23ste Jaargang VRIJDAG 27 MEI 1932 No. 7211 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE ENCYCLIEK BINNENLAND VOORNAAMSTE NIEUWS. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week - f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per port f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL.. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeclingen wordt bet dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of govraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit vier bladen Boete en gebed. DE AARTSBISSCHOP EN DE BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND Aan de hun toevertrouwde geloovigen ZALIGHEID EN VREDE IN DEN HEER In zijn pas versohenen encycliek be spreekt Z. H. de Paus nogmaals de noo- den van dezen tijd. De H. Vader wil, dat wij de twee groote middelen, gebed en boete, zullen aanwenden om van God redding uit den nood af te smeeken en te erlangen. Z. H. wijst er op, dat geen geschikter gelegenheid is te vinden om ons in gebed en boete te vereenigen dan het feest van het H. Hart van Jezus. De Paus wil, dat geheel het octaaf op bijzondere wijze zal gewijd zijn aaiï ge bed en boete. Gebed. Dringend verzoeken wij 1. dat onze geloovigen op het feest van hefcsH. Hart of op den daarop volgenden Zondag zullen communiceeren2. dat op het feest, zooals reeds is voorgeschreven, voor het uitgestelde H. Sacrament de akte van eerherstel tot het Allerh. Hart van Jezus met de litanie van het H. Hart zal worden gebeden; 3. dat op het feest in de kerken en de kapellen, waar aan een rector is verbonden, het Aller heiligste gedurende minstens drie uren hetzij 's morgens of 's avonds ter aan bidding worde uitgesteld; 4, dat in de kerken en kapellen, waar het gevoegelijk kan, onder het Octaaf dagelijks het Lof wordt gedaan, waaronder de akte van eerherstel met de litanie van het H. Hart zal worden gebeden. Boete. De H. Vader wil, dat het octaaf van het feest van het H. Hart van Jezus voor het geheele christenvolk zij een octaaf van boete, een tijd van versterving en vasten. De geloovigen die nen alle openbare feestelijkheden en alle andere geoorloofde uitspanningen te ver mijden. Zij, die meer met aardsche goe deren gezegend zijn, dienen in den geest van christelijke versterving hun gewone ook bescheiden levenswijze een weinig te bekrimpen en aan de armen de vrucht van dit offer ten goede te doen komen. De armen en werkloozen mogen, ook in den geest van versterving, met nog groo- ter overgeving hun ontberingen aan God opdragen. Om te treden in den geest van onzen H. Vader durven wij vragen, dat onze geloovigen op het feest van het H. Hart of op den octaafdag d.i. Vrijdag den 3den Juni of Vrijdag den lOden Juni vastendag zullen houden. Verder zullen we door velerlei kleine verstervingen van eigen vinding het Goddelijk Hart trachten te bewegen ons redding uit den nood te schenken. De werkloozen, die zooveel door de nooden van dezen tijd hebben te lijden, zullen zich beijveren om alle dagen, zoo lang die toestand duurt, de H. Mis bij te wonen en dikwerf te communiceeren. Op Zondag, den 29sten Mei, zal dit ons schrijven aan de geloovigen worden medegedeeld. Gegeven te Haarlem, den 24sten Mei 1932. t J. H. G. JANSEN, Aartsbisschop van Utrecht, t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda, t A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosch. t J. D. J. AENGENENT, Bisschop van Haarlem, t Dr. J. A. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond. Van boven af. De samenleving is niet zóó „verdemocra- tiseerd", dat men ongevoelig zou zijn voor het voorbeeld, dat van boven-af wordt ge geven door hen, die door stand, door werkkring of maatschappelijke functie hoo- ger staan. Dit moest worden begrepen door allen, die o zoo gesteld zijn op het erkennen van standsverschil, op standseer of rechten en voorrechten voor hun stand maar die weinig of niet schijnen te denken aan de plichten en verplichtingen, welke hun stand hen oplegt, en waaronder ook be hoort het geven van het goede voorbeeld. Het geven van hot goede voorbeeld, doordat zij hun persoon schenken aan de goede zaak al is er geen eer mee te be halen of geen geld mee te verdienen. Het geven van het goede voorbeeld, doordat zij de cpnsequenties trekken uit hun Katholieken beginselen buiten de kerk en in de kerkzelfs de schijn vermij- derd, dat zij onder hun „standing" zou den achten voortreffelijke katholieke le- venspractijken, zooals b.v. het bezoeken van de „gewone", niet-verplichte gods dienstoefeningen. Soms wordt die s c h ij n inderdaad gewekt, waardoor inplaats van een goed, een ergerniswekkend en verder felijk voorbeeld wordt gegeven Van boven-af worde nu ook een voor beeld gegeven, dat men de jongste pause lijke encycliek verstaat en er naar wil han delen. TWEEDE KAMER KRENKING VAN GODSDIENSTIGE GEVOELENS. UITVOER NAAR FRANKRIJK. Van levende planten, uien, wortels en bolgewassen. OPHEFFING VAN HET BESLUIT VAN 18 APRIL 1932. Naar Reuter uit Parijs meldt, is in het „Stsbl." een besluit afgekondigd, waarbij met opheffing van het besluit van 18 April 1932 wordt toegestaan den in voer in Frankrijk van levende planten, uien, wortels en bolgewassen (Cayeux) af komstig uit Nederland. KONINKLIJK BEZOEK AAN UTRECHT. H. M. de Koningin en Prinses Juliana op de bloemententoonstelling. Gistermorgen hebben H. M. de Konin gin en H. K. H. Prinses Juliana een be zoek gebracht aan de bloemen-, groenten- en fruittentoonstelüng, welke te Utrecht in het Jaarbeursgebouw wordt gehouden. Even voor half elf arriveerde een Ko ninklijke auto, waarin zich de Prinses be vond in gezelschap der baronesse van Bentinck en baron Baud. Nadat de Prinses zich naar binnen had begeven en de tentoonstellingscommissie haar had welkom geheeten, werd in de zaal van de Stichtsche Industrieele Club de komst van H. M. afgewacht. Om even over half elf arriveerde ook de Koningin vergezeld van klein gevolg, bestaande uit de baronesse Schimraelpenninck van der Oyc, baron van Geen en adjudant-kapitein van Kesteren. In de hal der Jaarbeursgebouwen had de begroeting tusschen moeder en dochter plaats, waarna de Koninklijke gasten een rondwandeling over de tentoonstelling maakten. H. M. werd daarbij rondgeleid door den voorzitter van de Tentoonstel lingscommissie, mr. J. A. Labouchère en den secretaris, den heer B. Dirkse, terwijl de Prinses bij haar rondgang werd verge zeld door de heeren W. Serton en K. Perk- Vlaanderen. De tentoonstelling was gedurende het bezoek van de Koningin en de Prinses niet gesloten, zoodat een groot aantal menschen, waaronder ook eenige klassen schoolkinderen, het hooge bezoek van nabij konden gadeslaan. Na den rondgang werd in de dinerzaal van het Jaarbeursgebouw door de Konink lijke gasten een verversching gebruikt, waarna zij, circa half twaalf, per auto we derom vertrokken. Het wetsontwerp, dat gisteren in de Tweede Kamer in behandeling kwam, toon de reeds op zichzelf hoe moeilijk het is, ia een op vrijheid en gelijkheid van gods dienst gebaseerden Staat een behoorlijken rechtsgrond te oonstrueeren voor de straf baarstelling van de lastering van Gods naam; en de heden gevoerde debatten heb ben, zoo mogelijk, de moeilijkheid daarvan nog verder gedemonstreerd. Het wetsontwerp stelt ook eigenlijk de lastering van Gods naam niet strafbaar. Ook wanneer het zal zijn aangenomen, zal de Heilige Naam van God nog op velerlei wijze kunnen worden belasterd zonder dat dit tot het opleggen van straf door den strafrechter zal kunnen leiden. Slechts éen bepaalde wijze van de lastering van Gods Heiligen Naam wordt strafbaar gesteld: de smalende Godslastering, die in staat is godsdienstige gevoelens te krenken; en dan nog alleen als deze in het openbaar geschiedt. Het spreekt wel vanzelf, dat een theolo gische geest als die van prof. V i s s c h e r (A.R.) met dezen grondslag van strafbaar stelling geen genoegen kon nemen. Met een beroep op buitenlandsche wetgevingen oe- toogde deze, dat het mogelijk was het be staan van God als een door den Staat to erke'nnen feit, als een „fait social" tot grondslag te maken van een strafbaarbe paling tegen de godslastering. Deze spr. was dan ook geenszins geestdriftig gestemd voor het wetsontwerp; hij zou alleen voor stemmen, omdat alt-hans dit zou worden bereikt, dat van den openbaren weg af geen godslasterlijke uitlatingen of beeltenissen ten toon zouden kunnen worden gesteld. Beter een half ei dan een leege dop, re deneerde hij. a. Vlak daartegenover stond het betoog der heeren Eerdmans (V.B.) en Van der He ij den (S.D.A.P.), die, den gods dienst geheel verleggend in subjectieve ge voelens, een dankbaar gebruik maakten van het feit, dat deze gevoelens bij den een nog altijd wel gekrenkt zouden kunnen worden als het wetsontwerp is aangenomen en bij den anderen niet. Volgens beide spr.'s moest de wetgever zich van dit ter rein der persoonlijke gevoelens verwijderd houden en geen bepalingen te-gen krenking daarvan in he Strafhoek opnemen, omdat die van den een even heilig zijn als die van den anders. Het wetsontwerp aanvaardend, plaatste de Katholieke spr., de heer T e u 1 i n g s, zich evenwel op een ander standpunt dan dat waarvan het wetsontwerp, bij de con structie van den rechtsgrond tot strafbaar heid van de godslastering, uitging. De heer Teulings beriep zich op de belangrijke praeadviezen der „Vereeniging tot het Be vorderen van het Beoefenen der Weten schap onder de Katholieken in Nederland", uitgebracht door prof. mr. Duinstee C.S.S.R. en mr. dr. F. A. Bijvoet. Evenals dezen ver wierp hij in een Staat, die gebaseerd is op den grondslag van godsdienstvrijheid en -gelijkheid, een regeling, die slechts moge lijk is, wanneer de Staat het als zijn taak beschouwt den godsdienst te verdedigen. Tegelijkertijd echter achtte hij voor sen strafbepaling tegen godslastering wel een anderen grondslag aanwezig dan alleen de verdediging van de openbare orde, rust en veiligheid. De godsdienst toch is, op grond van zijne maatschappelijke werking, een staatsbelang. Dit komt ook tot uitslag in verschillende bepalingen onzer wetgeving. Wanneer nu de godslastering strafbaar wordt gesteld, dan kan dit geschieden op grond van dit karakter, dat de godsdienst voor den Staat heeft. Daarmede is niet gezegd, dat de godsdienstige gevoelens al leen maar voor den Staat een andere be- teekenjs zouden hebben dan andersoor tige, ethische, politieke of socialo gevoelens. Integendeel, ook voor de afzonderlijke per sonen hebben zij een andere bcteekenis; en daarom is het ook te verdedigen, dat krenking van deze gevoelens op een an dere wijze wordt behandeld dan krenking van die andersoortige gevoelens. Het was misschien moeilijk, zeide spr., voor een niet-godsdienstig mensch om dit te begrij pen. Doch met een beroep op hetgeen de heer Maenen bij een vorige gelegenheid had gezegd, toonde hij aan, dat de gods dienstige gevoelens voor don godsdiensti gen mensch een geheel aparte beteekenis hebben, welke van geheel anderen aard t«, dan de beteekenis, die de bedoelde ander soortige gevoelens voor hunne dragers heb ben. Met een beroep op de jongste encycliek des Pausen betoogde spr. tenslotte, dat de godsdienstige gevoelens in het maatschap pelijke leven tot uiting moeten komen ook door het aanwenden van natuurlijke mid delen tot maatschappelijke verbetering, waardoor de godsdienst meer toegangelijk voor de menschen moest worden gemaakt. Dit laatste was ook een antwoord aan hetgeen de heer van der Heijden had ge zegd over de tegenstelling tusschen gods dienst en maatschappelijke feitelijkheid. En het was tevens een antwoord bij voor baat op de rede van den heer W ij n k o o p, die natuurlijk, met een beroep op Lenin, in den godsdienst niets anders zag dan een middel om het klassebelang der kapitalis ten te beschermen en in dit wetsontwerp een poging om daartoe mede te werken. Morgen worden de debatten voortgezet. NED. BOTERINVOER IN DU ITSCHLAND. Te Berlijn acht men het oogenblik voor onderhandelen slecht gekozen. De commissie van Nederlandsche onder handelaars, die zooals minister Verschuur in de Tweede Kamer heeft medegedeeld, naar Berlijn is vertrokken, is in de Duit- bche hoofdstad gearriveerd. Zij bestaat uit den administrateur van Financiën Ries, den directeur-generaal van Handel en Nij verheid Hirschfeld en den hoofdambtenaar bij de directie van den Landbouw Bont huis. De Nederlandsche regeering heeft aan het Duitsche gouvernement voorstellen doen toekomen tot wijziging van de be staande Duitsceh regeling voor den invoer van boter. De Duitsche regeering overweegt deze voorstellen, maar is nog niet tot een conclusie gekomen. Men moet in het oog houden, dat het moment van onderhande lingen te voeren ongelukkig valt Het is de Duitsche regeering uiterst moeilijk om wijziging in haar handelspolitiek te bren gen, alsvorens de conferentie van Lausan- na. achter den rug is. De Duitsche Rijks- kanslier heeft in zijn laatste groote Rijks dagrede spontaan verklaard, dat hij het initiatief zou nemen om wijziging te bren gen in de tegenwoordige abnormale han delstoestanden, zoodra te Lausanne een bevredigende oplossing voor het reparatie- vraagstuk zou zijn verkregen. Er komt nog bij, dat de besprekingen over de reorgani satie van het Duitsche kabinet volop aan den gang zijn. Het Rijksweerministerie is nog altijd niet opnieuw bezet, en in het bij zonder staat de minister van Landbouw, Schiele, aan zulke scherpe aanvallen bloot, dat velen, waarschijnlijk ten onrechte, zijn positie als bedreigd beschouwen. De Nederlandsche voorstellen tot verbe tering van den Nederlandschen boterexport hebben betrekking op twee punten; zooals de minister reeds in de Kamer heeft ge zegd, onderhandelt men over de beschik baarstelling van voldoende deviezen om de betaling der Duitsche koopers omgelijk te maken. Geen regeling kan bevredigend wer ken, indien de Duitsche koopers niet in de gelegenheid worden gesteld om hun Neder landsche leveranciers te betalen. Wel is waar wordt van Nederlandsche zijde be toogd, dat Duitschland tegen gemakkelij ker voorwaarden deviezen voor den export van boter ter beschikking kon stellen en er wordt zelfs een clearing overwogen, maar anderzijds is het evident, dat de kwestie der buitenlandscho betaalmiddelen het kernpunt der Duitsche economische moei lijkheden vormt. Men acht het bijna uitge sloten, dat een regeling kan worden ge troffen, die Nederland ten volle bevredigt, alvorens de internationale situatie opgehel derd is. Het tweede punt, waarom do Nederland sche klachten draaien, is het tegenwoor dige Duitsche systeem van contingentee- ring. Zooals bekend, mag Nederland slechts 5000 ton boter tegen verlaagd tarief in Duitschland invoeren, hoewel het in 1930 een boterexport van 28.000 ton en in 1931 van 16.000 ton naar Duitschland had Het oorspronkelijk aan Finland toegestane contingent van 5000 ton dekte den geheelen uitvoer van Finland, maar voor ons is dit cijfer veel te laag. Tot dusver is men in Duitschland njet be reid geweest, wijziging in het contingentee- ringssysteem te brengen Niettemin neemt ook in Duitschland zelf de oppositie tegen de bestaande bepalingen sterk toe Onge twijfeld zal met verloop van tijd wijziging in de huidige Duitsche bepalingen worden gebracht. Het is echter zeer dc vraag, of wij daaruit voordeel zullen trekken. In Duitsche regeeringskringen acht men de opheffing van den valutatoeslag voor lan den met een gedepreciecrd betaalmiddel meer urgent dan de wijziging der contin genten. BUITENLAND. Na het schandaal in den Pruissischen Landdag. Botsingen tusschen nazi's en communisten te Berlijn. (2de Blad). Directe onderhandelingen tusschen Frankrijk en Amerika inzake de ontwa pening? (2de Blad). BINNENLAND. Invoer in Frankrijk van levende planten, enz. (lste blad). De Nederlandsch-Duitsche handelsbe trekkingen. (lste blad). LEIDEN. Actie voor vierlaging bundergeld van Rijnland, (lste blad). Valt. dc valutatoeslag weg, dan zal Ne derland een moeilijken concurrentiestrijd tegen Denemarken, dat in 1930 44.000 ton en in 1931 30.000 ton boter naar Duitsch land exporteerde, moeten voeron. Het wreekt zich sterk, dat de export van Neder landsche boter naar Duitschland velo jaren verkeerd is geleid. Men heeft zich in Ne derland stoeds beperkt tot het exportccren van boter naar West-Duitschland, terwijl te Berlijn nooit een noemenswaardige afzet van dit Nederlandsche product bestond. Nederland heeft den Denen steeds het mo nopolie te Berlijn gelaten. Indien Denemarken met zijn gedepreci- eerde valuta den thans bestaanden toeslag van 36 Mark per ton niet meer heeft te be talen, dan zal dit voor den Nederlandschen export, een nieuwe moeilijkheid beteekonen. „Tel". WIT-GELE KRUIS. Jaarvergadering te Haarlem. Woensdagmiddag werd in gebouw „Bt. Bavo" te Haarlem de jaarvergadering ge houden van de Diocesane Federatie van het „Wit-Gele Kruis" in het bisdom Haarlem. De voorzitter van de Diocesane Fede ratie, dr. J. L. B. Gribling, opende de vergadering met den christolijken groet en een hartelijk welkomstwoord, speciaal tot eenige nieuw aanwezige afdeelingpn. Uit het jaarverslag van den secretaris- penningmeester bleek, dat de provinciale bonden gunstig werken. De Zeereerw. heer rector K. F. Elsen- broek, geestelijk propagandist der Fede ratie, mocht voor hot door hem uitge brachte verslag hartelijken dank inoog- sten. Blijkens het verslag van hot Bakerbu reau te Haarlem, hoeft dit zeer goed aan zijn doel beantwoord. De voorzitter sprak de hoop uit, dat hot bureau, zijn werk zaamheid ook zal uitstrekken naar het Zuiden van het bisdom. De leidster van het Bakerbureau als mede die van de baker- en mocdcreurRiis- sen, welke laatste in Noord- en Zuid-Hol land resp. in getallen van 24 en 16 zijn gegeven en omstreeks 1200 cursisten heb ben geteld mochten beiden zeer waardee- rende woorden voor haar activiteit in ont vangst nemen. I Bij de bespreking over de opleiding j van kraamverzorgsters bleek zeer duide- j lijk de wenschelijkheid, dat vooral in do i groote steden van het bisdom gelegen heid zal worden geschapen tot opleiding in katholieke sfeer van meisjes, die kraamverzorgster willen worden. De voorzitter toonde dan uitvoerig aan het belang dat er in gelegen is, dat de wijkverpleegsters ook het diploma voor zuigelingen bescherming bezitten, j Voorts sprak de voorzitter een propa gandistisch woord over de Diocesane Vereeniging voor Eerste Hulp bij Onge lukken, en hij spoorde de leden aan, te trachten, dat deze vereeniging spoedig meer afdeelingen dan de zes in de groote steden zal hebben. Bij de bestuursverkiezing werden de periodieke aftredende heeren J. Soheeren te Lutjebroek en H. C. van Vclzon te i Poeldijk als leden herkozen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1