3)e £cid6clte0ou^omt FRANSCH—BRITSCHE SAMENWERKING 23ste Jaargang DONDERDAG 14 JULI 1932 No. 7252 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Voor Leiden 19 cent per week f2^0 per kwartaal BlireaUXI PAPENGRACHT 32, LEIDEN Gewone Advertentiën 30 cent Der retreL Bij onze Agenten 20 cent per week2.60 per kwartaal rtavertentien au cent per regel Franco per poet f2.95 per kwartaal IM_ fmuuwicttd A *nc rvorr nrnArTir is n Voor Ingezonden Mededeelingen wordt Het Geïllustreerd Zondagsblad ia voor de Abonné'a ver- TEIL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 If het dubbele van het tarief berekend, krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij r IPHNIIMMPD mnn/vj DOCTDI TC W i Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met ulK UN UMMER 103003, POSTBUS No. 11 betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. verhuur, koop en verkoop f 0.50. HERBOREN ENTENTE CORDIALE. Duitschland, Italië en België uitgenoodigd, zich aan te sluiten. SIMON'S VERKLARING IN HET LAGERHUIS. In het Engelsche lagerhuis mengde sir John Simon zich in de debatten, om een resultaat mede te deelen van de confe rentie van Lausanne, dat thans vasten vorm aanneemt en dat, naar hij meende, met algemeene voldoening zou ontvangen worden. Simon verklaarde, dat men de laatste dagen getracht heeft een nieuwe uitdruk king te geven aan den politieken geest, die zich te Lausanne geopenbaard heeft en die van zooveel waarde zijn zou, als hij ook voor de toekomst bewaard bleef. Wat wij ons voorstellen, zeide Simon, maakt geen deel uit van de overeenkomst van Lausanne of van de conferentie van Lausanne en moet geenszins met deze be'%1e verward worden. Het is geen aanvullende overeenkomst., het is in het geheel geen op zich zelf staande overeenkomst, maar een uitnoö- diging, om loyale betrekkingen en open hartige discussies te aanvaarden, een uit- noodiging, waaraan naar wij hopen, alle groote Europeesche landen zullen gevolg geven. De regeeringen van Frankrijk en Enge land hebben ten deze het initiatief geno men wat zij willen is het scheppen van Europeesche geest en het regelen van alle komende moeilijkheden in dien geest. In de verklaringen, welke deel uitmaak ten van de slotacte van de conferentie van Lausanne, hebben de mogendheden, die de overeenkomst teekenden, de hoop uit gesproken, dat de thans volbrachte taak door nieuwe daden zal worden gevolgd. De verdragsluitende mogendheden heb ben er andermaal bevestigd, dat een suc cesvolle samenwerking in de toekomst te zekerder gewaarborgd zal zijn, indien de volken zich aaneenscharen tot een nieuwe krachtsinspanning voor de zaak van den vredekrachtsinspanning, welke echter niet volmaakt kan zijn, tenzij zij de eco nomische zoowel als de politieke sfeer omvat. In datzelfde document hebben de ver dragsluitende mogendheden haar voorne men te kennen gegeven, al haar krachten aan te wenden tot oplossing der bestaan de of in de toekomst mogelijke proble men in dien geest, welke Lausanne schiep. In dien geest nu hebben de regeeringen van Frankrijk en Engeland besloten, zelf het initiatief te nemen en wederkeerig dat doel na te streven met de volgende midde len: lo. In overeenstemming met'den geest van het volkenbondspact zijn zij voorne mens, volkomen openhartig van gedachten te wisselen en elkaar wederkeerig op de hoogte te stellen van elke kwestie, waar voor zij zich gesteld zien en welke het Europeesche regime betreffen. Men hoopt echter, dat de andere' regeeringen zich bij hen aan zullen duiten en eenzelfde procedure zullen volgen. 2o. Zij zullen samenwerken onderling en met de andere delegaties te Genève, om een billijke oplosing te vinden voor het ontwapeningsprobleem. 3o. Zij zullen onderling samenwerken met alle belanghebbende regeeringen ter voorbereiding van de economische wereld conferentie. 4o. In afwachting van onderhandelin gen over een handelsverdrag tusschen bei de landen zullen zij wederkeerig iedere discriminatie vermijden. Aan de vertegenwoordigers van Duitsch land, Italië en België is afschrift van deze verklaring overhandigd en hun regeeringen worden uitgenoodigd zich bij deze verkla ring aan te sluiten. DE BETEEKENIS VAN HET GESLOTEN ACC00RD. Een grootsch vredesplan. Terwijl Parijs zich opmaakte voor de feestvreugde, die regel is op den natio- nalen feestdag, 14 Juli, werden de parle mentaire kringen verblijd met een Fransch- Engelsch vertrouwensaccoord. De minister-president heeft omtrent dat accoord mededeelingen gedaan in de be langrijkste parlementaire commissies, die van financiën en buitenlandsche zaken maar overigens is er niet meer uitgelekt, dan in het veelbeteekenend maar niette min vage officieele communiqué, dat Lon den en Parijs gelijktijdig en in overleg met elkaar gepubliceerd hebben, is medege deeld. In bovengenoemde parlementaire com missies hebben de mededeelingen van Her- riot zulk een diepen indruk gemaakt, dat met unanimiteit hem een bijzondere hulde werd gebracht voor een accoord, waarmee hij een van zijn belangrijkste politeke be loften nakomt. Men wist, dat het Herriot's streven was met Engeland een soort cordiale entente te herstellen, wel niet overeenkomstig die va-n 1904, maar die toch in het Euro peesch concert de overtuiging geeft, dat de beide tenoren hun instrumenten gelijke lijk zouden afstemmen, althans na gemeen schap en vriendelijk overleg. Herriot heeft vooral op zijn vriendschap met Mac Donald vertrouwd. Heeft men te Parijs nimmer gewanhoopt aan een over eenstemming met Londen, het zoo positief overeengekomen accoord wordt niettemin als een belangrijk evement beschouwd. 'Herriot zelf heeft gemeend bij de uit reiking van het officieele communiqué geen toelichting te moeten geven maar men be greep, dat hij voor de parlementaire com- misie meer mededeelzaam is geweest. De reden, waarom te Parijs zulk een groote voldoening wordt getoond, is vooral hierin gelegen, dat men hoopt, voortaan niet meer zoo plotseling voor belangrijke initiatieven te worden gesteld, als met de beide Hoover-interventies het geval is geweest en dat niet meer zal worden gerea geerd zonder dat de een den ander er in gekend heeft. Dit is ook van groot belang als 15 No vember de vervaldag plaats heeft, waarop Engeland weer aan Amerika heeft te beta len en Frankrijk nu vooruit zal weten, wat Engeland zal doen, opdat het zelf niet een houding zal hebben aan te nemen, die Amerika zou ontstemmen. Voorts acht men het van de grootste be- teekenis, dat beide landen bij de groote internationale besprekingen een geconcen- teerde houding kunnen aannemen en men verliest natuurlijk niet uit het oog, dat dit van invloed kan zijn op sommige andere groote mogendheden, waarbij Italië niet wordt vergeten. Blijkbaar hoopt men, door 't accoord be ter gedekt te zijn voor sommige verrassin gen, die den laatsten tijd bijna afbreuk deden aarr sommige toenaderingen, die ge- wenscht werden terwijl men zich tevens meer verzekerd gevoelt, dat de interna tionale uitspraken in overeenstemming zullen blijven met de vitale belangen van het land, zijn karakter van koloniale mo gendheid incluis. Voor wat de onmiddellijke uitwerking betreft heeft het vierde punt wel het meest de aandacht getrokken. Men meent, dat niet anders te kunnen opvatten dan dat Engeland en Frankrijk de overtuiging hebben, dat in afwachting van 'definitieve handelsaccoorden en de resultaten der economische conferenite de landen zich reeds groepsgewijze moeten verstaan. Om de bemoeilijking van het ruilverkeer te verminderen, wordt reeds direct over eengekomen elkander niet met discrimi natoire tarieven te bestoken. Men wil ook verder gaan en aangezien men verwacht, dat MacDonlad en Herriot zullen voort gaan om ook met andere mogendheden dergelijke accoorden van vertrouwensvolle smenwerking te sluiten, meent men, dat de dag hoopvol is geweest voor den strijd tegen belemmeringen van het internatio nale handelsverkeer. Geen Europeesch front tegen Amerika. De verklaring van sir John Simon be treffende de Europeesche samenwerking bij de oplossing in de toekomst van vraag stukken, welke analoog zijn met die, welke te Lausanne geregeld werden, heeft geens zins betrekking op de oorlogsschulden aan Amerika. Voor zoover het de Britsche regeering betreft, kan de verklaring van Simon geenszins de beteekenis hebben, als zou er een aaneengesloten „Europeesch front" gevormd zijn tegen Amerika. Een voorbeeld van de soort van vraag stukken, welke overeenkomstig de door Simon uitgestippelde lijnen zeer wel be handeld zou kunnen worden, is het ver drag van Versailles. De verklaring van Simon is louter en alleen een uitnoodiging en is geenszins een „plan" of een „pact". De uitnoodiging is alleen voor Europeesche landen. BINNENLAND DE NOOD DER LANDARBEIDERS EN HET R. K. WERKLIEDENVERBOND. Reeds in de Ver bonds vergadering van het R. K. Werkliedenverbond, op 23 en 29 Juni j.l. te Haarlem gehouden, kwam ter sprake de ellende, waarin tengevolge van de crisis duizenden landarbeiders met hun ne gezinnen zijn geraakt, vooral in de ak- kerb ou wge w es ten. Gezien de toestand dezer arbeiders, die naar het oordeel van ieder weldenkeJide ondraaglijk is geworden voor de betrokken gezinnen en daardoor voor de orde en de rust in onze samenleving een ernstig ge vaar, vond het bestuur van het R. K. Werk liedenverbond in de besprekingen ter Ver bondsvergadering aanleiding om het Hoofd bestuur van den R. K. Landarbeidersbond uit te noodigen ten einde gezamenlijk te overleggen, wat zou kunnen worden gedaan om nog verder wegzakken van de landar beiders in het moeras der crisis-ellende te gen te gaan. Geconstateerd werd, dat de steun, die door middel van de tarwewet aan het ak- kerbedrijf zou geboden worden, wel een aanmerkelijke verlichting heeft gebracht, maar niet voor de arbeiders in dat bedrijf, die, ondanks de ta.rwewet, steeds verder zijn achteruitgegaan. Zulks ondanks de om standigheid, dat de Regeering toch onge twijfeld de bedoeling had ook de arbeiders van de voordeelen der tarwewet, ter ver krijging waarvan millioenen lasten op de Nederlandsche gemeenschap zijn gelegd, te doen profiteeren. Geconstateerd werd verder, dat de on- menschelijk lage loonen de akkerboeren niet weerhouden vooral in de grensstreken buitenlandsohe arbeiders te werk te stellen, terwijl de Nederlandsche arbeiders vrijwel verhongeren, en dat in dit bedrijf ook door toenemenden vrouwen- en kinderarbeid zelfs het haast onmenschelijk lage loon nog— aan de arbeiders onthouden wordt. Geconstateerd werd nog, dat vele boe ren hun land laten vervuilen om het loon zooveel mogelijk te beperken, wat op den duur schadelijk moet inwerken op het ge steunde product en dus tegen het algemeen belang moet worden geacht. Ten slotte stuitte men op het euvel, dat de polderbesturen, wier medewerking voor het verkrijgen van behoorlijke werkver- sohaffingsobjecten in verschillende streken van ons land onmisbaar is, over 't alge meen deze medewerking weigeren. Een en ander en nog veel meer was voor de beide besturen aanleiding om te beslui ten: le. alles in het werk te stellen om te ver krijgen een c r i s i s-w e t, krachtens welke in de akkerbouwgewesten (Zeeland, West- Brabant, de Zuid-Hnllandsohe eilanden, 'n gedeelte van Friesland en Groningen, Noord-Hollandsche polders e.d.g.) commis sies moeten worden gevormd, die voor de betrokken streek het minimum-loon zullen vaststellen. 2e. Krachtig te ijveren om te bereiken, dat van Regeeringswege aan de akkerboe ren, die in aanmerking willen komen voor de voordeelen der tarwewet, de volgende voorwaarden zullen worden gesteld: a. dat zoolang Nederlandsche landarbei ders beschikbaar zijn, geen buitenlandsche mogen worden te werk gesteld: b. dat de landerijen behoorlijk zullen wor den onderhoTiden. 3e. Bij de Regeering erop aan te drin gen, dat harerzijds het noodige zal worden gedaan voor het totstandbrengen eener landlbouwarbeiderswet, minstens voor vrou wen en kinderen, waarvoor reeds lang een ontwerp gereed ligt. 4e. Te streven naar wettelijke bepalingen, krachtens welke polderbesturen zullen kun nen worden verplicht om de medewerking, waarvan boven sprake is, te verleenen. Het Dagelijksch Bestuur van het Ver bond zegde toe met alle ten dienste staan de wettige middelen de landarbeiders, met wier positie het algemeen belang vooral thans ten nauwste verbonden is, te steunen. BEZUINIGING OP DE DEPARTE MENTEN. Ontslag en op wachtgeldstelling van ambtenaren. Naar wij vernemen, is thans ook op het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een vermindering van het aantal ambtenaren te wachten. Drie vacatures, welke momenteel op het Departement bestaan, zullen niet vervuld worden, terwijl aan 25 ambtenaren ontslag en op wachtgeldstelling is aangezegd. Onder deze ambtenaren zijn enkele per sonen met een tijdelijke aanstelling en voorts een aantal uit de hoogste rangen, onder wie een referendaris. CRISIS-ZUIVEL AANGELEGENHEDEN. Een uitkeering van 1X cent per K.G. melk. De Regeeri/ngscommi&saris voor de hulp verleening aan de melkveehouderij, voorzit ter van de Crisis-Zuivel-Centrale, brengt het navolgende ter kennis van de belang hebbende groepen van zuivelproduoenten en melkveehouders „Met ingang van 10 Juli 1932 zal over alle tot zuivel- en melkproducten verwerkte melk door de Crisis-Zuivel-Centrale een toeslag worden uitgekeerd van een en een vierde (1 yK cent) per Kg. melk met een vet gehalte van 3 pet. Voor de melk, welke tot kaaa wordt verwerkt, wordt de toeslag ver minderd met het bedrag der heffing op de daaruit bereide kaas. Deze toeslag geldt voorloopig tot en met 30 Juli 1932". Toeliohting: Het is gewensoht, dat de be trokken veehouders weten, dat zij dezen toeslag uitgekeerd krijgen. De consumptie- melkleveranciers vallen buiten de regeling. De prijsregeling voor de consumptiemelk dient zich aan to sluiten en zal zich on getwijfeld aansluiten aan de gewijzigde en voor de veehouders verbeterde verhoudin gen; dit wil dus zeggen, dat de consump- tiemelkprijs in de periode 10 tot 31 Juli minstens Ik* cent hooger zal zijn dan wan neer op de industrieel verwerkte melk geen toeslag verstrekt zou zijn. Dc getroffen regeling is op te vatten als een voorloopige. Indien blijkt, dat het thans vastgestelde bedrag te hoog of te laag is geweest, dan zal zulks met behulp van de volgende uitkeeringen gecorrigeerd wor den. Het is te verwachten, dat vele fabrieken de uitkeering uit eigen middelen zullen voorschieten. Een verplichting daartoe be staat er echter uit den aard der zaak niet. Aan de veehouders, die zelf de melk ver werken, kan de toeslag eerst dan uitbe taald worden, wanneer de gegevens van de verwerkte hoeveelheden melk, berekend met behulp van normen uit de geproduceer de hoeveelheden boter of afgeleverde hoe veelheden kaas, via de controlestations ter kennis van de Crisis-Zuivel-Centrale zijn gebracht. Op het botervet in de onderscheidene zuivelproducten wordt een zelfde heffing toegepast. Deze heffing is voor de boter voor de week van 10 tot 16 Juli vastgesteld op 42 cent per Kg. Boter bevat 84 pet. melk vet. Per Kg. melkvet bedraagt de heffing dus voor alle zuiverproducten 100 X 42 cent 50 oent. 84 De heffing op de baas wordt berekend op grond van gemiddelde vetgehalten voor de verschillende kaassoorten. Deze zijn als volgt vastgesteld: Kaassoort: Vetgehalte in het product: Fabrieken. Boeren. Volvette kaas 27 28 40 -f- kaas23 24 30 kaas16 22% 20 -f kaas10 10 Leidsohe of Delftsohe baas 16 Voor volvette boerenkaas b.v. wordt nu de heffing als volgt berekend: Deze kaassoort bevat 28 pet. vet. Bij een heffing op botervet van 50 ct. per kg. be draagt de heffing per kg. kaas bijgevolg 28/100 X 50 ct. 14 ct. Werd deze heffing in de practijk toegepast dan zou dus de binnenlandsche kaasprijs in den groothan del met 14 ct. per kg. moeten stijgen. Het is echter zeer de vraag, of zulks in de tegenwoordige omstandigheden ook in de practijk het geval zijn zal. Met het oog hierop heeft het bestuur van de Crisis- Zuivel-Centrale het wenschelijk geacht de heffing in de practijk niet in geld in te vor deren, maar, zulks in verband met de uit keering van den toeslag, de rekening van den kaasproducent bij de Crisis-Zuivel- Centrale met een overeenkomstig bedrag te belasten. Aangezien van de kaasproduc tie in h^t algemeen slechts 1/3 in het bin nenland wordt geplaatst voor hetgeen uitgevoerd wordt, zou de heffing moeten worden terugbetaald is de rekening van den kaasproduoent bij de Crisis-Zuivel- Centrale belast met 1/3 van de heffing van 14 ct., dus met 14: 3 4,66 ct., zulks echter over de gebeele productie. Bij de betaling van den toeslag aan den kaasproducent wordt er nu rekening mede gehouden, dat de heffing op het botervet in de kaas niet in geld is ingevorderd ge worden. De kaasproducent deelt derhalve eerst dan op gelijken voet met de overige producenten mede in de uitkeering, nadat voor hem de bovenbedoelde 4,66 ct., waar mede zijn geheele productie is belast, in mindering is gebracht. In den aanhef dezer is medegedeeld, dat de uitkeering uit het Crisis-Zuivelfonds over 10 tot en met 30 Juli is vastgesteld op 1 yK ct. per kg. melk met 3 pet. vetge halte. Omgerekend op melkvet bedraagt Dit nummer bestaat uit drie bladen VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Nauwe aaneensluiting van Engeland en Frankrijk. (2e blad). Een accoord bereikt in de Borinage. He den waarschijnlijk einde der staking. (2e blad). De politieke terreur in Duitschland. (2© blad). BINNENLAND. Te Haarlem is een door meer dan dui zend tuinders bezochte demonstratio ge houden, uitgaande van den L. T. B. (3de blad.) de uitkeering 1 yk ct. per 30 gram melkvet, of 41,66 ct. per kg. melkvet. Had de kaasproduoent de heffing, waar mede zijn rekening is belast in geld vol daan, dan zou hem bijgevolg ook voor elke kg. geproduceerd melkvet in de kaas 41,66 ct. worden uitgekeerd. Daar boerenkaas 28 pet. vet bevat, zou hij per kg. kaas derhal ve ontvangen hebben 28/100 X 41,66 ct. 11,66 ct. Zijn rekening is gelijk hierboven vermeld met 4,66 ct. belast; deze gaan dus van de uitkeering af, zoodat hij voor elke kg., overeenkomstig do voorschriften der Crisis-Zuivel-Centrale, afgeleverde kaas, in werkelijkheid ontvangt 11,66 ct. 4,66 ct. 7 oent. Er is nu gezocht naar een formule, waar in wordt vastgesteld, hoe de uitkeering voor kaas en andere zuivelproducten berekend zal worden. Juridisch is daarvoor deze vorm gevonden, dat per kg. product wordt uitgekeerd „een bedrag, verkregen door de uitkeering per kg. melkvet, verme nigvuldigd met 1/100 van het melk vetper centage van het product, te verminderen met een bedrag, gelijk aan den prijs van het merk voor 1 kg. boter, vermenigvuldigd met een voor elk product speciaal vastgo- stelden factor". Die vermenigvuldigings factor voor de onderscheidene producten is officieel medegedeeld in een beschikking van den minister van Economische Zaken en Arbeid, geplaatst in de Staatscourant van 13 Juli j.l., welke we hier laten vol gen: Volvette boerenkaas o.lll Volvette fabrieksbaas 0.107 40 -f- boerenkaas 0.095 40 -|- fabrieksbaas 0.091 30 -f- boerenkaas0.087 30 4- fabriekskaas 0.063 20 -j- kaas 0.039 Leidsche of Delftsche kaas 0.063 Vet melkpoeder 0.488 Gedeeltelijk ontroomd melkpoeder 0.202 Magel melkpoeder 0.007 Voor zoover de hoeveelheid melkvet, aan wezig in melkproducten, met zekerheid be paald kan worden, heeft de Crisis-Zuivel- Centrale de bevoegdheid van bovengenoem de normen af te wijken. Voorbeeld: Volvette Goudsehe boeren kaas heeft 28 pet. vet; de uitkeering van iyK ct. per liter melk van 3 pet. vet, geeft oen uitkeering van 41,66 ct. per kg. melk vet. Per kg. van deze kaas wordt dus, bij een heffing van 42 ct. per kg. boter, uitge keerd: 41,66 X 28/100 42 X °>in 11 >G6 4,66 7 ct. BEZOLDIGING GEMEENTE- PERSONEEL. Onderwerping aan goedkeuring. Naar de „Nieuwe Rott. Courant" ver neemt, is de regeering voornemens, gevolg te geven aan het voorstel der Bezuinigings commissie-Weiter, om art. 170 der Gemeen tewet (dat den gemeenteraad de regeling opdraagt van de bezoldiging van het ge- meentepersoneel) in dien zin te wijzigen, dat zoodanige regeling onderworpen wordt aan de goedkeuring der Kroon. Een daar toe strekkend wetsontwerp is reeds in voor bereiding genomen. Op het oogenblik bestaat er ten deze, krachtens art. 126, 2e lid, der Ambtenaren wet, een repressief toezicht van Gedepu teerde vStaten, die o.m. wijziging van de door den gemeenteraad vastgestelde rege ling door een besluit van burgemeester en wethouders kunnen vorderen en zoo noodig zelf een regeling kunnen vaststellen onder goedkeuring van de Kroon. Dit toezicht heeft echter niet alleen betrekking op de bezoldiging, doch strekt zich uit tot de ge heele rechtspositie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1