3)e Cekidobe Gou/ta/nt ZONDAGSBLAD 23ste Jaargang VRIJDAG 8 JULI 1932 No. 7247 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per pott f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bet dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. „Maatschappelijk Hulpbetoon" „We zijn verarmd en verarmen nog meer". „Er is stijgende crisisnood". „Er zijn helaas géén lichtstrepen aan den hori zont te ontdekken, die een nieuwen dag aankondigen". Dit zijn enkele "uitlatingen van dr. H. Colijn uit een door hem voor den Chr. Boe ren- en Tuindersbond gehouden rede. En in zulk een tijd met een zoo somber perspectief hebben vereenigingen en in stellingen, die tot taak hebben om de nood lijdenden te helpen en te steunen, wel een zeer bijzonder zwaren arbeidAan den eenen kant vloeien de middelen in geringe mate binnen terwijl van den anderen kant de aanvragen met den dag stijgen. Ook de overheids-armenzorg komt in dezen tijd voor velerlei, vroeger veel min der gevoelde moeilijkheden te staan moeilijkheden, die b.v. zijn gegroeid uit het feit, dat de kerkelijke en particuliere ar menzorg een gedeelte van haar terrein aan haar overlaten, móeten overlaten. De gemeenteraad van Leiden heeft Dins dag besloten een commissie in te stellen, die „zal onderzoeken of er aanleiding be staat om, mede met het oog op de tijdsom standigheden, wijziging te brengen in de werkwijze van Maatschappelijk Hulpbe toon". De wethouder-voorzitter van Maatschap pelijk Hulpbetoon" heeft ook zelf even als de andere wethouders zijn stem aan dit besluit gegeven, erkennende, dat in dezen tijd op „Maatschappelijk Hulpbe toon" het vroegere „Burgerlijk Armbe stuur" een buitengewoon zware" taak rust, voor welke vervulling een andere werkwijze noodig of gewenscht kan zijn. Bedoelde commissie zal vlug moeten werken aan haar rapport; maar dat moge geen beletsel zijn, om een gewaardeerde en nuttig rapport samen te stellen. Een rapport, dat volstrekt geen critiek behoeft te zijn op het persoonlijk werk van hen, die aan het werk van „Maatschappelijk Hulpbetoon" htm tijd en toewijding schen ken op een wijze, welke gewaardeerd móet worden Bij de discussie over deze aangelegen heid in den Leidschen gemeenteraad werd door een der leden, als voorbeeld, gewe zen op de verhouding tusschen „Maat schappelijk Hulpbetoon" en kerkelijke of particuliere liefdadigheidsinstellingen. Zoo iemand steun trekt van „Maatschappelijk Hulpbetoon" en dan ook een ondersteuning ontvangt van b.v. het katholiek armbe stuur, dan wordt deze laatste als regel af getrokken van het eerstbedoelde bedrag, waardoor de steun van het katholiek arm bestuur min of meer het karakter krijgt van een tegemoetkoming aan.... „Maat schappelijk Hulpbetoon". En zoo zijn er meer „kwesties", die de door B. en W. te benoemen commissie zal kunnen en moeten bezien. Naast de kerkelijke en particuliere ar menzorg heeft in onze dagen de over heids-armenzorg een buitengewoon be langrijke taak zoo véél-omvattend, zoo véél-zijdig, dat de bestudeering van de mogelijkheid, en wenschel ij k- h e i d van andere banen voor dezen armen zorg van een andere „werkwijze", zoo als de in den Leidschen gemeenteraad aangenomen motie zegt niet overbodig mag heeten. En het door bedoelde commissie uit te brengen rapport zal ook voor andere ge meenten nuttig kunnen zijn. BINNENLAND RIJK EN OVERZEESCHE GEWESTEN. Economische toenadering. Naar het Corr. Bureau verneemt over weegt de regeering de instelling van een commissie ter bestudeering van het vraag stuk der economische toenadering tusschen Nederland en de gebiedsdeelen van het rijk dn andere werelddeelen. Binnen korten tijd zijn nadere mededeelingen omtrent de sa menstelling van deze commissie die ge vormd zal worden uit vooraanstaande per sonen uit de zakenwereld, handels-, bank-, scheepvaart- en industrieele kringen, te verwachten. Aam deze oom missie zal worden, opgedra- l gen de bestudeering van alle vraagstukken, welke verband houden met de handelspo litieke betrekkingen tusschen het moeder land en de overige deelen van het rijk. EEN NATURALISATIE ONTWERP. „De Nederlandsche tongval ligt hem zwaar'". Aan de Memorie van Antwoord op het Voorl. Verslag der Eerste Kamer op het wetsontwerp houdende naturalisatie van R. A. Dengg en 20 anderen, ontleenen wij ten aanzien van de aanvraag van een der verzoekers, dat nadere inlichtingen jegens hem zijn ingewonnen, ook nopens het spre ken van de Nederlandsche taal. Gebleken is, dat verzoeker die taal nog niet be- heerscht. In het onderhavig geval behoeft hieruit intusschen niet tot gebrek aan be langstelling te worden besloten. In- 1928 had bij althans eenige vorderingen ge maakt. Hij had toen omgang met een ge- pensionneerd onderwijzer. Wanneer de einduitkomst in 1932 nog onbevredigend, is bevonden, wijst dit wel hierop, dat de Ne derlandsche tongval hem zwaar moet lig gen. Met den naderenden ouderdom ver zoeker is reeds 63 jaar zullen nieuwe vorderingen in de Nederlandsche spraak kunst nog slechts aan geringe verwachtin gen kunnen beantwoorden. Waar verzoe kers broeder bereids in 1925 tot Nederlan der is genaturaliseerd, een zijner dochters met" een Nederlander is gehuwd en hij zelf reeds 13 jaar in Nederland is geves tigd, wil het den minister aannemelijk voorkomen, dat hij is ingeburgerd. Het is dan ook niet waarschijnlijk te achten, dat belanghebbende, die voornemens is te blij ven, zich hier te lande als vreemdeling zal blijven gevoelen. Gelet op alle omstandig heden, is de minister van meening, dat aan het feit, dat de voor naturalisatie voorge- dragene zich gebrekkig en onzuiver in de Nederlandsche taal uitdrukt, ten deze niet de beteekenis behoeft te worden toege kend, dat aan den volgens de ambtsberich ten overigens te goeder naam en faam be- kendstaanden verzoeker de naturalisatie in Nederland dient te worden geweigerd. TARWE-ORGANISATIES NOORD- EN ZUID-HOLLAND. De besturen der Tarwe-Oorganisaties voor Noord- Zuid-Holland brengen ter ken nis van belanghebbenden, dat er in de laat ste weken nog enkele tarwetelers zijn ge weest, welke zich niet tijdig met den te velde staanden oogst hadden aangemeld en alsnog aansluiting hebben verzocht. Tot heden zijn deze nakomers aangeno men, doch de besturen vestigen er de aan dacht op, dat thans de controle te velde zal beginnen en perceelen tarwe, welke niet mochten worden gecontroleerd, omdat zij niet op de lijsten voorkomen, moeilijk later alsnog kunnen worden aanvaard. Daar het vooral kleine telers zijn, welke nog steeds niets van de tarwewet schijnen te weten, zouden de besturen het «eer op prijs stellen, indien aangeslotenen, ieder in eigen omgeving vorenstaande waarschuwing bekend maken. Thans is ook weder de tijd aangebroken, dat in sommige streken van Noord- en Zuid-Holland tarwe te velde wordt ver kocht. De besturen vestigen er de aan dacht op, dat geen tarwe door de Organi satie zal worden aanvaard, welke te velde is gekocht, tenzij de verkooper zoowel als de kooper lid is of erkend handelaar en de koop ter kennis van het district wordt gebracht. Men kan hiervoor formulieren bij den districts-secretaris bekomen. Bij ver koop via notaris kan de notaris zijn be middeling bot het vervullen van eenige for maliteiten verl eenen. Men verzuime niet zich vóór den koop of verkoop tot den districts-secretaris om na dere inlichtingen te wenden. EEN R EG EER INGSPERS DIENST NOODZAKELIJK GEACHT. Spoedige instelling dringend gewenscht.- Aan het door de Commissie van Advies voor de instelling van een regeeringspers- dienst aan de Regeering uitgebrachte rap port is het volgende ontleend: De commissie is van oordeel, dat in stelling van een Nederlandschen Regee- ringspersdienst dringend noodzakelijk is. Het is zaak onware voorstellingen zoo spoedig mogelijk te-achterhalen'en ze den kop in te drukken, alvorens zij een om vang hebben aangenomen, die de bestrij ding in de hoogste mate bemoeilijkt. De machteloosheid, waarin Nederland zich bevindt tegenover onjuiste berichtge ving is in de laatste decennia, met be klemmende duidelijkheid aan den dag ge treden. De commissie vermeldt tal van ge vallen ten bewijze van deze stelling. In het bijzonder vestigt zij de aandacht op het gevaar van de niet onmiddelijke weerlegging van berichten, welke onze overzeesohe gebieden betreffen. Zoodani ge berichten zijn veelal niet vrij van bijbe doelingen, en dientengevolge zeker niet steeds als onschuldig te beschouwen. Ook de voorlichting van de binnenland- sche pers omtrent overheidsbemoeiingen of voorvallen in Nederland of de overzee- sche gewesten geeft meermalen aanleiding tot critiek, gelijk het rapport nader uit eenzet. De groote terughoudendheid door de Nederlandsche overheidspersonen getoond waar het geldt het versohaffen van in lichtingen aan de pers, is naar het oordeel der commissie, gedeeltelijk toe te schrijven aan gebrek aan inzicht in het nut van snelle en volledige voorlichting en aan een te sterk gevoel van gebondenheid van den ambtenaar. Nog al te veel treft men bij de Regee- ringsorganen de opvatting aan, dat de beste wijze om het ontstaan van onjuiste berichten te voorkomen, de meest vol strekte stilzwijgendheid is, of dat men het best op onjuiste berichten reageert door deze te negeeren. De Commissie is op grond van verschil lende overwegingen van oordeel, dat een behoorlijke regeeringspubliciteit alleen door inschakeling van een deskundige speciaal met deze taak belast, organisme kan worden verkregen. De commissie is van oordeel, dat een totaal bedrag van pl.m. 40.000 per jaar aanvankelijk voldoende zou zijn en dat aldus een deugdelijke grondslag zou zijn gelegd voor eventueele verdere ontwikke ling van den dienst. Tenslotte verklaart de commissie dat zij spoedige instelling van een Regeerings- persdienst dringend gewenscht acht; dat instelling van een doelmatigen Re- geeringspersdienst zal kunnen plaats heb ben zonder groote offers uit de schatkist te vereischen; dat zij zich er van bewust is, dat in een tijd van economische en financieele crisis als de onderhavige de grootst mogelijke bezuiniging moet worden toegepast, doch dat juist in een tijd van crisis de weer loosheid van een staat tegenover tenden tieuze perscampagnes in hooge mate ge vaarlijk kan zijn, waarbij de commissie o.a. denkt aan campagnes ter ondermijning van het vertrouwen in het crediet of in het ruilmiddel van den Staat; dat op dezen grond de regeering moge overwegen, of niet de uitgaven voor de organisatie van een Regeeringspersdienst ten volle zullen worden gerechtvaardigd door het nut dat zoodanige instelling, in het bijzonder onder de huidige omstan digheden, zal afwerpen. DE BEZUINIGING BIJ DE POSTERIJEN. Snel handelen geboden. Naar aanleiding van vragen van de Tweede Kamerleden mevrouw Bakker Nort en den heer Schaepman betreffen de de reeds uitgevoerde en de voorgeno men bezuinigingsmaatregelen bij de poste rijen, telegrafie en telefonie, heeft de mi nister van waterstaat, mr. Reymer een al- gemeene kenschetsing gegeven van het be leid, dat in dezen voor de P. T. T. wordt gevoerd. Bij de beoordeeling van de maatregelen, die de bedrijfsleiding thans toepast of over weegt, met de bedoeling den teruggang der baten op te vangen en die de belangen van de gebruikers van den dienst raken, moet wel in het oog worden gehouden, dat reeds eerder maatregelen getroffen wer den, die de gebruikers niet rechtstreeks raakten en niet aan den dag traden, maar die niettemin belangrijk er toe bijdroegen, dat de diensten aan het publiek minder beperkt behoefden te worden dan het ge val zou zijn geweest, wanneer die maatre gelen niet waren getroffen. De practijk heeft bewezen, dat de vorm van de inrichting voor het publiek een zaak is van zeer ondergeschikte beteeke nis en dat van de bij voorbaat onderstel de bezwaren tegen omzetting van een kan toor (hoofd- of hulpkantoor) in een ander soort inrichting (hulpkanoor, station of agentschap) niets of zoogoed als niets over blijft. Aan de uitvoering van vorenbedoelde maatregelen werd gestadig gewerkt, tot dat einde April j.l. bleek, dat op dezen voet voor 1932 geraamde bedrijfsuitk'om- sten niet bij benadering zouden kunnen worden verkregen of behouden, tenzij het tempo van reeds vastgestelde voorzienin gen werd versneld en een nieuw complex maatregelen werd voorbereid, die tot be perking der uitgaven zouden leiden. Maatergelen, waartoe de' bedrijfsleiding is gekomen, betreffende o.a. postbestellin gen en de openstelling van de kantoren. Verschillende van de maatregelen heb ben critiek uitgelokt, gegrond op de over- i weging, dat zij de bestaande werkloosheid vergrooten. Wil men de bedrijfsbegrooting doen slui ten, dan zal het niet te vermijden zijn, dat een aantal arbeidskrachten overbodig wordt. Het kan noodig zijn, dat tegen de ze beperking der werkgelegenheid maat regelen worden genomen. Deze laatste zul len dan evenwel een algemeen karakter moeten dragen. Het zou niet juist zijn, dat de bedrijfsleiding; wanneer geen alge- meene regeling ter zake ware getroffen, ter wille van het behoud van werkgelegen heid, maatregelen in het belang van hét evenwicht der bedrijfsbegrooting zou ach terwege laten. Het is noodig, dat hetgeen thans ter be waring van het evenwicht der bedrijfsfi- nanciën wordt gedaan op zijn snelst wordt ingevoerd ter vermijding van het gevaar, dat de getroffen maatregelen te laat ko men en er achterstand ontstaat, die weer zou moeten worden ingehaald. Het is juist, dat, teneinde dit gevaar te ontgaan, door de bedrijfsleiding met voortvarendheid wordt gehandeld. Men zal daarbij dan twee gevolgen in den koop toe moeten nemen. Men zal sommige maatregelen algemeen moeten toepassen, ofschoon men weet, dat daarna nog wel het een en ander te herstellen zal vallen. Algemeene invoering zal dan inderdaad tot gegronde bezwaren aanleiding geven, die na onderzoek zoo goed mogelijk weggenomen worden. Overleg met daarvoor aangewezen or ganen zal wel eens parallel met de invoe ring loopen inplaats van, zooals gebruike lijk, er aan vooraf te gaan. Dit heeft dan evenwel niet de bedoeling aan dat overleg te kort te doen. Do minister is van mee ning, dat de belangen, die thans door s-iel handelen worden gediend, voor Staats- en volkshuishouding van zoo overwegende be teekenis zijn, dat op de toegevendheid mag worden gerekend van hen, die van deze gedragslijn eenig nadeel kunnen ondervin den. Bezorging dagbladen. Op de vraag van den heer Schaepman of het den Minister bekend is, dat ten ge volge van de vermindering der postbestel lingen, de dagbladen, juist in dezen econo misch slechten tijd, groot nadeel ondervin den en gedwongen worden op tal van plaatsen zelf de bezorging van de bladen ter hand te nemen, met het gevolg, dat de inkomsten van het Staatsbedrijf weer sterk verminderen, antwoordde de minister, dat de maatregelen, waartoe de dagbladen thans overgaan en die den minister niet bekend waren, inderdaad schade voor het Staatsbedrijf kunnen beteekenen. Het be drijf zal zich evenwel deze schade ter wil le van de groote belangen, die de bezuini gingsmaatregelen beoogen te dienen, moe ten getroosten. F. Wierdels 70 jaar. Gelijk reeds werd medegedeeld, had zich onder eere-voorzdtterschap en voorzitter schap reap, van dr. W. de Vlugt, burgemees ter van Amsterdam, en mr. G. C. J. D. Krop man, wethouder der hoofdstad, een Com missie gevormd, om den heer Ferdinand Wierdels, oud-wethouder van Amsterdam en bekende figuur uit het drukkers- en dagbladbedrijf, ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag, gisteren, een album aan te bieden met handteekeningen van dege nen, die den 70-jarigen wilden gelukwen- schen. Voorzitter en secretaris der Commissie hebben zich gistermorgen opgemaakt naar een landelijke gemeente in het Westland, waarheen de heer Wierdels zich had terug getrokken en hebben hem daar met enkele hartelijke woorden van gelukwenscb het Vriendenboek aangeboden. Het Vriendenboek, bij welks vervaardi ging de Commissie mocht steunen op de deskundige adviezen van den Directeur der Amsterdamsche Grafische School, den heer L. Ronner (de heer Wierdels is oud-voor zitter dezer school), is gebonden in prach tig blauw marokijn, op eenvoudige wijze met goud verlucht, terwijl op het voorblad van het boek eveneens in goud is gedurkt „Ferdina-nd Wierdels 18621932". Na de bladzijde met het woord „Vriendenboek" volgt een teekening met het monogram van den 70-jarige, omringd door de emblemen der Christelijke levensbeschouwing, van de wereldlijke overheid, der journalistiek, van het reproductiewezen en van het drukkevs- bedrijf. Daarnaast prijkt in een gelijk-afge- stemde omlijsting de opdracht van het Vriendenboek, welke als volgt luidt: „Aan Ferdinand Wierdels, oud-wethou der vam Amsterdam, Officier in de Orde van Oranje Nassau, Patriciër van geest en Volksman van hart, den ridderlijken Slot voogd van 't Kasteel van Aemstel, den voor- beeldig-we-rkzamen werkgever, den alge- meen-gezienen schoolopziener, den open- hartigen dagbladschrijver, den letterlieven- Dit nummer bestaat uit drie bladen Weekabonné's, die geabonneerd zijn op het Zondagsblad, worden er aan herin nerd, dat dit vanaf heden ad 50 cent betaald moet worden. DE ADMINISTRATIE. VOORNAAMSTE NIEUWS. buitenland. Ondanks alle moeite om vooruit te Ko men, schieten de onderhandelingen te Lausanne niet op. (2e blad). Instemming te Genève met Hoover's ontwapeningsplan. (2de blad). Fransche duikboot gezonken. Er wordt gevreesd, dat er 66 slachtoffers te be treuren zijn. (Buitenl. Berichten 2eblad). binnenland. Tram ontspoord te Peize. De machinist gedood. (Laatste Ber.). leiden. Een monteur van de firma Kat bij het vuurwerk te Scheveningen gedood. (1ste blad). sport en wedstrijden. De intern, tenniskampioenschappen te Noordwijk. (2de blad). Twee Ned. athletiekrecords verbeterd. 2de blad). De wielerwedstrijden op de Stadionbaan (2de blad). HET WEER OP ZONDAG De algemeene weerstoesband in ons we relddeel is sedert verleden week niet heel veel veranderd. De luchtdrukking is nog laag in het Noordwe-sten, vooral in de om geving van IJsland, maar de daar voorbij trekkende depressies hebben tot nog toe weinig neiging zich te ontwikkelen en be wegen zich slechts langzaam voort. De luchtdrukking is hoog vanaf de A zo ren over Zuidwest-Europa tot Finland, zoodat over West-Europa algemeen een Zuidwes telijke tot Westelijke luchtstroom waait. De temperatuur is vooral in Zuidwest- en Midden-Europa zeer hoog. Bij stijgenden barometer en ook ingeval de barometer zijn tegenwoordigen vrij hoo- gen stand behoudt kan men den algemee nen weerstoestand in Midden-Europa, en in aansluiting daaraan ook in ons land voor- loopig a-ls vrij stabiel beschouwen. Er be staat dus een zeer groote kans, dat het weer Zaterdag en Zondag nog heel mooi, droog en vrij warm zal zijn. Intusschen zal er rekening mede moeten worden gehouden, dat vooral in het Zuiden en Oosten van het land zich een locale on weerstoestand kan ontwikkelen en dat der halve plaatselijke onweersbuien kunnen voorkomen. In het Westen en Noorden des lands is daarop niet veel kans. Waarschijn lijk zal de wind meest Zuidwest-West en vrij zwak blijven. Wanneer vóór Zondag de barometer begint te dalen kan men met iets sterkeren Westelijken wind en een nor male temperatuur rekening houden. den drukker wordt dit album opgedragen ter gelegenheid, van zijn zeventigsten ver jaardag door zijn vele erkentelijke vrien den". De teekeningen werden ontworpen en uitgevoerd door den heer J. Ligter. In het boek rijen zich tien bij tien de handteeke ningen aaneen van geestelijke en wereld lijke autoriteiten, van vrienden en beken den uit alle deelen des lands.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1