ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1932 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 15 GEMEENTERAAD VAN LEIDERDORP. Alle leden aanwezig. De voorzitter opent de vergadering met gebed, waarna de no tulen van de vorige vergadering worden gelezen en vastgesteld. De voorzitter brengt ter tafel de volgen de ingekomen stukken: 1. Het verzoek van de Obr. Oranjever- eeniging om een subsidie van 50 cent per leerplichtig kind voor het te houden kin derfeest. De voorzitter deelt mede, dat net verzoek te laat is ingekomen, zoodat B. en W. het niet hebben kunnen behandelen. Ook is er geen rekening bij overgelegd. De voorzitter stelt daarom voor, het verzoek in een volgende vergadering te behandelen. 2. Een missive van G. S., waarbij goed gekeurd wordt teruggezonden het raadsbe sluit tot het verstrekken van een kasgeld- leening aan de gemeente Pernis. 3. Idem, ten geleide van de goedgekeurde wijziging der begrooting 1931 en 1932. 4. Idem, ten geleide van de koninklijk goedgekeurde verordening op de heffing van het verlofsreoht. 5. Idem, waarbij verdaagd wordt de be slissing op het raadsbesluit tot aankoop van de z.g. Blauwe Buurt van Wethouder Splinter. Deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. 6. De rekening 1931 van de Gezondheids commissie te Alphen aan den Rijn, sluiten de met een batig slot van 6-14.79. B. en W. stellen voor de rekening goed te keu ren. Aldus met algemeene stemmen beslo ten. 7. De begrooting van dezelfde commis sie over 1933, waaruit blijkt, dat; het aan deel der gemeente in de kosten voor dat jaar worden geraamd op 32.92. 8. De begrooting van den Keuringsdienst van Waren voor 1933 waaruit blijkt, dat de kosten voor deze gemeente worden ge raamd op 258.16. Ook deze stukken wor den voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter deelt mede, dat eindelijk is komen vast te staan, dat de hoogspan ningskabel naar Hoogmade door de Kerk- laan zal loopen. Op verzoek van aanwonen- den zal tegelijkertijd een liohtkabel worden gelegd, mits de gemeente een afname ga randeert van 400 K.W.TJ. per jaar, eerst werd een garantie van 800 K.W.U. ge vraagd. Bij het graafwerk kunnen 10 werk- loozen te werk worden gesteld. B. en W. stellen voor de overeenkomst tot garantie aan te gaan. Met alg. st. wordt hiertoe be sloten. De klok slaat bezuiniging. De voorzitter deelt mede, dat in verband met de tijdsomstandigheden bezuinigd moet worden. Een van de maatregelen tot bezuiniging achten B. en W. eenige beper king der straatverlichting. Tot dat doel stellen B. en W. voor de verlichting half September aan te vangen en de lantaarns in plaats van 11 uur om 10 uur te blus- schen, alsook 2 nachtlantaarns te doen vei- vallen, nd. een bij „tipekhoeve" en een by het huis van dr. G. A. de Bruijne op den Van der Valk Boumanweg, na diens ver huizing. De heer Klaver vindt een nacht lantaarn bij „Spekhoeve wel noodig. Wetb. Splinter meent van met: het rijdend ver keer heeft zelf licht en voetgangers loo pen er met. Met alg. stemmen worden de voorstellen van B. en W. aangenomen. Voorts hebben B. en W. nog een voorstel, dat naar zij meenen kan leiden tot bezui nigingen, n.l. om tijdelijk af te wijken van de gevolgde methode om ambaohtswerken en leveranties enz. op te dragen aan dege nen, die aan de beurt zijn. B. en W. stellen voor thans zooveel mogelijk aan te beste den en prijsopgave te laten geven. De laag ste inschrijver wordt dan de uitvoering van het werk opgedragen. De heeren Roest en Groenendijk zien er niet zooveel bezuini ging in, de heer Groenendijk voorspelt, dat men duurder uit zal zijn. Het voorstel* wordt door den voorzitter en wethouder Splinter verdedigd en is een tijdelijke maatregel. Omdat het een tijdelijke maat regel is, wil de heer Roest met dit voorstel medegaan. De heer Groenendijk blijft er tegen, alsook de heer De Haas. Het voor stel van B. en W. wordt aangenomen met 2 stemmen tegen. Thans is aan de orde het voorstel van B en W. tot verkoop van 523 M2. water aan de provincie voor 20 ct. per M2., ten behoe ve van den aanleg van een nieuwen weg naar Hoogmade, over het water der ge meente moet een brug worden gelegd, daarom is het noodig, dat ter plaatse van die brug het water eigendom der provin cie is. Het voorstel van B. en W. wordt met alg. stemmen aangenomen. Op voorstel van den voorzitter wordt punt 4: overname*grond M. van der Velden tot nader orde uitgesteld. De voorzitter stelt aan de orde het voorstel van B. en W. tot het plaatsen van een eenvoudig hek voor de huizen van het Doeshofje, in eigendom toebehoorende aan de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente; de kosten van het hek worden geraamd op 90.waartegenover de Diaconie een strook grond afstaat voor wegverbetering en bovendien 30 bijdraagt in de kosten van het hek. Voor het hek kan dan een trottoir worden gelegd. Dit voorstel wordt met alg. stemmen aangenomen. Aan de orde is vervolgens het voorstel van B. en W. om 25.beschikbaar te stellen voor het vakonderwijs der politie. De voorzitter, dit voorstel toelichtende, zegt, dat de Commissaris der Koningin er op aan heeft gedrongen, dat de politie zal deelnemen aan een speciaal daarvoor in het leven geroepen cursus. Het ligt in het voornemen van den Commissaris der Ko ningin bij instructie vast te leggen, dat de veldwachters de cursussen moeten bijwo nen. De heer Groenendijk zegt, dat aan de eene kant, er van hoogere hand aange drongen wordt op bezuiniging en aan den anderen kant tot het doen van nieuwe uit gaven. Hij is hier niet voor. De heer Klaver merkt op, dat dan de subsidie, voor de po litieschool wel vervallen kan. De voorz. zegt, dat B. en W. deze subsidie voor 1933 van de begrooting hebben afgevoerd. Het voorste] wordt z. h. s. aangenomen. De heer Groenendijk wil geacht worden te hebben Thans wordt behandeld het verzoek van de vereeniging Wijkverpleging om subsidie voor 1932. Uit overgelegde rekeningscijfers blijkt, dat er een batig saldo is van 591.15. B. en W. hebben daarom overwogen en zulks naar aanleiding van de bekende cir culaire van Ged. Staten, dat subsidie in dit geval niet noodzakelijk is, zoodat zij1 voor stellen op het verzoek afwijzend te be schikken. Met alg. st. aangenomen. Vervolgens is aan de orde het verzoek van de Chr. H. B. S. te Leiden, om een bij drage in de kosten voor één leerling tot een bedrag van 49.84. Op voorstel van B. en W. wordt de gevraagde bijdrage ver leend. Gemeenterekening 1931. Daarna leggen B. en W. over de ge meente-rekening over 1931 met hunne daarop betrekking hebbende verantwoor ding. De rekening wordt onderzocht en met alg. stemmen voorloopig vastgesteld: de gewone dienst in ontvangst op 106.512.79, in uitgaaf op ƒ90.502.41, het batig saldo al- zoo 16.010.38; de ka pi taaldienst in ont vangst op 371.109.56, in uitgaaf op 371.009.56, het batig saldo alzoo 100. De rekening van het grondbedrijf over 1931: de lasten op 3202.57, de baten op 3202.57 met overbrenging van een nadee- lig saldo naar den kapitaaldienst van 1892.57, De kapitaaldienst sluit in ont vangst op 73.683.75 en in uitgaaf op 73.683.75, daaronder begrepen een batig saldo van 1296.18. De wethouders hebben zich, overeenkomstig de wet, van stemming onthouden. Begrooting 1933. Hierna bieden B. en W. de gemeentebe- grooting voor 1933 aan, alsmede de begroo ting voor het grondbedrijf 1933. De voorzit ter kan omtrent deze begrootingen mede- deelen, dat op verschillende posten sterk bezuinigd is geworden en het gelukt is een sluitende begrooting te verkrijgen, met een flinke post voor onvoorziene uitgaven, zon der dat verhooging van belasting nood zakelijk is. B. en W. stellen voor nog enkeie wijzi gingen in de begrooting 1931 en 1932 aan te brengen. Waartoe met alg. st. wordt be sloten. Bij de rondvraag zegt de heer Roest, dat het een groot ongerief is, dat het Postkan- boor zoo kort open is en vraagt of B. en W. daar niets aan kunnen doen om langere openstelling te verkrijgen. De voorzitter zegt, dat de uren van openstelling der kan toren over het geheele land, wegens bezui niging zijn ingekort, zoodat een eventueel verzoek om langere openstelling geen suc ces zal behalen. Dezelfde persoon zegt, in verband met een geval dat kort geleden zich heeft voor gedragen, het gewenscht te vinden, dat by afwezigheid van den burgemeester, de loco-burgemeester in de gemeente is De voorzitter zegt, dat er volgens de wet, steeds een plaatsvervanger is. De heer Groenendijk klaagt over de last van het venten en dringt aan op handhaving van het ventverbod. De voorz. zegt toe, de po litie op te dragen toe te zien, dat er niet meer zonder vergunning gevent wordt. De heer Klaver informeert naar de bouw- vereeniging „Patrimonium". De voorz. kan momenteel daarover geen inlichtingen ver strekken. De heer De Haas klaagt over de riolee- ring van een paar huizen bij de Doesbrug. De voorzitter zegt, dat betrokkeneu zijn aangeschreven om verbetering aan te bren gen. Dezelfde persoon vraagt meer politie toezicht bij de Doesbrug, omdat er nog al vrij veel rumoer is. De voorzitter zegt, dit onder de aandacht der politie te brengen. Daarna sluit de voorzitter de ring. UIT DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RIJN Geboren: Folkert z. van C. van Eijk en L. Hazenoot Adriana d. v. W. Hesseling en J. Braster Nelly Niesje d. van A. van den Berg en S. van Nood Arie Jan Pieter z. van J. Verduijn en T. Lekkerkerker Grietje Adelheide Margaretha d. van Th. S. W. Plantfeber en M. Valkhof Jacomina Cor nelia d. van Boudewijn van Oosten en J. Kole Gijsberta IJda Arentje d. van C. P. de Jong en C. A. Kersbergen Cornelia d. van C. Roggeveen en S. van Varik Nicolaas z. van J. Heijningen en C. J. van der Zwaard Maarten z. van C. Boot en M. Meijer. Getrouwd: P. van der Zwaard 23 j. en M. F. Liepelt 19 j. J. A, van der Woensel 32 j. en E. Kok. 28 j. Gevestigd: van Koudekerk: C. Vonk, dienstbode, Oudshoornscheweg 170 van Reeuwijk: M. P. M. v. d. Burg. dienstbode, Nesse 5 van Wieringen: K. Hulscher, grondwerker, Emmalaan 74 van Oldenzaal: J G. M. van der Sandt, Pr. Hendrikstraat 23a van Alkemade: J. van Arkel en gezin, schipper, aan boord van Ammerstol: G. Le- poeter, echtg, van J. Stuurman, ten Harm- senstraat 5 van Utrecht: H. J. van der Zee, controleur Ned. Spoorw., Julianastraat 63. Vertrokken: naar Leimuiden: A. Buis, Emmen: S. G. Bijlsma Woubrugge: J. van Egmond Leimuiden: C. C. van Rossen berg Zwammerdam: P. var. 't Wout. HAZERSWOUDE (Groenendijk) Examen melkerscursus. Deze week werd bij den landbouwer N. J. Kaptein een examen gehouden van den in dezen zomer gehouden melkerscursus. Deze cursus, welke onder lei ding stond van den heer Baars uit Schoon hoven, is voor de jongens, welke er aan deel genomen hebben een goede les geweest, voor al wat betreft de manier van melken. Het examen werd afgenomen door den heer ir. W. J. Huisman, rijkszuivelconsulent te Gouda, in tegenwoordigheid van de heeren A. J. de Jong en J. C. van Sasse, resp. voorzitter en secretaris van de afd. L. T. B. De deelnemers molken allen uitstekend, zoodat na afloop on der een toepasselijk woord de uitslag van de te behalen punten door den rijkszuivelconsu lent werd bekend gemaakt. Het getal punten varieerde tusschen de 180 en 190, van de 200 als maximum te behalen punten. De namen der deelnemers zijn als volgt: P. van Saase, Th, Verkley, N. Kaptein, L. Bos, A. de Jong, P. Groen, D. de Boer en L. Verdegaal. Zoo dat deze jongens, welke allen in het veehou- dersbedrijf werkzaam zijn met genoegen kun nen terugzien op dezen voor hen zeer leer- zamen cursus. Daar toch voor allen het mel ken een hoofdvereischte is bij hun werkzaam heden. BODEGRAVEN Arbeidsbemiddeling. Bij het correspon dentschap der arbeidsbemiddeling staan thans 111 personen als werkloos ingeschreven. Gevonden voorwerpen. 1 lap stof en 1 rij- wielbelastingmerk. Verloren voorwerpen. 4 rijwielbelasting- merken 1 gouden dameskettinkje 1 por tefeuille met inhoud 2 regenjassen. Inlich tingen politiepost op Maandag 29 Aug. Geboren: Liepke d. van J. de Jong en N. Dijkstra Gerad z .van B. J. Thijssen en E. G. Regter Cornelis z. van J. Verlaan en C. M. Roos. Ondertrouwd: J. Hofman 80 j. en E. Verhaal 51 j. G. van der Neut 23 j. en A. van Vulpen 21 j. Gevestigd: P. ten Have, van Hilversum J. Uittenbogaard, van Kamerik. Vertrokken: A. Batelaan naar Zeist. WIE ADVERTEERT VERGROOT ZIJN OMZET WIE ZIJN OMZET VERGROOT KAN GOEDKOOP VERKOOPEN. DUS WIE ADVERTEERT VERKOOPT GOEDKOOP! MIJN PASTOOR OP BEZOEK IN DE ANDERE WERELD. Mijn pastoornu wel niet precies de mijne ma-ar die van mijn ouden oom, die op een goeden avond in het jaar O. H. 1882 ons het vreemde avontuur vertelde van Pastoor Martin, den herder zijner parochie. Pastoor Martin dan, was sinds kort te Combelapèque benoemd. Gul en goed, met een hart van goud, beminde hij zijn paro chianen als een vader zijn kinderen. Docb niettegenstaande zijn liefdevolle vermanin gen bleef zijn kerk des Zondags zoo goed als leeg. Hij kon het niet langer verkroppen en besloot een girooten slag te slaan. Zijn wei nige hoorders sprak hij dus aldus toe in zijn Zondags predikatie: Beminde geloovigenl heden wilde ik u iets mededeelen wat u ten zeerste zou verheugen, maar in aanmerking genomen uwe geringe opkomst, bewaar ik mijn nieuws tot den volgenden Zondag. Ik kan u het bestaan van een schat openbaren, die u allen verrijken zal, zelfs al waart gij zoo arm als Job. Den volgenden Zondag was de kerk tot in de uiterste hoeken gevuld. Na het Evan gelie betrad Pastoor Martin den kansel en sprak als volgt: Broeders! naar waarheid zeg ik u dat de armen rijk zullen worden en de rijken arm, zoo de rijken doof blijven voor mijne woorden en de armen er naar willen luiste ren. Wij kunnen een grooten schat machtig worden: waar hij te vinden is, zult gij we ten eer ik ben uitgesproken. Hoort naar wat ik u te zeggen heb. Laat mij u vertellen wat mij op zekeren nacht overkomen is: Ik zondaar 1 bevond mij, hoe? ik weet het niet, eensklaps aan de deur van het Paradijs. Ik klopte. Sint Petrua deed mij open. Wel, mijn beste Pastoor Martin, is u het? zei hij. Wat is er van uw dienst? Goede, heilige Petrus, die het groot boek houdt en de sleutels bewaart, kunt u mij zeggen (als het niet al te nieuwsgierig van mij is) hoeveel zielen van Combela pèque in den hemel zijn? U kan is niets weigeren, zet U, wij kijken het samen even na. Sint Petrus nam zijn geweldig, groot boek, opende het, zette zijn bril op: Wacht eens, Combelopégue, zegt u! ComCombedaar zijn wij er. Com belapèqueHet spijt mij, de bladzijde is blank. Geen enkele ziel staat er opgeschre ven. Van uw schaapjes zijn er evenveel in het Paradijs als graten in een long! Hoe is het mogelijk? Niemand van Combelapèque hier? Wil u het nog niet eens nazien.... Niemand, kijk zelf, als u denkt dat ik gekscheer Zoowaar!ik stampvoette en met saamgeknepen vuisten riep ik ach en wee! Toen stond Petrus op: U moet het u niet te sterk aantrek ken, u zou u een beroerte op den hals oa- len. Uw schuld is het niet.uw schaapjes moeten zeker hun tijd in het vagevuur af- O! ter liefde Gods, heilige Petrus, mag ik hen niet even bezoeken en vertroosten! Gaarne, goede vriend. Daar, die sloffen aan, ze zijn beter geschikt voor onze wegen. Loop recht door tot voorbij d»e kromming in de verte, waar gij aan uw rechterhand een zilveren poort ziet be schilderd met zwarte kruizen. Klop aan. Houd u goed Ik liep en liep. Wat een weg! Ik ril nog als ik eraan denk. Een pad vol distels en met blinkende glasscherven als bezaaid, bracht mij tot aan de zilveren deur. Pang! pang! Wie klopt daar? roept een schorre stem. De Pastoor van Combelapèue. Van Wel, treed binnen. Ik trad binnen. Een groote mooie engel met vleugelen zwart als de nacht en een gewaad schitterend als de dageraad, met een diamanten sleutel die aan zijn gordel hing, schreef kriskras in een dikker boek dan dat van den H. Petrus. Wat verlangt u eigenlijk? zegt de engel. Ik wilde gaarne weten (als het niet al te nieuwsgierig van me is) hoeveel zielen u hier hebt uit Combelapèque? schoone Engel. Zoo! zoo? DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE. 541. De Koning is diep bedroefd, wat niemand behoeft te verwonderen, want zijn lief dochtertje, de prinses is hem ontstolen. Met zijn hand aan het hoofd, zóó treurig was de koning, zat hij op den troon. Maar Keesie en het matroosje stellen hem gerust. „Ze zullen de prinses weervinden. Verlaat U maar op mij, meneer de sire'', zei Keesie, terwijl hij hem geruststellend op den schouder klopte. „Ik breng je haar terug of onze naam is geen Keesie, maar je moest dien tuinjongen weer vrij laten". 542. Toen zij langs de woning van den tuinman gingen, zagen zij de ouders van den tuinjongen, ook diep treu rig aan tafel zitten. Ze hadden medelijden met vader en moeder, omdat zij zooveel verdriet hadden, daar hun goede jongen toch eigenlijk niets had misdreven. Hij was toch maar alleen bang geworden voor de verschijningen in het bosch. Hij had ook nooit een boschgeest gezien en een verkeeersagent d:3 boven op een ton stond en net deed alsof hij een steenen beeld was. Ik ben hun pastoor. Pastoor Martin, ia het niet? Om u te dienen, Monseigneur. Hij opent en doorbladert het dikke boek. Combelapèque, zegt hij met een langen zucht: Hier in het vagevuur, pastoor Mar tin, hebben wij niemand uit Combela pèque. Niemand in het vagevuur! Waar zijn zij dan? Brave ma-n ze zullen in den hemel zijn! Waar anders? Ik kom er vandaan.... Wel? Wel? zij zijn daar niet!.... Heilig Kruis Wat zal ik ervan zeggen, mijnheer Pastoor. Als zij niet in het Paradijs noch in het vagevuur zijn, is er geen ander.... zij zijn Ach! Da-vid en Goliath! Is het moge lijk? Heeft Petrus mij beetgenomen! Die ongelukkigen! En hoe kom ik in den hemel als mijn kinderen er niet zijn Arme Pastoor Martin, daar u, koste wat het koet vóór alles zekerheid wilt heb- uen en met uw eigen oogen zien hoe de za ken staan, sla dien weg in en loop zoo hard aLs u kunt! Links komt u aan een groote poort. Vraag daar om inlichtingen De Engel grendelde de deur achter mij. Ik volgde een langen weg, met gloeiende kolen geplaveid. Bij iedere schrede wag gelde ik of ik dronken was en het zweet liep mij over den rug, ik versmachtte van dorst. Eindelijk, dank zij de sloffen die Petrus mij geleend had, bereikte ik zonder mijn voeten verbrand te hebben, en na veel horten en stooten de bewuste poort-, een poort die men aangaapte als de muil van ©en reusachtig monster. Odierbare kin deren wat een schouwspell.... Daar VToeg men mij niet naar mijn naam, daar hield men er geen register op na. Met karren vol gaan zij daar de open poort binnen, broe ders! zooals gij des Zondags de herberg binnen gaat! Ik zweette en huiverde tegelijkertyd. Mijne haren rezen ter berge. Hot rook naar geschroeid en gebrand leder, zoo ongeveer als het luchtje dat over onze dorpstraat hangt als Eloy, de hoefsmid den ouden ezel van den molenaar beslaat.Mijn adem stokte. Ik hoorde een vreeselijk gebrul, verwenschingen en vloeken. Kom je binnen of niet, jij? vraagt een geboomde duivel die mij met zijn vork prikt. Ik kom niet bonnen ik ben een die naar Gods. Jij! een dienaar.... Wat kom je dan hier doen, leelijkerd? Ik kom(bijna bezweek ik) ik kom van verre, u beleefd vragen of u soms hier bij toeval iemand hebt uit Combelapèque 1 Alle donders! Hou je mij voor den mal alsof je niet wist dat heel Combelapèque hier is. Leelijke kraai, kijk maar eens hoe wij je parochianen toetakelen Toen zag ik, in het midden van een schrikwekkende vlammen-trechter Lange Jan Geliine gij hebt hem allen gekend die zich zoo dikwijls bedronk en zijn arme Olara afranselde; Trine, met haar neus in de lucht gij herinnert u haar wel die meer van dan sen dan van werken hield; Pascal, die zich vetmestte ten koste van mijnheer Julian. Ik zag Babette, die om eerder haar schaapjes op het droge te hebben, een beetje wol bij ieder vergaarde. En Meester Grapin die zoo best de wie len van zijn wagen wist te smeren. Delphine die het water uit den regenput tegen melkprijs aan den man bracht. De Krom, die als hij mij ontmoette als ik de laatste H. Teerspijzen naar een zieke droeg, ons Heer voorbijging met de pet op het hoofd en de pijp in de momd, zon der eerbiedig te groeien En Coulau met zijn Suzette en Jaoous en Pieter Toni Ontroerd, bleek van aandoening, sidder den zijn hoorders als hij hen de hel af schilderde met den vader van „deze" en de moeder van „gene" diens grootmoeders en de zuster van Gij begrijpt wel, beminde toehoorden-, vervolgtlo Pastoor Martin, dat het zoo niet langer kan blijven duren. Voor uwe zielen ben ik God verantwoording schuldig en ik wil u redden van den afgrond waarin gij u hals over kop neerstort. Morgen begin ik ermee, niet later dan morgen met den dag! Er is werk in overvloed voor me. Ziehier, hoe wij het zullen aanpakken. Alles met or de en regel, de rij langs zooals in Jonquiè- res waar zoo druk gedanst wordt. Dinsdag komen de kinderen. Dat is gauw gebeurd 1 Woensdag de jongens en meisjes. Daar hebben wij tijd voor noodig. Donderdag de mannen. Flink aangestapt? Vrijdag de vrouwen. Geen getreuzel 1 Zaterdag de molenaar. Misschien is een dag voor hem alleen niet genoeg.... En als wij Zonda.g ermee klaar zijn, zijn wij allen even gelukkig 1 Mijne kinderen, dat is de genade en.de schat, dien ik u toewen8oh. Amen. Zooals gewenscht geschiedde. Sedert dien gedenkwaardigen dag verbreidt zich de geur der deugden van Combelapèque tien mijlen ver in den omtrek. De goede pastoór Martin heeft nu on langs gedroomd, dat hij, gevolgd door zijn geheele kudde in plechtigon opgang te midden van brandende kaarsen en kronke lende wierookwolken, omgeven door koor knapen die het blijde Te Deum aanhieven, den door gouden sterren verlichten weg, besteeg van bet Hemelsch Jerusalem... Pierre L'E rmit«. IN ELK KATHOLIEK GEZIN Het Katholieke Dagblad!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 15