'AMEÏ> RUBRIEK ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen kunnen per giro (125025) per postwissel of per brief met bij gesloten postzegels worden besteld bij de redactrice Damesrubriek, Laan van Meerdervoort. 45a, Den Haag. Maat en nummer van het ge- wenschte model duidelijk vermelden. De bestelde patronen worden binnen 3 a 6 dagen aan de aanvraagsters toegezonden. EEN FLEURIGE JAPON. De aanstaande mode laat zich vooral kennen door een vroolijke tint. Ook de bedrukking der stof heeft iets fleurigs. Op onze teekening no. 329 ziet u een japon, die u zoowel voor ge kleed als voor dagelijksch gebruik kunt beniitten. Voor dagelijksch ge bruik doet u goed wat stevige stof te koopen, terwijl een mooie ge bloemde of bedrukte zijde zeer ge kleed is. Het lijfje zelf is recht, maar de halsgarneering loopt als een ovale lijst van achteren tot voor aan het middel en is rondom afgezet met smalle plooien. De mouw loopt naar den pols nauwsluitend toe en heeft precies onder den elleboog een klokkende strook, eveneens voorzien van plooien. De rok heeft een voorpand dat tevens het heup stuk vormt, terwijl een paar klok kende zijpaneelen de noodige ruim te geven. Ook de zoom der rok is afgezet met plooien, terwijl om het middel een smalle ceintuur wordt Patronen hiervan in de moten 40- 52 a 0.58 verkrijgbaar. DE OVERHEMDSBLOUSE. No. 330 toont u een overhemds blouse, boven den rok gedragen met een nauwsluitend elastiek, waardoor zij iets overblousends krijgt. Van waschzijde gemaakt is een dergelijke blouse eeen heerlijke dracht. De voorpanden worden ge rimpeld aan de schouderstukken be vestigd. De sluiting bestaat uit 6 knoopen en knoopsgaten waarvan de bovenste onder het boord vallen en de onderste vlak bij het elastiek zitten. De niet te nauwe mouw wordt afgewerkt met een dubbele manchette, die met een paar man- chetknoopen of mtt gewone knoopen kan sluiten. Van deze blouse kunt u een pa troon bekomen a 0.58 in de ma ten 40—52. DE ROK. De rok is, nu wij weer algemeen blouses zien dragen, een belangrijk kleedingstuk geworden. No, 331 toont u een plooirok, waarvan de plooien voor een gedeelte zijn dicht- gestikt. Daardoor vormt u als het ware een aansluitend heupstuk. In een van de plooien op zij valt de treksluiting, die daarom is aan le bevelen, omdat zij zich naar het fi guur voegt. Een kleine ceintuur met fantasiegesp dient als afwerking. Patrpon a 0.58 verkrijgbaar. HERFSTKLEEDING. Een zeer geslaagd geheel mogen wij zeker no. 333 noemen. Het be staat uit een japon en een mantel 71°. 3bo heeft. Als kraag kunt u dezelfde stof van den mantel gebruiken, of wel een bontkraag zooals de tee kening laat zien. Patronen van de japon verkrijg baar a 0.58 en van den mantel eveneens a 0.58 in de maten 42-50. DE MODESNUFJES. Nu de zomer weer op het eind loopt en wij al een voorproefje krijgen van de najaarsstormen, heb ben wij behoefte aan een sjaal. Bont is nu nog te warm en heeft boven- dierf het nadeel, dat we ons dadelijk te veel verwennen. De afbeelding laat u een zijden sjaal zien, die op den schouder met een strik wordt vastgemaakt. Het aardige vilthoedje dat goed om het hoofd sluit heeft als garneering de zelfde zijde als van de sjaal. Aan den rand van den hoed is een kleine strik bevestigd, doch aan den anderen kant als de strik van de Denkt u daar vooral aan, want anders worden de beide strikken te veel. De sjaal kan zoowel boven als onder den mantel worden gedragen, doch in het laatste geval sluit hij niet met een strik op den schouder, maar met een knoop voor vlak te gen den hals aan, terwijl de slip pen dan in den mantel worden ge dragen. van dezelfde stof met of zonder bontkraag. Als stof is gedacht een soepel wollen weefsel van een mooie brui ne keur. De japon heeft een eenvou dig recht lijfje met een zijden vestje en nauw aansluitende mouwen. Het heupstuk bestaat uit puntig gestikte naden, waaraan het voorpand en de zijpanden naar beneden ruimer uit loopend zijn bevestigd. De mantel, die een paar centime ter langer valt, heeft twee flink over elkaar slaande voorpanden, sluitende met enkele fantasieknoo- pen. Het rugpand heeft 3 puntig oploo- pende paneelen, terwijl de sierlijke mouw een mooi model manchet BLOEMENRUIKERS, DIE WIJ ZELF MAKEN. Celophaan, een zusje van het ons zoo bekende micca mag zich in een steeds grooter wordende belangstel ling van het publiek verheugen. En zeer terecht. Werd het vroeger al leen gebruikt om er verschillende voorwerpen in te wikkelen, die niet vochtig mochten worden, thans is de techniek hiervan zoover gevor derd, dat men er allerlei keurige voorwerpen van vervaardigt. Het meest interessante is wel een boeket hiervan te vervaardigen. Hiervoor gebruiken wij wit zoowel als gekleurd celophaan, dat door zijn doorschijnende eigenschap iets teers geeft aan de bloemen. Wil men b.v, een bouquet papa vers samenstellen, dan gaat men als volgt te werk. Knip de bladeren van roode celo phaan met een middellijn van circa 7K c.M. De verschillende bladeren van de bloem steke men met de punten in een balletje groene was, dat men tevens vormt tot het hart, waarna wij met zwarte was de in kervingen aanbrengen, die men bij een echter papaver ook ziet. Men doet het best een echte bloem te koopen, van degene waarvan men een ruiker wenscht te maken en deze als voorbeeld te nemen. Denkt u er wel aan iedere bloem iets an ders te maken, dat ziet u in de na tuur trouwens ook. Voor den steel kunt u het best een gummieslangetje koopen, dat in de kunstbloemenza ken te koop is, het ijzerdraad.waar aan uw bloem is vastgemaakt, wordt in het slangetje gestoken en uw steel is klaar. De eerste bloemen, die wij maken zullen dadelijk wel geen schoonhe den en kunststukken zijn, doch met eenige oefening zal de handige huis vrouw al spoedig iets aardigs kun nen maken. HET BEWAREN VAN SCHOENEN. Schoenen zoo maar in de kast op den grond zetten, zonder leest is voor den vorm al heel slecht. Met leesten er in houdt u de schoenen veel langer in hun vorm, maar het best blijven zij door in uw kast een rek te maken en aan uw leesten een haak. U hangt dan uw schoenen aan een van de stangen van het rek. Een tweede voordeel van deze methode is, dat ieder huisgenoot een eigen stang kan krijgen, waar door u aanmerkelijk meer schoenen op eenzelfde plaats kunt bergen, terwijl zij op deze manier het aller minst te lijden hebben. moe, dat zij des avonds, juist als ook de huisvrouw kan meegenieten van de ontspanning, toch liever thuisblijven en tot diep in den nacht kaarten of zitten praten. En als na zoo'n week de huisvrouw zich eer lijk afvraagt, hoe zij haar gasten heeft gevonden, dan slaakt zij een diepen zucht en begrijpt niet, dat haar familie of kennissen zóó zijn tegengevallen, want door haar over vermoeidheid wordt zij tenslotte nerveus en prikkelbaar en in deze stemming, waar zij zelf niets aan kan doen, vallen er soms om klei nigheden ineens harde woorden, die de familie tot vijanden maken en de kennissen tot vreemden. Maar van den anderen kant gezien kunnen de gasten het niet heelemaal helpen als het zóó loopt, want als een huis vrouw met takt tegen haar logé's zegt, dat ze mee uitgaat om hen van alles te laten genieten, maar dat het huishouden er niet onder mag lijden, dan zijn bijna alle logé's bij het vooruitzicht van een prettige rondgeleide er gemakkelijk toe te brengen, om eens gauw af te was- schen, of de bedden op te maken, met het schoonmaken van het eten te helpen en dergelijke dingen meer, die de huisvrouw een hoop werk uit de handen nemen. Maar dan moet ook zij willig zijn en haar zon nigste humeur toonen, zoodat de logé's blij zijn, wanneer zij meegaat. En na zoo'n logeerpartij zal de huisvrouw óók moe zijn, maar zij zal met voldoening aan de drukke da gen kunnen terugdenken. NADAT DE GASTEN VERTROKKEN ZIJN. De zomervacantie is weer voor bij en voor hen, die flink moeten aanpakken duurt het weer een heel jaar, eer zij een week of misschien wel veertien dagen opnieuw van hun vrijheid kunnen genieten. Voor de huisvrouw, die weken achtereen de eene logé na de andere bij zich had, is het een verademing eindelijk weer met haar eigen huisgenooten alleen te zijn. Want voor de huis vrouw is het geen onverdeeld genot steeds maar andere menschen over den vloer te hebben, zelfs al sympa- thiseeren allen nog zoo met elkaar. Want de meeste logé's zijn als zij ergens logeeren echt „uit", dat wil dus zeggen, dat zij niet helpen aan huishoudelijken arbeid, doch heerlijk „niets" kunnen doen. Is dit stand- j punt wel het juiste? Schuilt er niet een groote zelfzucht in om geduren de eenige dagen iemand voor ons te j laten zorgen, zonder zelfs een be- j dankje alsof het zoo hoort? De huis- vrouw, die uit den aard der zaak j toch altijd bezig is, moet haar geest kracht op dubbele kracht zetten. Want de logé's beginnen al met laat op te staan, de ontbijttafel blijft ge dekt en als tenslotte om half tien of soms nog later het ontbijt is af- geloopen, dan gaan de logé's uit en laten haar niet alleen met de vuile boel, maar tevens met een ont wricht huishouden zitten! Zoo be schouwen de logé's het huis van hun gastvrouw als een goedkoop hotel, want bij het koffiedrinken her haalt zich het spelletje van laat thuis komen en daarna weer uitgaan evenzoo des avonds bij het avond eten. Tenslotte stelt de avond de vrouw nog eischen, want na het eten willen de gasten óf met z'n al len uit, óf, en dat gebeurt zeer vaak, zij zijn van de rondzwervingen zóó DE HERFST. Wat heeft de herfst toch een zeer bijzondere vreugde. Hoewel wij den 21 en September nog niet gepasseerd zijn, verandert het weer al dadelijk als wij den naam September maar uitspreken. De avonden worden kor ter en vooral kouder, maar deze koude is prikkelend en maakt veer krachtig. De herfst lokt de men schen naar buiten de natuur in! Dui zenden en duizenden stadsmen- schen worden op zoo'n prachtigen herfstdag naar buiten gelokt om daar in heerlijk toeven in bosch en weide, op duin of aan zee het stof van den arbeid en den knellenden band van hun zorgen af te schudden. Want als men op zoo'n dag den azuren koepel ziet welven, als men luistert naar het ruischen van den wind of het regelmatig geluid van de aanzwellende golven, dan is er geen alledaagschheid meer. Dan valt alles, wat drukkend en klein is, van ons af en we voelen onzen geest op stijgen in prikkelende lucht; wij voelen ons één met de schepping en de natuur! De onafzienbare, diep blauwe zee, het wuivende geblader te in het bosch heeft een machtige bekoring op de menschenziel en dan spelen de herfsttinten ook in ons gevoel een zeer belangrijke rol. Ach, menschen van zorgen en cri sisgedachten, ga naar buiten. Ga in Gods blijde en vrije natuur en doe krachten op voor de komende win terdagen, Trek er op uit zoo vaak ge kunt en ge zult zien, dat de ge druktheid van een tijd als deze, u verlaat en ge weer vrijer adem kunt halen. En als ge een dag bui ten hebt doorgebracht, is èn geest èn lichaam gesterkt en ge zult nog dagen lang in u omdragen een droom beeld vol poëzie en wonderschoon heid en misschien overkomt het u, dat u, zich één voelende met de na tuur, voor een oogenblik heelemaal gelukkig bent, werkelijk voor hon derd procent en zoo'n oogenblik, al duurt het slechts kort, is het kost baarste, wat wij hier op de aarde kunnen ondervinden. Zulke momen ten zijn zeldzaam, want nietwaar, onverdeeld gelukkig zijn kennen de meesten niet. Laten wij dus deze enkele momenten zoo lang mogelijk vasthouden, want zulke oogenblik- ken geven ons de kracht weer lan gen tijd gebukt te gaan onder de gewone zorgen. EEN UITSCHUIFTAFEL. De ouderwetsche uitschuiftafels hadden meestal slechts aan iederen kant een verlengstuk, doch de uit- schuitfafel van een modernen bouw krijgt aan iederen kant maar ook middenin twee extra bladen. De tee kening laat heel duidelijk zien hoe de tafel er gewoon uitziet. U ziet dan een tafelblad bestaande uit twee deelen. Daarboven ziet u haar heelemaal uitgezet, dan heeft het blad 6 gedeelten, terwijl ook de pooten veel verder uit elkaar staan, doordat er twee planken tusschen het blad zijn gelegd. De tafelbladen rusten ieder op balken die ingeschoven en uitgetrokken kunnen worden, waardoor men wil lekeurig iedere grootte, die men wenscht, kan regelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 12