DE WREKENDE GERECHTIGHEID. VRIJDAG 15 JULI 1932 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 11 mag weerhouden van een maatregel, die afdoend is en die men ook tegenover an deren moreel verplicht is te nemen. Vooral de zuingheids-overweging is misplaatst se dert de moderne wetenschap heeft vastge steld, dat een bliksemafleider, die afdoend beveiligt, niet veel behoeft te kosten, mits hij aangelegd worde met vermijding van dure onderdeelen, die vroeger gebruikt werden. Een moderne, goed aangelegde bliksemafleider kost slechts weinig geld. Laat u door een werkelijken deskundige voorlichten. Wij hebben in de laatste jaren niet veel zware onweders in ons land gehad waar door het aantal trefgevallen betrekkelijk klein is geweest. Er is geen reden om aan te nemen, dat het aantal onweders en daarmede. ,de trefkans niet weer zal toe nemen en daarom zal men goed doen de maatregelen, die tegen de gevolgen van bliksem-inslag beveiligen, tijdig te ne men. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. KINDEREN OP DE FIETS. Een meisje gedood. Gisteravond half tien reed den vracht auto, bestuurd door H. V. uit- Zwijndrecht, in de richting Rotterdam. Op een gegeven moment haalde de auto een wielrijder in. Bij het passeeren begon de fietser juist to slingeren, met het noodlottig gevolg, dat een 4-jarig meisje, dat voorop zat, van de fiets viel en onder de vraohtauto terecht kwam. Het kind was onmiddellijk dood. De politie stelt een onderzoek in. MEISJE DOOR TRAM AANGEREDEN EN GEDOOD. Gisteravond is te Haarlem een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij een 23-jarig Duibsch meisje het leven hèeft gelaten. Omstreeks kwart over tien reed een tram van den dienst HaarlemZandvoort langs de Leidsche Vaart tusschen de Sohoutjes- brug en de Emmabrug. De tram haalde een viertal fietsers in, n.l. twee Duitsche meis jes die in Haarlem werkzaam zijn, een broer van een der meisjes die een bezoek aan zijn zuster bracht en een vriend. Zij reden naast de tramrails. Met een flinke vaart naderde een luxe tweepersoons-a-uto, bestuurd door een 21-jarigen jongeman uit Heemstede, die het 23-jarige meisje L. L. zoodanig aanreed dat zij met den wagen in botsing kwam en vele meters verder op de straat werd gesleurd. Ernstig ge wond is zij naar het Diaconessenhuis over gebracht, waar zij kort na aankomst is overleden. DOOR AUTO GEGREPEN EN GEDOOD «Woensdagavond is op den Alkmaarschen straatweg onder de gemeente Wijk aan Zee en I>uin de tuinder K. V. bij het plot seling oversteken van den weg onder een passeerenden vrachtauto geraakt. De man werd ernstig gewond opgeno men en naar het Roode Kruis-ziekenhuis te Beverwijk overgebracht. In den afgeloopen nacht is hij daar aan de gevolgen overleden. BAJDER IN ZEE VERDRONKEN. Gistermiddag omstreeks vijf uur is een 37-jarige bewoner van de Segherstraat te 's-Gravenhage bij het zwemmen in zee voor den vuurtoren verdronken. De man had zich bij een golfbreker te water begeven en wilde om den golfbreker heenzwemmen, waarbij hij door den stroom werd meege trokken. Later is het lijk aangespoeld. IN HET WATER ONWEL GEWORDEN. Bij het zwemmen verdronken. Bij het zwemmen in de Breevaart is Woensdagmiddag omstreeks half vier de 11-jarige A. Hoogevelt te Reewijk, ver dronken. Toen de jongen zich in het mid den van de vaart bevond, werd hij door een toeval getroffen en verdween hij in de •diepte. Een tweetal voorbijgangers sprongen onmiddellijk te water en slaagden er spoe dig in, den drenkeling op het droge ie brengen, doch de pogingen tot het opwek ken der levensgeesten, welke door dr. C. v. E. en leden van de E. H. B. O. werden aangewend, bleven zonder resultaat. Het lijk is per brancard naar de ouder lijke woning gebracht. De jongen zou gis teren zijn 12den verjaardag hebben ge vierd. FLESCH ZOUTZUUR UITEEN- GESPRONGEN. Te Gemert probeerde de timmermans knecht J. v. H. uit tijdverdrrijf of voor de aardigheid of zoutzuur wilde branden. Hij goot uit een volle flesch een kopje vol, doch het „goedje" brandde niet. Toen pro beerde hij het met de geheele flesch, wel ke geruimen tijd in de zon had gestaan. Met een geweldigen knal sprong de flesch uiteen en het 1 c.M. dikke glas vloog me ters in het rond. De onvoorzichtige man werd aan armen en bennen gewond, terwijl ook twee in de nabijheid spelende meisjes tamelijk ernstige wonden opliepen. BRAND IN DE MAALDERIJ VAN DEN N. C. B. TE VEGHEL. HET GEHEELE GEBOUW UITGEBRAND. De schade op 2 ton geschat. Gistermorgen kwart voor 3 ontdekten de knechts in de maalderij van den N. 0. B. te Veghel plotseling vuur in een de-r locali- teiten. De maalderij is een mechanisch continubedrijf, dat 30 wagons per dag ver maalt. Wegens de brandbaarheid der aanwe zige stoffen, granen en hout, greep het vuur razend snol om zich heen. De eigen brandweer en die der gemeente Veghel, die ook in de gebouwen van den N. C. B. is ondergebracht, werden zoo spoedig moge- liik in werking gesteld, maar toen was er 4 'eds een geweldige vuurzee en viel er aan localiseering van den brand niet meer te denken. De vlanimen sloegen naar de bovenver diepingen van het gebouw over en verteer den ook daar alles wat brandbaar was. Men koesterde vrees, aldus de „Msbd.", dat de brand zich aan de belendende per- ceelen zou mededeelen en ontbood de brandweer uit Eindhoven. Deze bevond zich circa 5 uur ter plaatse en nam aan stonds aan het blusschingswerk deel. Te half zeven was de groote vuurhaard gedoofd, al bleef nog menige plek nasmeu- len. De maalderij, die een oppervlakte be slaat van 12 bij 12 meter en 3 verdiepin gen hoog is, brandde geheel uit, maar het gebouw als zoodanig zal toch grooten- deels behouden kunnen blijven. De kostbare machines hebben veel door vuur en water geleden. Omtrent de oorzaak van den brand denkt de directie aan kortsluiting of wel een kleine explosie bii het anstmaken. De N.C.B. is tegen bedrijfsschade verze kerd. Er zullen direct maalstoelen worden aangeschaft en in schuren worden ge plaatst. terwijl ook in de maalderijen der bijkantoren te Nijmegen, Den Bosch en Cuyk gemalen zai worden. De schade wordt op 2 ton geraamd, van insiders-zijde vernemen we echter, dat dit bedrag wel te hoog zal zijn. fen overvloede vermelden wij, dat. er in het mechanische bedrijf met zijn moderne machines niet veel levende kracht werk zaam is en dat de groote silo-pakhuizen geheel buiten den brand zijn gebleven. UIT DE RADIO-WERELD Programma's van Zaterdag 16 Julf. Huizen 296 M. Uitsluitend K.R.O.-uitzending. 8.009.15 Morgenconcert.. 10.00—11.30 Het KRO-Kunstensemble o.l. v. Piet Lustenhouwer. 11.3021.00 Godsdienstig Halfuurtje door Pastoor Perquin. 12.151.45 Lunchconcert door het KRO- Sextet o.l.v. Pret Lustenhouwer. 2,00—2.30 Gramofoonplaten. ■v.2.304.00 Kinderuurtje. 4.005.00 Dajos Bela en zijn orkest (Gra mofoonplaten). 5.005.15 Nederland als vacantieland. 5.155.45 Holl&ndsche liedjes. (Gramo foonplaten). 5.456 00 Esperantonieuws. 6.006.20 Balalaika^orkest (Gramofoon platen). 6.206.40 Journalistiek Weekoverzicht. 6.457.10 Orgelconcert door ALphons Dreissen. 7.107.30 Japan (1), economisch-aard- rijkskundige voordracht door Prof. A. Stee- ge r. 7.458.00 Sportpraatje van de "RIK.F. 8.008.30 Balalaika-kapel. 8.309.00 „De schoenlapper", dramati sche schets in één bedrijf, opgevoerd door het KRO Klein-Tooneel. 9.00 Vaz Dias. 9.1510 00 Balakaika-kapel. 10.0010.15 „Wittebroodsweken'', een vroolijk schetsje. (KRO Klein-Tooneel). 10.1511.00 Balalaika-kapel. 11.0011.15 „Twee brieven", levens schetsje. 11.1512.00 Gramofoonplaten. Hilversum 1875 M. Uitsl. VARA-uitz. 10.00 v.m. VPRO. 6.457.00 en 7.307.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voor Arbeiders in de Continube drijven: VAR A-orkest o.l.v. H. de Groot. VARA-tooneel o.l.v. W. v. Cappellen en Gramofoonplaten. 12.001.45 VA1RJA-septet o.l.v. Is. Eyl en Gramofoonplaten. 2.15 Kwartiertje v. h. Instit. v. Arb. Ontw. 2.30 Gramofoonplaten. 3,00 Uit de Ropde Jeugdbeweging. 3.05 Gramofoonplaten. 3.15 Toespraak door A. Krelage Sr. 3.30 VAR A-Mandoline-Ensemble o.l.v. J. B. Kok. 4.00 Sportpraatje. 4.15 Actueel Allerlei door het NVV. 4.30 Schrammelkwintet o.l.v. W. Drukker 5.00 Kinderuurtje. 6.00 Vervolg schrammelkwintet. 6.30 Literair halfuurtje door A. M do Jong. 7,00 Vervolg schrammelkwintet. 7.30 Toespraak door A. de Vries. 7.45 Orgelspel door Joh. Jong. 8 00 Populair Programma m m v. het VARA-orkest o.l.v, H. de Groot, Teun de Klepperman, VARA-tooneel o.l.v. W. van Cappellen en Willy Derby. O a. Ouv. „Zam- pa", Herold; Florentiner-marsch, Fucik; Lustspielouverture, Keler Bela. 11.00 Vai Dias en VARA-Varia. 11.1512.00 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, Berichten. WRAAK VAN DUITSCHE DIENSTBODE Poging tot vergiftiging. De Busswmsohe politie heeft gisteravond een 26-jarige Duitsche dienstbode gearres teerd, die een vergiftigingsstof in het eten had gedaan. Dientengevolge waren twee kinderen in het huis, waar zij in betrekking was, ziek. Een onderzoek werd ingesteld met het gevolg, dat het meisje werd aan gehouden. Zij bekende de daad te hebben gepleegd, naar zij zeide, omdat zij oneenig- heid met haar mevrouw had gehad. DE SLACHTOFFERS VAN HET LAATSTE ONWEER IET GEVAAR VAN BLIKSEM-INSLAG De zware inweders, die Dinsdag 12 Juli »ver het grootste gedeelte van Nederland lebben gewoed, hebben een groot aantal trefgevallen door den bliksem veroorzaakt. Uit enkele dagbladen kon het volgende iverzicht worden samengesteld: Getroffen werden 25 boerderijen en woonhuizen, waarvan 19 totaal zijn afge brand, terwijl bij de overige zes de brand tijdig kon worden gebluscht6 korenma ten en hooibergen, die allen verbrandden; 10 menschen, waarvan 7 doodelijk; 8 die ren, terwijl 2 bij brand het leven lieten; een bosch ter grootte van 20 H.A., dat ge heel verloren ging; 2 boomen. Men kan intusschen gerust aannemen, dat het aantal getroffen huizen en boo men grooter is geweest, vooreerst omdat niet alle gevallen aan de dagbladen worden opgegeven, en in de tweede plaats omdat in den regel de getroffen huizen, die niet in brand vliegen, niet vermeld worden en de beschadiging door den bliksem dik wijls zoo gering is, dat zij niet eens door de bewoners wordt opgemerkt. In deze laat ste gevallen èiangt het niet in brand ge raken van het huis dikwijls af van een toe vallige omstandigheid of van een kleinig heid, zoodat wij gerust 'n groot aantal van die gevallen toch als gevaarlijke treffers kunnen beschouwen. Het aantal gedoode en getroffen perso- aen is ditmaal bijzonder groot. Daaronder trekt het geval, waarin vier personen een schuilplaats zochten onder een boom de bijzondere aandacht. Uit het groot aantal trefgevallen kan enen nu weer voor de zooveelste maal de gevolgtrekking maken, dat de bliksem heel wat slachtoffers maakt en schade veroor zaakt, die men in de meeste gevallen had kunnen voorkomen. Dit is een telken jare berugkeerend verschijnsel al is het niet elk jaar en op eiken onweersdag zoo erg als het nu is geweest. Een aantal van die trefgevallen zou men hebben kunnen voorkomen door het nemen van de preventieve maatregelen, die daar toe kunne leiden. Hoeveel malen is al niet gewaarschuwd om tijdens onweer toch vooral niet onder een boom te schuilen. Als de boom getroffen wordt en de blik sem heeft een voorkeur voor het treffen van boomen springt de ontlading in de meeste gevallen van den stam over op de personen, die onder den boom schuilen en het is zelfs waarschijnlijk, dat de aanwe zigheid van menschen bij den stam de trefkans verhoogt. Toch komt het telkens voor, dat men schen een schuilplaats onder een boom eoeken en het slachtoffer van hun on voorzichtigheid worden. Bij het treffen van personen in het open veld is het natuurlijk eenigszins anders gesteld. De meeste menschen schijnen zich er geen rekenschap van te geven, dat men op het open veld in een onweer veel kans loopt getroffen te worden. Natuurlijk is het niet altijd mogelijk heel gauw een goede schuilplaats te bereiken, maar als dat wel mogelijk is, maak er dan gebruik van en zoek beveiliging in een gesloten buis, want alleen dit geeft een waarborg voor veiligheid. Overigens is een opko mend onweer alleen een verrassing voor de menschen in de romans, waarin altijd heel zonderlinge onweders, die plotseling ver schijnen, beschreven worden. De werkelijk heid is anders. Elk onweer kan men in het open veld zien en hooren opkomen, lang genoeg vooruit om een woning te kunnen bereiken, waar men schuilen kan. Neem er den tijd voor. Het inslaan van den bliksem in huizen, molens, gebouwen van allerlei aard, hooi bergen e.d. kan afdoend voorkomen wor den door het aanbrengen avn een bliksem afleider. Tal van bezitters en bewoners van gebouwen laten dit na, hetzij uit zor geloosheid, uit onkunde, hetzij omdat zij denken: ik ben verzekerd tegen .brand schade, hetzij uit zuinigheid. Geen van deze overwegingen is steekhoudend en FEUILLETON. Naar het Duitsch (Nadruk verboden). 21) De moeder had in een post scriptum onder haar briefje uitdrukkelijk gemeld, dat haar dochter niets van dit bezoek mocht weten en zoo dacht de jonge Rut- hardt er in het eerste oogenblik aan om in een portiek te vluchten, doch het kon misschien al te laat zijn en Elli zou wel een zonderlingen indruk van hem krij gen, als zij hem zoo op de vlucht zag gaan. Hij liep met gloeiende wangen ver der en toen zij dicht bij elkaar waren ge komen nam hij zijn hoed af voor het jon ge meisje, dat verrast scheen hem te zien. Zij kenden elkaar te goed, dat Rut- hardt zonder meer voorbij had kunnen gaan. „U bent zeker op weg naar het Theater, juffrouw Pollnitz" zeide hij. „Ik zag het op de aanplakbiljetten, dat u vanavond zoudt optreden." Zij bevestigde glimlachend zijn veronder stelling en vroeg toen of hij daar niet een eindweegs wilde vergezellen. De strijd, die Rutb&rdt met zijn plichtsgevoel te voeren bad, was maar van korten duur. Hoe drin gend do aangelegenheid ook mocht zijn, waarover mevrouw Pollnitz hem moest spreken, een uitstel van een half uurtje zou daaraan niet veel veranderen en de eerste gelegenheid Elli eens eenige minu ten onder vier oogen te spreken, wilde hij daarom niet voorbij laten gaan. Maar toen hij naast Elli voortwandelde, wist hij met de kostbare gelegenheid niets te beginnen. In haar elegant toilet, het knappe gezichtje, frisch blozend door de winterlucht, met haar lichten tred, scheen zij hem heerlijk toe, dat hij v zich naast haar voelde als een ellendige paria, wiens vurige vereering slechts een onmogelijke domheid was. Nog nooit was hij van de hopeloosheid van zijn verliefdheid zoo over tuigend geweest als op dit oogenblik, en dat maakte hem nog zwijgzamer en on- beholpener dan ooit. „Ik had graag de proloog nog eenmaal met u doorgenomen", zeide Elli na een poosje, toen hij nog steeds zwijgend naast haar liep „Het spijt me, dat ik er nu geen gelegenheid meer voor zal hebben. Ik ben nog nooit zoo bang geweest voor mijn op treden als in dit geval. Ik zal bepaald 't schoon gedicht verknoeien. „O, hoe kunt u zoo iets zeggen", riep hij vol vuur uit. „Wat zijn mijn armzalige verzen vergeleken met die verheven dich terlijke figuren, die ik u op het tooneel heb zien uitbeelden. Nooitffcal ik u genoeg kunnen danken, dat u mijn werk zult wil len voordragen." Zijn begeesterende waardeering scheen haar maar matig te verheugen, want zij schudde met een zeer ernstig gezichtje het hoofd. „Waarom zegt u dat, mijnheer Rut- hardt? Ik weet zelf toch het beste, dat ik niet echt roeping heb voor- bet too neel." Zoo ontdaan was hij door deze onver wachte bekentenis, dat hij haar met groo te oogen sprakeloos aanzag. Eindelijk zei hij„Geen roeping Leeft gij dan niet met hart en ziel voor de kunst?" „Ach neen! Veel liever verdiende ik mijn kost met naaien en borduren, dan op het tooneel, dat ik slechts met tegenzin betreedt. Het mag u vreemd in de ooren klinken, maar het is niettemin waar. O, hoe haat ik het tooneel." Hoe weinig menschenkennis Sigmund Ruthardt ook mocht hebben, hij voelde wel, dat uit deze bekentenis een nameloos leed sprak. En ziin schuchterheid ver dween, toen hij zekerheid had, dat zijn aan gebedene gebukt ging onder stil gedragen leed. „Ik begrijp dat niet, juffrouw Poll nitz", zeide hij „want ik ben van oordeel dat niemand meer aansuraak kan maken op den titel van kunstenares dan gij. Maar als uw beroep u niet bevredigt, wat belet u dan om het tooneel vaarwel to zeg- gen „Vraagt u me niet, waarom ik dat niet doen kan, ik zou het u toch niet kunnen zeggen. En ik heb ten slotte eigenlijk ook geen reden om me te beklagen. Er zijn er duizenden als ik, die hun leven met een' soortgelijk slavenjuk voort moeten slee pen". „Maar gij, gij zult niet in slavernij le ven, juffrouw. Gij moet vroolijk en geluk kig zijn. En als het theater-leven u nipt. aanstaat, dan zal er toch wel een middel kunnen gevonden worden om u daaruit te bevrijden." „Ik weet er geen", zeide zij op een toon van moedelooze berusting, „ik heb geen vader, die voor mij kan zorgen en geen vriend". „Jawel, juffrouw Elli als u hem niet versmaadt, dan hebt u wel een vriend. Ik begrijp wel, dat gij niet veel vertrouwen stelt in mijn vermogen, u te helpen. Maar een oprechte wil vermag vaak veel en als gij mij maar zegt, wat ik voor u doen kan, dan Reeds doemde het smakelooze oude theater voor hun oogen op en eenige col lega's van Elli wierpen nieuwsgierige blik ken op het paar. Elli was dus wel genood zaakt een einde aan het gesprek te ma ken. „Ik dank u wel mijnheer Ruthardt, maar u moet me niet verkeerd begrijpen. Niet omdat ik hulp van u verlangde heb ik t» over deze dingen gesproken. Tk weet nog niet goed hoe ik daartoe kwam en ik zou niet graag willen, dat u zich over mij be zorgd maakte. Ten slotte is het toch maar dwaze praat van mij geweest. Het schijnt nu eenmaal in het leven zoo te zijn, dat arme meisjes altijd ongelukkig moeten zijn." De ingenue van het theater, een dame van om en om de veertig jaren was hen dicht genoeg genaderd om de laatste woorden te hooren. Zij wilde blijkbaar graag weten, wie die jonge man was. die zoo vertrouwelijk met het knappe meisje stond te praten en zij mengde zich brutaal weg in het gesprek, om haar doel te be reiken. „Ja lieve Pollnitz", zeide zij met haar opgeschroefde bakvischstcm, „dat armoede niet gelukkig maakt is een oude wijs heid. Maar als gij dat aan u zelve er vaart, is dat uw eigen schuld. Gij hoeft maar de hand uit te steken om de knap pe milliorair te vangen, waar alle meisjes van Wal lenberg al mee dwepen. Was ik in vm plaats, ik zou me waarlijk niet lang bedenken." 11.05 Lezing. 12.20 Northern Studio-orkest o.l.v. J. Bridge. I.05 Orgelconcert Reg. New. 1 502.50 Commodore Grand orkest o.l.v. J. Museant. 3.50 Verslag van Schietwedstrijden om „The King's Prize". 4.35 Bernard Crook's Kwintet m.m.v. G. Eastman, barton. 5.05 Orgelconcert Rteg. FoorL 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 7.05 Zang door Sydney Rayner, tenor. 7.50 Radio-koor o.l.v. Cyril Dalmaine. 8.20 Vaudeville. 9.20 Berichten en lezing. 10.10 Ketelbey-Programma. BBC-koor en -orkest o.l.v. den componist. II.0512.20 Ambrose en zijn Band. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 8.05 en 12.20 Gramofoonplaten. 7.30 dito. 8.20 dito. 9.05 Populair Avondprogramma o.l.v. Do minique Bennaud. Kalundborg, 1153 M. 12.20 Concert uib Hotel Angleterre. 3 205.20 L. Preil's orkest. 5.205.50 Gramofoonplaten. 7.36 Internationale Kopenhaagsche Roei- regatta. 8.4512.20 Dansmuziek v. d. oudere ge neratie. Omroeporkest o.l.v. Launy Grön- dahl m.m.v. K. Friis-Hjorth, zang en C. Schnedler-Meyer, piano. Langenberg, 473 M. 7.258.20 Concert uit. Frankfurt. 12.101.10 Gramofoonplaten. I.202.50 Concert uit Mühlacker o.l.v. R. Merten. Hierna Dansmuziek. 2.553.45 Gramofoonplaten. 5.206.35 Keulsche Mandolineclub „Har monie" o.l.v. H. Schneider. Mjn.v. H. Schiebusch, tenor. 8.20 „Spass an der Freud". 10.4012.20 Militaire muziek o.l.v. P. Müller. O.a. Racoczy-Ouverture, Keler Bela. 12.201.20 Dansmuziek (Gramofoonpl.). 8.05 Opera „Poliuto" in 3 actes van Do nizetti. Leiding: Santarelli. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Concert door Sykes en zijn orkest. 1 50 Gramofoonplaten. 5.20 Concert od.v. A. Meulcmans. 6.20 en 7.05 Gramofoonplaten. 8.20 Radio-tooneel. 9 20 Gramofoonplaten. 9.35 Zangvoordracht. 9.50 Radio-tooneel. 10.30 Dansmuziek. 338 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Concert o.l.v. Fr. André. 6.40 Gramofoonplaten 8.20 Dvorak-concert o.l.v. A. Meulemans. 9,20 Concert uit de Kurzaal te Ostende. II.00 Gramofoonplaten. Z e e s e n, 1635 M. 8.90 „Volksmusik und Wanderlieder'', ra dio-potpourri van M. Lang en G. Görlioh. M.m v. solisten, koor en orkest. 9.20 „Parken verboten", vroolijke avond voor de autorijders, samengesteld door Karl Köstlin. 10.40 Berichten en hierna tot 12.50 Dans muziek door Marek Wober en zijn orkest. M.m.v. Leo Monoeson (refreinzang). SMOKKELAARS IN LEVENSGEVAAR. Doordouanebeambten gered. Men meldt uit Bellingwolde aan de „Msb.": Een tweetal smokkelaars, die een hoe veelheid tabak en koffie vervoerden, sloeg op de komst van twee douanebeambten op de vlucht met achterlating van hun smok kelwaar. Om aan een arrestatie te ontko men, sprongen de smokkelaars in de Eems doch verkeerden door den sterken stroom spoedig in levensgevaar. Door kranig optre den van de beambten werden ze echter bij tijds uit hun netelige positie gered. Met een wrevelige beweging had Elli zich van do boosaardige -praatster afge wend. „Ik dank u wel voor uw gezelschap, mijnheer Ruthardt'', zeide zij, terwijl zij Sigmund vriendelijk toeknikte. „Tot ziena, morgenavond. En denk maar niet meer aan mijn onverstandig gepraat". Hoe had Sigmund echter aan iets an ders kunnen denken dan aan deze smar telijke bekentenis. Niettegenstaande de behoeftige omstandigheden, waarin hij moeder en dochter reeds bij zijn eerste bezoek had aangetroffen, was nooit de gedachte bij hem opgekomen, dat zij met werkelijke armoede to kampen konden hebben. Met de naieve goedgcloovigheid van een kind, had hij geloof geschonken aan de blufferige grootspraak van de moe der en hij had er geen oogenblik aan ge twijfeld, of Elli zou binnenkort een wereld beroemde actrice zijn, met roem en oer overladen. Van do ellendo van hun ar moedig bestaan had hij in zijn jeugdige on ervarenheid niet hot flauwste vermoeden en het beeld, dat. hij er zich nu van vorm de was nog ver beneden de werkelijkheid. Toch kwelde de gedachte daaraan hem meer dan die aan zijn eigen verknoeide le ven hem ooit gedaan had. De gedachte dat dit heerlijke schepsotje door de ongemak ken des levens kon worden aangeraakt, was hem onverdragolijk, ja bracht hem tot wanhoop, want met de overtuiging van zijn eigen onbruikbaarheid zag hij in, dat hij met al zijn vurige liefde en bereid willige offervaardigheid niets kon doen om de doornen van haar levenspad uit te rukken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11