DE CRISISPACHT WET 1932 23ste Jaargang DINSDAG 5 JULI 1932 No. 7244 ®e£eid^elie(BotiTa/nt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per poet f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 t GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bet dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit drie bladen V Bezuinigen en Christen-plicht. Bezuinigen is in onzen tijd vaak noodza kelijk; en bezuinigen brengt vaak noodza kelijk mede eenige onaangenaamheden, ook bittere onaangenaamheden voor personen, die er bij betrokken zijn. Maar: dat men toch niet toegeve aan den drang om te bezuinigen, omdat anderen 't ook doen, omdat 't nu eenmaal in dezen tijd zóó behoort! Dat kan economisch en sociaal laakbaar en noodlottig zijn. En dat men vooral niet bij bezuinigingen, ook niet bij noodzakelijke bezuinigingen, o n- n o o d i g niet meer dan n o o d i g is onaangenaam of hard zij ten opzichte van anderer persoonlijke belangen. 't Is, om die onnoodige hardheid te voor komen, heel nuttig, als zij, die bezuinigin gen voor anderen invoeren, tegelijkertijd vrijwillig op zichzelf 'n relatief even sterke bezuiniging toepassen, zoo zij daartoe niet alreeds door de omstandigheden gedwon gen worden. Dat de Gemeenteraad van Amsterdam, die voor het gemeentelijk personeel een tijdelijke loonkorting heeft ingevoerd, voor zichzelf tot een tijdelijke korting vanhet presentiegeld heeft besloten, juichen wij toe niet omdat dit besluit op zichzelf zoo'n geweldige beteekenis zou hebben; volstrekt niet! maar omdat daarin tot uitdrukking komt, dat wie anderen bezui nigingen oplegt zichzelf niet buiten schot mag stellen Bij bezuinigen is het van zulk een groote beteekenis: psychologisch te handelen, d.w.z. bij zijn handelingen ten volle reke ning te houden met den levenden mensch, die er feitelijk bij betrokken is, met de al- gemeene en individueels menschelij'ke eigenschappen. Van een haast ongelooflijk-krasse ver- waarloozing van psychologische overwegin gen bij het bezuinigen hebben de Neder- landsche Spoorwegen een voorbeeld ge geven. Het Kamerlid mr. Duys heeft aan minis ter Reymer gevraagd, of het juist is. dat aan den stationchef te Hoorn, nadat hij 49 jaar en 11 maanden bij de Nederland- sche Spoorwegen in dienst, was geweest, slechts een maand dus voor hij zijn gouden jubileum in dienst der spoorwegen zou vie ren, ontslag werd verleend en afwijzend beschikt werd op daartoe gedane verzoe ken, om althans het ontslag niet te doen plaats vinden, voor de betrokkene alsnog dit gouden jubileum had kunnen vieren. Minister Reymer beantwoordt deze vraag bevestigend. De betrokken ambte naar in dienst houden werd niet vereenig- baar geacht „met de thans bij het spoor- wegbeheer geboden uiterste soberheid"! De „Maasbode" schrijft hierbij: „Met alle respect voor de sobere spoor weghuishouding, zijn wij van meening, dat een dergelijk optreden onpsychologisch, zoo niet erger, moet heeten. Met eenigen goe den wil was er wel een weg te vinden ge weest om een ambtenaar, die vijftig jaar trouw gediend heeft, zijn jubileum te laten vieren. Zuinigheid is goed, maar zij moet de wijsheid niet bedriegen en elk gevoel van menschelijkheid niet verdringen! De zuinigheid mag „elk gevoel van men- sohelijkheid niet verdringen''! Wij zouden het liever zóó willen zeggen: Zij mag het gevoel van menschelijkheid niet in 't minst verdringen Vooral de Christenen, de Katholieken hebben zichzelf deze gedragslijn te stellen. Het volgen daarvan zal menigeen zware of fers kunnen VTagen; maar de wereld kan alleen nog worden gered, als het gevoel van menschelijkheid wordt beleefd.... En dkt te beleven, is der Christenen voorname en allerdringendste plicht; dat is ons tweede gebod, gelijk aan het eerste. Op 1 Juli 1.1. is in werking getreden de wet van 17 Juni 1932, houdende bijzondere maatregelen ten aanzien van loopende pachtovereenkomsten, genaamd de Crisis pachtwet 1932. Deze wet is tot stand gekomen op voor stel v^.n eenige kamerleden, die daarmede getracht hebben, in verband met den nood in den landbouw, tot ©en oplossing te ge raken van de tegenwoordige pachtmoeilijk- heden. Wij willen hieronder uiteenzetteen ge let op het groote belang dezer regeling op welke wijze nu de voorziening is getrof fen. Van sommige zijden heeft men ge meend, de oplossing te moeten zoeken in dezen zin, dat loopende pachtcontracten, vóór een bepaalden datum aangegaan, het zij van rechtswege ontbonden moeten wor den verklaard hetzij op vordering van den pachter door den rechter moeten kunnen worden ontbonden. Deze methoden hebben echter zeer ernstige bezwaren. Wordt een pachtcontract zonder meer ontbonden, dan ontstaat er een vacuum. Er bestaat na de ontbinding tusschen verpachter en pachter geen enkele rechtsband meer. De pachter zal verplicht zijn, het gepachte onmiddellijk te verlaten, tenzij hij het met den verpach ter eens wordt over nieuwe pachtvoorwaar- den. Een groot aantal nieuwe pachtcon tracten zal dus op korten termijn moeten worden gesloten. De pachter, die zich nu eenmaal met geheel zijn inventaris op het gepachte heeft ingericht, zal daarbij niet in de sterkste positie verkeeren. Het denk beeld der ontbinding gaat bovendien in tegen het beginsel, dat de zittende pachter zooveel mogelijk op zijn plaats moet wor den gelaten. Men heeft daarom naar een anderen weg moeten zoeken. Deze andere weg, bij de Crisispachtwet 1932 ingeslagen, zal er toe leiden, dat de verpachter, die niet bereid is, vrijwillig te doen wat redelijker wijze van hem ge vraagd mag worden, daartoe zal kunnen worden verplicht. Deze formuleering opent de mogelijkheid om met alle omstandighe den rekening te houden. Men kan niet alle verpachters, evenmin als alle pachters, over één kam scheren. Van een kapitaalkrachti gen verpachter, die staat tegenover een pachter met weinig of geen inkomsten, kan iets anders worden verlangd, dan van een verpachter, die zelf in moeilijke financieele omstandigheden verkeert en die staat te genover een pachter, die nog over een vrij groot weerstandsvermogen beschikt. Ook zal een belangrijke rol mogen spelen, of de pachter wellicht in vroegere jaren belang rijke reserves heeft kunnen ramen. Wan neer zich het geval voordoet, dat de pach ter reeds sedert lange jaren hetzelfde goed in pacht heeft gehad, zoodat hij in den tijd, toen het landbouwbedrijf uitnemende re sultaten opleverde, een naar verhouding zeer lage pacht heeft betaald, dan zal daar mede, nu de verhoudingen zich in omge keerde richting gaan ontwikkelen, zonder twijfel rekening zijn te houden. De pachter bij een pachtovereenkomst, aangegaan voor 1 Januari 1932, die van oordeel is, dat van hem in verband met de heerschende buitengewone tijdsomstandig heden niet in redelijkheid kan worden ge vorderd den bedongen pachtprijs te vol doen, kan telkens uiterlijk binnen 14 da gen na het vervallen van eenen termijn, zich bij verzoekschrift wenden tot den kan tonrechter binnen wiens kanton het ge pachte of het grootste deel daarvan ge legen is, ten einde een geheele of gedeelte lijke ontheffing van de betaling te beko men. Zoolang op een tijdig ingediend verzoek schrift niet is beslist, wordt de verplichting tot betaling van den pachttermijn opge schort. De noodregeling is derhalve van toepas sing op alle pachtovereenkomsten, die ge sloten zijn vóór 1 Januari 1932. Wel is in sommige takken van bedrijf de crisis reeds veel vroeger ingetreden, doch met name in de veehouderij dateeren de moeilijkheden eerst vooral uit de tweede helft van het jaar 1931. Een regeling, die een vroegeren datum zou stellen dan 1 Januari 1932, zou daarom in tal van gevallen haar doel mis sen. De wet heeft de zaak verder zoo gere geld, dat de beslissing telkens afzonderlijk kan worden gevraagd, wanneer een pacht termijn vervalt. Telkenjare zal dus opnieuw kunnen worden bezien, welke pachtvermin- dering in dat jaar redelijk moet worden geoordeeld. De eerste pachttermijn, waarop de wet van toepassing wordt verklaard, is die, welke na 12 Februari 1932 is vervallen. Een teruggrijpen tot vroegere pachttermij- nen, die wellicht reeds lang betaald zijn, werd een te ingrijpende maatregel geacht. In tegenstelling met andere crisismaat regelen behoeft deze regeling geen bepalin gen te omvatten omtrent het einde van haar werkingsduur, daar zij vanzelf zal op houden, wanneer de loopende pachtcontrac ten zullen zijn geëindigd. De wet wenscht de beslissing over het bedrag der pacht vermindering op te dra gen aan Crisis-pacht-commissies, samenge steld uit den kantonrechter als voorzitter en 2 niet tot de rechterlijke macht behoo- rende personen, die deskundig zijn ten aan zien van de verhoudingen op landbouwge bied. Tegen de beslissing van deze commissie staat geen enkel rechtsmiddel open, behou dens cassatie in het belang der wet. De gang van zaken stelle men zich als volgt voor: De pachter, die tevergeefs ge tracht heeft van zijn verpachter de pacht- vermindering te krijgen, die naar zijn oor deel de redelijkheid vordert, wendt zich tut den kantonrechter ter bekoming van ge heele of gedeeltelijke ontheffing van de be taling van de pachtsom. De indiening van het verzoek schort dan de verplichting tot betaling op. Alvorens de beslissing van de Crisispachtcommissie wordt ingeroepen, zal de kantonrechter een poging doen om partijen door onderling overleg tot een minnelijke oplossing te brengen. Mislukt deze poging, dan moet de zaak aan de commissie ter beslissing worden voorgelegd. De commissie zal daarbij heb ben t© letten op alle omstandigheden. Het zou onredelijk zijn de wet alleen van toepassing te verklaren op de pacht- termijnen, die nog niet betaald zijn. Er is toch geen enkele reden, om een pachter, die den vervallen pachttermijn nog niet heeft voldaan, wel de gelegenheid tot pacht- vermindering te openen en den pachter, die wellicht ten koste van zeer groote opoffe ringen dien pachtprijs wel betaald heeft, van iedere remissie te versteken. Daarom is bepaald, dat de wet van toepassing zal zijn op alle pachttermijnen, die nè 12 Fe bruari 1932 zijn vervallen, ook al mochten zij reeds betaald zijn. Hierbij was het ech ter noodig, dat aan den pachter, die reeds betaald heeft een termijn wordt gesteld, binnen welken hij zijn verzoek om vermin dering moet indienen. Deze termijn is ge steld op één maand na het in werking tre den der wet. De pachter, die reeds betaald heeft, moet zijn verzoek om pachtvermin- dering dus indienen vóór 1 Augustus 1932. BINNENLAND EERSTE KAMER-VERKIEZING. Candidaat-stelling in de Provincale Staten. De Provinciale Staten van Zuid-Holland zijn bijeengeroepen tegen Vrijdag 29 Juli om 11 uur in het gebouw der Eerste Ka mer voor de stemming over de candidaten voor de Eerste Kamer. Dien dag zullen eveneens de stemmingen gehouden worden door de Prov. Staten van Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe. GEEN SPEK MEER NAAR DU ITSCHLAND? ERNSTIGE SLAG VOOR ONS LAND. Blijkens een officieels mededeeling heeft de Duitsche regeering besloten- de zgn. in terimstarieven (Zwischenzölle) voor spek en reuzel onmiddellijk op te heffen. De maatregel beteekent, althans wat spek be treft, een nieuwe bemoeilijking van den Ne- derlandschen uitvoer naar Duitschland, daar Nederland verreweg het grootste ge deelte van den Duitschen spekinvoer ie- vert. In officieele mededeelingen wordt er volgens het „Hbl." nog op gewezen dat de opheffing van deze interimstarieven juist voor deze beide producten noodzakelijk was, omdat de invoer van spek en reuzel den Laats ten tijd sterk stijgt en daardoor de Duitsche varkensfokkerij 9teeds meer in het gedrang komt. Moeilijkheden in de levensmiddelenvoor ziening staan niet te vree zen, daar de Duitsche landbouw te allen tijde in staat is het binnenLandsch verbruik tegen drage lijke prijzen te dekken. Voor spek en reuzel gelden thans gedu rende den duur van het Duitsch-Zweedsche •handelsverdrag de in dit verdrag vastge stelde invoertarieven. Terwijl het interims- tarief voor spiek 14 mark bedroeg zal het op grond van het Duitsch-Zweedsche han delsverdrag automatisch tot 20 mark stij gen. Het „Berliner Tageblatt" verneemt ech ter, dat er van Duitsche zijde reeds stap pen zijn gedaan om dit handelsverdrag in vriendschappelijk overleg op te zeggen. In dit geval zou voor spek het autonome ta rief van 55 m. in werking treden en bij een dergelijk tarief valt er natuurlijk aan een verderen uitvoer van spek naar Duitsch- land niet meer te denken. Voor Nederland, voegt de „Tel." aan deze berichten toe, zijn deze onderhandelingen van belang, omdat de wijziging van het Duitsch-Zweedsche handelsverdrag ten doel heeft, opnieuw de invoerrechten op land bouwproducten in Duitschland te verhoo- gen Behalve een verhooging van de invoer rechten op hout verlangt Duitschland een verhooging van de invoerrechten op rund vee, in het bijzonder de opheffing van het Zweedsche invoercontingent van 6000 stuks. Verder zullen de invoerrechten op honing worden verhoogd. Van Duitsche zijde vreest men, dat deze nieuwe actie van den rijks-minister van Landbouw, Freiherr von Braun, tot gevolg zal hebben, dat Zweden zich nauwer aan sluit bij het Nederlandsch-Belgische blok, temeer daar Zweden tot de conventie van Oslo behoort.. Door de verhooging der invoerrechten op spek en reuzel wordt in het bijzonder de Nederlandsche uitvoer naar Duitschland getroffen. Alleen al in de eerste vier maan den van 1932 werd 6.611.300 K.G. spek ter waarde van 3.940.000 mark door Duitsch land geïmporteerd. Bijna de geheele hoe veelheid was van Nederland afkomstig. Voor Duitschland was de post van betrek kelijk geringe beteekenis, terwijl de maat regel daarentegen voor de Nederlandsche boeren opnieuw een emstigen slag betee kent Van even groot belang is de verhooging der invoerrechten op reuzel, waarvan Duitschland in de eerste vier maanden van dit jaar 38.809.800 K.G. ter waarde van 25.600.000 mark importeerde. Van reuzel zijn de Vereenigde Staten de voornaamste importeurs, maar ook Denemarken leverde een aanzienlijk contingent, namelijk 7.400.000 K.G. Zoolang alleen de z.g. tusschentarieven vervallen en de in het Duitsch-Zweedsche handelsverdrag vastgelegde invoerrechten blijven voortbestaan, wordt, de import niet volstrekt onmogelijk gemaakt. Komen ech ter de bepalingen in bovengenoemd han delsverdrag te vervallen, hetgeen met het oog op de Duitsch-Zweedsche onderhande lingen alleszins mogelijk is, dan zou voor spek, zooals reeds gezegd, het prohibitieve recht van 55 mark in kracht treden, terwijl voor reuzel nog een tarief moet worden vastgesteld. Ook voor mais heeft de Duitsche regee ring de invoerrechten verhoogd, en wel met 40 mark per ton. DE WINKELSLUITING OP ZONDAG. De chocolade- en suikerfabri kanten wijzen in twee adres sen aan de regeering er op, dat de verkoop van cacao en chocolade pp Zondag in be langrijke mate is verminderd. De Vereeniging van Nederlandsche cacao- en. chocoladefabrikanten en de Ne derlandsche Vereeniging van suikerwerk en chocoladefabrikanten hebben twee re- questen in zake de Zondagssluiting verzon den aan den minister van oeconomische za ken en arbeid. In het eene wordt er op gewezen, dat in vele kleine steden en dorpen de verkoop van chocolade en suikerwerken in handen is van winkeliers die tevens kruidenierswa ren verkoopen en dus op Zondag moeten sluiten. Hierdoor gaat een groot debiet ver loren. Gevraagd wordt door wetswijziging in dit punt te voorzien. In het tweede adres wordt meegedeeld, dat thans, nu de wet nog slechts ruim één maand werkt, de pnactijk al duidelijk heeft bewezen, dat de vooraf geuite bezwaren volkomen gegrond waren. De omzet van chocolade, suikerwerken en banket is aan merkelijk teruggeloopen. Herstel van het debiet op den Zondag door een stijging van den verkoop op den Zaterdag en het zich aanpassen van het publiek aan de bij de wet geregelde ver koopuien op den Zondag is niet te ver wachten. Trouwen» de verkoop in deze uren is van verschillende factoren afhanke lijk. In de eerste plaats spelen de weers omstandigheden een belangrijke rol. Verder houdt de verkoop ten zeerste verband met de ligging van een zaak en in verreweg de meeste gevallen heeft juist de oprichting van een zaak hierin zijn oorzaak gevonden. Zaken in de onmiddellijke nabijheid van kerken, sportterreinen, theaters, stations, vertrekplaatsen van autobussen, booten enz. kunnen den verkoop niet regelen in een tijdsbestek van vier uren. Ditzelfde geldt voor alle zoogenaamde loopzaken. De verkoop van chocolade en suikerwerk is veelal een gevolg van een plotseling op komend verlangen. Kan men dit verlangen niet bevredigen, omdat een winkel gesloten VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De Italiaansche gedelegeerde te Lau sanne verwekt sensatie door een eigenaar dig interview. (2e blad). Ierland en de betaling der grondannuT- teiten. (2e blad). DE PACHTWET Bladz. 1 NA-BESCHOUWING OVER HET INT. EUCH. CONGRES Bladz. 5 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Bladz. 9 is, dan is dit debiet voor den winkelier ver loren. Weliswaar laat de wet den straathandel vrij, maar deze beperkt zich tot slechts en kele artikelen en dupeert bovendien de win keliers, die veelal op hooge lasten zitten. Financieele moeilijkheden van den win kelier wreken zich het eerst op den fabri kant en waar een groot deel der afnemers uit niet kapitaalkrachtige, kleinere winke liers bestaat, komen de financieele moei lijkheden reeds nu al tot uiting. Velen zijn door de plotselinge debietvor- niindering in betalingsmoeilijkheden ge raakt, waarvan onmiddellijk de fabrikant de dupe wordt. Door hooge tolmuren wordt onze indus trie de export onmogelijk gemaakt. Hier staat de industrie voor moeilijkheden, waar voor geen oplossing in ons land te vinden is. Maar waarom dan in deze tijden door de wet op de winkelsluiting de moeilijk heden voor onze industrie nog grooter ma ken? Om den landbouw te steunen moet deze industrie verhoogde suiker- en glukoseprij- zen betalen. De gevolgen van den steun aan de veeteelt komen ook weer voor een groot deel op onze industrie neer. De besturen vragen geen steun, noch be scherming, maar zij vragen intrekking van de wet op de winkelsluiting voor zoover het betreft den verkoop van chooolade en sui kerwerken, banket en aanverwante arti kelen. De sigarenwinkeliers te Dordrecht. Op voorbeeld van Rotterdam heeft men Zondag in Dordrecht ook een proef geno men in hoeverre er te tornen valt aan de Winkelsluitingswet. De sigarenhandelaar J. had op het kozijn voor zijn winkel aan het Bagijnhof een kist sigaren geplaatst, waaruit eventueele klan ten zichzelf zouden kunnen bedienen. Al vorens echter tot dit experiment over te gaan, gaf hij een telefoontje aan het hoofd bureau van politie met het verzoek een mannetje te sturen om proces-verbaal op te maken. De politie gaf aan deze vriendelijke uit- noodiging gevolg en stuurde een agent. Een voorbijganger, met wien de winkelier de zaak van te voren in scène had gezet, be diende zich daarop uit de sigarenkist, waarna de man der wet een overtreding constateerde en proces-verbaal opmaakte. Een sigarenwinkelier aan de Voorstraat plaatste een automaat in zijn winkel en zette de deur voor de klanten open. Ook hij ging op de bon. Het is nu maar de vraag, wat de kantonrechter ervan zal denken. „N. R. Crt." Verzoek om tijdelijke ont heffing. Naar de „Msbd." meldt, hebben te Utrecht het hoofdbestuur en de afgevaar digden der verschillende afdeelingen van de R. K. Banketbakkersvereeniging verga derd ten einde uiting te geven aan hun grieven inzake de gevolgen der Winkelslui tingswet, vooral op de Zondagen. Algemeen was men het er over eens, dat deze voor de bedrijven funest zijn geble ken. In overleg met mr. Bach, directeur van het Nationaal Hanze Bureau, besloot de vergadering, gesteund en met medewerking van den R. K. Middenstandsbond, zich tot den minister te wenden, ten einde te ver krijgen, tijdelijke ontheffing van de bepa lingen der Winkelsluitingswet op Zonda gen voor de banketbakkers, tot betere tij den zullen zijn aangebroken, en zoo dit niet mogelijk zal blijken, een beduidende ver ruiming van de verkoopuren op de Zonda- i «en-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1