ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 15
GEMEENTERAAD VAN LEIDERDORP.
Alle leden aanwezig. De voorzitter opent
de vergadering met gebed, waarna de no
tulen van de vorige vergadering worden
gelezen en vastgesteld.
De voorzitter brengt ter tafel de volgen
de ingekomen stukken:
1. Het verzoek van de Obr. Oranjever-
eeniging om een subsidie van 50 cent per
leerplichtig kind voor het te houden kin
derfeest. De voorzitter deelt mede, dat net
verzoek te laat is ingekomen, zoodat B. en
W. het niet hebben kunnen behandelen.
Ook is er geen rekening bij overgelegd. De
voorzitter stelt daarom voor, het verzoek
in een volgende vergadering te behandelen.
2. Een missive van G. S., waarbij goed
gekeurd wordt teruggezonden het raadsbe
sluit tot het verstrekken van een kasgeld-
leening aan de gemeente Pernis.
3. Idem, ten geleide van de goedgekeurde
wijziging der begrooting 1931 en 1932.
4. Idem, ten geleide van de koninklijk
goedgekeurde verordening op de heffing
van het verlofsreoht.
5. Idem, waarbij verdaagd wordt de be
slissing op het raadsbesluit tot aankoop
van de z.g. Blauwe Buurt van Wethouder
Splinter. Deze stukken worden voor ken
nisgeving aangenomen.
6. De rekening 1931 van de Gezondheids
commissie te Alphen aan den Rijn, sluiten
de met een batig slot van 6-14.79. B. en
W. stellen voor de rekening goed te keu
ren. Aldus met algemeene stemmen beslo
ten.
7. De begrooting van dezelfde commis
sie over 1933, waaruit blijkt, dat; het aan
deel der gemeente in de kosten voor dat
jaar worden geraamd op 32.92.
8. De begrooting van den Keuringsdienst
van Waren voor 1933 waaruit blijkt, dat de
kosten voor deze gemeente worden ge
raamd op 258.16. Ook deze stukken wor
den voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter deelt mede, dat eindelijk
is komen vast te staan, dat de hoogspan
ningskabel naar Hoogmade door de Kerk-
laan zal loopen. Op verzoek van aanwonen-
den zal tegelijkertijd een liohtkabel worden
gelegd, mits de gemeente een afname ga
randeert van 400 K.W.TJ. per jaar, eerst
werd een garantie van 800 K.W.U. ge
vraagd. Bij het graafwerk kunnen 10 werk-
loozen te werk worden gesteld. B. en W.
stellen voor de overeenkomst tot garantie
aan te gaan. Met alg. st. wordt hiertoe be
sloten.
De klok slaat bezuiniging.
De voorzitter deelt mede, dat in verband
met de tijdsomstandigheden bezuinigd
moet worden. Een van de maatregelen tot
bezuiniging achten B. en W. eenige beper
king der straatverlichting. Tot dat doel
stellen B. en W. voor de verlichting half
September aan te vangen en de lantaarns
in plaats van 11 uur om 10 uur te blus-
schen, alsook 2 nachtlantaarns te doen vei-
vallen, nd. een bij „tipekhoeve" en een by
het huis van dr. G. A. de Bruijne op den
Van der Valk Boumanweg, na diens ver
huizing. De heer Klaver vindt een nacht
lantaarn bij „Spekhoeve wel noodig. Wetb.
Splinter meent van met: het rijdend ver
keer heeft zelf licht en voetgangers loo
pen er met. Met alg. stemmen worden de
voorstellen van B. en W. aangenomen.
Voorts hebben B. en W. nog een voorstel,
dat naar zij meenen kan leiden tot bezui
nigingen, n.l. om tijdelijk af te wijken van
de gevolgde methode om ambaohtswerken
en leveranties enz. op te dragen aan dege
nen, die aan de beurt zijn. B. en W. stellen
voor thans zooveel mogelijk aan te beste
den en prijsopgave te laten geven. De laag
ste inschrijver wordt dan de uitvoering van
het werk opgedragen. De heeren Roest en
Groenendijk zien er niet zooveel bezuini
ging in, de heer Groenendijk voorspelt, dat
men duurder uit zal zijn. Het voorstel*
wordt door den voorzitter en wethouder
Splinter verdedigd en is een tijdelijke
maatregel. Omdat het een tijdelijke maat
regel is, wil de heer Roest met dit voorstel
medegaan. De heer Groenendijk blijft er
tegen, alsook de heer De Haas. Het voor
stel van B. en W. wordt aangenomen met
2 stemmen tegen.
Thans is aan de orde het voorstel van B
en W. tot verkoop van 523 M2. water aan
de provincie voor 20 ct. per M2., ten behoe
ve van den aanleg van een nieuwen weg
naar Hoogmade, over het water der ge
meente moet een brug worden gelegd,
daarom is het noodig, dat ter plaatse van
die brug het water eigendom der provin
cie is. Het voorstel van B. en W. wordt
met alg. stemmen aangenomen.
Op voorstel van den voorzitter wordt
punt 4: overname*grond M. van der Velden
tot nader orde uitgesteld.
De voorzitter stelt aan de orde het
voorstel van B. en W. tot het plaatsen van
een eenvoudig hek voor de huizen van het
Doeshofje, in eigendom toebehoorende aan
de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente; de
kosten van het hek worden geraamd op
90.waartegenover de Diaconie een
strook grond afstaat voor wegverbetering
en bovendien 30 bijdraagt in de kosten
van het hek. Voor het hek kan dan een
trottoir worden gelegd. Dit voorstel wordt
met alg. stemmen aangenomen.
Aan de orde is vervolgens het voorstel
van B. en W. om 25.beschikbaar te
stellen voor het vakonderwijs der politie.
De voorzitter, dit voorstel toelichtende,
zegt, dat de Commissaris der Koningin er
op aan heeft gedrongen, dat de politie zal
deelnemen aan een speciaal daarvoor in
het leven geroepen cursus. Het ligt in het
voornemen van den Commissaris der Ko
ningin bij instructie vast te leggen, dat de
veldwachters de cursussen moeten bijwo
nen. De heer Groenendijk zegt, dat aan de
eene kant, er van hoogere hand aange
drongen wordt op bezuiniging en aan den
anderen kant tot het doen van nieuwe uit
gaven. Hij is hier niet voor. De heer Klaver
merkt op, dat dan de subsidie, voor de po
litieschool wel vervallen kan. De voorz.
zegt, dat B. en W. deze subsidie voor 1933
van de begrooting hebben afgevoerd. Het
voorste] wordt z. h. s. aangenomen. De heer
Groenendijk wil geacht worden te hebben
Thans wordt behandeld het verzoek van
de vereeniging Wijkverpleging om subsidie
voor 1932. Uit overgelegde rekeningscijfers
blijkt, dat er een batig saldo is van 591.15.
B. en W. hebben daarom overwogen en
zulks naar aanleiding van de bekende cir
culaire van Ged. Staten, dat subsidie in dit
geval niet noodzakelijk is, zoodat zij1 voor
stellen op het verzoek afwijzend te be
schikken. Met alg. st. aangenomen.
Vervolgens is aan de orde het verzoek
van de Chr. H. B. S. te Leiden, om een bij
drage in de kosten voor één leerling tot
een bedrag van 49.84. Op voorstel van B.
en W. wordt de gevraagde bijdrage ver
leend.
Gemeenterekening 1931.
Daarna leggen B. en W. over de ge
meente-rekening over 1931 met hunne
daarop betrekking hebbende verantwoor
ding. De rekening wordt onderzocht en met
alg. stemmen voorloopig vastgesteld: de
gewone dienst in ontvangst op 106.512.79,
in uitgaaf op ƒ90.502.41, het batig saldo al-
zoo 16.010.38; de ka pi taaldienst in ont
vangst op 371.109.56, in uitgaaf op
371.009.56, het batig saldo alzoo 100.
De rekening van het grondbedrijf over
1931: de lasten op 3202.57, de baten op
3202.57 met overbrenging van een nadee-
lig saldo naar den kapitaaldienst van
1892.57, De kapitaaldienst sluit in ont
vangst op 73.683.75 en in uitgaaf op
73.683.75, daaronder begrepen een batig
saldo van 1296.18. De wethouders hebben
zich, overeenkomstig de wet, van stemming
onthouden.
Begrooting 1933.
Hierna bieden B. en W. de gemeentebe-
grooting voor 1933 aan, alsmede de begroo
ting voor het grondbedrijf 1933. De voorzit
ter kan omtrent deze begrootingen mede-
deelen, dat op verschillende posten sterk
bezuinigd is geworden en het gelukt is een
sluitende begrooting te verkrijgen, met een
flinke post voor onvoorziene uitgaven, zon
der dat verhooging van belasting nood
zakelijk is.
B. en W. stellen voor nog enkeie wijzi
gingen in de begrooting 1931 en 1932 aan
te brengen. Waartoe met alg. st. wordt be
sloten.
Bij de rondvraag zegt de heer Roest, dat
het een groot ongerief is, dat het Postkan-
boor zoo kort open is en vraagt of B. en W.
daar niets aan kunnen doen om langere
openstelling te verkrijgen. De voorzitter
zegt, dat de uren van openstelling der kan
toren over het geheele land, wegens bezui
niging zijn ingekort, zoodat een eventueel
verzoek om langere openstelling geen suc
ces zal behalen.
Dezelfde persoon zegt, in verband met
een geval dat kort geleden zich heeft voor
gedragen, het gewenscht te vinden, dat by
afwezigheid van den burgemeester, de
loco-burgemeester in de gemeente is De
voorzitter zegt, dat er volgens de wet,
steeds een plaatsvervanger is. De heer
Groenendijk klaagt over de last van het
venten en dringt aan op handhaving van
het ventverbod. De voorz. zegt toe, de po
litie op te dragen toe te zien, dat er niet
meer zonder vergunning gevent wordt.
De heer Klaver informeert naar de bouw-
vereeniging „Patrimonium". De voorz. kan
momenteel daarover geen inlichtingen ver
strekken.
De heer De Haas klaagt over de riolee-
ring van een paar huizen bij de Doesbrug.
De voorzitter zegt, dat betrokkeneu zijn
aangeschreven om verbetering aan te bren
gen. Dezelfde persoon vraagt meer politie
toezicht bij de Doesbrug, omdat er nog al
vrij veel rumoer is. De voorzitter zegt, dit
onder de aandacht der politie te brengen.
Daarna sluit de voorzitter de
ring.
UIT DE RIJNSTREEK
ALPHEN AAN DEN RIJN
Geboren: Folkert z. van C. van Eijk en
L. Hazenoot Adriana d. v. W. Hesseling en
J. Braster Nelly Niesje d. van A. van den
Berg en S. van Nood Arie Jan Pieter z.
van J. Verduijn en T. Lekkerkerker Grietje
Adelheide Margaretha d. van Th. S. W.
Plantfeber en M. Valkhof Jacomina Cor
nelia d. van Boudewijn van Oosten en J. Kole
Gijsberta IJda Arentje d. van C. P. de
Jong en C. A. Kersbergen Cornelia d. van
C. Roggeveen en S. van Varik Nicolaas z.
van J. Heijningen en C. J. van der Zwaard
Maarten z. van C. Boot en M. Meijer.
Getrouwd: P. van der Zwaard 23 j. en
M. F. Liepelt 19 j. J. A, van der Woensel
32 j. en E. Kok. 28 j.
Gevestigd: van Koudekerk: C. Vonk,
dienstbode, Oudshoornscheweg 170 van
Reeuwijk: M. P. M. v. d. Burg. dienstbode,
Nesse 5 van Wieringen: K. Hulscher,
grondwerker, Emmalaan 74 van Oldenzaal:
J G. M. van der Sandt, Pr. Hendrikstraat 23a
van Alkemade: J. van Arkel en gezin,
schipper, aan boord van Ammerstol: G. Le-
poeter, echtg, van J. Stuurman, ten Harm-
senstraat 5 van Utrecht: H. J. van der Zee,
controleur Ned. Spoorw., Julianastraat 63.
Vertrokken: naar Leimuiden: A. Buis,
Emmen: S. G. Bijlsma Woubrugge: J.
van Egmond Leimuiden: C. C. van Rossen
berg Zwammerdam: P. var. 't Wout.
HAZERSWOUDE (Groenendijk)
Examen melkerscursus. Deze week werd bij
den landbouwer N. J. Kaptein een examen
gehouden van den in dezen zomer gehouden
melkerscursus. Deze cursus, welke onder lei
ding stond van den heer Baars uit Schoon
hoven, is voor de jongens, welke er aan deel
genomen hebben een goede les geweest, voor
al wat betreft de manier van melken. Het
examen werd afgenomen door den heer ir.
W. J. Huisman, rijkszuivelconsulent te Gouda,
in tegenwoordigheid van de heeren A. J. de
Jong en J. C. van Sasse, resp. voorzitter en
secretaris van de afd. L. T. B. De deelnemers
molken allen uitstekend, zoodat na afloop on
der een toepasselijk woord de uitslag van de
te behalen punten door den rijkszuivelconsu
lent werd bekend gemaakt. Het getal punten
varieerde tusschen de 180 en 190, van de 200
als maximum te behalen punten. De namen
der deelnemers zijn als volgt: P. van Saase,
Th, Verkley, N. Kaptein, L. Bos, A. de Jong,
P. Groen, D. de Boer en L. Verdegaal. Zoo
dat deze jongens, welke allen in het veehou-
dersbedrijf werkzaam zijn met genoegen kun
nen terugzien op dezen voor hen zeer leer-
zamen cursus. Daar toch voor allen het mel
ken een hoofdvereischte is bij hun werkzaam
heden.
BODEGRAVEN
Arbeidsbemiddeling. Bij het correspon
dentschap der arbeidsbemiddeling staan thans
111 personen als werkloos ingeschreven.
Gevonden voorwerpen. 1 lap stof en 1 rij-
wielbelastingmerk.
Verloren voorwerpen. 4 rijwielbelasting-
merken 1 gouden dameskettinkje 1 por
tefeuille met inhoud 2 regenjassen. Inlich
tingen politiepost op Maandag 29 Aug.
Geboren: Liepke d. van J. de Jong en
N. Dijkstra Gerad z .van B. J. Thijssen en
E. G. Regter Cornelis z. van J. Verlaan
en C. M. Roos.
Ondertrouwd: J. Hofman 80 j. en E.
Verhaal 51 j. G. van der Neut 23 j. en
A. van Vulpen 21 j.
Gevestigd: P. ten Have, van Hilversum
J. Uittenbogaard, van Kamerik.
Vertrokken: A. Batelaan naar Zeist.
WIE ADVERTEERT
VERGROOT ZIJN OMZET
WIE ZIJN OMZET VERGROOT
KAN GOEDKOOP
VERKOOPEN.
DUS WIE ADVERTEERT
VERKOOPT GOEDKOOP!
MIJN PASTOOR OP BEZOEK
IN DE ANDERE WERELD.
Mijn pastoornu wel niet precies de
mijne ma-ar die van mijn ouden oom, die op
een goeden avond in het jaar O. H. 1882
ons het vreemde avontuur vertelde van
Pastoor Martin, den herder zijner parochie.
Pastoor Martin dan, was sinds kort te
Combelapèque benoemd. Gul en goed, met
een hart van goud, beminde hij zijn paro
chianen als een vader zijn kinderen. Docb
niettegenstaande zijn liefdevolle vermanin
gen bleef zijn kerk des Zondags zoo goed
als leeg.
Hij kon het niet langer verkroppen en
besloot een girooten slag te slaan. Zijn wei
nige hoorders sprak hij dus aldus toe in
zijn Zondags predikatie:
Beminde geloovigenl heden wilde ik
u iets mededeelen wat u ten zeerste zou
verheugen, maar in aanmerking genomen
uwe geringe opkomst, bewaar ik mijn nieuws
tot den volgenden Zondag. Ik kan u het
bestaan van een schat openbaren, die u
allen verrijken zal, zelfs al waart gij zoo
arm als Job.
Den volgenden Zondag was de kerk tot
in de uiterste hoeken gevuld. Na het Evan
gelie betrad Pastoor Martin den kansel en
sprak als volgt:
Broeders! naar waarheid zeg ik u dat
de armen rijk zullen worden en de rijken
arm, zoo de rijken doof blijven voor mijne
woorden en de armen er naar willen luiste
ren. Wij kunnen een grooten schat machtig
worden: waar hij te vinden is, zult gij we
ten eer ik ben uitgesproken. Hoort naar
wat ik u te zeggen heb.
Laat mij u vertellen wat mij op zekeren
nacht overkomen is: Ik zondaar 1 bevond
mij, hoe? ik weet het niet, eensklaps aan
de deur van het Paradijs. Ik klopte. Sint
Petrua deed mij open.
Wel, mijn beste Pastoor Martin, is u
het? zei hij. Wat is er van uw dienst?
Goede, heilige Petrus, die het groot
boek houdt en de sleutels bewaart, kunt u
mij zeggen (als het niet al te nieuwsgierig
van mij is) hoeveel zielen van Combela
pèque in den hemel zijn?
U kan is niets weigeren, zet U, wij
kijken het samen even na.
Sint Petrus nam zijn geweldig, groot
boek, opende het, zette zijn bril op:
Wacht eens, Combelopégue, zegt u!
ComCombedaar zijn wij er. Com
belapèqueHet spijt mij, de bladzijde is
blank. Geen enkele ziel staat er opgeschre
ven. Van uw schaapjes zijn er evenveel in
het Paradijs als graten in een long!
Hoe is het mogelijk? Niemand van
Combelapèque hier? Wil u het nog niet
eens nazien....
Niemand, kijk zelf, als u denkt dat ik
gekscheer
Zoowaar!ik stampvoette en met
saamgeknepen vuisten riep ik ach en wee!
Toen stond Petrus op:
U moet het u niet te sterk aantrek
ken, u zou u een beroerte op den hals oa-
len. Uw schuld is het niet.uw schaapjes
moeten zeker hun tijd in het vagevuur af-
O! ter liefde Gods, heilige Petrus, mag
ik hen niet even bezoeken en vertroosten!
Gaarne, goede vriend. Daar, die
sloffen aan, ze zijn beter geschikt voor onze
wegen. Loop recht door tot voorbij d»e
kromming in de verte, waar gij aan uw
rechterhand een zilveren poort ziet be
schilderd met zwarte kruizen. Klop aan.
Houd u goed
Ik liep en liep. Wat een weg! Ik ril nog
als ik eraan denk. Een pad vol distels en
met blinkende glasscherven als bezaaid,
bracht mij tot aan de zilveren deur.
Pang! pang!
Wie klopt daar? roept een schorre
stem.
De Pastoor van Combelapèue.
Van
Wel, treed binnen.
Ik trad binnen. Een groote mooie engel
met vleugelen zwart als de nacht en een
gewaad schitterend als de dageraad, met
een diamanten sleutel die aan zijn gordel
hing, schreef kriskras in een dikker boek
dan dat van den H. Petrus.
Wat verlangt u eigenlijk? zegt de
engel.
Ik wilde gaarne weten (als het niet al
te nieuwsgierig van me is) hoeveel zielen
u hier hebt uit Combelapèque? schoone
Engel.
Zoo! zoo?
DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE.
541. De Koning is diep bedroefd, wat niemand behoeft
te verwonderen, want zijn lief dochtertje, de prinses is
hem ontstolen. Met zijn hand aan het hoofd, zóó treurig
was de koning, zat hij op den troon. Maar Keesie en het
matroosje stellen hem gerust. „Ze zullen de prinses
weervinden. Verlaat U maar op mij, meneer de sire'', zei
Keesie, terwijl hij hem geruststellend op den schouder
klopte. „Ik breng je haar terug of onze naam is geen
Keesie, maar je moest dien tuinjongen weer vrij laten".
542. Toen zij langs de woning van den tuinman gingen,
zagen zij de ouders van den tuinjongen, ook diep treu
rig aan tafel zitten. Ze hadden medelijden met vader en
moeder, omdat zij zooveel verdriet hadden, daar hun
goede jongen toch eigenlijk niets had misdreven. Hij was
toch maar alleen bang geworden voor de verschijningen
in het bosch. Hij had ook nooit een boschgeest gezien
en een verkeeersagent d:3 boven op een ton stond en
net deed alsof hij een steenen beeld was.
Ik ben hun pastoor.
Pastoor Martin, ia het niet?
Om u te dienen, Monseigneur.
Hij opent en doorbladert het dikke boek.
Combelapèque, zegt hij met een langen
zucht: Hier in het vagevuur, pastoor Mar
tin, hebben wij niemand uit Combela
pèque.
Niemand in het vagevuur! Waar zijn
zij dan?
Brave ma-n ze zullen in den hemel
zijn! Waar anders?
Ik kom er vandaan....
Wel?
Wel? zij zijn daar niet!.... Heilig
Kruis
Wat zal ik ervan zeggen, mijnheer
Pastoor. Als zij niet in het Paradijs noch
in het vagevuur zijn, is er geen ander....
zij zijn
Ach! Da-vid en Goliath! Is het moge
lijk? Heeft Petrus mij beetgenomen!
Die ongelukkigen! En hoe kom ik in den
hemel als mijn kinderen er niet zijn
Arme Pastoor Martin, daar u, koste
wat het koet vóór alles zekerheid wilt heb-
uen en met uw eigen oogen zien hoe de za
ken staan, sla dien weg in en loop zoo hard
aLs u kunt! Links komt u aan een groote
poort. Vraag daar om inlichtingen
De Engel grendelde de deur achter mij.
Ik volgde een langen weg, met gloeiende
kolen geplaveid. Bij iedere schrede wag
gelde ik of ik dronken was en het zweet
liep mij over den rug, ik versmachtte van
dorst. Eindelijk, dank zij de sloffen die
Petrus mij geleend had, bereikte ik zonder
mijn voeten verbrand te hebben, en na veel
horten en stooten de bewuste poort-, een
poort die men aangaapte als de muil van
©en reusachtig monster. Odierbare kin
deren wat een schouwspell.... Daar VToeg
men mij niet naar mijn naam, daar hield
men er geen register op na. Met karren vol
gaan zij daar de open poort binnen, broe
ders! zooals gij des Zondags de herberg
binnen gaat!
Ik zweette en huiverde tegelijkertyd.
Mijne haren rezen ter berge. Hot rook naar
geschroeid en gebrand leder, zoo ongeveer
als het luchtje dat over onze dorpstraat
hangt als Eloy, de hoefsmid den ouden ezel
van den molenaar beslaat.Mijn adem
stokte. Ik hoorde een vreeselijk gebrul,
verwenschingen en vloeken.
Kom je binnen of niet, jij? vraagt een
geboomde duivel die mij met zijn vork
prikt.
Ik kom niet bonnen ik ben een die
naar Gods.
Jij! een dienaar.... Wat kom je dan
hier doen, leelijkerd?
Ik kom(bijna bezweek ik) ik kom
van verre, u beleefd vragen of u soms hier
bij toeval iemand hebt uit Combelapèque 1
Alle donders! Hou je mij voor den mal
alsof je niet wist dat heel Combelapèque
hier is. Leelijke kraai, kijk maar eens hoe
wij je parochianen toetakelen
Toen zag ik, in het midden van een
schrikwekkende vlammen-trechter
Lange Jan Geliine gij hebt hem allen
gekend die zich zoo dikwijls bedronk en
zijn arme Olara afranselde;
Trine, met haar neus in de lucht gij
herinnert u haar wel die meer van dan
sen dan van werken hield;
Pascal, die zich vetmestte ten koste van
mijnheer Julian.
Ik zag Babette, die om eerder haar
schaapjes op het droge te hebben, een
beetje wol bij ieder vergaarde.
En Meester Grapin die zoo best de wie
len van zijn wagen wist te smeren.
Delphine die het water uit den regenput
tegen melkprijs aan den man bracht.
De Krom, die als hij mij ontmoette als
ik de laatste H. Teerspijzen naar een zieke
droeg, ons Heer voorbijging met de pet
op het hoofd en de pijp in de momd, zon
der eerbiedig te groeien
En Coulau met zijn Suzette en Jaoous en
Pieter Toni
Ontroerd, bleek van aandoening, sidder
den zijn hoorders als hij hen de hel af
schilderde met den vader van „deze" en
de moeder van „gene" diens grootmoeders
en de zuster van
Gij begrijpt wel, beminde toehoorden-,
vervolgtlo Pastoor Martin, dat het zoo niet
langer kan blijven duren. Voor uwe zielen
ben ik God verantwoording schuldig en ik
wil u redden van den afgrond waarin gij u
hals over kop neerstort. Morgen begin ik
ermee, niet later dan morgen met den dag!
Er is werk in overvloed voor me. Ziehier,
hoe wij het zullen aanpakken. Alles met or
de en regel, de rij langs zooals in Jonquiè-
res waar zoo druk gedanst wordt.
Dinsdag komen de kinderen. Dat is gauw
gebeurd 1
Woensdag de jongens en meisjes. Daar
hebben wij tijd voor noodig.
Donderdag de mannen. Flink aangestapt?
Vrijdag de vrouwen. Geen getreuzel 1
Zaterdag de molenaar. Misschien is een
dag voor hem alleen niet genoeg....
En als wij Zonda.g ermee klaar zijn, zijn
wij allen even gelukkig 1 Mijne kinderen,
dat is de genade en.de schat, dien ik u
toewen8oh. Amen.
Zooals gewenscht geschiedde. Sedert
dien gedenkwaardigen dag verbreidt zich
de geur der deugden van Combelapèque
tien mijlen ver in den omtrek.
De goede pastoór Martin heeft nu on
langs gedroomd, dat hij, gevolgd door zijn
geheele kudde in plechtigon opgang te
midden van brandende kaarsen en kronke
lende wierookwolken, omgeven door koor
knapen die het blijde Te Deum aanhieven,
den door gouden sterren verlichten weg,
besteeg van bet Hemelsch Jerusalem...
Pierre L'E rmit«.
IN ELK KATHOLIEK GEZIN
Het Katholieke Dagblad!