegenheid. Hierna werd het ziekteverloop ge schetst van get., die nu nog niet z'n bee- nen goed kon gebruiken; zijn arm ech ter vrij goed. (Hij maakt bewegingen met z'n armen). Pres.: Hoe zijn uw gevoelens tegen over uw vrouw? Get. (ontroerd): Ik heb groot medelij den met haar; ben niet kwaad op haar en geloof nooit, dat alles van haar is- uitgegaan. Pres.: Zij heeft zelf verklaard, dat zij liever met E. wilde leven en haar man liever dood wilde. Pres.: Denkt u, dat E na uw dood met uw vrouw getrouwd zou zijn? Get.: Neen! Voorts verklaart get. dat de schoonvader van E. hem eens ge zegd heeft, dat E. financieel belang in de verhouding met zijn vrouw zocht; en z'n schoonvader gevraagd heeft, daarover zijn mond te houden. Verd. E. roept luid: Dat lieg je. Pres. tot get.: Hebt u er ondervinding van, dat uw vrouw beperkt was in haar verstandelijke vermogens? Get.: Zij kon soms abnormaal opstui ven. We hadden wel eens woorden. Pres.: Over een bontmantel; wat kostte die? Get.: 78 honderd gulden. Pres.: Dat vond u onnoodige luxe? Get.: Natuurlijk. Mr. Muller tot get.: Is het waar dat u haar gedreigd hebt dood te zullen maken. Get. heeft zioh wel eens in dien geest uitgelaten, doch niet in verband met haar verhouding tot E. Mr. Muller: Ik zou niet graag den in druk willen vestigen, dat het E. te doen was om financieel voordeel; de bewuste schoonvader heeft gezegd, dat beiden evenveel schuld hadden. Verd. E. vraagt het woord en zegt, dat hij tegenover Br. verschrikkelijk mis dreven heeft; hij wil al het mogelijke doen om het weer goed te maken; hij vraagt, ja smeekt hem om vergeving, doch niet voor poging tot moord; dat nooit Onder de vele andere getuigen, die nog worden gehoord, is ook de echtge noot© van verdachte E. Mevr. R. E.V. deelt mee, dat de ver houding van haar man tot haar niets te wenschen overliet; gedurende haar twee jarige ziekte in het "ziekenhuis was hij vol zorgen. Op 'n vraag van mr. Muller verklaarde zij, dat verd. B. niet heel veel waarheids liefde had; get. deed veel inkoopen met haar en haar man. Br. liet verd. het dan voorkomen, dat de gekochte artikelen niet duur waren; in waarheid waren ze echter veel duurder. Verd. B. ontkent dit; als ze in A'dam goed kocht, liet ze dat thuis komen en d'r man betaalde het dan. Get. mevr. E. ontkent dit en zegt, dat verd. B. altijd veel geld bij zicah heeft. Verd. B.: Neen Kerntje, dat ia niet waar, je moet me niet in het zonnetje zetten. Als mevr. E. zich naar de getuigenbank begeeft, knikt zij vriendelijk naar haar man in de beklaagdenbank. De volgende getuige k décharge is de heer S. W. E., broer van verdachte E., die zijn verklaringen, voor de rechtbank te Alk maar afgelegd, herhaalt. Hij schetst z'n broer als lichtzinnig en als iemand, die de moeilijkheden uit den weg gaat. Get. acht hem niet in staat iemand te dooden. Pres.: En dat doodelijk vergif dan? Get.: Dat verklaar ik juist door zijn groot© gemakkelijkheid. Op een vraag van mr. Muller verklaart get., dat zijn broer heel goed voor zijn vrouw was. De adv.-gen. vraagt get. of hij wist, dat zijn broer een aantal vergiften in zijn bu reau had. Get.: Dat was voor ons een groote ver rassing, waar we voor kwamen te staan toen mijn andere broer, in dat bureau een prijscourant voor machines zocht. De adv.-gen.: Wist u niet dat daar een heel arsenaal van vergif in dat bureau was? Parijsch groen, kopervitriool, ratten kruit en laudanum. Get. wist daar niets van. Ver. E.: Het is geen rattenkruit, maar rattenvergif; dat was noodig; in een pak huis waar duizenden kazen liggen, komen ook ratten. Get. E. heeft nooit geweten, dat zijn broer een of ander vergif had. Van enkele kleine fleschjes verklaarde verd. E., dat hij deze op het Waterlooplein gekocht had. De adv.-gen.: Dat beteekent hier (in Am sterdam), dat er een luchtje aan is. Verd. E.: Ik dacht, dat mijn broer ze op zijn laboratorium kon gebruiken. Get. E. wil zijn broer niet verdedigen, dooh eerder beschuldigen; hij zou het ech ter tragisch vinden, als hij gestraft werd voor iets. dat hij niet bedoeld had te doen Gehoord wordt voorts dr. ds. R. Kuiper, predikant te Midden-Beemster. Deze heeft den indruk gekregen, dat verd. E. opper vlakkig is. Get. wil een uitvoerig betoog houden, doch de Pres. zegt hem bij de zaak te blijven en vraagt hoe hij verklaart, dat verd. E. zich dat zwaar vergif verschafte. Get.: Dat verklaar ik zoo, dat hij meer aan de vrouw dacht dan aan haar man. Dat hij iemand kon dooden, gelooft spr. niet. Ten slotte houdt de procureur-generaal zijn requisitoir en herinnert aan hetgeen verdachten door de Alkmaarsche rechtbank ten laste is gelegd. Spr. acht het moeilijk de tenlastelegging van voorbedachte rade juist te noemen. In dit geval acht spr. voor bedachte rade aanwezig geweest; de nood zakelijke tusschenruimte was er. Spr. meent, dat de rechtbank verd. I. B. terecht van poging tot moord beschuldigd heeft; en verd. E. van medeplichtigheid. I. B. had geruimen tijd het plan haar man te dooden; tegen haar houding tijdens het proces is geen bezwaar te maken. De houding van verd. E. was andera. Bij hem was opzet; met zeer bezwarende om- stndigheden; get. de Vries verkocht hem zwaar vergif; daarmee was verd. bekend. Hij moet dus geweten hebben, dat het zwaar vergif was, dat doodelijke gevolgen teweeg kon brengen. Spr. meent, dat verd. niet het verweer, dat hij Br. suf wilde ma ken, kan volhouden. Door, verd. I. B. werd hem medegedeeld, dat Br. stijf en ziek werd en niet meer de trap op kon; ook daarna gaf hij nog meer vergif. Verd. E.Omdat zij zei, dat het niks gaf, dat houd ik vol! De Procureur-Generaal vervolgd- en zegt, dat hij aanneemt, dat verd. E. de bedoe ling had Br. te dooden. Spr. gaat de houding van beide ver dachten na; I. B. heeft de zwaarste ver antwoording; E. een bijna even zware; zij hadden samen besloten Br. te \ermoorden. Hij verschaft haar vergif; herhaalde lijk; zij vraagt na verbruik van het eene fleschje, om het andere. De psychiatrische rapporten bespreken de, wijst spr. erop, dat verd. B. een goede huisvrouw was; en uit eigen beweging een bontjas kocht; hetzelfde zien we met het vergif, haar man moest weg en zij ver schafte zich daarvoor de middelen; spr. ziet geen debilitas mentis. Zij is toereken baar; zij verdedigt zich op een wijze, waar uit blijkt, dat ze "weet wat ze doet. Spr. acht haar aansprakelijk. Verd. E. heeft een leven geleid, dat voor zijn omgeving verborgen was. Hij had vier of meer soorten vergif in zijn bezit, in een bureaulaadje waar z'n familie niets van wist. Deze verd. komt in een buitengewoon verdacht licht te staan, waarin de verkla ring van verd. B. dat E. ook z'n vrou wel zal geven van dat vergif aanneme lijk voor. Wat hij met al die vergiften voor had is mij een raadsel; E. is een raadsel achtige figuur. Het is ook aannemelijk dat E. de vrouw wilde hebben om haar geld. Als dat zoo is, is zijn schuld nog grooter. Een gelijke straf voor beiden acht spr. op zijn plaats. De st-raf, door de rechtbank opgelegd, staat in verhouding tot de go- pleegde feiten en de personen. Spr. kan zich indenken, dat het Hof voor de vrouw na het verzoek van den gedu peerden Br. voor de vrouw een lichtere straf zal bepalen. Tegen beide verdachten echter eischt epr. wederom zes jaar gevangenis straf. OVERVAL IN DE WESTERSTRAAT TE AMSTERDAM. Dader tot vijf jaar veroordeeld. Op 9 Maart van dit jaar pleegde een 32- jarige behanger een overval op een oude vrouw, die in de Westerstraat te Amster dam woont. Men hoorde hulpgeroep en ging het huis binnen. Er werd daar een man aangetroffen, die waarschijnlijk om te stelen binnen was gedrongen en die de vrouw een klap op het hoofd had gege ven. De man sloeg op de vlucht, doch kon worden gegrepen. Wegens poging tot diefstal, voorafgegaan door geweldpleging, eischt© het O. M. een gevangenisstraf van acht jaar. De Amster- damsche rechtbank, gisteren uitspraak doende, veroordeeld den man tot een ge vangenisstraf van vijf jaar wegens poging tot diefstal, voorafgegaan door geweldple ging. Oplichting. Een 24-jarige jongeman uit H i 1 le g o m had de omstreken van Antwerpen bewerkt met aanbiedingen van depots en de belof te van bollenzendingen. Goedgeloovige Bel gen hadden hem geld gegeven doch zagen nooit bollen. In zijn prospectus beweerde hij, dat zijn zaak de oudst© en betrouw baarst© was. Gebleken is, dat deze zaak pas zes jaar bestond. Toen de bedrogen Belgen ongerust over hun geld begonnen te worden deden zij aangifte. Het O.M. bij de Haarlemsche rechtbank had 14 dagen geleden een gevangenisstraf van een jaar zonder aftrek van de preventieve hechte nis geëischt. Gistermorgen heeft de rechtbank hem conform dezen eisch veroordeeld. Autobandieten. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft behandeld de voor het nader hooren van een getuige, uitgestelde zaak tegen L. E. de V. en G. J. K. onderwijzer te Amster dam, die deel uitmaakten van de bende autobandieten, die Oistorwijk en Vught onveilig hebben gemaakt. Zooals men weet werden de bandieten na een jacht in de bosschen van Oisterwijk gearresteerd. Getuige H. Homan te Oegstgeest kwam nu bevestigen dat ook zijn auto ontvreemd was. Het O. M. eischte tegen L. de V. 2 jaar en tegen G. K. 1 1/2 jaar gevangenisstraf. Mr. v. Meerwijk vroeg voor verd. K. vrij- voor verd. de V. vrijspraak subs, een voor waardelijke veroordeeling en onmiddellijke invrijheidstelling. Deze werd door de rechtbank geweigerd. Met te groote snelheid gereden. De 35-jarige ondermachinist der Neder- landsohe Spoorwegen B. D., te Den Haag, heeft voor de Haagsche Rechtbank terecht gestaan wegens overtreding van art. 165 ,W. v. S. Hem ia ten laste gelegd, dat hij op 30 Mei j.l. des voormiddags tuaecben 12 en 1 uur te V e u r, als machinist van een montagewagen, daarmede over den spoor weg 's-GravenhageAmsterdam hoogst roekloos met te groote snelheid heeft ge reden, hoewel hij wist, dat een andere trein zich op <le lijn bevond bij blokpoet 65B en kon waarnemen dat er mist hing en het uitzicht daardoor belommerd was, met gevolg, dat hij is aangereden tegen den anderen trein, waarvan do montage wagen werd vernield en de bagagewagen beschadigd, terwijl van den trein, door D. bestuurd, de locomotief werd beschadigd en de lijn voor het verkeer werd versperd. Een zevental leden van het technisch personeel der Ned. Spoorwogen was door het O.M. als getuige gedagvaard, oa ir. H., die eenige inlichtingen gaf betreffen de de door het personeel aan de montage wagens op te volgen instructies en de voor man-monteur L., die op den trein van ver dachte meereed, evenals de hoofdgeleider van S., die verklaarden, dat door hen met een mondfluitje do voorgeschreven signa, len werden gegeven om te stoppen oI langzamer te rijden, waaraan door ver dachte nicf tijdig is voldaan. Na het getuigenverhoor, waarbij de montagewerker a décharge werd onder vraagd, gaf verdachte een lezing van het voorgevallene, waarbij hij volhield geen fluitsignalen te hebben gehoord. Het O.M. betoogde dat \V. wist, dat voor hem een montagetrein was vertrokken. Juist in verband met den mist had ver dachte extra oplettend moeten zijn. Door te hard rijden en niet opletten op de fluit signalen is de botsing veroorzaakt. Spr. eischte 2 maanden hechtenis. Verdachte zeide, reeds disciplinair door de Spoorwe gen te zijn gestraft. Mr. Waslanzor, voor D. pleitend, pleitte vrijspraak. Vormia C October a.s. Goederen aan beslag onttrokken. De 33-jarig© bedrijfsleider S. A. B. te Pijnacker, heeft terecht gestaan wegens overtreding van art. 198 W. v. S. (heb op zettelijk onttrekken van goederen waarop wettelijk beslag ia gelegd). Verdachte was door den Delftschon deurwaarder A. aangesteld als bewaarder van den boedel, toebehoorende aan de wed. van H. te Pijnacker, in wier dienst B. was, waarop door hem, krachtens be schikking van den president der Haagsche Rechtbank op verzoek van mr. Bovera, ten behoeve van diens cliënt beslag was ge legd, waaronder ook de stal met de zicb daarin bevindende koeien en varkens wa ren begrepen. Later is gebleken, dat een achttal koeien en eenige varkens aan den boedel waren onttrokken. B. erkende de beesten te hebben ver kocht. B. zeide niet te hebben geweten dat hij zulks niet mocht doen, omdat hij het be drijf gaande moest houden, terwijl de koop som door hem op de Bank is gedeponeerd. Deurwaarder A. antwoordde op een vraag van den president, dat hij B. dui delijke instructies had gegeven. Het O.M. vorderde tegen B. zee maan den gevangenisstraf. De rechtbank zal op 6 October a.s. uit spraak doen. HET VLIEGTUIG VAN BERTRAM. Volgens oen te Berlijn ontvangen tele gram is het vliegtuig, waarmede de vlieger Bertram indertijd in de Australische wil dernis een noodlandng heeft moeten ma ken weder in orde gebracht. Bertram is er vandaag mede gestart, om naar de West- Australische havenstad Perbh te vliegen. NIEUW WERELDH00GTEREC0RD. De Fransche vlieger Signerin heeft Don derdag met een Brequeb-toestel een nieuw wereldrecord gevestigd, aangezien hij een hoogte van 10.450 m. bereikte. Het re cord stond op naam van den Fransohm an Burtin met 9.374 m. Hoeveel vraag je voor het dragen ran deze koffers. Een kwartje voor de eerste koffer en een dubbeltje per stuk voor de andere. Goed, neem de beid© andere dam maar dan draag ik de eerste wel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11