DINSDAG 31 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 8
NIEUW POLITIE-POSTHUIS AAN DE
STEENSTRAAT.
In het voorstel van B. en W. d.d. 14
Augustus 1931 tot wijziging van de tus-
echen de gemeente Leiden en de Sociëteit
„Amicitia" bij akte van 4 Mei 1918 aange
gane overeenkomst, in zake de uitgifte in
erfpacht van een gedeelte grond nabij do
Rijnsburgerbrug, merkten B. en W. op, dat
het politieposthuis aan de Oostzijde van
de Steenstraat dient te verdwijnen. In af
wachting van het vinden van een andere
geschikte plaat9 kan schreven B. en W.
het posthuis voorloopig nog blijven staan,
totdat het nieuwe sociëteitsgebouw in ge
bruik wordt genomen.
Dit pand nadert zijn voltooiing, zoodat
de verplaatsing van het bestaande politie
posthuis thans urgent is. Als terrein voor
den bouw van een nieuw posthuis komt B.
en W. zeer geschikt voor een gedeelte van
den tuin, behoorende bij het voormalig Zie
kenhuis, aan de andere (West-)zijde van de
Steenstraat, naast en in aansluiting aan
de Rijnsburgerbrug. Het ontworpen nieu
we posthuis voldoet, wat grootte en inrich
ting betreft, aan voor een goede functio
neering van den politiedienst noodzakelijk
te stellen eischen, terwijl het een aesthe-
tisch goed verzorgd aanzien zal verkrijgen,
passend in de omgeving ter plaatse. Het
plan omvat tevens het sloopen van den be-
s taanden tuinmuur langs de Steenstraat,
die den tuin van het oude Academisch Zie
kenhuis van den weg afscheidt, en het ma
ken van een nieuwen tuinmuur met hek in
het verlengde van den Oostelijken gevel
van dat gebouw tot den Westelijken gevel
van het te bouwen posthuis en daarop
aansluitend.
Voorts is in het plan begrepen het ma
ken van een walmuur in het verlengde van
den Noordelijken gevel van het posthuis
tot de Rijnsburgerweg en het bestraten van
het aan den openbaren weg te verhelen
terreingedeelte, gelegen ten Oosten van de
nieuwe tuinafsöheiding.
De met de uitvoering gemoeide kosten
worden geraamd op 8800.voor zooveel
betreft het te stichten politieposthuis met
inbegrip van verwarming®- en verlichtings
installatie, lampen, gordijnen en vloerbe
dekking, doch zonder meubilair, en op
2900.voor zooveel de bijkomende wer
ken aangaat, n.l. het maken van een gedeel
te walmuur langs de singelgracht, het
plaatsen van een afscheiding langs den
tuin, het aanleggen van bestrating, beplan
ting enz. derhalve in totaal op 11.700.
Aangezien de voor uitvoering van het
plan benoodigde grond, op de kaart met een
roode lijn omgeven, deel uitmaakt van het
bij akte d.d. 30 November 1866 door de
gemeente Leiden kosteloos aan den Staat
der Nederlanden gegeven terrein voor den
bouw van een Academisch Ziekenhuis, is
aan het Rijk gevraagd het terreingedeelte
weder ter beschikking van de gemeente te
stellen.
De onderhandelingen over teruggave van
bedoelden grond door den Staat, hebben in
beginsel reeds tot overeenstemming geleid;
slechts hebben de rijksautoriteiten te ken
nen gegeven het niet wenschelijk te ach
ten, dat het aan den openbaren weg te ver
helen straatgedeelte voor parkeerruimte
wordt bestemd, zooals aanvankelijk in de
bedoeling heeft gelegen.
PERSONEEL OPENBARE SCHOLEN.
Tengevolge- van de door den Raad op
den 9den Mei j.l. genomen besluiten tot op
heffing van bestaande en stichting van
nieuwe openbare scholen voor lager on
derwijs, kunnen twee hoofden van scholen
en twee onderwijzeressen, benevens het ter
voorloopige voorziening van vacatures in
dienst zijnde tijdelijk onderwijzend perso
neel worden gemist en is het noodig ver
schillende overplaatsingen van hoofden en
verder onderwijzend personeel tot stand te
brengen.
Een van de hoofden, aan wien naar onze
meening ontslag moet worden verleend, de
heer J. C. B. Hüner, thans hoofd van de
school op het Schutterveld A, kan echter
de vacature vervullen, die met ingang van
1 Augustus a.®. ontstaat, doordat de heer
M. W. Karstens, hoofd van de school aan
de Paul Krugerstraat A, op dien dag den
dienst, wegens het bereiken van den 65-ja-
rigen leeftijd, zal verlaten. Het ligt in de
bedoeling van B. en W. den heer Hüner
voor het tijdvak, liggende tusschen den da
tum van zijn ontslag als hoofd van de school
op het Schuttersveld A en 1 Augustus a.s.,
te benoemen tot tijdelijk hoofd van de
school aan de Paul Krugerstraat A, zulks
wegens ziekte van den heer Karstens.
Het andere hoofd eener school, dat voor
ontslag in aanmerking komt, n.l. Mej. A.
M. E. de Leeuw, thans hoofd van de eer
lang op te heffen meisjes-opleidingsschool
voor U.L.O. aan de Boommarkt, is bereid
een benoeming tot onderwijzeres aan de
opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.
S. aan de Aalmarkt te aanvaarden.
Verder kan, wegens opheffing van hare
betrekking, ontslag worden verleend aan
de daimes G. Zindel en A. G. Pitlo, thans
beide onderwijzeres aan de op te heffen
meisjesschool aan de Boommarkt.
B. en W. stellen voor:
I. wegens opheffing van hunne betrekking
eervol ontslag te verleenen aan:
a. den heer J. C. B. Hüner, als hoofd van
de o. 1. school op het Schuttersveld A,
b. Mej. A. M. E. De Leeuw, als hoofd
van de meisjes-opleidingsschool voor U. L.
O. aan dc Boommarkt,
c. Mej. G. Zindel, als onderwijzeres aan
de meisjesopleidingsschool voor U. L. O.
aan de Boommarkt en
d. Mej. A. G. Pitlo, als onderwijzeres aan
de meisjesopleidingsschool voor U. L. O.
aan de Boommarkt;
II. den heer J. C. B. Hüner alhier te be
noemen tot hoofd van de o. 1. school aan
de Paul Krugerstraat A;
III. Mej. A. M. E. de Leeuw alhier te
benoemen tot onderwijzeres aan de oplei
dingsschool voor Gymnasium en H. B. S.
aan de Aalmarkt-;
IV. a. den heer M. van Rijswijk, thans
hoofd van de o. 1. school aan de Medusa
straat B, te 3tellen aan het hoofd van de
nieuwe opleidingsschool voor Gymnasium
en H. B. S. aan de Boommarkt,
b. den heer J. C. van Schaik, thans hoofd
van de o. 1. school aan de Duivenbodestraat
B, te stellen aan het hoofd van de o. 1.
school aan de Medusastraat B,
c. den heer F. W. Zeelenberg, thans
hoofd van de o. 1. school op het Schutters
veld B, te stellen aan het hoofd van de
nieuwe o. 1. school op het Schuttersveld en
d. den heer J. Broeze, thans hoofd van
de o. 1. school aan de Haverstraat B, te
stellen aan het hoofd van de nieuwe o. 1.
school aan de Duivenbodestraat.
Verder stellen B. en W. een aantal over
plaatsingen voor.
VERBREEDING SPOORWEG
OVERGANG M0RSCHWEG.
Bij besluit van 20 April 1931 stelde de
Raad de noodige gelden beschikbaar voor
de verbreeding en verbetering van den
Morschweg. In verband hiermede zal te
vens moeten worden overgegaan tot ver
breeding van den spoorwegovergang in ge
noemden weg, welke thans, gelet op het
reeds zeer drukke verkeer ter plaatse, het
welk in de toekomst, mede door de in ge-
bruikstelling van de Rijnzichtbrug, nog be
langrijk zal toenemen, veel te smal is. Met
de Nederlandsche Spoorwegen is thans no
pens deze verbreeding overeenstemming
verkregen, en wel op dezen voet, dat de
noodige werken door de Spoorwegen op
kosten van de gemeente zullen worden uit
gevoerd.
De verbetering zal in hoofdzaak bestaan
in verbreeding van den overweg tot 12 M.,
het aanbrengen op den verbreeden overweg
van een nieuwe bestrating van koperslak
keien, de vernieuwing en verdubbeling van
de afsluitboomen en het bouwen van een
nieuw posthuisje aan de Noordzijde van den
overweg, ter vervanging van het thans aan
de Zuidzijde gelegen gebouwtje.
Bij de berekening van de kosten, welke
ten laste van de gemeente zullen komen,
zijn eenige bedragen in mindering gebracht
van de werkelijke kosten, overeenkomende
met de uitgaven aan den overweg, welke
de Spoorwegen zouden moeten doen, doch
die thans tengevolge van de verbreeding
komen te vervallen. Aldus bedraagt de ra
ming van hetgeen de gemeente voor dit
werk zal hebben te betalen (met inbegrip
van 10 pet. voor directie en toezicht)
13.477.50.
Het thans beschikbaar te stellen bedrag
van rond 13.530.— kan worden geput uit
het Fonds voor Stads verbetering en an
dere Sociale Doeleinden, waarin momenteel
een bedrag van 80.851.40 aanwezig is.
Weliswaar is dit bedrag grootendeels ge
reserveerd voor andere doeleinden (het ver
leenen van huurtoeslagen aan bewoners van
woningen voor groote gezinnen) en is het
restant niet voldoende om de thans voor
gestelde uitgave geheel te dekken, doch,
zooals reeds in den geleidebrief bij de ge
meen tebegrooting voor 1932 is medege
deeld, zal binnenkort de op de balans der
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrici-
teit voorkomende zgn. bouwreserve, groot
pl.m. 78.000.naar het fonds worden
overgebracht.
Verslag „Schoolkindervoeding".
Aan voeding werden in 1931 in totaal
verstrekt 124.812 porties, waarvan 60.631
gedurende de zomermaanden en 64.181 ge
durende de wintermaanden.
Ook in 1931 werd tot aanneming van
leerlingen in den regel niet overgegaan,
dan nadat de aanvragen daartoe door den
Armenraad waren onderzocht. In vele ge
vallen had een heronderzoek plaats.
•Het aantal kinderen, dat aan de voe
ding deelnam, bedroeg 499.
De maaltijden bestonden uit de volgen
de spijzen: stamppot (driemaal per week),
pap, vruchtengruel en rijstesoep.
Uitgereikt werden de volgende kleeding-
stukken: 269 jongenshemden en -broeken,
320 jongensbovenbroeken en blouses, 267
meisjeshemden en -broeken, 343 meisjes
jurken en seho-rten, 1189 paar kousen en
2282 paar klompen.
De inkomsten van de vereeniging bedroe
gen 27.847.63, waarvan aan gemeentelijk
subsidie 27.358.97, aan coaitributiën
321.75, aan opbrengst van collecten, bij
dragen, giften enz. 166.91.
De uitgaven, welke gelijk waren aan de
ontvangsten, kunnen gespecificeerd worden
als volgt: voeding 19.871.06, kleeding
5.153.15 en uitgaven van allerlei aard,
als loonen, advertentiën, drukwerken, meu
bilair, materialen enz. 2.823.42.
EEN KWESTIE VAN GROND-
OVERDRACHT.
Blijkens een adres van de N.V. „Het Mo
torhuis", is het deze vennootschap niet dui
delijk, waarom bij raadsbesluit van 25 Ja
nuari 1932 van den heer Dr. V. C. M. Lees
berg de grond van het perceel sectie M, No.
4184, nabij den Hoogen Rijndijk, tegen be
taling van 10.per M2. werd overgeno
men, terwijl niet is ingegaan op een harer
zijds gedane aanbieding, om de gedeelten
van de perceelen sectie M, Nis 1059 en 4183,
welke met het van den heer Leesberg over
genomen® een gedeelte van de geprojec
teerde zijstraat van den Hoogen Rijndijk
vormen, om niet en met een bijdrage in de
kosten van straataanleg aan de gemeente
over te doen.
De vennootschap biedt thans alsnog haar
voor bedoelde zijstraat benoodigden grond
om niet, zonder verdere kosten voor haar,
aan de gemeente aan, onder beding, dat de
zijstraat binnen redelijken tijd wordt aan
gelegd.
De vennootschap gaat er blijkbaar van
uit, dat beide gevallen gelijk zijn; zij zijn
echter naar hun aard geheel verschillend
en kunnen bezwaarlijk met elkaar vergele
ken worden aldus B. en W.
Aanvankelijk werd door de vennootschap
een plan ingediend voor den bouw van een
garage c.a. op het terrein aan den Hoogen
Rijndijk, volgens welk plan de bouw zich
zou uitstrekken tot aan de geprojecteerde
zijstraat. Krachtens de Verordening op het
Bouwen en Sloopen moest, om dit plan uot
uitvoering te kunnen brengen, de voor
straat bestemde grond langs het bouwter
rein aan de gemeente worden afgestaan,
terwijl ingevolge de Verordening op het
aanleggen van straten aan de overneming
in eigendom moest voorafgaan storting van
de door de gemeente te bepalen kosten van
straataanleg op dien grond. De aanbieding
van den grond aan.de gemeente geschied
de dus uitsluitend in het belang van de
vennootschap; immers, in overeenstem
ming met het juiste beginsel der beide ver
ordeningen, dat de kosten van den aanleg
van straten moeten worden gebracht ten
laste van de gronden, welke door dien aan
leg bouwrijp worden, kon zonder grondover-
dracht en betaling van de bestratingskosten
de bouwvergunning niet worden verleend.
Hoewel de dezerzijds gevorderde bestra
tingskosten, aldus B. en W., slechts een
bijdrage in de totale kosten vertegenwoor
digden en wij. ons dus bereid verklaarden
een gedeelte voor rekening van de gemeen
te te nemen, niettegenstaande de gemeente
zelve aan deze straat voorshands geen be
hoefte heeft, wilde de vennootschap het
gevraagde bedrag niet betalen en bleef de
transactie met de vennootschap, voor zoo
veel de geprojecteerde zijstraat betreft,
achterwege.
Daarna diende de vennootschap een plan
in voor den bouw van een garage c.a., vol
gens hetwelk de gebouwen op zoodanigen
afstand van de geprojecteerde zijstraat
kwamen te liggen, dat deze niet geacht
konden worden aan de zijstraat te worden
opgericht.
Een strook van pl.m. 25 Meter breedte
langs de zijstraat bleef n.l. onbebouwd en
werd gereserveerd voor latere uitbreiding
of anderzins.
De vergunning voor dezen bouw kon
uiteraard worden verleend, zonder dat
overdracht van voor de zijstraat bestemden
grond behoefde plaats te vinden. Wederom
werden toen met de vennootschap onder
handelingen gevoerd over den afstand van
meerbedoelden voor straat bestemden
grond; het is duidelijk, dat ook in dit ge
val de straataanleg en mitsdien de over
dracht van den grond in het belang van
de N.V. zou zijn geweest, hetgeen vooral
in het oog springt, indien men in aanmer
king neemt, dat door den straataanleg be
doelde strook, die ook als bouwterrein kan
worden gebezigd, bouwrijp zou worden.
Ook toen kwam de grondoverdracht niet
tot stand, omdat de door de N.V. aangebo
den bijdrage in de bestratingskosten niet
voldoende kon worden geacht.
De positie van de gemeente ten opzichte
van den grond van den heer Leesberg was
een geheel andere. Het was de gemeente,
die dezen grond noodig had, n.l. voor he.t
leggen van kabels ten behoeve van het on
derstation der Lichtfabrieken. Niet de heer
Leesberg had de medewerking van de ge
meente noodig, zooals het geval was met'
„Het Motorhuis", maar omgekeerd behoef
de de gemeente de medewerking van den
heer Leesberg, die zelfstandig de voorwaar-
LEIDSCHENDAM.
De weleerwaarde Pater GR. VAN BO HEMEN O.E.S.A., die Zondag in
zijn geboorteplaats Leidschendam zijn eerste H. Mis opdroeg, werd aldaar
plechtig ingehaald. Rechts in den stoet de burgemeester van Leidschendam
de edelachtbare heer W. Keijzer.
PATER GR. VAN B0HEMEN.
EERSTE PLECHTIGE H. MIS.
Luid en blij galmden de klokken en
vroolijk wapperden de vlaggen als op
een Koningsfeest, toen Zaterdagnamid
dag de weleerw. Pater Gr. van Bohee-
men van de orde der Augustijnen, zijn in
trede in zijn geboorteplaat® deed. Een
vroolijk zonnetje kwam aan deze feest
vreugde de noodige glans en kleur bij
zetten.
Omstreeks 7.3o uur kwam de pas ge
wijde priester met zijn familieleden aan
de grens der Parochie, waar hij werd
verwelkomd door den edelaehbb. heer
burgemeester W. Keijzer, die hem harte
lijk welkom heette en hem namens alle
parochianen van Leidschendam geluk
wenschte met zijne H. Priesterwijding
en die hem dan ook deze blijde intocht
bereid hadden als blijk van hooge waar
deering en medeleven.
Hier had zich een stoet gevormd van
den van overdracht kon bepalen, terwijl
de gemeente sleohts had te beoordeelen,
of deze aanvaardbaar waren.
Resumeeiende kan dus worden gecon
stateerd, dat de door „Het Motorhuis" ge
maakte vergelijking onjuist is en dat der
halve geen verschil in behandeling van ge
lijksoortige zaken aanwezig is. Tevens volgt
uit het bovenstaande, dat het verzoek van
„Het Motorhuis", om den door haar bedoel
den grond om niet over te nemen, zonder
verdere kosten voor haar en onder beding,
dat de zijstraat binnen redelijken tijd wordt
aangelegd, niet voor inwilliging vatbaar is.
In overeenstemming met het advies der
Commissie van Fabricage geven B. en W.
den Raad mitsdien in overweging B. en
W. te machtigen de N.V. „Het Moborbuis"
te antwoorden, dat op hare aanbieding niet
kan worden ingegaan.
Verlaging tarief voor woonwagens.
Blijkens een rapport acht de Commissa
ris van Politie een verlaging van het staan
geld voor woonwagens van 25 tot 10 cent
per dag en per woonwagen gewenscht, om
dat het bestaande tarief, ook in vergelijking
met andere gemeenten, voor den tegen-
woordigen tijd te hoog is en dientengevolge
de invordering bemoeilijkt.
Voorts is het in de practijk wenschelijk
gebleken geen staangeld te vorderen, in
dien 2 of 3 zon- en feestdagen op elkaar
volgen.
Evenals de Commissie van Financiën
kunnen B. en W. zioh met de voorgestelde
tariefsverlaging en de bedoelde wijziging
vereenigen; tot het verleenen van alge-
heele vrijstelling bestaat er echter, naar
de meening van B. en W. geen aanleiding.
Aankoop voortuinen Zijlsingel.
B. en W. stellen voor:
a. aan te koopen, tegen een prijs van
respectievelijk 190.170.220.
en 270.in totaal, de nog niet aan
de gemeente overgedragen gedeelten
voortuin van de perceelen aan den Zijl
singel.
DE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTJE.
107. Doodmoe kwamen ze tenslotte uit den spleet, in het
neer rustige water. Keesie was dankbaar, dat hij nog zoo
goed uit het verschrikkelijke avontuur was gekomen en
na-m zich voor om voortaan wat voorzichtiger te zijn en
maar niet alles te wagen.
408. Op een rustig plekje gekomen, waar overigens geen
visch was te zien, besloten zij een slaapje te doen. Dat
hadden zij dan ook wel verdiend. Na alles wat zij had
den meegemaakt. Daar hun adem als blaasjes in de
hoogte ging, dacht een visscher, dat hier wel wat visch
kon zijn. Bovendien wae dat een rustig plekje.
ruiters en fietsers met de pauselijke kleu
ren getooid, gymnasten en de R. K. Har
monie.
Na het welkomstwoord van den bur
gemeester zette zich de stoet onder de
vroolijke tonen der Harmonie in bewe
ging. Voorop de ruiters daarachter de
fietsers en de fleurige stoet van gym
nasten en de R. K. Harmonie en ver
volgens 3 open landauers. In het eerste
rijtuig had plaats genomen de neomyst
met zijn vader en moeder en burg. Keij
zer en in de andere rijtuigen de familie
leden, terwijl de stoet werd gesloten
door ruiters, fietsers, enz.
Onder enorme belangstelling trok de
kleurige stoet door de met vlaggen ver
sierde straten naar het ouderlijk huis,
waar een prachtige eereboog was onge
steld en waar de neomyst werd welkom
geheeten door den zeereerw. heer pas
toor en de beide kapelaans der Parochie.
Hier werd de stoet ontbonden, waarna
aan ruiters, fietsers, enz. ia het Patro
naatsgebouw ververschingen werden aan
geboden.
Zondagmorgen om 10 uur droeg de
neomyst zijn eerste plechtige H. Mis aan
God op. Voorafgegaan door een stoet
van brüidijes trad de pas gewijde pries
ter de kerk binnen en werd hem door
de geloovigen het welkomstlied toege
zongen. Hierna ving de plechtige H. Mis
aan, waarbij de neomyst werd geassi
steerd door den zeereerw. heer W. v.
Leeuwen, leeraar aan het Seminarie te
Heemstede, als diaken, pater S. Wilder-
beek, O.E.'S.A., als subdiaken, den zeer
eerw. heer pastoor Kammers als pres-
byter-asristens en den weleerw. heer P.
v. Vliet als ceremoniarius. Als cantores
fungeerden de beide kapelaans der pa
rochie, kap. Campfens en Dunselman.
Na het Evangelie beklom de zeer
eerw. pater drs. Th. Vlaar, O.E.S.A., rec
tor aan het R. K. Lyceum te Over veen,
den kansel. Tot tekst had de gewijde
spreker gekozen: „Hij heeft alles aan
hem onderwerpen, Hij heeft hem aange
steld tot hoofd Zijner geheele Kerk".
Op gevoelvolle wijze zette de ge
wijde redenaar de verhevenheid en groo
te waardigheid van het Priesterschap
uiteen. Sacerdos alter Christus, aldus de
redenaar, de priester is een andere Chris
tus, die Zijn werk moet voortzetten, als
leeraar der volken, als delger der zon
den, als middelaar, tusschen God en de
menschen. Daarom heeft de priester zulk
een verheven, doch vooral ook zware
taak en hij spoort allen aan steeds veel
voor de priesters te bidden, opdat zij
deze zware taak steeds goed ten uit
voer brengen tot meerdere eer en glorie
van God. De redenaar besloot tenslotte
met een gelukwensoh aan den jongen
priester en diens familie. Hierna werd
het M. Misoffer voortgezet, waaronder
de ouders en familieleden uit de handen
van den neomyst de H. Communie ont
vingen, wat een treffend oogen'blik was.
Het kerkkoor voerde onder leiding van
den Directeur op zeer verdienstelijke
wijze de Missa in Honorem „St. Jeanne
d'Arc" van Hub. Cuypers uit, terwijl
voor de Mis het „Veni Creator" van
Eppink gezongen werd en onder het of
fertorium „O salutaris hostia" van Ph.
Loots en gedurende het Communie-uit
reiken „Jesu dulcis" van Koten. Na de
H. Mis bracht het koor op prachtige
wijze de cantate „Priesterglorie" van
Dobbelsteen ten gehoore, waarmede deze
indrukwekkende plechtigheid besloten
werd.
Van 2.30 tot 3.30 uur had in het Pa
tronaatsgebouw een drukbezochte recep
tie plaats.
Om 5.30 uur werd door den neomyst
een plechtig lof gecelebreerd, waarbij
assistentie verleenden de weleerw. pa
ter S. Wilderbeek en de weleerw. heer
P. v. Vliet.
Onder het Lof werd door den neo
myst op de allereerste plaats dank ge
bracht aan God voor de groote genade
van Hem ontvangen en vervolgens aan
de geestelijke en wereldlijke overheid
van Leidschendam en verder aan alle
parochianen voor de grootsche hulde
hem gebracht en voor de vele monde
linge en schriftelijke gelukwenschen, wel
ke hij mocht ontvangen. De neomyst be
sloot met aller gebed te vragen, terwijl
hij beloofde als dankbare herinnering
voor dezen hem onvergetelijken dag allen
steeds in zijn gebed te zullen herdenken.
Het was een schitterend geslaagde
feestdag en Leidschendam heeft op
waarlijk grootsche en plechtige wijze het
priesterfeest van een barer zonen ge
vierd.