WIE HEDEN KOOPT,
RECHTZAKEN
LUCHTVAART
VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 11
6oU Uicc: Opfiasse*t
Zeker, de wachter zorgt voor
Uw veiligheid. Maar., hij kan
falen. En daarom: óók bij
BEWAAKTE overwegen geldt
het parool: OPPASSEN!
EEN PRACHTPROGRAMMA OP DE
STADIONBAAN VERREGEND.
De oude en de jonge garde rijdt
voor Herkuleijns.
Dat sportvrienden goed© vrienden zijn,
hebben de talrijke wielrenners in het sta
dion gisteravond bewezen. Het wa-s ruim
een jaar geleden, dat de populaire renner
Hans Herkuleijns in het Stadion een zware
val deed, die hem een vol jaar aan het zieK-
bed kluisterde. En toen er 'n oproep kwam
van de Stadiondirectie aan de renners om
gratis een benefietwedstrijd te rijden voor
Herkuleijns gaf niet alleen de jonge garde
maar ook de oude garde zioh spontaan op.
Daar waren de Zesdagen-koningen Van
Kempen en Pijnenburg, daar waren Moes
kops en Van Egmond, Holland's sprinters
daar was de oude garde Jhr. Bosoh van
Drakensteijn, de oud-wereldkampioen
Mazairac, Guus Schilling en zoovele an
deren, die allen gaarne voor een sportbroe-
der in 't strijdperk traden.
Ook het publiek had zich niet onbetuigd
gelaten en was in grooten getale opgeko
men.
Het begin van het programma was na
tuurlijk voor Herkuleijns zelf, die eerst
werd toegesproken door den voorzitter van
het Herkuleijns»-comité en daarna onder
hartelijke toejuichingen van hot publiek
in een met bloemen versierde auto eenige
eereronden maakte.
- Het programma dat hierna zou worden
afgewerkt was zoo veelzijdig als het maar
kon zijn.
Wedstrijden achter motoren, sprints
voor amateurs, profs, en voor de oude
garde, sprints en alle verscheidenheden.
Wedstrijden achter levende gangmaking,
als onderdeel der ommium-wedstrijden en
last not least een inhaal-race voor auto's.
Jammer genoeg kwam de regen het spel
breken en moesten om half tien, na een
half uur te hebben gewacht de wedstrijden
worden beëindigd.
Wat er tot dan toe verreden was, be
loofde veel.
v. d. Linden had in een sprint-race ge
wonnen van Van den Heuvel en Van Dijk,
nadat Van den Heuvel wegens unfair rij
den was gedistanceerd.
Het sprintnummer uit den omniumwed
strijd tusschen Van Kempen, J. Pijnenburg
en KI. van Nek bracht een overwinning
voor Piet van Kempen, terwijl een wed
strijd achter motoren over 25 km. een over
winning opleverde voor Schlebaum. Ook
Snoek reed zeer goed en eindigde als 2 op
100 m. Schlebaum werd echter geen oogen-
blik bedreigd. Leddy 3 op 120 m. Blekemo-
1 en 4 op 300 m., v. <L Wulp 5 op 350 m., de
Graaf 6 op 900 m.
Tenslotte was er the big match Moes
kopsVan Egmond, die nadat van Egmond
den kop had genomen door Moeskops ge
makkelijk werd gewonnen. Piet bleef van
zeer dicht volgen en gaf van Egmond geen
kans te demarreeren.
Hiermede was het afgeloopen wegens
den regen.
De wedstrijden zouden hedenavond wor
den voortgezet.
De uitslagen luiden:
Wedstrijd met motorgangmaldng tus
schen Schlebaum (Kaeser), Blekemolen
(Pas qui er), Leddy (Mas-siest), Snoek (Ceur-
remans), v. d. Wulp (S'lesker) en De Graaf
(Wiersma) in 2 manches van 25 km.: Ie
manche: 1. Schlebaum in 20 min. 41 sec.;
2. Snoek (100 m.); 3. Leddy (120 m.); 4. Ble
kemolen (300 m.); 5. v. d. Wulp (350 m.); 6.
De Graaf (900 m.).
Omniumrace tusschen P. van Kempen,
J. Pijnenburg en Klaas van Nek Sr.Sprint
over 1 km.: 1. P. van Kempen (laatste 200
m. in 13.4 sec.; 2. K. van Nek; 3. Pijnen
burg.
Sprinbwedstrijd over 1 km. tusschen P.
Moeskops en Jac. van Egmond: le rit: 1.
Moeskops, 2. van Egmond lengte).
Wedstrijd voor amateurs over 6 km. met
3 klassementen: 1. Homma; 2. Pelzer, 12
p.; 3. Wichemeyer, 10 p.; 4. v. d. Dolder,
8 p.; 5. Van Baak, 6 punten.
Sprintwedstrijd over 1 km.: le rit: 1.
v. d. Linden (laatste 200 m. in 13.2 sec.);
2. B. van Dijk; 3. v. d. Heuvel (gedistan
ceerd).
koopt goedkoop. Ook bij
zeer soliede zaken zijn nu
de prijzen heel goedkoop.
Men kijke daarom iederen dag met
aandacht de advertenties na.
VERGIFT1GINGSGEVAL TE BERGEN
Behandeling voor het Gerechtshof
te Amsterdam.
In October van het vorig jaar maak
ten wij melding van het opzienbarende
vergiftigingsgeval te Bergen. Een zekere
J. Br., een boerenrentenier, die onder
medische behandeling was, vertoonde
duidelijke verschijnselen van chronische
arsenicum-vergiftiging, zoodat opname in
een ziekenhuis noodzakelijk bleek. Met
goedvinden van zijn patiënt stelde de
behandelende geneesheer de Justitie met
het geval in kennis die na een ingesteld
onderzoek Br.'s eohtgenoote, I. B., ar
resteerde en eenigen tijd later hetzelfde
deed met een Alkmaarsohen kaashan
delaar, H. E., van wien bekend was,
dat hij een verhouding met de vrouw
had en die verdacht werd van mede
plichtigheid. Hij had n.l. de vrouw eenige
malen een fleschje, inhoudende een af
treksel van Parijsch Groen, ter hand
gesteld, dat zij in het eten en/of drin
ken van haar echtgenoot vermengde,
met het bovengenoemde gevolg. Parijsch
Groen is n.l. in sterke mate arsenicum-
houdend. Door nog tijdig ingrijpen van
zijn geneesheer werd Br. op het nipper
tje aan zijn gevaarlijke omgeving ont
trokken en in levensgevaarlijken toe
stand in het ziekenhuis opgenomen,
waaruit hij eerst in Mei van dit jaar
werd ontslagen; sindsdien woont hij op
zijn boerderij in de Bergermeer.
In Februari van dit jaar werd deze
zaak voor de rechtbank te Alkmaar be
handeld. Aan de eohtgenoote was po
ging tot moord op haar man ten laste
gelegd, aan verd. E. medeplichtigheid;
niet minder dan 15 getuigen, van wie 6
getuigen-deskundigen, waren gedagvaard
terwijl aan de zijde van E. nog 9 getui
gen a décharge waren opgeroepen.
Yerd. B. werd volgens het rapport
van den get. deskundige dr. Kr uit bosch,
zenuwarts te Bakkum, zoowel intellec
tueel als moreel niet voor vol aangezien,
doch wel toerekeningsvatbaar verklaard;
haar intellectueel en moreel tekort werd
door de rechtbank als verzachtende om
standigheid aangevoerd; t. a. v. verd. E.
golden de verklaringen van de getuigen
a décharge als verzachtende omstandig
heden. Het maximum bij de wet is voor
poging tot moord 13 jaar; voor mede
plichtigheid 8 Yi jaar. Tegen beide ver
dachten werd door het O. M. te Alkmaar
6 jaar gevangenisstraf gerequireerd; de
uitspraak was conform dezen eisch.
Beide verdachten gingen tegen deze
uitspraak in hooger beroep; evenals de
Officier van Justitie. Gisteren diende
déze zaak voor het Gerechtshof te Am
sterdam. Verdaohte I. B. werd, evenals
in Alkmaar, bijgestaan door mr. C. A.
de Groot te Alkmaar, verd. E. werd
rechtskundig bijgestaan door mr. Th.
Muller Massis te Amsterdam.
Het Hof was samengesteld als volgt:
President mr. J. M. Jolles, rechter jhr.
mr. J. F. Lewe van Vrijenstein; plv.
rechter mr. dr. F. C. van Geer; griffier
jhr. mr. v. Asch v. Wijk; advocaat-gene
raal mr. P. M. F. Bauduin.
De president vraagt verd. I. B. waar
om zij in hooger beroep is gegaan.
Verd. B.: Mijn man wilde het hebben;
hij vond de straf te zwaar; ook ik vond
de straf te zwaar.
Pres.: U bent dus op aandringen van
uw man in hooger beroep gegaan?
Verd.: Ja!
Pres. tot verd. H. E.Waarom bent
u in hooger beroep gegaan?
Verd. E.: Omdat ik niet gestraft wil
de worden voor wat ik niet gedaan
heb; ik heb Br. niet willen dooden; ik
heb enorm berouw en voel me heel
schuldig en wil al het mogelijke doen
om
Pres.: U wist toch dat Parijsch groen
doodelijk vergif ie; waarom gaf u dat
dan!
Verd.: Om Br. suf en kwijnerig te ma
ken.
Pres.: Dat is nonsens! Zwaar vergif
gebruiken om iemand kwijnerig te ma
ken gaat niet samen.
Verd.: Ik heb het Parijsch groen niet
opgelost, maar er een afgietsel van ge
maakt.
Pres.: Hoe dacht u dat Br. daar suf
van zou worden. Het is toch zwaar ver
gif-
Verd.: Ik dacht, het is een licht mid
del, waar geen gevaar bij was. Ik ben
verschrikkelijk onhandig geweest.
Pres.: U weet, dat de vrouwelijke ver
daohte anders verklaarde, u hebt samen
afgesproken hem te vermoorden.
De eerste getuige is dr. S. P. Tamme-
rousBakker, zenuwarts te Amsterdam,
die deskundige verklaringen aflegde en
verd. B. verminderd toerekeningsvatbaar
verklaarde; zij miste het initiatief om
haar man vergif toe te dienen.
De adv.-gen. trok dit in twijfel; zij
nam wel het initiatief om naar Amster
dam te gaan en dure kleeren te koopen.
De Pres. vraagt verd. B. hoe dikwijls
zij haar man dat vergif heeft gegeven.
Verd.: Een paar keer per week, net
zooals het uitkwam.
Pres.: U wilde dus uw man vermoor
den?
Verd.: Als ie goed voor me was, dan
niet.
Pres.: Het is heel slecht wat u gedaan
heeft.
Tot get. Bakker zegt de pres., dat
verd. B. slim en geraffineerd was, het
geen een heel andere conclusie is als
zijn rapport weergeeft.
De volgende get. was dr. S. T. Hei-
dema. zenuwarts te Amsterdam, die
verd. B. evenmin toerekeningsvatbaar
verklaarde.
Hierna werd in zijn invalidenwagentje
de echtgenoot van verd. B. binnenge
leid. Deze verklaart met z'n vrouw eerst
een goed leven te hebben gehad, later
werd het minder.
Pres.: Kwam het wel eens tot hand
tastelijkheden?
Get.: We hadden wel eeens verschil
van meening, doch er kwamen geen
handtastelijkheden. Later tijdens die ge
schiedenis met E. wel.
Pres.: Had u gauw een vermoeden
van die verhouding.
Get.: Eerst niet, later wel, toen hij
eens laat op den avond achter mijn huis
verscheen; toen vroeg ik hem: wat moet
je hier? Hij zei toen, geen kwaad in den
zin gehad te hebben; ik zei toen: ook
zeker geen goeds. Daarna sprak get. met
zijn vrouw ever haar omgang met E.
Pres.: Hebt u haar toen in drift
eenige schoppen gegeven?
Get.: Ja!
Pres: Hebt u toen gesproken over
doodschieten?
Get.: Dat heb ik wel eens gedaan;
maar niet bij die gelegenheid.
Hierna werd het ziekteverloop ge
schetst van get., die nu nog niet z'n bee-
nen goed kon gebruiken; zijn arm ech
ter vrij goed. (Hij maakt bewegingen
met z'n armen).
Pres.: Hoe zijn uw gevoelens tegen
over uw vrouw?
Get. (ontroerd): Ik heb groot medelij
den met haar; ben niet kwaad op haar
en geloof nooit, dat alles van haar is-
uitgegaan.
Pres.: Zij heeft zelf verklaard, dat zij
liever met E. wilde leven en haar man
liever dood wilde.
Pres.: Denkt u, dat E na uw dood
met uw vrouw getrouwd zou zijn?
Get.: Neen! Voorts verklaart get. dat
de schoonvader van E. hem eens ge
zegd heeft, dat E. financieel belang in
de verhouding met zijn vrouw zocht; en
z'n schoonvader gevraagd heeft, daarover
zijn mond te houden.
Verd. E. roept luid: Dat lieg je.
Pres. tot get.: Hebt u er ondervinding
van, dat uw vrouw beperkt was in haar
verstandelijke vermogens?
Get.: Zij kon soms abnormaal opstui
ven. We hadden wel eens woorden.
Pres.: Over een bontmantel; wat
kostte die?
Get.: 78 honderd gulden.
Pres.: Dat vond u onnoodige luxe?
Get.: Natuurlijk.
Mr. Muller tot get.: Is het waar dat
u haar gedreigd hebt dood te zullen
maken.
Get. heeft zioh wel eens in dien geest
uitgelaten, doch niet in verband met
haar verhouding tot E.
Mr. Muller: Ik zou niet graag den in
druk willen vestigen, dat het E. te doen
was om financieel voordeel; de bewuste
schoonvader heeft gezegd, dat beiden
evenveel schuld hadden.
Verd. E. vraagt het woord en zegt,
dat hij tegenover Br. verschrikkelijk mis
dreven heeft; hij wil al het mogelijke
doen om het weer goed te maken; hij
vraagt, ja smeekt hem om vergeving,
doch niet voor poging tot moord; dat
nooit
Onder de vele andere getuigen, die
nog worden gehoord, is ook de echtge
noot© van verdachte E.
Mevr. R. E.V. deelt mee, dat de ver
houding van haar man tot haar niets te
wenschen overliet; gedurende haar twee
jarige ziekte in het "ziekenhuis was hij vol
zorgen.
Op 'n vraag van mr. Muller verklaarde
zij, dat verd. B. niet heel veel waarheids
liefde had; get. deed veel inkoopen met
haar en haar man. Br. liet verd. het dan
voorkomen, dat de gekochte artikelen niet
duur waren; in waarheid waren ze echter
veel duurder.
Verd. B. ontkent dit; als ze in A'dam
goed kocht, liet ze dat thuis komen en d'r
man betaalde het dan.
Get. mevr. E. ontkent dit en zegt, dat
verd. B. altijd veel geld bij zicah heeft.
Verd. B.: Neen Kerntje, dat ia niet waar,
je moet me niet in het zonnetje zetten.
Als mevr. E. zich naar de getuigenbank
begeeft, knikt zij vriendelijk naar haar
man in de beklaagdenbank.
De volgende getuige k décharge is de
heer S. W. E., broer van verdachte E., die
zijn verklaringen, voor de rechtbank te Alk
maar afgelegd, herhaalt. Hij schetst z'n
broer als lichtzinnig en als iemand, die de
moeilijkheden uit den weg gaat. Get. acht
hem niet in staat iemand te dooden.
Pres.: En dat doodelijk vergif dan?
Get.: Dat verklaar ik juist door zijn
groot© gemakkelijkheid.
Op een vraag van mr. Muller verklaart
get., dat zijn broer heel goed voor zijn
vrouw was.
De adv.-gen. vraagt get. of hij wist, dat
zijn broer een aantal vergiften in zijn bu
reau had.
Get.: Dat was voor ons een groote ver
rassing, waar we voor kwamen te staan
toen mijn andere broer, in dat bureau een
prijscourant voor machines zocht.
De adv.-gen.: Wist u niet dat daar een
heel arsenaal van vergif in dat bureau
was? Parijsch groen, kopervitriool, ratten
kruit en laudanum.
Get. wist daar niets van.
Ver. E.: Het is geen rattenkruit, maar
rattenvergif; dat was noodig; in een pak
huis waar duizenden kazen liggen, komen
ook ratten.
Get. E. heeft nooit geweten, dat zijn
broer een of ander vergif had.
Van enkele kleine fleschjes verklaarde
verd. E., dat hij deze op het Waterlooplein
gekocht had.
De adv.-gen.: Dat beteekent hier (in Am
sterdam), dat er een luchtje aan is.
Verd. E.: Ik dacht, dat mijn broer ze op
zijn laboratorium kon gebruiken.
Get. E. wil zijn broer niet verdedigen,
dooh eerder beschuldigen; hij zou het ech
ter tragisch vinden, als hij gestraft werd
voor iets. dat hij niet bedoeld had te doen
Gehoord wordt voorts dr. ds. R. Kuiper,
predikant te Midden-Beemster. Deze heeft
den indruk gekregen, dat verd. E. opper
vlakkig is. Get. wil een uitvoerig betoog
houden, doch de Pres. zegt hem bij de zaak
te blijven en vraagt hoe hij verklaart, dat
verd. E. zich dat zwaar vergif verschafte.
Get.: Dat verklaar ik zoo, dat hij meer
aan de vrouw dacht dan aan haar man.
Dat hij iemand kon dooden, gelooft spr. niet.
Ten slotte houdt de procureur-generaal
zijn requisitoir en herinnert aan hetgeen
verdachten door de Alkmaarsche rechtbank
ten laste is gelegd. Spr. acht het moeilijk
de tenlastelegging van voorbedachte rade
juist te noemen. In dit geval acht spr. voor
bedachte rade aanwezig geweest; de nood
zakelijke tusschenruimte was er. Spr.
meent, dat de rechtbank verd. I. B. terecht
van poging tot moord beschuldigd heeft;
en verd. E. van medeplichtigheid.
I. B. had geruimen tijd het plan haar
man te dooden; tegen haar houding tijdens
het proces is geen bezwaar te maken.
De houding van verd. E. was andera. Bij
hem was opzet; met zeer bezwarende om-
stndigheden; get. de Vries verkocht hem
zwaar vergif; daarmee was verd. bekend.
Hij moet dus geweten hebben, dat het
zwaar vergif was, dat doodelijke gevolgen
teweeg kon brengen. Spr. meent, dat verd.
niet het verweer, dat hij Br. suf wilde ma
ken, kan volhouden. Door, verd. I. B. werd
hem medegedeeld, dat Br. stijf en ziek
werd en niet meer de trap op kon; ook
daarna gaf hij nog meer vergif.
Verd. E.Omdat zij zei, dat het niks gaf,
dat houd ik vol!
De Procureur-Generaal vervolgd- en zegt,
dat hij aanneemt, dat verd. E. de bedoe
ling had Br. te dooden.
Spr. gaat de houding van beide ver
dachten na; I. B. heeft de zwaarste ver
antwoording; E. een bijna even zware; zij
hadden samen besloten Br. te \ermoorden.
Hij verschaft haar vergif; herhaalde
lijk; zij vraagt na verbruik van het eene
fleschje, om het andere.
De psychiatrische rapporten bespreken
de, wijst spr. erop, dat verd. B. een goede
huisvrouw was; en uit eigen beweging een
bontjas kocht; hetzelfde zien we met het
vergif, haar man moest weg en zij ver
schafte zich daarvoor de middelen; spr.
ziet geen debilitas mentis. Zij is toereken
baar; zij verdedigt zich op een wijze, waar
uit blijkt, dat ze "weet wat ze doet. Spr. acht
haar aansprakelijk.
Verd. E. heeft een leven geleid, dat voor
zijn omgeving verborgen was. Hij had vier
of meer soorten vergif in zijn bezit, in een
bureaulaadje waar z'n familie niets van
wist.
Deze verd. komt in een buitengewoon
verdacht licht te staan, waarin de verkla
ring van verd. B. dat E. ook z'n vrou
wel zal geven van dat vergif aanneme
lijk voor. Wat hij met al die vergiften voor
had is mij een raadsel; E. is een raadsel
achtige figuur. Het is ook aannemelijk dat
E. de vrouw wilde hebben om haar geld.
Als dat zoo is, is zijn schuld nog grooter.
Een gelijke straf voor beiden acht spr.
op zijn plaats. De st-raf, door de rechtbank
opgelegd, staat in verhouding tot de go-
pleegde feiten en de personen.
Spr. kan zich indenken, dat het Hof voor
de vrouw na het verzoek van den gedu
peerden Br. voor de vrouw een lichtere
straf zal bepalen.
Tegen beide verdachten echter eischt epr.
wederom zes jaar gevangenis
straf.
OVERVAL IN DE WESTERSTRAAT
TE AMSTERDAM.
Dader tot vijf jaar veroordeeld.
Op 9 Maart van dit jaar pleegde een 32-
jarige behanger een overval op een oude
vrouw, die in de Westerstraat te Amster
dam woont. Men hoorde hulpgeroep en
ging het huis binnen. Er werd daar een
man aangetroffen, die waarschijnlijk om te
stelen binnen was gedrongen en die de
vrouw een klap op het hoofd had gege
ven. De man sloeg op de vlucht, doch
kon worden gegrepen.
Wegens poging tot diefstal, voorafgegaan
door geweldpleging, eischt© het O. M. een
gevangenisstraf van acht jaar. De Amster-
damsche rechtbank, gisteren uitspraak
doende, veroordeeld den man tot een ge
vangenisstraf van vijf jaar wegens poging
tot diefstal, voorafgegaan door geweldple
ging.
Oplichting.
Een 24-jarige jongeman uit H i 1 le g o m
had de omstreken van Antwerpen bewerkt
met aanbiedingen van depots en de belof
te van bollenzendingen. Goedgeloovige Bel
gen hadden hem geld gegeven doch zagen
nooit bollen. In zijn prospectus beweerde
hij, dat zijn zaak de oudst© en betrouw
baarst© was. Gebleken is, dat deze zaak
pas zes jaar bestond. Toen de bedrogen
Belgen ongerust over hun geld begonnen
te worden deden zij aangifte. Het O.M. bij
de Haarlemsche rechtbank had 14 dagen
geleden een gevangenisstraf van een jaar
zonder aftrek van de preventieve hechte
nis geëischt.
Gistermorgen heeft de rechtbank hem
conform dezen eisch veroordeeld.
Autobandieten.
De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft
behandeld de voor het nader hooren van
een getuige, uitgestelde zaak tegen L. E.
de V. en G. J. K. onderwijzer te Amster
dam, die deel uitmaakten van de bende
autobandieten, die Oistorwijk en Vught
onveilig hebben gemaakt. Zooals men weet
werden de bandieten na een jacht in de
bosschen van Oisterwijk gearresteerd.
Getuige H. Homan te Oegstgeest kwam
nu bevestigen dat ook zijn auto ontvreemd
was.
Het O. M. eischte tegen L. de V. 2 jaar
en tegen G. K. 1 1/2 jaar gevangenisstraf.
Mr. v. Meerwijk vroeg voor verd. K. vrij-
voor verd. de V. vrijspraak subs, een voor
waardelijke veroordeeling en onmiddellijke
invrijheidstelling. Deze werd door de
rechtbank geweigerd.
Met te groote snelheid gereden.
De 35-jarige ondermachinist der Neder-
landsohe Spoorwegen B. D., te Den Haag,
heeft voor de Haagsche Rechtbank terecht
gestaan wegens overtreding van art. 165
,W. v. S. Hem ia ten laste gelegd, dat hij
op 30 Mei j.l. des voormiddags tuaecben 12
en 1 uur te V e u r, als machinist van een
montagewagen, daarmede over den spoor
weg 's-GravenhageAmsterdam hoogst
roekloos met te groote snelheid heeft ge
reden, hoewel hij wist, dat een andere
trein zich op <le lijn bevond bij blokpoet
65B en kon waarnemen dat er mist hing
en het uitzicht daardoor belommerd was,
met gevolg, dat hij is aangereden tegen
den anderen trein, waarvan do montage
wagen werd vernield en de bagagewagen
beschadigd, terwijl van den trein, door D.
bestuurd, de locomotief werd beschadigd
en de lijn voor het verkeer werd versperd.
Een zevental leden van het technisch
personeel der Ned. Spoorwogen was door
het O.M. als getuige gedagvaard, oa ir.
H., die eenige inlichtingen gaf betreffen
de de door het personeel aan de montage
wagens op te volgen instructies en de voor
man-monteur L., die op den trein van ver
dachte meereed, evenals de hoofdgeleider
van S., die verklaarden, dat door hen met
een mondfluitje do voorgeschreven signa,
len werden gegeven om te stoppen oI
langzamer te rijden, waaraan door ver
dachte nicf tijdig is voldaan.
Na het getuigenverhoor, waarbij de
montagewerker a décharge werd onder
vraagd, gaf verdachte een lezing van het
voorgevallene, waarbij hij volhield geen
fluitsignalen te hebben gehoord.
Het O.M. betoogde dat \V. wist, dat voor
hem een montagetrein was vertrokken.
Juist in verband met den mist had ver
dachte extra oplettend moeten zijn. Door
te hard rijden en niet opletten op de fluit
signalen is de botsing veroorzaakt. Spr.
eischte 2 maanden hechtenis. Verdachte
zeide, reeds disciplinair door de Spoorwe
gen te zijn gestraft.
Mr. Waslanzor, voor D. pleitend, pleitte
vrijspraak.
Vormia C October a.s.
Goederen aan beslag onttrokken.
De 33-jarig© bedrijfsleider S. A. B. te
Pijnacker, heeft terecht gestaan wegens
overtreding van art. 198 W. v. S. (heb op
zettelijk onttrekken van goederen waarop
wettelijk beslag ia gelegd).
Verdachte was door den Delftschon
deurwaarder A. aangesteld als bewaarder
van den boedel, toebehoorende aan de
wed. van H. te Pijnacker, in wier dienst
B. was, waarop door hem, krachtens be
schikking van den president der Haagsche
Rechtbank op verzoek van mr. Bovera, ten
behoeve van diens cliënt beslag was ge
legd, waaronder ook de stal met de zicb
daarin bevindende koeien en varkens wa
ren begrepen.
Later is gebleken, dat een achttal koeien
en eenige varkens aan den boedel waren
onttrokken.
B. erkende de beesten te hebben ver
kocht.
B. zeide niet te hebben geweten dat hij
zulks niet mocht doen, omdat hij het be
drijf gaande moest houden, terwijl de koop
som door hem op de Bank is gedeponeerd.
Deurwaarder A. antwoordde op een
vraag van den president, dat hij B. dui
delijke instructies had gegeven.
Het O.M. vorderde tegen B. zee maan
den gevangenisstraf.
De rechtbank zal op 6 October a.s. uit
spraak doen.
HET VLIEGTUIG VAN BERTRAM.
Volgens oen te Berlijn ontvangen tele
gram is het vliegtuig, waarmede de vlieger
Bertram indertijd in de Australische wil
dernis een noodlandng heeft moeten ma
ken weder in orde gebracht. Bertram is er
vandaag mede gestart, om naar de West-
Australische havenstad Perbh te vliegen.
NIEUW WERELDH00GTEREC0RD.
De Fransche vlieger Signerin heeft Don
derdag met een Brequeb-toestel een nieuw
wereldrecord gevestigd, aangezien hij
een hoogte van 10.450 m. bereikte. Het re
cord stond op naam van den Fransohm an
Burtin met 9.374 m.
Hoeveel vraag je voor het dragen ran
deze koffers.
Een kwartje voor de eerste koffer en
een dubbeltje per stuk voor de andere.
Goed, neem de beid© andere dam maar
dan draag ik de eerste wel.