DE WREKENDE
GERECHTIGHEID.
VRIJDAG 15 JULI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 11
mag weerhouden van een maatregel, die
afdoend is en die men ook tegenover an
deren moreel verplicht is te nemen. Vooral
de zuingheids-overweging is misplaatst se
dert de moderne wetenschap heeft vastge
steld, dat een bliksemafleider, die afdoend
beveiligt, niet veel behoeft te kosten, mits
hij aangelegd worde met vermijding van
dure onderdeelen, die vroeger gebruikt
werden. Een moderne, goed aangelegde
bliksemafleider kost slechts weinig geld.
Laat u door een werkelijken deskundige
voorlichten.
Wij hebben in de laatste jaren niet veel
zware onweders in ons land gehad waar
door het aantal trefgevallen betrekkelijk
klein is geweest. Er is geen reden om aan
te nemen, dat het aantal onweders en
daarmede. ,de trefkans niet weer zal toe
nemen en daarom zal men goed doen de
maatregelen, die tegen de gevolgen van
bliksem-inslag beveiligen, tijdig te ne
men.
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN.
KINDEREN OP DE FIETS.
Een meisje gedood.
Gisteravond half tien reed den vracht
auto, bestuurd door H. V. uit- Zwijndrecht,
in de richting Rotterdam. Op een gegeven
moment haalde de auto een wielrijder in.
Bij het passeeren begon de fietser juist to
slingeren, met het noodlottig gevolg, dat
een 4-jarig meisje, dat voorop zat, van de
fiets viel en onder de vraohtauto terecht
kwam. Het kind was onmiddellijk dood.
De politie stelt een onderzoek in.
MEISJE DOOR TRAM AANGEREDEN
EN GEDOOD.
Gisteravond is te Haarlem een ernstig
ongeluk gebeurd, waarbij een 23-jarig
Duibsch meisje het leven hèeft gelaten.
Omstreeks kwart over tien reed een tram
van den dienst HaarlemZandvoort langs
de Leidsche Vaart tusschen de Sohoutjes-
brug en de Emmabrug. De tram haalde een
viertal fietsers in, n.l. twee Duitsche meis
jes die in Haarlem werkzaam zijn, een
broer van een der meisjes die een bezoek
aan zijn zuster bracht en een vriend. Zij
reden naast de tramrails. Met een flinke
vaart naderde een luxe tweepersoons-a-uto,
bestuurd door een 21-jarigen jongeman uit
Heemstede, die het 23-jarige meisje L. L.
zoodanig aanreed dat zij met den wagen
in botsing kwam en vele meters verder
op de straat werd gesleurd. Ernstig ge
wond is zij naar het Diaconessenhuis over
gebracht, waar zij kort na aankomst is
overleden.
DOOR AUTO GEGREPEN EN GEDOOD
«Woensdagavond is op den Alkmaarschen
straatweg onder de gemeente Wijk aan
Zee en I>uin de tuinder K. V. bij het plot
seling oversteken van den weg onder een
passeerenden vrachtauto geraakt.
De man werd ernstig gewond opgeno
men en naar het Roode Kruis-ziekenhuis
te Beverwijk overgebracht.
In den afgeloopen nacht is hij daar aan
de gevolgen overleden.
BAJDER IN ZEE VERDRONKEN.
Gistermiddag omstreeks vijf uur is een
37-jarige bewoner van de Segherstraat te
's-Gravenhage bij het zwemmen in zee voor
den vuurtoren verdronken. De man had zich
bij een golfbreker te water begeven en
wilde om den golfbreker heenzwemmen,
waarbij hij door den stroom werd meege
trokken. Later is het lijk aangespoeld.
IN HET WATER ONWEL GEWORDEN.
Bij het zwemmen verdronken.
Bij het zwemmen in de Breevaart is
Woensdagmiddag omstreeks half vier de
11-jarige A. Hoogevelt te Reewijk, ver
dronken. Toen de jongen zich in het mid
den van de vaart bevond, werd hij door
een toeval getroffen en verdween hij in de
•diepte.
Een tweetal voorbijgangers sprongen
onmiddellijk te water en slaagden er spoe
dig in, den drenkeling op het droge ie
brengen, doch de pogingen tot het opwek
ken der levensgeesten, welke door dr. C. v.
E. en leden van de E. H. B. O. werden
aangewend, bleven zonder resultaat.
Het lijk is per brancard naar de ouder
lijke woning gebracht. De jongen zou gis
teren zijn 12den verjaardag hebben ge
vierd.
FLESCH ZOUTZUUR UITEEN-
GESPRONGEN.
Te Gemert probeerde de timmermans
knecht J. v. H. uit tijdverdrrijf of voor de
aardigheid of zoutzuur wilde branden. Hij
goot uit een volle flesch een kopje vol,
doch het „goedje" brandde niet. Toen pro
beerde hij het met de geheele flesch, wel
ke geruimen tijd in de zon had gestaan.
Met een geweldigen knal sprong de flesch
uiteen en het 1 c.M. dikke glas vloog me
ters in het rond. De onvoorzichtige man
werd aan armen en bennen gewond, terwijl
ook twee in de nabijheid spelende meisjes
tamelijk ernstige wonden opliepen.
BRAND IN DE MAALDERIJ VAN DEN
N. C. B. TE VEGHEL.
HET GEHEELE GEBOUW
UITGEBRAND.
De schade op 2 ton geschat.
Gistermorgen kwart voor 3 ontdekten de
knechts in de maalderij van den N. 0. B.
te Veghel plotseling vuur in een de-r locali-
teiten. De maalderij is een mechanisch
continubedrijf, dat 30 wagons per dag ver
maalt.
Wegens de brandbaarheid der aanwe
zige stoffen, granen en hout, greep het
vuur razend snol om zich heen. De eigen
brandweer en die der gemeente Veghel, die
ook in de gebouwen van den N. C. B. is
ondergebracht, werden zoo spoedig moge-
liik in werking gesteld, maar toen was er
4 'eds een geweldige vuurzee en viel er
aan localiseering van den brand niet meer
te denken.
De vlanimen sloegen naar de bovenver
diepingen van het gebouw over en verteer
den ook daar alles wat brandbaar was.
Men koesterde vrees, aldus de „Msbd.",
dat de brand zich aan de belendende per-
ceelen zou mededeelen en ontbood de
brandweer uit Eindhoven. Deze bevond
zich circa 5 uur ter plaatse en nam aan
stonds aan het blusschingswerk deel.
Te half zeven was de groote vuurhaard
gedoofd, al bleef nog menige plek nasmeu-
len.
De maalderij, die een oppervlakte be
slaat van 12 bij 12 meter en 3 verdiepin
gen hoog is, brandde geheel uit, maar het
gebouw als zoodanig zal toch grooten-
deels behouden kunnen blijven.
De kostbare machines hebben veel door
vuur en water geleden.
Omtrent de oorzaak van den brand
denkt de directie aan kortsluiting of wel
een kleine explosie bii het anstmaken.
De N.C.B. is tegen bedrijfsschade verze
kerd. Er zullen direct maalstoelen worden
aangeschaft en in schuren worden ge
plaatst. terwijl ook in de maalderijen der
bijkantoren te Nijmegen, Den Bosch en
Cuyk gemalen zai worden.
De schade wordt op 2 ton geraamd, van
insiders-zijde vernemen we echter, dat dit
bedrag wel te hoog zal zijn.
fen overvloede vermelden wij, dat. er in
het mechanische bedrijf met zijn moderne
machines niet veel levende kracht werk
zaam is en dat de groote silo-pakhuizen
geheel buiten den brand zijn gebleven.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's van Zaterdag 16 Julf.
Huizen 296 M.
Uitsluitend K.R.O.-uitzending.
8.009.15 Morgenconcert..
10.00—11.30 Het KRO-Kunstensemble o.l.
v. Piet Lustenhouwer.
11.3021.00 Godsdienstig Halfuurtje door
Pastoor Perquin.
12.151.45 Lunchconcert door het KRO-
Sextet o.l.v. Pret Lustenhouwer.
2,00—2.30 Gramofoonplaten.
■v.2.304.00 Kinderuurtje.
4.005.00 Dajos Bela en zijn orkest (Gra
mofoonplaten).
5.005.15 Nederland als vacantieland.
5.155.45 Holl&ndsche liedjes. (Gramo
foonplaten).
5.456 00 Esperantonieuws.
6.006.20 Balalaika^orkest (Gramofoon
platen).
6.206.40 Journalistiek Weekoverzicht.
6.457.10 Orgelconcert door ALphons
Dreissen.
7.107.30 Japan (1), economisch-aard-
rijkskundige voordracht door Prof. A. Stee-
ge r.
7.458.00 Sportpraatje van de "RIK.F.
8.008.30 Balalaika-kapel.
8.309.00 „De schoenlapper", dramati
sche schets in één bedrijf, opgevoerd door
het KRO Klein-Tooneel.
9.00 Vaz Dias.
9.1510 00 Balakaika-kapel.
10.0010.15 „Wittebroodsweken'', een
vroolijk schetsje. (KRO Klein-Tooneel).
10.1511.00 Balalaika-kapel.
11.0011.15 „Twee brieven", levens
schetsje.
11.1512.00 Gramofoonplaten.
Hilversum 1875 M.
Uitsl. VARA-uitz. 10.00 v.m. VPRO.
6.457.00 en 7.307.45 Gymnastiekles.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Voor Arbeiders in de Continube
drijven: VAR A-orkest o.l.v. H. de Groot.
VARA-tooneel o.l.v. W. v. Cappellen en
Gramofoonplaten.
12.001.45 VA1RJA-septet o.l.v. Is. Eyl en
Gramofoonplaten.
2.15 Kwartiertje v. h. Instit. v. Arb.
Ontw.
2.30 Gramofoonplaten.
3,00 Uit de Ropde Jeugdbeweging.
3.05 Gramofoonplaten.
3.15 Toespraak door A. Krelage Sr.
3.30 VAR A-Mandoline-Ensemble o.l.v. J.
B. Kok.
4.00 Sportpraatje.
4.15 Actueel Allerlei door het NVV.
4.30 Schrammelkwintet o.l.v. W. Drukker
5.00 Kinderuurtje.
6.00 Vervolg schrammelkwintet.
6.30 Literair halfuurtje door A. M do
Jong.
7,00 Vervolg schrammelkwintet.
7.30 Toespraak door A. de Vries.
7.45 Orgelspel door Joh. Jong.
8 00 Populair Programma m m v. het
VARA-orkest o.l.v, H. de Groot, Teun de
Klepperman, VARA-tooneel o.l.v. W. van
Cappellen en Willy Derby. O a. Ouv. „Zam-
pa", Herold; Florentiner-marsch, Fucik;
Lustspielouverture, Keler Bela.
11.00 Vai Dias en VARA-Varia.
11.1512.00 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, Berichten.
WRAAK VAN DUITSCHE DIENSTBODE
Poging tot vergiftiging.
De Busswmsohe politie heeft gisteravond
een 26-jarige Duitsche dienstbode gearres
teerd, die een vergiftigingsstof in het eten
had gedaan. Dientengevolge waren twee
kinderen in het huis, waar zij in betrekking
was, ziek. Een onderzoek werd ingesteld
met het gevolg, dat het meisje werd aan
gehouden. Zij bekende de daad te hebben
gepleegd, naar zij zeide, omdat zij oneenig-
heid met haar mevrouw had gehad.
DE SLACHTOFFERS VAN HET
LAATSTE ONWEER
IET GEVAAR VAN BLIKSEM-INSLAG
De zware inweders, die Dinsdag 12 Juli
»ver het grootste gedeelte van Nederland
lebben gewoed, hebben een groot aantal
trefgevallen door den bliksem veroorzaakt.
Uit enkele dagbladen kon het volgende
iverzicht worden samengesteld:
Getroffen werden 25 boerderijen en
woonhuizen, waarvan 19 totaal zijn afge
brand, terwijl bij de overige zes de brand
tijdig kon worden gebluscht6 korenma
ten en hooibergen, die allen verbrandden;
10 menschen, waarvan 7 doodelijk; 8 die
ren, terwijl 2 bij brand het leven lieten;
een bosch ter grootte van 20 H.A., dat ge
heel verloren ging; 2 boomen.
Men kan intusschen gerust aannemen,
dat het aantal getroffen huizen en boo
men grooter is geweest, vooreerst omdat
niet alle gevallen aan de dagbladen worden
opgegeven, en in de tweede plaats omdat
in den regel de getroffen huizen, die niet
in brand vliegen, niet vermeld worden en
de beschadiging door den bliksem dik
wijls zoo gering is, dat zij niet eens door de
bewoners wordt opgemerkt. In deze laat
ste gevallen èiangt het niet in brand ge
raken van het huis dikwijls af van een toe
vallige omstandigheid of van een kleinig
heid, zoodat wij gerust 'n groot aantal van
die gevallen toch als gevaarlijke treffers
kunnen beschouwen.
Het aantal gedoode en getroffen perso-
aen is ditmaal bijzonder groot. Daaronder
trekt het geval, waarin vier personen een
schuilplaats zochten onder een boom de
bijzondere aandacht.
Uit het groot aantal trefgevallen kan
enen nu weer voor de zooveelste maal de
gevolgtrekking maken, dat de bliksem heel
wat slachtoffers maakt en schade veroor
zaakt, die men in de meeste gevallen had
kunnen voorkomen. Dit is een telken jare
berugkeerend verschijnsel al is het niet
elk jaar en op eiken onweersdag zoo erg
als het nu is geweest.
Een aantal van die trefgevallen zou men
hebben kunnen voorkomen door het nemen
van de preventieve maatregelen, die daar
toe kunne leiden. Hoeveel malen is al niet
gewaarschuwd om tijdens onweer toch
vooral niet onder een boom te schuilen.
Als de boom getroffen wordt en de blik
sem heeft een voorkeur voor het treffen
van boomen springt de ontlading in de
meeste gevallen van den stam over op de
personen, die onder den boom schuilen en
het is zelfs waarschijnlijk, dat de aanwe
zigheid van menschen bij den stam de
trefkans verhoogt.
Toch komt het telkens voor, dat men
schen een schuilplaats onder een boom
eoeken en het slachtoffer van hun on
voorzichtigheid worden.
Bij het treffen van personen in het open
veld is het natuurlijk eenigszins anders
gesteld. De meeste menschen schijnen zich
er geen rekenschap van te geven, dat men
op het open veld in een onweer veel kans
loopt getroffen te worden. Natuurlijk is
het niet altijd mogelijk heel gauw een
goede schuilplaats te bereiken, maar als
dat wel mogelijk is, maak er dan gebruik
van en zoek beveiliging in een gesloten
buis, want alleen dit geeft een waarborg
voor veiligheid. Overigens is een opko
mend onweer alleen een verrassing voor de
menschen in de romans, waarin altijd heel
zonderlinge onweders, die plotseling ver
schijnen, beschreven worden. De werkelijk
heid is anders. Elk onweer kan men in het
open veld zien en hooren opkomen, lang
genoeg vooruit om een woning te kunnen
bereiken, waar men schuilen kan. Neem
er den tijd voor.
Het inslaan van den bliksem in huizen,
molens, gebouwen van allerlei aard, hooi
bergen e.d. kan afdoend voorkomen wor
den door het aanbrengen avn een bliksem
afleider. Tal van bezitters en bewoners
van gebouwen laten dit na, hetzij uit zor
geloosheid, uit onkunde, hetzij omdat zij
denken: ik ben verzekerd tegen .brand
schade, hetzij uit zuinigheid. Geen van
deze overwegingen is steekhoudend en
FEUILLETON.
Naar het Duitsch
(Nadruk verboden).
21)
De moeder had in een post scriptum
onder haar briefje uitdrukkelijk gemeld,
dat haar dochter niets van dit bezoek
mocht weten en zoo dacht de jonge Rut-
hardt er in het eerste oogenblik aan om
in een portiek te vluchten, doch het kon
misschien al te laat zijn en Elli zou wel
een zonderlingen indruk van hem krij
gen, als zij hem zoo op de vlucht zag
gaan. Hij liep met gloeiende wangen ver
der en toen zij dicht bij elkaar waren ge
komen nam hij zijn hoed af voor het jon
ge meisje, dat verrast scheen hem te
zien. Zij kenden elkaar te goed, dat Rut-
hardt zonder meer voorbij had kunnen
gaan.
„U bent zeker op weg naar het Theater,
juffrouw Pollnitz" zeide hij. „Ik zag het
op de aanplakbiljetten, dat u vanavond
zoudt optreden."
Zij bevestigde glimlachend zijn veronder
stelling en vroeg toen of hij daar niet een
eindweegs wilde vergezellen. De strijd, die
Rutb&rdt met zijn plichtsgevoel te voeren
bad, was maar van korten duur. Hoe drin
gend do aangelegenheid ook mocht zijn,
waarover mevrouw Pollnitz hem moest
spreken, een uitstel van een half uurtje
zou daaraan niet veel veranderen en de
eerste gelegenheid Elli eens eenige minu
ten onder vier oogen te spreken, wilde hij
daarom niet voorbij laten gaan.
Maar toen hij naast Elli voortwandelde,
wist hij met de kostbare gelegenheid niets
te beginnen. In haar elegant toilet, het
knappe gezichtje, frisch blozend door de
winterlucht, met haar lichten tred, scheen
zij hem heerlijk toe, dat hij v zich naast
haar voelde als een ellendige paria, wiens
vurige vereering slechts een onmogelijke
domheid was. Nog nooit was hij van de
hopeloosheid van zijn verliefdheid zoo over
tuigend geweest als op dit oogenblik,
en dat maakte hem nog zwijgzamer en on-
beholpener dan ooit.
„Ik had graag de proloog nog eenmaal
met u doorgenomen", zeide Elli na een
poosje, toen hij nog steeds zwijgend naast
haar liep „Het spijt me, dat ik er nu geen
gelegenheid meer voor zal hebben. Ik ben
nog nooit zoo bang geweest voor mijn op
treden als in dit geval. Ik zal bepaald 't
schoon gedicht verknoeien.
„O, hoe kunt u zoo iets zeggen", riep
hij vol vuur uit. „Wat zijn mijn armzalige
verzen vergeleken met die verheven dich
terlijke figuren, die ik u op het tooneel
heb zien uitbeelden. Nooitffcal ik u genoeg
kunnen danken, dat u mijn werk zult wil
len voordragen."
Zijn begeesterende waardeering scheen
haar maar matig te verheugen, want zij
schudde met een zeer ernstig gezichtje
het hoofd.
„Waarom zegt u dat, mijnheer Rut-
hardt? Ik weet zelf toch het beste, dat
ik niet echt roeping heb voor- bet too
neel."
Zoo ontdaan was hij door deze onver
wachte bekentenis, dat hij haar met groo
te oogen sprakeloos aanzag. Eindelijk zei
hij„Geen roeping Leeft gij dan niet met
hart en ziel voor de kunst?"
„Ach neen! Veel liever verdiende ik
mijn kost met naaien en borduren, dan
op het tooneel, dat ik slechts met tegenzin
betreedt. Het mag u vreemd in de ooren
klinken, maar het is niettemin waar. O, hoe
haat ik het tooneel."
Hoe weinig menschenkennis Sigmund
Ruthardt ook mocht hebben, hij voelde
wel, dat uit deze bekentenis een nameloos
leed sprak. En ziin schuchterheid ver
dween, toen hij zekerheid had, dat zijn aan
gebedene gebukt ging onder stil gedragen
leed.
„Ik begrijp dat niet, juffrouw Poll
nitz", zeide hij „want ik ben van oordeel
dat niemand meer aansuraak kan maken
op den titel van kunstenares dan gij. Maar
als uw beroep u niet bevredigt, wat belet
u dan om het tooneel vaarwel to zeg-
gen
„Vraagt u me niet, waarom ik dat niet
doen kan, ik zou het u toch niet kunnen
zeggen. En ik heb ten slotte eigenlijk ook
geen reden om me te beklagen. Er zijn er
duizenden als ik, die hun leven met een'
soortgelijk slavenjuk voort moeten slee
pen".
„Maar gij, gij zult niet in slavernij le
ven, juffrouw. Gij moet vroolijk en geluk
kig zijn. En als het theater-leven u nipt.
aanstaat, dan zal er toch wel een middel
kunnen gevonden worden om u daaruit
te bevrijden."
„Ik weet er geen", zeide zij op een toon
van moedelooze berusting, „ik heb geen
vader, die voor mij kan zorgen en geen
vriend".
„Jawel, juffrouw Elli als u hem niet
versmaadt, dan hebt u wel een vriend. Ik
begrijp wel, dat gij niet veel vertrouwen
stelt in mijn vermogen, u te helpen. Maar
een oprechte wil vermag vaak veel en als
gij mij maar zegt, wat ik voor u doen kan,
dan
Reeds doemde het smakelooze oude
theater voor hun oogen op en eenige col
lega's van Elli wierpen nieuwsgierige blik
ken op het paar. Elli was dus wel genood
zaakt een einde aan het gesprek te ma
ken.
„Ik dank u wel mijnheer Ruthardt, maar
u moet me niet verkeerd begrijpen. Niet
omdat ik hulp van u verlangde heb ik t»
over deze dingen gesproken. Tk weet nog
niet goed hoe ik daartoe kwam en ik zou
niet graag willen, dat u zich over mij be
zorgd maakte. Ten slotte is het toch maar
dwaze praat van mij geweest. Het schijnt
nu eenmaal in het leven zoo te zijn, dat
arme meisjes altijd ongelukkig moeten
zijn."
De ingenue van het theater, een dame
van om en om de veertig jaren was hen
dicht genoeg genaderd om de laatste
woorden te hooren. Zij wilde blijkbaar
graag weten, wie die jonge man was. die
zoo vertrouwelijk met het knappe meisje
stond te praten en zij mengde zich brutaal
weg in het gesprek, om haar doel te be
reiken.
„Ja lieve Pollnitz", zeide zij met haar
opgeschroefde bakvischstcm, „dat armoede
niet gelukkig maakt is een oude wijs
heid. Maar als gij dat aan u zelve er
vaart, is dat uw eigen schuld. Gij hoeft
maar de hand uit te steken om de knap
pe milliorair te vangen, waar alle meisjes
van Wal lenberg al mee dwepen. Was
ik in vm plaats, ik zou me waarlijk niet
lang bedenken."
11.05 Lezing.
12.20 Northern Studio-orkest o.l.v. J.
Bridge.
I.05 Orgelconcert Reg. New.
1 502.50 Commodore Grand orkest o.l.v.
J. Museant.
3.50 Verslag van Schietwedstrijden om
„The King's Prize".
4.35 Bernard Crook's Kwintet m.m.v. G.
Eastman, barton.
5.05 Orgelconcert Rteg. FoorL
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Berichten.
7.05 Zang door Sydney Rayner, tenor.
7.50 Radio-koor o.l.v. Cyril Dalmaine.
8.20 Vaudeville.
9.20 Berichten en lezing.
10.10 Ketelbey-Programma. BBC-koor en
-orkest o.l.v. den componist.
II.0512.20 Ambrose en zijn Band.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
8.05 en 12.20 Gramofoonplaten.
7.30 dito.
8.20 dito.
9.05 Populair Avondprogramma o.l.v. Do
minique Bennaud.
Kalundborg, 1153 M.
12.20 Concert uib Hotel Angleterre.
3 205.20 L. Preil's orkest.
5.205.50 Gramofoonplaten.
7.36 Internationale Kopenhaagsche Roei-
regatta.
8.4512.20 Dansmuziek v. d. oudere ge
neratie. Omroeporkest o.l.v. Launy Grön-
dahl m.m.v. K. Friis-Hjorth, zang en C.
Schnedler-Meyer, piano.
Langenberg, 473 M.
7.258.20 Concert uit. Frankfurt.
12.101.10 Gramofoonplaten.
I.202.50 Concert uit Mühlacker o.l.v. R.
Merten. Hierna Dansmuziek.
2.553.45 Gramofoonplaten.
5.206.35 Keulsche Mandolineclub „Har
monie" o.l.v. H. Schneider. Mjn.v. H.
Schiebusch, tenor.
8.20 „Spass an der Freud".
10.4012.20 Militaire muziek o.l.v. P.
Müller. O.a. Racoczy-Ouverture, Keler Bela.
12.201.20 Dansmuziek (Gramofoonpl.).
8.05 Opera „Poliuto" in 3 actes van Do
nizetti. Leiding: Santarelli.
Brussel, 508 en 338 M.
508 M.: 12.20 Concert door Sykes en zijn
orkest.
1 50 Gramofoonplaten.
5.20 Concert od.v. A. Meulcmans.
6.20 en 7.05 Gramofoonplaten.
8.20 Radio-tooneel.
9 20 Gramofoonplaten.
9.35 Zangvoordracht.
9.50 Radio-tooneel.
10.30 Dansmuziek.
338 M.: 12.20 Max Alexys' orkest.
5.20 Concert o.l.v. Fr. André.
6.40 Gramofoonplaten
8.20 Dvorak-concert o.l.v. A. Meulemans.
9,20 Concert uit de Kurzaal te Ostende.
II.00 Gramofoonplaten.
Z e e s e n, 1635 M.
8.90 „Volksmusik und Wanderlieder'', ra
dio-potpourri van M. Lang en G. Görlioh.
M.m v. solisten, koor en orkest.
9.20 „Parken verboten", vroolijke avond
voor de autorijders, samengesteld door
Karl Köstlin.
10.40 Berichten en hierna tot 12.50 Dans
muziek door Marek Wober en zijn orkest.
M.m.v. Leo Monoeson (refreinzang).
SMOKKELAARS IN LEVENSGEVAAR.
Doordouanebeambten gered.
Men meldt uit Bellingwolde aan de
„Msb.":
Een tweetal smokkelaars, die een hoe
veelheid tabak en koffie vervoerden, sloeg
op de komst van twee douanebeambten op
de vlucht met achterlating van hun smok
kelwaar. Om aan een arrestatie te ontko
men, sprongen de smokkelaars in de Eems
doch verkeerden door den sterken stroom
spoedig in levensgevaar. Door kranig optre
den van de beambten werden ze echter bij
tijds uit hun netelige positie gered.
Met een wrevelige beweging had Elli
zich van do boosaardige -praatster afge
wend. „Ik dank u wel voor uw gezelschap,
mijnheer Ruthardt'', zeide zij, terwijl zij
Sigmund vriendelijk toeknikte. „Tot ziena,
morgenavond. En denk maar niet meer aan
mijn onverstandig gepraat".
Hoe had Sigmund echter aan iets an
ders kunnen denken dan aan deze smar
telijke bekentenis. Niettegenstaande de
behoeftige omstandigheden, waarin hij
moeder en dochter reeds bij zijn eerste
bezoek had aangetroffen, was nooit de
gedachte bij hem opgekomen, dat zij met
werkelijke armoede to kampen konden
hebben. Met de naieve goedgcloovigheid
van een kind, had hij geloof geschonken
aan de blufferige grootspraak van de moe
der en hij had er geen oogenblik aan ge
twijfeld, of Elli zou binnenkort een wereld
beroemde actrice zijn, met roem en oer
overladen. Van do ellendo van hun ar
moedig bestaan had hij in zijn jeugdige on
ervarenheid niet hot flauwste vermoeden
en het beeld, dat. hij er zich nu van vorm
de was nog ver beneden de werkelijkheid.
Toch kwelde de gedachte daaraan hem
meer dan die aan zijn eigen verknoeide le
ven hem ooit gedaan had. De gedachte dat
dit heerlijke schepsotje door de ongemak
ken des levens kon worden aangeraakt,
was hem onverdragolijk, ja bracht hem tot
wanhoop, want met de overtuiging van
zijn eigen onbruikbaarheid zag hij in, dat
hij met al zijn vurige liefde en bereid
willige offervaardigheid niets kon doen
om de doornen van haar levenspad uit te
rukken.
(Wordt vervolgd).