OPTIMISTISCHE VLOED EN DE EB
VAN TELEURSTELLING
23ste Jaargang
MAANDAG 8 AUGUSTUS 1932
No. ILU
e£cld6clie0oii^cmt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ©ent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
WANNEER ZAL DE WERELD VERSTANDIG WORDEN?
Gevaren voor de Hollandsche boter en steenkool.
De beurs is een uiterst gevoelige baro
meter en in dezen tijd ziet men het kwik
voortdurend in beweging; het wijzertje
reageert zeer scherp op de nadering van
elke nieuwe depressie.
Telkens zien wij e>en opleving in de vo
rige week zelfs een vrij onverwachte en
zeldzame hausse-beweging, in Amerika in
gezet onmiddellijk gevolgd door een in
zinking.
Den laatsten tijd zijn er verscheidene
gunstige factoren aan te wijzen, welke de
goede richting uit gaan, en even een op
flikkering van hoop ten gevolge hebben,
maar even zoovele malen komt een tegen
overgestelde strooming het gewekte opti
misme wegspoelen.
Zoo werd de uitslag der Duitsche Rijks
dag verkiezingen over 't algemeen vrij
gunstig opgenomen; de Nazi's zouden n.l.
geen vrij spel hebben met hun extremisti-
sohe strevingen. Maar wie meenen mocht,
dat het Duitschland ernst was om met ter
zijde stelling van alle enghartige nationa
listische tendenzen royaal mee to werken
aan de opbouw van den Europeeschen wel
vaart, heeft zich vergist. De onderhande
lingen ml., welke tusschen Duitschland
eenerzijds en Nederland en Denemarken
anderzijds gevoerd zijn over een herzie
ning van de thans geldende regeling van
Duibschlands boterinvoer, zijn alweer zoo
goed als mislukt. Het communiqué bevat
n.l. de mededeeling, dat de onderhande
lingen zijn geëindigd en de Nederlandsche
en Deensche gedelegeerden zijn terugge
keerd om hun regeeringen rapport uit te
brengen over de Duitsche voorstellen. Dat
is nogal euphemistisch gezegd, doch het
beteekent in goed Hollandsoh, dat de Ne
derlanders en Denen met een kluitje in het
riet zijn gestuurd.
Dat gaat net zoolang goed, totdat de
Hollandsche producenten werkelijk gevolg
geven aan hun bedreiging om Duitschland
te boycotten, of dat de Nederlandsche re
geering overgaat tot het invoeren van
vechttarieven.
Het de vorige week gepubliceerde ver
drag van Oucby, het verdrag tusschen Ne
derland, België en Luxemburg welks be
palingen wij de vorige week in ons blad
hebben opgenomen bevat eveneens een
clausule, welke de mogelijkheid van de in
voering van vechttarieven open houdt.
Ook dit verdrag heeft een goeden in
druk gemaakt en was een hoopvol teeken,
vooral omdat het gelegenheid biedt aan
andere landen om eveneens toe te treden.
Zooals men zich zal herinneren voorziet
het verdrag in een geleidelijke verminde
ring der wederzijdsche invoertarieven met
10 pet. 's jaars tot een totale vermindering
van 50 pet. Bovendien verplichten de con-
tracteerende partijen zich om geen nieuwe
belemmeringen aan elkanders invoer in den
weg te leggen.
Dit voorbeeld van twee kleine landen
om althans regionaal te komen tot een
geleidelijke afbreking der zoo noodlottige
tolmuren, werd algemeen toegejuicht; maar
tot nu toe hebben andere staten zelfs
niet de Scandinavische staten, van wie men
dat verwacht had eenige neiging ge
toond tot aansluiting.
Nu is de doorvoering van een dergelijk
verdrag ook inderdaad niet zoo'n eenvoudi
ge zaak. Want de meeste handelsverdragen,
waarmede het eene land aan het andere is
verbonden, zijn gebaseerd op de onvoor
waardelijke meest-begunstiging. Hierbij
verplicht zich het contracteerende land om
dezelfde voordeelen, welke het verleent
aan andere staten, ook aan het land, waar
mede het een dergelijk handelsverdrag
heeft gesloten, ten goede te doen komen.
Dat ziet er heel aardig uit, maar in de
practijk wordt het beginsel der meest-be
gunstiging nogal eens ontdoken. Wanneer
bijv. Duitschland aan Zwitserland een la
ger invoertarief toestaat voor zijn kaas, zou
men verwachten, dat ook Nederland dan
van deze gunstige bepaling zou kunnen
profiteeren voor zijn kaas. Mis. Nederlaad
kan goed praten, dat kaas kaas is, maar
Duitschland beweert, dat er een groot ver
schil is tusschen Hollandsche kaas en Zwit-
sersche kaas. Bevoordeeling van Zwitser-
sche kaas beteekent daarom nog geenszins
bevoordeeling van Hollandsche kaas. Het
is duidelijk, dat men door het maken van
deze onderscheidingen discriminatie
noemt men dat het beginsel van de
meest-begunstiging op de meest willekeu
rige wijze kan uithollen tot een doode let
ter.
Maar afgezien van deze en andere trucs
blijft men toch nog prijs stellen op de meest-
begunstigings-clausule. Nu laat het zich ge
makkelijk inzien, dat een verdrag, zooals
Nederland met België wil sluiten, inbreuk
maakt op de meest-begunstiging, omdat
.Nederland natuurlijk niet alle tarieven in
dezelfde mate voor andere landen ban
verlagen, indien daar geen tegenprestatie
tegenover staat. Nederland en België zullen
daarom hun handelsverdragen moeten her
zien, hetgeen weer tot gewrijf aanleiding
kan geven.
Een eenvoudige zaak is derhalve de in
voering van zoo'n bondgenootschap niet, en
dat deze twee kleine landen tot een derge
lijke stap hebben besloten, is zeer toe te
juichen.
Heb enthousiasme wordt echter weer da
delijk aanmerkelijk bekoeld, wanneer wij
lezen, dat de Belgen met de Duitschers
overeengekomen zijn om den invoer van
Duitsche steenkolen in België belangrijk
te beperken.
Via de clausule van meestbegunstiging,
die hier in omgekeerde richting werkt, is
België dan tegenover Duitschland verplicht
om aan Nederland geen grootere voorrech
ten toe te kennen, dan het aan Duitsch
land toekent, zoodat een vermindering van
onze kolen export naar België in het voor
uitzicht ligt.
Indien dit juist is, ontvangt onze mijn
industrie, die er toch al niet al te rooskleu
rig voorsbaat, wederom een gevoelige klap.
Het zou in hooge mate teleurstellend
zijn, wanneer een dergelijke belemmering
van onzen uitvoer en nog wel van deze
zijde, werd toegepast. De bedoeling immers
van het Nederlandsch-Belgische verdrag is
juist, om geen nieuwe belemmeringen in
te voeren, integendeel de bestaande belem
meringen geleidelijk op te heffen. En wat
men zoo pas de hoofddeur heeft uitgewe
zen, zou men nu reeds langs een achter
deur weer binnen halen?
Zoo volgen hoop en teleurstelling elkan
der op als ebbe en vloed.
In Ottawa, waar men van het Britsche
wereldrijk (Engeland met zijn Dominions)
een economische eenheid wilde maken,
schieten de onderhandelingen ook niet
bijster op. Gelukkig verzet Engeland zich
ten sterkste tegen het streven van de
scherp protectionistisch gezinde Dominions
Canada en Australië, die voor zich groote
voordeelen willen binnen het Rijksverband,
en dan van het British Empire een sterk
protectionistische eenheid omringd door
hooge tariefmuren willen maken. Daarmede
zouden de Dominions wel gebaat zijn, maar
de wereld zou er mee achteruitgaan.
Volgens de laatste berichten verwacht
men echter weinig verandering in den
thans bestaanden toestand.
Geen verandering beteekent dan welis
waar geen verslechtering, maar ook geen
verbetering.
En onder dit „gelukkig" gesternte gaan
wij dan de Economische "Wereldconferentie
tegemoet, waar echter op uitdrukkelijk ver
langen van Amerika niet over tariefkwes
ties mag gesproken worden.
Wanneer zal de wereld ooit eens verstan
dig worden?
Mr. H. G.
BINNENLAND
Uit de textielnijverheid.
Wegens slapte in het bedrijf is deze week
aan 150 ongehuwde arbeiders bij de Kon.
Stoomweverij te Nijverdal ontslag aange-
HET RAPPORT-WELTER.
Opheffing van rechtbanken en kanton
gerechten.
Van welingelichte zijde vernémen wij, dat
de regeering zich ben aanzien van de op
heffing van kantongerechten en rechtban
ken met het rapport-Welter zal vereenigen.
DE WIERINGERMEER.
De machinale arbeid veroorzaakt werk
loosheid in de randgemeenten.
Men schrijft aan de „N. Rott. Ort.":
Ten gevolge van ontslagen in de Wierin-
germeer begint de werkloosheid in de rand
gemeenten onrustbarende vormen aan te
nemen, vooral ten gevolge van het feit, dat
zich hier vele gezinnen uit andere provin
cies definitief hebben gevestigd. Reeds
heeft zich een comité gevormd, bestaande
uit de burgemeesters van Wieringen, Me-
demiblik en Hoogwoud, dat met behulp van
de regeering zal trachten een oplossing te
vinden om uit dezen noodtoestand te gera
ken.
In de Wieringermeer wordt zooveel mo
gelijk arbeid machinaal verricht, omdat de
kosten slechts f 5 per H.A. bedragen, tegen
over f 75 k 80 bij handenarbeid. Men
wensoht nu, dat de regeering in die meer
dere kosten zal bijdragen om handenarbeid
mogelijk te maken.
DE BOTERINVOER IN DUITSCHLAND.
Uit Berlijn wordt aan de „N. 'Rott. Crt.''
gemeld
In aansluiting aan het communiqué in
zake de onderhandelingen over den invoer
van boter in Duitschland, waarin wordt
medegedeeld, dat de vertegenwoordigers
van Nederland en Denemarken naar hun
land zijn teruggekeerd, om hun regeering
rapport uit te brengen over de jongste
Duitsche voorstellen, verneemt de Berliner
Börsen Kurier, dat dit voorstel voorgelegd
is aan alle landen, welke boter in Duitsch
land invoeren. Duitschland stelt een z.g.
totaal contingent voor, dit is een bepaalde
hoeveelheid boter, welke jaarlijks in
Duitschland zal mogen worden ingevoerd.
Aan dit contingent zullen alle landen mo
gen deelnemen, welke boter aan Duitsch
land leveren. De quota van de verschillende
landen zouden in onderling overleg worden
bepaald door de in aanmerking komende
landen zelf. Dit voorstel is voorloopig door
de onderhandelaars van de hand gewezen.
Een definitieve beslissing zullen zij echter
eerst nemen na hun regeeringen te hebben
gehoord.
Een brug over de Zaan.
De bouw van de brug over de Zaan in
de Gemeenten Zaandam en Zaandijk, lig
gende in den in aanleg zijnden Provincia
len weg HaarlemWestzaanPurmerend
is door de Provinciale Waterstaat van
Noord-Holland opgedragen aan de N.V.
Gewapend-Betonbouw „De Condor" te Am
sterdam voor den prijs van 147.800.
Deze brug, welke tusschen de landhoof-
den een lengte heeft van pl.m. 164 M. be
staat uit 12 vaste overspanningen van ge
wapend beton, welke rusten op de beide
landhoofden en twaalf stroompijlers, waar
van één is ingericht om de rolbasculebrug,
welke een vrije doorvaart van 15 M. over
spant, te dragen.
De tuinbouw in Kennemerland.
De regeering heeft aan de gemeentebe
sturen in Kennemerland naar aanleiding
van hun gezamenlijk verzoek om steun,
meegedeeld, dat zij geen reden vond, voor
het tuinbouwbedrijf in die streek eenzelfde
steunregeling te treffen als voor West-
Friesland. In den brief van den minister
wordt opgemerkt, dat de toestand van het
tuinbouwbedrijf in Kennmerland, ofschoon
verre van gunstig, dank zij de vrij goede
prijzen van enkele vrij algemeen geteelde
vroege producten, althans niet slechter is
geworden en niet zoo'bedroevend is te noe
men als in West-Friesland. Evenwel wordt
verzekerd, dat de aandacht der regeering
ook op den tuinbouw in Kennemerland ge
vestigd blijft.
Naar wij vernemen zal tot president
van de Haagsche Rechtbank wor
den benoemd Jhr. mr. B. Rhede van der
Kloot, thans vice-president.
Zaterdagnamiddag is te Zeist zeer on
verwacht overleden Jhr. M r. E. J. C.
Greven, subst.-officier bij de Arrondis-
sements Rechtbank te Utrecht. Jhr. Gre
ven werd in 1887 geboren en promoveerde
in 1915 te Leiden tot doctor in de rechten
In 1918 werd hij benoemd tot kantonrech-
ter-plaatsvervanger te Zwolle en in 1919 tot
ambtenaar van het O.M. .bij het kantonge
recht te Leeuwarden. Na daar meer dan 10
jaren werkzaam te zijn geweest, werd hij
in 1931 benoemd tot subst.-officier bij de
Rechtbank te Utrecht.
Wat anderen er van zeggen ^it "ummer bestaat uit drie bladen
DE EERSTE-HULPDIENST EN HET
ROODE KRUIS TE WASSENAAR.
In aansluiting aan een kort bericht in de
plaatselijke bladen, wensch ik met nadruk
te coiLstateeren, dat de Wassenaarsche
burgerij met verontwaardiging vernomen
heeft, hoe Maandag 25 Juli een zwaarge
wonde halfbewustelooze vervoerd is naar
Leiden, zittende in de cabine van een
vrachtauto; toen de chauffeur later op het
onverantwoordelijke van zijn overigens zoo
goed bedoelden daad werd gewezen, ver
klaarde deze om.: „Ja, hij zei niets".
Het is droevig, dat er in dezen tijd nog
op gewezen moet worden, dat men niet in
het wilde weg aan het helpen moet gaan,
en allenninst bij zwaargewonden.
De tijden zijn immers veranderd; denken
wij aan de gelijkenis van den Barmharti-
gen Samaritaan: de Leviet ging zijns
weegs en liet den zwaargewonden man lig
gen; de Samaritaan laadde hem op zijnen
ezel en geleidde hem naar de naastbijzijn-
de karavansera. Ontroering grijpt ons aan,
als wij deze schoone daad van mensche-
lijkheid zien afgebeeld; op de eene plaats,
hoe de redder vol deernis en zorg naar zij
nen patiënt opziet, op een andere, hoe de
herbergbewoners toesnellen, om den halfbe
wustelooze over te nemen en verder te ver
zorgen.
De Leviet was in verzuim, door niets te
doen, de Samaritaan deed, wat hij, alleen,
met zijn vervoermiddel kon uitrichten.
Maar laat men nu in Hemelsnaam toch be
denken, dat de hulpmiddelen van thans
een geheel andere handelwijze vereischen.
Waarvoor heeft het Rood© Kruis meer
dan 300 hulpposten langs de groote we
gen geplaatst, voorzien van verband, spal
ken, eenheids-brancards en telefoon, zoodat
ter plaatse eerste hulp kan verleend wor
den, b.v. reeds een toevallig voorbijkomend
medicus materiaal vindt, om een eerste
verband aan te leggen, een gebroken arm
of been be spalken, den gewonde op een
brancard te leggen, zoodat de patiënt niet
in koude of regen behoeft te blijven liggen.
Intusschen is met spoed de naastbijzijnde
medicus of geneeskundige dienst opgebeld,
die de eerstgenomen maatregelen kan aan
vullen en voor een deskundig vervoer per
ziekenuato kan zorgen.
In onzen tijd zal de Leviet nooit mogen
doorloopen, maar hij zal zich onmiddellijk
begeven naar de eerste de beste telefoon
en verbinding zoeken met den naastbijzijn-
den hulppost; is het ongeval dichtbij ge
schied, dan geeft de posthouder verband
mee, dat in den trommel op handige wijze
verpakt is, zoo noodig ook den brancard.
Is zijn post afgelegen en zijn dokter en
ziekenauto ver weg, dan kan hij met zijn
hulpmiddelen reeds veel goed doen en kan
de gewonde op een brancard in een woning
worden binnengedragen. Is intusschen de
ziekenauto gekomen, dan behoeft de pa
tiënt niet geplaagd te worden met overla
den, want de eenheids-brancards van het
Roode Kruis passen in elk voertuig of kun
nen zoo noodig boven op een bestaande
draagbaar gelegd worden. Nog beter kan
geholpen worden, als de hulppost dicht bij
een centrum is gelegen en de meest volle
dige medische en transport-hulp snel ter
plaatse kunnen zijn. Dan doet men veel
beter, met af te wachten tot een dokter
met zijn helpers of helpsters en een zieken
auto komt en ineens afdoende helpt voor
vervoer naar een ziekenhuis.
Hier nu moet de Barmhartige Samari
taan zelfbeheersching toonen; hij mag den
gekwetste niet direct aanpakken. Hoe kan
hij beoordeelen, of er iets gebroken is? Een
schedel- of bekkenbreuk b.v. kan door on
oordeelkundig aanpakken hopeloos ge
compliceerd worden; hersenschudding en
shock worden zoo dikwijls aanvankelijk niet
herkend. Ontijdig drinken geven kan bra
ken opwekken; zelfs het onvoorzichtig aan
pakken van een hand kan schade doen,
b.v. als het sleutelbeen gebroken is.
Daarvoor worden allerwege gediplomeer
de helpers opgeleid, die van verschillende
letsels op de hoogte zijn en op behoedzame
wijze deze opzoeken en verbinden. Deze
zijn geoefend, om zelfs de zwaarst gewon
den op te tillen en bij bet vervoer behulp
zaam te zijn.
Wordt nu hierdoor onze Samaritaan op
zij geschoven? Wordt de eerste hulp nu
een nuchtere technische verrichting? Neen,
zeker niet.
Ik heb meermalen meegemaakt, hoe op
een drukken weg meer of minder deskun
digen zich met veel vertoon op den ver
ongelukte werpen, hoe er aan alle kanten
aan hem gesjord wordt, hoe sterke man
nen klaar staan, om hem op te tillen, als
ware hij een plank, hoe zenuwachtige men-
schen hem midden op den weg gaan uitklee-
den. Dit is onstichtelijk geknoei. Maar on
verantwoordelijk wordt het als menschen
met hersenschudding, bekkenbreuk, in een
I auto worden geheschen, als op dergelijke
I zwaargekwetsten kunstmatige ademhaling
wordt toegepast.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De Belgische mijnwerkersstaking duurt
voort (2de blad).
Nieuwe aanslagen in Duitschland (2e
blad,).
Zweedsche premier in verband met de
Kreuger-affaire afgetreden. (2e blad).
Visschersboot bij Vigo vergaan, ruim
20 dooden (Buitenl. Berichten 2e bl.)
BINNENLAND.
Nationaal Maria-congres te Nijmegen.
(2de blad).
Hoe anders is het toch, als een groep ge
diplomeerde E.H.B.O.-ers optreedt, een
transportcolonne in verband! Zij zijn aan
elkaar gewend, zij vatten elkaar. Bij het be
handelen van een gebroken ledemaat weet
ieder zijn aandeel; zij schreeuwen niet, op
gedempten toon overleggen zij, wat te
doen; welk een rust gaat er van hen uit.
Hoe wordt de menigte gekalmeerd, als een
Roode Kruis-pet duidelijk toont: Hier is
een bevoegde aanwezig.
En nu komt wederom de barmhartigheid
tot eere. Men spreekt den gewonde toe,
men stelt hem gerust, men vraagt hem naar
zijn pijn; bij verbinden, bij spalken, bij op
tillen let men nauwkeurig hoe de gewonde
reageert; men vraagt hem, of het verband
hem goed doet, men heeft geduld aan zijn
wenschen tegemoet te kooien, want een
gewonde is overstuur.
Juist door de oefening, de routine, de
combinatie, is de moderne Samaritaan
barmhartig, wekt hij vertrouwen; naast de
routine doet een bemoedigend woord won
deren. In zijn diepe ellende voelt de ge
wonde het medelijden, het medeleven van
zijn helpers en hij zal het na jaren nog we
ten, dat hij deskundig, maar ook met liefde
geholpen is.
En nu in het bijzonder de toestand in
Wassenaar? In het eerste halfjaar 1932
hebben wij reeds 156 ongevallen genoteerd,
waarvan 43 met lichamelijk letsel. Als ma-
terieele hulpmiddelen hebben wij:
le. 2 R oo d e K r u i s z u i 1 e n bij de
Viaduct en de lange Kerkdam; deze be
zitten een raderbrancard, een verbandtrom-
mel en drie laden vol verband en spalken.
Ieder kan in nood hieruit halen, om naar
de plaats van een ongeval toe te brengen,
bij voorkeur ten gebruike van doctoren of
geroutineerde helpers. Speciaal de docto
ren kunnen hiervan in hun auto meene
men, als ze geroepen worden. De sleutels
zijn nabij verkrijgbaar.
2e. 3 Verkeersposten bij Garage
Jansen, Café Den Ouden Deyl en de Haag
sche Schouw. Deze hebben een eenheids-
brancard, een verband trommel en oen nest
spaiken. Ook dit is voor ieder beschikbaar.
3e. De Ziekenauto Goemans, dio
met Roode Kruis-materieel is uitgeruat
voor vervoer van 2 gewonden, benevens
verband en spalken en 2 eenheids-bran
cards. Dus overal kan voldoende materieel
beschikbaar zijn tot middenin de duinen
toe. Dan heeft de heer Goemans nog zijn
luxe ziekenauto, om in te vallen.
4e. De Strandpost aan het
Wass. Slag met de meest volledige hulp
middelen w.o. zuurstofkoffer en eenheids-
brancard. Een patiënt die eenmaal opgela
den is, behoeft nooit overgetild te worden
vóór hij thuis of in he ziekenhuis is geko
men. Al deze 5 brancards passen in de
beide auto's van Goemans, zoo noodig ook
in een vreemde auto.
5e. De politie heeft tenslotte ook haar
auto met verbandtrommel achter de hal.
6e. Aan verschillende families, die op de
meest bedreigde plaatsen wonen en zich
zeer van E.H.B.O. interesseeren, oa. hoek
Narcislaan bij Deyleroord en aan den hoek
bij de Klip zijn verbandtrommels in bruik
leen gegeven.
Zoo de kas het toelaat, zullen nog meer
verbandtrommels worden gegeven.
7e. Het Oranje-Kruis heeft op talrijke
punten meldingsposten gemaakt, kenbaar
door bordjes, van waaruit direct de cen
trale punten kunnen gewaarschuwd wor
den.
8e. 10, weldra zelfs 25 helpers en 9 help
sters van het. Roode Kruis werken naar
hun vermogen mede aan het strand en op
den weg, om hulp te bieden. Vele helpers
hebben een bordje aan hun deur. Hoe lan
ger hoe meer ziet men bij ongevallen Roo-