ERSCHE IMPRESSIES NSDAG 5 JULI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 9 ublin op den laatsten dag van het Eucharistisch Congres z BOODSCHAP VAN DEN PAUS Wat 'n land, wat 'n volk! (Va-n onzen redacteur). Als ik nu in de rust van mijn kamer, van het eiland der heiligen, t groene Erin, nog eens terugdenk aan dagen van het Eucharistisch Congres te- doorgebracht, dan staat mijn Hol- ndsch verstand nog onbegrijpend, dan is nog immer het gevoel van wondere ver- over zulke geloofsuitingen als die sr Ieren. Nog menigmaal schud ik in niet begrij- verbazing het hoofd en zeg tot mij ;]fWat 'n land, wat 'n volkEn dat zal blijven zeggen, heel mijn leven. En om te willen begrijpen, wat ik daar ug, geef ik mij zelf deze verklaring, dat er vijftien eeuwen precies zijn voorbij sinds St. Patrick Ierland bracht os H. Geloof. Maar het volgend oogenblik eet ik ook weer, dat het Iersche volk in e hevigste mate bezocht is geworden door e vervolging endat het standvastig is ebleven. Ik denk aan de reformatie, die ook in erland kwam, ik denk aan den hervormer ohn Knox, wiens huis ilk zag en wiens Ka- de St. Giles in Belfast, ik bezocht n dan begrijp ik weer, dat alleen in dat het eiland der heiligen, het land van klaverblad, een Eucharistisch Congres oo indrukwekkend gehouden kon worden. Het Iersche klaverblad. Het i® het land van het klaverblad, the Shamrock, die men overal ziet afge beeld, op gebruiksvoorwerpen, op congres- caarten, aan de kop zelfs van kranten. Het het embleem dat Ierland gekregen heeft ran St. Patrick, toen deze bij zijn geloofs verkondiging in 432 de Ieren het geheim H. Drievuldigheid duidelijk wilde ma St. Patrick stond in het Iersche veld, het klaverblad zoo weelderig groeit toen hij het geheim der H. Drievuldig heid wilde verduidelijken plukte hij een kla en legde uit, dat het drie blaadjes had. en toch een geheel was en hij paste dit toe op de drie goddelijke personen, die toch één God waren. Zoo ontstond de Irish Shamrock, het Ier sche klaverblad, als embleem van Ierland. En om het Iersche klaverblad zijn sinds die dagen tal van legenden en liederen ont staan, die nu nog in dat mooie land ver haald en gezongen worden door jong en oud. Is het wonder, dat in zulk een land, waar het volk zoo door alle vervolgingen heen den schat des geloofs heeft bewaard, dit Eucharistisch Congres alle vorige in pracht heeft overtroffen1? In de vergadering der Hollandsche sec tie, die in Dublin gehouden werd en waar Pastoor Willenborg sprak over het Eucha ristisch Ziekentriduum, sprak ook Mgr. Heylen, de bisschop van Namen en voor zitter van het permanent Eucharistisch Comité. En hij roemde daar het Eucharis tisch Congres, dat in 1924 te Amsterdam gehouden werd als het best geslaagde van alle Eucharistische Congressen. „Maar, zeide hij, Ierland gaat het win nen". En Ierland heeft het gewonnen, glansrijk gewonnen. Eerlijk en zelfs met vreugde moeten wij het erkennen. Als ik alleen maar terugdenk aan dat hoogtepunt van het Eucharistisch Cotngres, de climax, de plechtige H. Mis in het Phoe- nixpark en de onvergetelijke processie daarna door de straten der stad, dan be vangt mij nu nog de ontroering van die oogenblikken. Meer dan een millioen menschen, die neergeknield, in hoorbare stilte in het Phoe- nixpark de H. Mis volgde. Menschen uit de verst verwijderde districten van Ierland, uit Cana/da en de Vereenigde Staten, uit Argentinië en de landen van Zuid-Ameri- ka, van de Tiji-eilanden, uit Australië en Nieuw-Zeeland, uit Indië, uit Malta, uit alle landen vaji Europa. Wij waren gedurende deze plechtigheden in de stad gebleven, om te zien, hoe daar de plechtigheden zouden worden gevolgd en omdat men ook daar alles woord voor woord volgen kon. Want ik heb u in een vorigen brief reeds verteld, hoe bijna door de geheel e stad om de tien meter, aan weerszijden van iedere straat een loudspeaker uit een huis naar buiten stak. Zondagmiddag in Dublin. Welnu, stel u voor een stad als Amster dam, waar op Zondag vanaf 1 uur in den middag, geen tram meer rijdt en geen auto. De straten zelf zijn leeg, zelfs van men schen, die alleen nog mogen vertoeven op de trottoirs. Alle zijstraten zijn afgezet door soldaten in keurige uniformen. Als men het leven buiten ziet als stadsleven, is het stil, doodstil. In de straten zelf is geen mensch te zien. Die in de stad zijn, liggen geknield op de trottoirs en volgen aandachtig de hei lige handelingen, de gebeden en gezangen, die zij woord voor woord hooren door de loudspeakers. Zij liggen daar geknield op straat, bloots hoofds, eerbiedig, de rozenkrans beweegt in hun handen en allen, geknielde men schen, politieagenten en soldaten bidden mee de Ave's van den rozenkrans, als dit gebed klinkt door den loudspeaker, zij zm- gen mee de gezangen of luisteren eerbiedig en biddend toe naar de plechtigheden der H. Mis. Dat is het eenigste, dat gehoord wordt in de geheele stad, gebed en gezang. Her. gewone, rumoerige stadsleven is weg. Zie de straat af, ge ziet alleen geknielde, biddende menschen, ge hoort alleen gebed en gezang, anders niet. Stel u dat voor op een Zondagmiddag in Amsterdam. 't Is ongelooflijk, ik vertrouw mijn eigen oogen niet dit hier te zien, zelfs in dit land der heiligen. En als door de loudspeakers de bellen consecratie nadert, komt er een regiment officieren aangemarcheerd. Bij iedere zij straat valt er een af, die daar staan blijft. En als door de laudspeakens de bellen klinken voor de Consecratie, als al die ge knielde menschen alleen nog maar in zich zelf aandachtig bidden, als er in heel de stad een stilte is als van den dood, klinkt bij iedere zijstraat de stem va-n die officie ren, die de soldaten beveelt in de houding te staan. En in dat suprème moment, in die dood- sche stilte, presenteeren de soldaten het geweer voor den Koning der Koningen, Die daar komt op het woord van een mensch. Dat was een oogenblik, dat ik nimmer vergeten zal. Dan kwam het groote oogenblik aan het einde der H. Mis, waarop Generaal O'Duffy aankondigde, dat de H. Vader de congres sisten zou toespreken. De stem van den Paus. En daar klonk vanaf het Vatioaan de stem van den Paus door de loudspeakers in de straten van Dublin: In den naam des Vaders en de® Zoons en des H. Geestes. Amen. Zie o, geliefde Zonen in Christus, ik ben bij u, zooals een Vader is bij zijn Zoon, mij verheugend, niet enkel door den persoon van den Kardinaal, onzen Gezant, maar direct en persoonlijk te kunnen deelen in uw vreugde en in de triomph der H. Eucha ristie. Laten wij, sedert wij in staat zijn ons in smeekbeden met u te vereenigen, den Almachtigen en Liefdevollen God smeeken, dat Hij, bewogen door de gebeden Zijner Kerk, bij de huidige, hevige beproeving der volkeren, moge schenken, de gaven van eenheid en vrede, gesymboliseerd in het Eucharistisch Offer. Tenslotte wenschen Wij u ran ganscher harte voorspoed en vreugde en met de meest bijzondere toegenegenheid verlee- nen Wij u onze Apostolischen zegen, welke wij vereenigen met onze gebeden tot de H. Maagd Maria, Koningin van Ierland, tot den H. Aartsengel Michaël, tot den H. Joan nes den Dooper, tot de H. Apostelen Pe trus en Paulus, tot den H. Patricius, tot de Heiligen van Ierland en alle Heiligen. Moge de zegen van den Almachtigen God, Vader, Zoon en H. Geest, dalen op u allen en op Ierland, door Mij evenzeer be mind als door u, en altijd mèt u blijven". Hierop volgde dan de prachtigste en meest imposante processie, die ik ooit aan- schoumde en ook ooit aanschouwen zal. Heel het verkeer in deze groote stad was nu stil gelegd, omdat de Koning der Konin gen zou gaan door de straten van deze stad. Ook het verkeer van enkel menschen op de trottoirs der straten was nu verboden. Slechts •vanuit de zijstraten, goed be waakt, elk door 10 a 12 soldaten, mocht men de processie gadeslaan. Maar indien deze processie van den Ko ning der Koningen, verborgen in de nede rig gedaante der H. Hostie en gedragen door den Kardinaal-Legaat, omringd door Ministers en tal van Kerkelijke hoogwaar- digheidsbekleeders en gevolgd door meer dan een millioen menschen, gekomen van alle kanten der aarde, als één geheel was getrokken door de straten van Dublin, ware één dag niet voldoende geweest. En zoo verdeelde deze processie zich dan in vijf groepen, die ieder door een ander stadsdeel trok om samen te komen bij de O'Connelbrug, waar een prachtig altaar was opgericht en waar de Kardinaal-Legaat aan de duizenden en honderdduizenden den zegen gaf met het H.H. Sacrament. Daar stonden zij schouder aan schouder op de straten, daar stonden zij op de daken, op booten in de Liffey-rivier, allen juichend om Christus, den Koning. Want 'n land, wat 'n volk! Nog dikwijls zal deze uitroep ons in go- dachten komen als wij denken aan de da gen van het Eucharistisch Congres in Du blin. Een volk overvloeiend van geloof en godsdienstzin, een gewillig, een vriendelijk en voorkomend volk. Wij herinneren ons de bereidzame hulp vaardigheid der Ieren. Als ik in bus of tram gezeten den weg vroeg aan dengene, die naast mij zat, dan bracht hij mij daar, waar ik wezen moest. Dan kon ik zeggen, dat hij zich toch zooveel moeite niet moest geven, dat ik het nu wel vinden kon, hij onderbrak zijn tocht om ons te brengen, waar wij zijn moesten. Tot aan de deur. Zoo verging het allen. Ik herinner mij de avonden, dat ik was aan boord van het Nederlandsche schip, de „Marnix van St. Aldegonde". Dat was over weldigend. Wij zelf hadden de reis over land go- maakt. Door Engeland, Schotland en Noord- Ierlamd. En op het schip vertelde men ons, dat den eersten avond, bij de aankomst van het schip daar zeker vijftienduizend Ieren op de kade hadden gestaan, den ganschen avond, de Hollanders toejuichend en liede ren zingend tot na middernacht. Die waren immers met dat geweldige schip heelemaal uit Holland gekomen voor hun Eucharistisch Congres. En toen de kleurig gekleed© meisjes van de Graal en K. J. V. eenmaal in gesloten formatie met vaandels en banieren Dublin gingen ver overen, toen had heel Holland. Dublin ver overd. Van toeh af stonden iederen avond duizenden Ieren in eerbiedige bewondering op te staren naar die Hollandsche boot, „the Dutch liner" en zij zongen hun Iersche liedjes voor de Hollanders en dansten Ier sche dansen en drongen als er een bisschop van boord kwam of naar het schip ging, om don zoom van zijn kleed, te kunnen kus sen. Moeders hieven him kindoren omhoog om hef voorrecht van een bisschoppelijken zegen voor hun kleinen. Zij raakten zijn kleed eren en zij gingen niet heen, voordat een bisschop hen, meestal na het midder nachtelijk uur, allen gezegend had. Three cheers for Holland. Three cheers for Ireland, klonk het dan terug van de boot. Good night! Dan gingen zij heen. En het gebeurde zelfs, dat Hollanders, die op den dag in een restaurant een ver- frisschenden dronk kwamen halen, niet be hoefden te betalen, omdat zij Hollanders waren. Wat 'n land, wat 'n volk! RECHTZAKEN HET DRAMA TE PUTBROEK. Voor het gerechtshof te Den Bosch. Naar wij vernemen zal de zaak tegen de jachtopzieners vader en zoon van den El zen, die door de rechtbank te Roermond resp. tot 15 en 8 jaar gevangenisstraf wer den veroordeeld op 22 en 23 Augustus voor het gerechthof te Den Bosch in hoo- ger beroep worden behandeld. Naar wij vernemen, zouden er dan nieuwe onthullingen in dit drama te wachten staan. WAAR EEN NIEUWE VERBINDING tusschen Noord en Zuid tot stand wordt DE INTERNATIONALE TENNISWEDSTRIJDEN te Noordwijk aan Zee, die Maandag met gebracht. Het laatste boven-randstuk van de 480 meter lange winterbedding- exhibitions ijzn begonnen leverden menige mooie partij op. Een overzicht tijdens den overbrugging van de Waal nabij Zaltbommel is ingebracht, wedstrijd. Voor: Allisson en van Rijn. Aöhter: Timmer en Knottenbelt. DE LANGE AFSTAND-ZWEMMER HENK VAN DER MEY- DEN heeft getracht binnen recordtijd van Hoek van Holland naar Sdheveningen te zwemmen. De aankomst op de pier te Scheveningen, waar de heer van der Meyden, die den zwem- tooht in vier uur en zeventien minuten volbracht, met bloemen gehuldigd werd. 5 INTERNATIONALE TENNISWEDSTRIJDEN zijn Maandag Noordwijk aan Zee begonnen met exhibitions. Vier tennissterren, V. 1. n. r.: Knottenbelt, Timmer, Allisson en van Rijn. EEN BEDRIJF, DAT TEN DOODE IS OPGESCHREVEN. De nettentaanderij te Enkhuizen zal, nu de afsluiting der Zui derzee een feit is, weldra tot ihet verleden behooren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5