HUIZE„ST.AGNES"
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1932
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
Spanje aangestoken door de revolutie-griep. Bij
geloof en de dertiende verjaardag van de Duitsche
Grondwet. De Godsvrede in het Rijk. Nog
altijd waart het spook van Kreuger rond, zoekende
wien het zal verslinden.
VOORHOUT (Z.-H.) 2581
Pension Ie, 2e en 3e klas
DAMES EN HEEREN
Ir- PROSPECTUS OP AANVRAGE -m
Directie: Zusters Franciscanessen van Veghel
WINDHOOS.
In enkele deelen van ons land heeft
gistermiddag een windhoos min of meer
ernstige schade aangericht. Zoo bijv. to
Katwijk en in een tentenkamp bij Rot-,
terdam.
Uit het Westland meldt men ons:
Gistermiddag is het Westland bezocht
door een windhoos. Op tal van plaatsen is
door het stuk waaien van het glas groote
schade aangericht. Te 's-Gravezande wer
den bij een kweeker dertig ruiten vernield
Te Naaldwijk gingen bij den heer P. een
tiental ruiten aan scherven. De ijzeren
verbindingsstukken van de ruiten werden
als ijzersdraad verbogen. Te 's-Gravezan-
de woei een fietsrijder in een sloot. De
man kon zich zelf redden. Het was zoo
donker, dat de automobilisten de lichten
moesten aansteken.
BRANDEN.
Boerenplaats te Heer Hugo-
waard tot den grond toe af
gebrand.
De groote boerenplaats van den heer J.
H. Wagenaar aan den Waardijk te Heer
Hugowaard is gistermorgen tot den grond
toe afgebrand. Bijna niets kon worden ge
red. De vermoedelijke oorzaak is hooi-
brand. De eigenaar had de plaats tegen
brand verzekerd.
Boerenbehuizing te Boekei
afgebrand.
Gisteren is te Boekei (N.-Br.) de boeren-
behuizng van J. van Grinsven tot den
grond toe afgebrand. De oorzaak van den
brand is onbekend. Verzekering dekt de
schade.
Boerenhofstede op Texel
afgebrand.
Gisteravond omstreeks 11 uur is de boe
renhofstede van de wed. Beumkes bij het
Horntje, op Texel, tengevolge van hooi-
broeid afgebrand. De motorspuit van den
Burg kon er zich slechts toe bepalen de in
de nabijheid staande hoeve Zeewijk van
den heer Lap, die door den geweldigen
vonkenregen groot gevaar liep, nat te
spuiten. De schade wordt door verzekering
gedekt.
Brand in de kleiwarenfabriek
te Tegelen.
Gisteravond is brand uitgebroken in de
kleiwarenfabriek Tiglia te Tegelen. Wel
dra sloeg het vuur, dat op een der droog1-
zolders was ontstaan, uit het dak. De geal
armeerde brandweer wist met toegescho
ten hulp met vuur tot het dak te beper
ken. Verzekering dekt de schade.
Inbraken te Eindhoven opgehelderd.
Gedurende de laatste maanden werd in
voormalig Woensel (Eindhoven) herhaal
delijk ingebroken, zonder dat de politie
den dader kon arresteeren. Thans is zij
echter overgegaan tot aanhouding van den
17-jarigen J. M., wonende te Woensel. Deze
heeft bekend op ongeveer tien plaatsen
te hebben ingebroken. Het meerendeel van
de ontvreemde goedren is in beslag geno
men en de dader is ter beschikking van
I de justitie van Den Bosch gesteld.
HET 24e UNIVERSEEL
ESPERANTO-CONGRES.
TE PAE1JS VAN 30 JULI—6 AUG.
Dr. Zamenhof, de ontwerper van do een
heidstaal, moet wel een diep-voclend
mensch zijn geweest, wetende dat alleen
door eenheid do geheele wereld tot elkaar
te brengen is. De vredestaal! Want pas
wanneer men elkaar verstaat, dan alleen
kunnen de diepe, rijke gedachten van het
eene volk op het andere worden overge
bracht. Dan alleen kan de wereld ©r voor
6trijden de vredesgedachte te doen rijpen.
Dan is er geen rem meer die teruenhoudt;.
dan is de muur, die onwankelbare versper
ring, in één slag omvergeworpen, en dan
is de ganse he wereld open voor ieder, die
dit begrijpen en voelen wil.
Dit gevoel nu werd ons nog meer ge
openbaard, toen wij als esperantisten de
opening van het 24e esperanto-congres te
Parijs in de Sorbonne bijwoonden. 1600
bezoekers uit 34 verschillende naties, die
een heele week één groot gehoed hebben
gevormd; een en dezelfde gedachte had
den: de vredesengel over de goheele we
reld te laten zegevieren 1 En toen wjj (de
verslaggeefster als geleidster van twee
blinden) in do verschillende secties waren
onderverdeeld, en wij met de blinde espe
rantisten in naujw contact kwamen, toen nog
meer begrepen wij, wat het zeggen wil, over
de geheele wereld één taal te kunnen spre
ken; één taal, één dieper voelen; een vol
komen contact voor hen, die met hun gees-
tesoogen tot in het diepste van de men
schel ijke ziel moeten doordringen.
Het zou to veel zijn de geheele congree-
week met alles, wat daarbij behoort, hier
weer te geven; wij zullen ons beperken lot
enkele congresoogenblikken, die in de eer
ste plaats de moeite waard zijn genoemd
te worden.
Onder de esperantisten voelden velen
de behoefte dit congres in te wijden met
een geestelijk samenzijn; èn de Protestant-
sohe èn Katholieke kerk hadden hiervoor
de gelegenheid opengesteld. Wij woonden
in de Notre Dame de wijdingsdienst, in het
esperanto gehouden, bij, en zeer onder den
indruk verlieten wij na een uur deze mooie
inwijding van hot wereld-cXigros*
Dagen van blijvende indruk voor de blin
de esperantisten waren le een bezoek aan
het tehuis voor oorlogsblinden, die ons
door hun handenarbeid (borstelwerk enz.)
toonden, niet bij do pakken neer te zitten,
al was het lot hun wreed geweest; trou
wens als bijzonderheid willen we oven ver
melden, dat de voorzitter van de sectie
der blinde esperantisten zelf ook oen oor-
logsblinde was; 2e. het bezoek aan het graf
van prof. Cart, den ziende, die door middel
van het esperanto den blinden een blijven
de lichttoorts heeft geschonken; 3e. een
bezoek aan het geboortedorpje Coupvray
van Louis Braille, den uitvinder van het
blind en schrift. Zonder hem zouden do pl.m.
2 millioen blinden, die er over de geheele
aarde verspreid zijn, de groote geestelijke
sleutel, het boek, hebben moeten ontberen;
4e. een bezoek aan de American Brail lo-
press, een braille-drukkerij, bekostigd door
de Amerikanen.
Als ontspanning voor het algemeen© os-
peranfco-oongres willen we noemen: de too-
neel voorstel ling dr. Knock, gespeeld door
een internationaal tooneelgezelschap (Hon
garen, Duitschers, Vlamingen, enz.); allen
beroepsspelers, die als één geheel in het
esperanto een volledig tooneelgezolsohaj
vormden; de lunch op het platte dak vai
het magazijn La Fayette; de nacht-boot
tocht naar St. Cloud, die jammer genoeg
gedeeltelijk mislukt is, omdat vorst Plu
vius dien avond zegevierde; de ontvangsl
in de rijk gemeubileerde en verlichte zalea
van het stadhuis.
L. M. v. L
Spaansche griep. Koning Al
fonso glimlacht met nauw verholen leed
vermaak. Daar heb je 't al! De eerste
militaire revolutie tegen de republiek is
uitgebroken. Weliswaar is het operette
vuurtje spoedig uitgespoten, maar het zal
nog wel eens 'n keer oplaaien.
„Naar alle waarschijnlijkheid heeft ex-
koning Alfonso niets met deze monarchis
tische revolutie uit te staan", constateert
de Spaansche regeering in een officieele
verklaring.
Koning Alfonso grijnslacht en denkt
bij ziohzelven: „Om 's hemels wil, neen,
ik moet er niets meer van hebben. Ik heb
het koningschap met filosofische gelaten
heid gedragen, maar het baantje van ex-
koning is toch pleizieriger."
Het land is thans ook aangestoken, door
de besmettelijke ziekte, waarvan alle
Spaansch of Portugeesch sprekende lan
den, in Europa zoowel als in Zuid-Ameri-
ka, zoozeer te lijden hebben, de revolutie-
ziekte. Het opstand maken zit hun in het
bloed en nu de monarchie er niet meer is,
'hebben de Spanjaarden in de nog wankele
republiek een dankbaar object om op te
hakken.
In Madrid heeft de opstand slechts een
paar uur geduurd; een paar militairen
poogden zich van het postkantoor meester
te maken, doch de guardia civil wist dat
te verhinderen. Ernstiger was de toestand
in Se villa, waar generaal Sanjurjo zich
opwierp als de leider van den opstand en
waar de guardia civil zich aan zijn zijde
schaarde. De regeering stuurde echter
onmiddellijk een aantal soldaten naar Se-
villa en uit was het met de pret. Nq, vol
gen natuurlijk de noodige mutaties in het
leger en dan wachten we maar weer op
een nieuwen opstand over eenigen tijd.
Verjaardag 13. Een ander land,
waar men de monarchie heeft verdreven,
doch allesbehalve ingenomen is met de
republiek, welke erop gevolgd is, is
Duitschland.
Den Uden Augustus heeft de Duitsche
republiek den dertienden verjaardag ge
vierd van haar grondvesting, door de af
kondiging van de grondwet van Weimar.
Wie erg bijgeloovig is uitgevallen, zal
het komende jaar met zorg en angst te
gemoet zien. De dertiende verjaardag zegt
al heel wat! Maar bovendien zal Clara
Zetkin, de oude communistische vrouwe
lijke afgevaardigde in den Rijksdag dit
hooge college presidieeren als oudste lid
en ook dat is een kwaad voorteeken.
Want hebben wij niet iemand gekend,
die zijn winkel sloot, toen na de opening
een oude vrouw zich als eerste klant aan
meldde? En wat moesten wij vernemen
bij de viering van den Grondwetsdag in
den Rijksdag? Toen werd Beethovens
Ouverture „Egmont" gespeeld! Wij Neder
landers wéten maar al te goed), dat Eg-
mond een der edelen was, die een paar
eeuwen geleden onthoofd werden.
FEUILLETON.
DE WREKENDE
GERECHTIGHEID.
Naar het Duitsch
(Nadruk verboden).
46)
XVII.
Wel was Margaretha aanstonds naar
haar kamertje gegaan toen zij het koffie-
servies in de keuken gebracht had, maar
de veronderstelling van haar moeder, dat
zij zich daar had opgesloten, om eens uit
te huilen, was er toch naast. Het jonge
meisje verwisselde haar licht morgenkleed
voor een donker uitgaanskleed en na zich
de oogen met koud water gewasschen te
hebben om de sporen van tranen te doen
verdwijnen, ging zij zacht de trap af.
Wel stond het besluit, dat zij reeds tij
dens het gesprek met haar vader geno
men had onomstootelijk bij haar vast en
zij zou zich noch door een verzoek noch
door een bevel heben laten weerhouden,
maar zij vond het toch beter, dat zij niet
genoodzaakt was er eerst met een der
huisgenooten ever te spreken en daarom
opende zij ook de buitendeur zoo zachtjes,
«dat het in het huis haast niet te hooren
was. Vlug repte zij zich over straat en
eenige minuten later stond zij met wild
bonsend hart voor de woning van Stadts-
raad Sartorius.
Een dienstmeisje met rood behuilde
oogen deed open. Het was n oude meid.
Zoo wijst dus alles erop, dat Duitsch
land s grondwet binnenkort door Hitier zal
worden onthoofd.
Eigenaardig is in dit licht de uitroep
van den rijkskanselier, die bij deze gele
genheid jaarlijks „het in de Duitsche re
publiek vereenigde Duitsche volk" hoog
laat leven. Dit jaar sprak hij niet van de
„republiek" van het „im Deutschen Reich"
vereenigde Duitsche volk.
Dat is geen vergissing maar welover
wogen demonstratie.
Werd eenige dagen geleden Hitiers
kans op het rijkskanseliersohap niet zoo
gunstig geacht, thans begint men toch
meer en meer rekening te houden met
Hitier als rijkskanselier, ofschoon, naar
men meent, president von Hindenburg er
weinig ooren naar heeft.
Al zou Hitier ook kanselier worden, dan
nog zou hij daaraan geen recht kunnen
ontleenen om Duitschland te besturen
naar zijn nationaal-socialistische inzichten,
want de partij der Nazi's vormt in den
rijksdag wel de grootste fractie, maar de
meerderheid van het Duitsche volk is en
blijft toch nog altijd gekant tegen natio
naal-socialistische experimenten.
Godsvrede. In tegenstelling met
het Nederlandsohe is het Duitsche volk
een volk, dat met krachtige maatregelen
dient geregeerd te worden.
Wij hebben in de af geloop en dagen
een periode meegemaakt in Duitschland,
welke officieel een periode van „Godsvre
de" is genoemd, maar in werkelijkheid een
tijd van duivelsche moordpartijen is ge
weest.
Na lang aarzelen en afwachten heeft
de rijksregeering eindelijk ingegrepen en
het standrecht afgekondigd. Iedereen
scheen in Duitschland met revolvers en
handgranaten in zijn zak rond te loopen
en wat erger is er op allerlei onge
legen ooigenblikken mee rond te smijten
en te schieten. Dat spelletje moest uit zijn
en daarom heeft de regeering een nood
verordening afgekondigd waarbij bestaan
de straffen worden verzwaard en de dood
straf wordt gesteld op eiken politdeken
moord, terwijl aan speciale rechtbanken
de spoedberechting van zulke gevallen,
zonder hooger beroep, wordt opgedragen.
Tevens is bepaald, dat de afloopende
Godsvrede, na den Grondwetsdag weer
wordt ingesteld tot het einde van deze
maand.
Als deze nieuw© Godsvrede dan maar
een andere Godsvrede is dan die van de
vorige veertien dagen.
Het is jammer, dat het zoover komen
moest.
De „Gennania" critiseert de aarzelen
de houding der regeering en meent, dat
men er zich moeilijk een juist denkbeeld
van ban vormen hoeveel vertrouwen in de
autoriteit van de rechtsbescherming in
den korten tijd, waarin de terreur woedde
is verloren gegaan. Zulk een verlies kan
„Ach God juffrouw, u komt zeker van
wege onzen jongenheer", zeide zij en haar
stem was nog ruwer dan anders van het
snikken.
„Het gaat slecht met hem, heel slecht!
Als uw vader toch maar gauw weer
kwamMen krijgt altijd weer hoop als
men den dokter maar ziet."
Zij veegde met haar schort over de
oogen. Margaretha verzamelde al haar
moed om zoo rustig mogelijk te spreken.
„Zou ik de zieke een oogenblik kun
nen zien?" vroeg zij, al was het maar
voor een paar minuten?"
De meid zette van verwondering groo
te oogen op. „Maar juffrouw, hoe kunt u
daar nu aan denken Behalve mijnheer
en mevrouw mag niemand bij hem bin
nen. Hefc moet een erg besmettelijke ziek
te zijn. Mevrouw laat mij niet eens over
den drempel."
„Als mevrouw niet bang is voor de be
smetting waarom zou ik het dan zijn?
Kunt u mij dan niet in de gelegenheid stel
len zijn vader te spreken?"
„Ja, dat zal wel gaan. Maar u moet
niet schrikken als u hem ziet. Hij is in
deze twee dagen zoo veranderd dat men
hem haast niet terug zou kennen. O mijn
God, dat ik dat nog heb moeten beleven:
Onze lieve jongeheer, die nooit anders
dan goed voor de menschen is geweest."
,Is de Stadtsraad op het oogenblik bij
zijn zoon?"
„Ik hoor de deur gaan, misschien komt
hij daar juist uit. Wacht u een oogen
blikje ik zal aanstonds gaan zien."
Zij liep naar de .deur van de zitkamer
en gaf Margaretha vervolgens een wenk
om binnen te komen.
„Gaat u maar meteen naar binnen",
fluisterde zij. „Ik kan hem niet eerst zien
nooit weer geheel worden goedgemaakt.
Men kan de gedachte niet kwijtraken, dat
voor de vertraging bij de uitvaardiging
der thans noodzakelijke maatregelen po
litieke overwegingen van invloed zijn ge
weest, die geen rol mogen spelen als de
autoriteit van den staat en van het recht
in gevaar zijn.
Kreuger. De naargeestige figuur
van den Zweedschen luciferskoning Kreu
ger wil nog maar steeds niet van den
aardbodem verdwijnen, maar blijft rond
spoken, den een na den ander meeslee-
pend in een smadelijken vaL
Een van de jongste slachtoffers is zelfs
de Zwcedsche minister-president, die al te
nauwe relaties met dezen gentloman-boef
had aangeknoopt.
Het was trouwens niet de Zweedsohe
premier alleen, die geld voor politieke
doeleinden van Kreuger aannam. Het is
gebleken, dat dit heerschap letterlijk alle
politieke partijen en alle persorganen geld
toestopte, waardoor hij ze alle gecompro
mitteerd heeft. Allen zitten thans min of
meer beteuterd te krijgen en noemen het
althans een geluk, dat er niemand is, die
zonder zonde is en den eersten steen kan
werpen.
Met den premier Ekman is het echter
een zonderlinge geschiedenis geweest.
Hij had aanvankelijk ontkend iets ont
vangen te hebben en later bleek, dat hij
particulier 50.000 kronen in ontvangst ge
nomen had. Na aldus, smadelijk op een
leugen betrapt te zijn, was er voor den
minister geen andere weg meer open dan
met beschaamde kaken uit het open
bare leven te verdwijnen.
Leefde Kreuger, de duivelsche verder-
ver van menschen nog, hij zou het waar
schijnlijk als een voldoening te meer be
schouwen, dat hij er zelfs in is geslaagd
een Zweedsch minister-president politiek,
en waarschijnlijk zelfs maatschappelijk,
den nek te breken. Dat is een slachtoffer
te meer dat de moeite waard is, merkt de
N. R. Crt. op.
GEMENGDE BERICHTEN
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Door een auto gegrepen.
Gisteren is nabij het tramstation te
Sneek de ruim 30-jarige J. Jissink, uit Uit-
wellingerga, die de straat zou oversteken,
door een auto gegrepen. De wielen gingen
den man over de borstkas. In zeer zorg—
wekkenden toestand is hij per brancard
naar het St. Antonius Ziekenhuis ver
voerd.
Tegen een tram gevallen.
Gistermiddag ongeveer zes uur reed een
17-jarige jongen op zijn fiets in de P. C.
Hooftstraat te Amsterdam in de richting
van de Van Baerlestraat. In deze richting
reed ook een tramwagen van lijn 2 en
toen de jongen zag, dat de ruimte tus-
schen een auto, die ongeveer ter hoogte
van perceel 96 stond, en de tram te nauw
was om te passeeren, remde hij uit alle
macht, met het gevolg, dat de fiets slipte
en de jongen met het hoofd tegen den bij
wagen van lijn 2 terecht kwam. Hij liep
daarbij vermoedelijk een schedelfractuur
op en is in ernstigen toestand naar het
Wilhelminagasthuis vervoerd.
want dan wordt het mij te machtig."
Dokter Ruthardt's dochter volgde de
wenk op. Sartorius stond midden in de
kamer met gebogen hoofd en slap neer
hangende armen. Zijn gezicht was zoo
spits en schraal alsof hij zelf aan een
ernstige ziekte leed. In zijn blik was iets
apathisch als in den blik van een krank
zinnige. Hij keek Margaretha wel aen,
doch bij beantwoordde haar groet niet
en hefc duurde geruimen tijd voor hij het
doel van haar komst scheen te begrijpen.
„Naar mijn zoon? Neen, niemand mag
bij mijn zoon. Het is verboden. Niemand
mag bij hem komen als zijn moeder en
ik."
„Ik wilde maar eventjes bij hem bin
nen" vroeg zij smeekend, „maar een en
kele minuutEn moedig voegde zij er
aan toe: „Gelooft u mijnheer Satrorius dat
Walther mij zou herkennen V'
„Waarom zou hij u niet kennen? Hij
is bij zijn volle verstand, zoo helder als
in zijn gezonde dagen. Alleen het spre
ken wordt hem ieder oogenblik moeilij
ker, altijd moeilijker. Ik kon hem zooeven
haast niet meer verstaan en ik heb me
toch zoo ingespannen, u begrijpt wel dat
ik me ingespannen heb om hem te ver
staan."
Daarbij drukte de vader de gebalde
vuisten tegen zijn slapen en staarde star
voor zich heen. Nog inniger dan de eer
ste maal herhaalde Margaretha haar ver
zoek om slechts een oogenblik bij den zie
ke te mogen binnentreden, maar hefc uit
blijven van ieder antwoord toonde haar
dat de man haar niet eens meer hoorde.
De overmaat van zorg en wanhoop scheen
hem zoo aangepakt te hebben, dat hij bij
tusschenpoozen geheel weg was en in een
toestand kwam waarin hij zich geen reken
schap kon geven van wat er om hem heen
gebeurde
Radeloos stond Margaretha daar tegen
over den beklagenswaardigen man. Dan
werd de deur voorzichtig geopend en de
gestalte van een groote vrouw met reeds
grijs haar met vermoeide doch vriende
lijke en zachte gelaatstrekken verscheen
op den drempel. Het was de moeder van
den jongen dokter. Ongetwijfeld leed zij
aan het ziekbed van haar eenig kind niet
minder dan haar man, maar zij had de
kracht van de zelf-overwinning, die slechts
een moeder in dergelijke omstandigheden
vindt.
Omdat de zieke haar wanhoop niet
mocht zien, toonde zij hem een kalm en
beheerscht gelaat, in al haar ellende hield
zij zich staande, steeds bereid om met
een dapper lachje ieder uitgesproken of
vermoed wensch van den zieke te vervul
len.
„U bent hefc werkelijk, juffrouw Mar
garetha" zei zij zachtjes. „Mijn zoon heeft
uw stem herkend en mij opgedragen u
hartelijk voor uw belangstelling te dan
ken. Ik geloof, dat u ^.em daarmee veel
pleizier hebt gedaan."
„O, als dat zoo is, mevrouw", smeekte
Margaretha, „laat mij dan een oogenblik
bij hem. Ik zal heel stil zijn en direct
weggaan als u het zeggen zult."
„Maar lief kind, wat gij daar wilt is
onmogelijk! Gij weet toch wel dat de
ziekte in hooge mate besmettelijk is en
dat het al onvoorzichtig is dat u met ons
spreekt."
„Vader zegt altijd, dat men zelden be
smet wordt, als men niet bang is. En
mijn moeder bezoekt dag in dag uit allo
mogelijke zieken zonder dat het haar
ooit kwaad gedaan heeft. Ik zal zeker
niet ziek worden en ik waag bovendien
toch niet meer dan u zelf."
„Dat is wat anders Margaretha, ik ben
zijn moeder."
Toen deed de angst, dat zij op den
drempel nog zou worden teruggewezen en
hem niet meer levend zou zien, Margare
tha alle conventie en maagdelijke schroom
vergeten.
„Ja, u bent zijn moeder", zeide zij,
„maar u kunt onmogelijk meer van hem
houden dan ik."
Beider blikken ontmoetten olkaar en de
moeder trad van den drempel terug. „Dan
kom maar kind,"
Een bleek gelaat keek uit de witte kus
sens en werd door een lach verhelderd
toen de vrouwen binnentraden. Het gelaat
zag er edeler uit dan in gezonde dagen, 'fc
was niet het vertrokken gelaat van een
stervende, zooals Margaretha verwacht
had te zien. Toen zij naderbij kwam tracht
te Walther een afwerende beweging mot
de hand te maken.
„Kom niet te dicht bij me Margaretha",
fluisterde hij toonloos, want het spreken
kostte hem blijkbaar de grootste moeite.
„Hoe gelukkig ben ik, dat ik je nog een
maal heb gezien. Ik dank je dat je geko
men bent."
Na een korte aarzeling bad de moeder
zich geruischloos teruggetrokken. Haar
moederhart voelde, dat dit oogenblik voor
deze jonge menschen zoo heilig was, dat
het niet door de aanwezigheid van een
derde mocht worden verstoord.
Margaretha merkte nauwelijks, dat zij
met haar speelkameraad uit haar jeugd
alleen was toon zij niet lettend op zijn
waarschuwing, op hem toetrad en naast
het bed op haar knieën zonk.
(Wordt vervolgd).