UIT DE RADIO-WERELD IV. I.E.i.C.0. Klare 104-TEL. 1 HEEREN BAAI WEEKEND LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 21 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 Programma's voor Zondag 22 Mei. Huizen, 1875 M. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Orgelspel door F. Marx. 9.15 Kerkdienst uit de Ned. Herv. kerk te Bussum. Hierna Vervolg orgelspel. 12.15 Sextetconcert. 1.30 Lezing. 1.55 Gramofoonpl 2.10 Lezing. 2.30 Koor- en orkestconcert. 4.30 Zieken halfuur. 5.00 Kerkdienst uit de Nwe. Zuiderkerk te Den Haag. Hierna Zang door Geref. Evang. Zangkoor o. I v. S. P. Blom. Orgel: C. Vos. 7.45 Lezing. S.10 Lezing. 8.19 Orkestconcert. 9.15 Vaz Dias. 9.30 Zang en piano. 9.50 Orkestconcert. 10.40 Epiloog. Hilversum, 296 M. 8.15 Gymnastiekles. 9.00 Postduiven- en Voetbalnieuws. 9.15 Tuinbouwhalfuur. 9.30 VAR A-orkest o. L v. H. de Groot. 10.00 Voordracht door M. Beversluis. 10.20 Vervolg VARA-orkest. 11.00 Uit Zürioh: Ontwapeningsconferen tie der Öoc. Arbeiders Internationale. 11.30 VARA-strijkorkest. 12.00 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep en Gramofoonpl. 2.00 Boekenhalfuur. 2.30 Kamermuziek door het Helmann- kwartet. 3.00 „Salto-mortale", hoorspel van Georg en Kober. Vertaling: G. Czopp. 4.30 Gramofoonpl. en Vaz Dias. 5.00 Kinderuur. 6.00 Boekbespreking door dr. K. F. Proost. 6.30 Orgelconcert door A. v. <L Horst. 7.00 Albert Schweitzer over J. S. Bach. 8.00 Concertgebouw-orkest o. L v. E. v. Beinum. Theo v. d. Pas (piano). 0.a., 2de pianoconcert, Rachmaninow. 9.00 Zangdeclamatie met luitbegel. door Marietta Serlé. 9.20 Kovaos Lajos en zijn orkest. Refrein zang: B. Scholte. 10.00 „De klapekster", blijspel van René Benjamin. 10.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. 11.1012.00 Gramofoonpl. Da 11 r y, 1554 M. 10.5011.05 Tijdsein, Berichten. 3.20 BBC-Theater-orkest o. L v. L. Wood- gate. 4.20 Bijbellezing. 4.35 BBC-orkest o. 1. J. Lewi® m. m. v. H. Thomas (sopraan). 5.50 Cembalo-recital door A. Ehlers. 6.306.50 Voor de kinderen. 8.20 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Berichten. 9.25 Radio-Militair-orkest o. 1. v. P. G. O'Donnell. M. m. v. Cedric Sharpe (cel lo). O-a. Ouv. „Sicilianische Vesper", Verdi en „Scenes alsaciennes", Massenet. 10.50 Epiloog. „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 8.05 Gramofoonpl. 12.40 Religieuse muziek. I.203.20 Gramofoonpl. 6.058.20 Gramofoonpl. 8.20 Concert o. 1. v. M. André. 0.a. Pas des fleurs, Delibes. Kalundborg, 1153 M. 12.501.50 Omroeporkest o. 1. v. L. Grön- dahl. 3.205.20 Omroeporkest o. L v. Reesen. M. m. v. E. Nielsen (piano). 8.20 Uitzending, gewijd aan Oslo. M. v. orkest, koor en solisten. II.2012.50 Dansmuziek o. L v. Teddy Petersen. Langenberg, 473 M. 7.208.35 Hamburger Havenooncert. 11.50 Back-cantate. 1.202.50 Concert o. 1. v. Wolf. 4.506.20 Concert o. 1. v. Eysoldt. 8.20 Operette „Das verwunschene Sch-losz' met muziek van C. Millöcker. Regie: An- lieisser. Dirigent: Kühn. Hierna tot 12.20 Dansmuziek o. 1. v. Eysoldt. Rome, 441 M. 8.25 Gramofoonpl. 9.05 Operette „De kuiscke Suzanua" tan J. Gilbert. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl. 12.50 Orgelconcert. 1.20 Zangvoordracht. 1.-10 Gramofoonpl. 5.20 Concert o. 1. v. Fr. André. 6.20 Gramofoonpl. 8.20 Piano-recital door Suz. de Meyere. 8.50 Gramofoonpl. 9-2011.20 Concert uit de Memline-zaal te Antwerpen. 338 M.12.20 Orgelconcert. 1.00 Zang en Piano. 1.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert uit Antwerpen. 6.35 Gramofoonpl. 8.20 Concert o. 1. v. Fr. André. O.a. El Ca- pitan, marsch, Sousa en Gioconda-ballet, Ponchielli. 10.2011.20 Concert uit Antwerpen. Z e e s e n, 1635 M. 8.20 Operette „Don Cesar" van Wallace Walt-her. Muziek van R. Dellinger. 10.20 Berichten en hierna tot 12.50 Dans muziek door Egon Kaiser's orkest. Programma's voor Maandag 23 Mei. Huizen, 1875 M. Uitsluitend NCRV-Uitz. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gramofoonpl. 10.30 Ziekendienst. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30 Gramofoonpl. 12.30 Orgelconcert Jan Zwart. 2.00 Gramofoonpl. 2.45 Causerie over gezinsvoeding. 3.153.45 Knipcursus. 4.00 Ziekenuur. 5.00 Gramofoonpl. 5.30 Chr. Liederenuurtje door Joh. de Heer. 6.30 Vragenuur. 7.30 Politieberichten. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert door de HOV o. L v. F. Schuurman, m. m. v. Dameszangkoor o. 1. L. La-uenroth, o-a. Siegfried-idylle, Wagner. i.OO Causerie door Johs. Visser. i.3010.30 Vervolg concert, o.a. Ouv. Mannfred, Schumann, ca. 10.00 Vaz Dias. 10.3011.30 Gramofoonpl. Hilversum, 296 M. Algemeen programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek. 10.30 Voordracht. 11.00 Orgelconcert door P. v. Egmond, Jeanne de Ruyter (zang). 12.002.15 AVRO-kamerorkest o. 1. v. L. Schmidt, m. m. v. Boris Lensky (viool) en Egb. Veen (piano). 2.30 Causerie over Rossini door Max Tak. 3.30 Franz Osenegg en zijn orkest. 4.30 Kinderuur. 5.30 Kovaos Lajos en zijn orkest. Refrein- zang: Bob Scholte, m. m. v. Annie Prins (zang), Pierre PalLa (orgel) en gramofoon- platen. 7.00 Boekenhalfuur. 7.30 „The Three Hawkcourts" (acoordeon). 8.00 Fransche operettemuziek. Omroep orkest o. 1. v. N. Treep, m. m. v. Grethe Weynschenk-Hogenbirk (sopraan), o.a. uit „Orphée aux enfers", Offenbach. 8.45 Kon. 's Hertogenboeoh Mannenkoor o. 1. v. P. Kallenbach. 9.00 Vervolg ooncert. Weensche operette muziek, o.a. uit „Der Bettelstudent", Mil löcker en „der Graf von Luxemburg", Le- har. 9.45 Vervolg Mannenkoor. 10.00 Vaz Dias. 10.10 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep, o.a. Beim Walzerkönig Strauss, potp. Weber. 11.0012.00 Gramofoonpl Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein en berichten. 12.20 Semi-klassiek concert. Het British Strijkkwartet en D. Aspinelli (piano). I.05 Commodore Grand Orkest. 2.20 Gramofoonpl. 2.45 Voor de scholen. 4.05 Concert Y. Morris (cello) en H. Phil lips (piano). 4.35 Moschetto's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.50 Mozart's Pianovariatiee door Mauri ce Cole. 7.10 Boekbespreking. 8.20 Concert. A. Catterall (viool) en V. Hely-Hutckinson (piano). 10.00 „The Poacher", comedie van J. O. Francis. 10.45 Gershom Parkington Kwintet, o.a. Ronde, Weber. II.2012.20 Dansmuziek, Ambrose's Blue Lyres (en eventueel Nagtegalenzang). „R a d i o-P a r i s", 1725 M. 8.05 en 12.05 Gramofoonpl. 8.20 Ooncert „Beethoven" van René Fau- chois (muziek van Beethoven). Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Concert uit het Palace-hotel. 3.103.40 Gramofoonpl. 3.505.50 Radio-orkest o. 1. v. Gröndahl. 8.20 Fransche muziek o. 1. v. Reesen, o.a. Mazurka uit Coppelia, Delib©6. 10.20 Deensche muziek (Strijkkwartet en zang). Langenberg, 473 M. i 7.257.50 Gramofoonpl. 7.508.20 Concert uit Stuttgart. 11.4012.20 Gramofoonpl. 1.202.50 Concert uit Düsseldorf o. L v. R. Zürn. 5.206.35 Solistenconcert (tenor, viool en piano). 8.20 Werag-kleinorkest o. 1. v. Eysoldt, o.a. Donauwellen, wals, Ivanovici en Redetz- ky^marsch, Strauss. In de pauze: Radio- tooneel. 10.35—12.20 Concert door de kapel T. Ilescu. Rome, 441 M. 8.20 Orkestconcert. 9.20 Concert aangeboden door de Itala- Americana Petr. Co. 10.3011.15 Lichte muziek m. m. v. or kest en solisten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Max Alexys' orkest. 5.20 Dansmuziek uit hotel Atlanta. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Viool-recital door Mairice Baskin. 9.20 Concert o. 1. v. K. Walpot m. m. v. A. Crabbé (bariton), o.a. Wein, Weib und Ge- sang, Strauss, en Argentijnsche liederen door bariton. 338 M.: 12.20 Trio-concert. 5.20 Concert o. 1. v. Walpot. 6.20 en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert o. 1. v. Meulemans, o.a. Syni- phonie pathétique, Tschaikowsky. 8.05 Radio-tooneel. Niet alleen Radio-toestellen, maar ook DEFECTE LUIDSPREKERS BE worden door ons vakkundig en tegen billijke prijs gerepareerd 9.50 Vervolg ooncert, oa. Urendans, Pon chielli. 10.3011.20 Concert o. 1. v. Walpot. Zie 508 M. Z e e s e n, 1635 M. 8.20 Militair ooncert o. 1. v. Engelke en Heuer. 9.35 „Schlc-sisohe Hochzoit im Mai", met muziek van Karl Sczuka. 10.40 Lezing en berichten. 11.20—12.20 Concert uit München o. 1. v. Erich Klosz. EEN GESCHIEDENIS UIT HET VERRE OOSTEN. Voor het baksteenen huisje in de Sze- sohuan Road, dat als militaire gevangenis dient staat een Chineesch gezin. Een vrouw en 4 kinderen van 5 tot 14 jaar. Majoor Toresdale kent ze wel, het is het gezin van den koopman Kwan-Sen. Zwijgend en bescheiden staan zij daar. Zij groeten hem niet. Zij klagen en jamme ren niet. Zij doen goen pogingen den Brib- schen officier over te halen hun den echt genoot en vader weder te schenken. Zwij gend en rustig waohten zij voor de gevan genis. Een zinnebeeld van het Chineesche volk dat eeuwenlang gelaten hongersnood, over strooming, oorlog, plundering en verdruk king draagt, moet Majoor Toresdale on willekeurig bij zich zelf denken. In de kamer welke hem als arrestlokaal aangewezen is, staat de koopman en mili tie-soldaat Kwan-Sen bij het binnentreden van Toresdale beleefd op en salueert, niet met de machinale beweging van den on dergeschikte, die een militaire plicht ver vult, maar vertrouw vol en vriendelijk. Majoor Toresdale knikt hem toe en geeft met zijn wandelstokje een tik tegen zijn hooge laarzen. „Ik moet u voor den krijgsraad voeren Kwan-Sen. Beschouw het als een teeken van bijzondere welwillendheid dat ik u zelf opzoek om tevoren nog een woord met u te spreken". Kwan-Sen maakt zwijgzaam een buiging en de majoor zet zich met uitgespreide beenen op het tabouretje, de eenige gele genheid om te zitten. Luister eens Kwan-Sen. Gij zijt een wijs en verstandig man. Niemand van ons ver oordeelt u. Alle leden van de militaire rechtbank begrijpen uwe handelwijze". Kwan-Sen lacht even. „Waarom zoudt u dat ook niet, edele heer. Het kan toch gen onrecht zijn, dat ik niet tegen mijn broeders vechten wil". „Mijnheer", vervolgt de Chinees op half- luiden toon, als de Engelschman onbehaag lijk zwijgt: „ik woon hier nu reeds sedert 15 jaar in de concessie. Iedereen kent mij als een eerlijk man. Onze voorvaderen heb ben eenmaal deze ooncessie en de blanke duivels vergeef mij mijnheer gehaat.. Wij weten echter sinds lang, dat gij men- sohen zijt zooals wij en dat gij ons geen kwaad wilt. Daarom stel ik mij ook vol vertrouwen voor de hooge heeren, die thans mijn rechters zijn". Majoor Toresdale kucht een paar maal en neemt dan een vast besluit: hij wil thans recht op zijn doel af. „Zooals gezegd, Kwan-Sen, niemand wil u kwaad doen. Alleen uwe eigenhm onvoorzichtigheid is er de schuld van dat wij thans een vonnis over u moeten uitspre ken. Het ligt maar aan u zelf om ons in de mogelijkheid te stellen u vrij te spre ken. U zult, wanneer men u ondervraagt, verklaren, dat u niet de bedoeling had, naar de Kantontroepen te gaan en dat de woorden, die u tegenover uw luitenant gebezigd hebt en waarom u aangeklaagd zijt op een misverstand rusten. Dan zal, dat garandeer ik u, de militaire rechtbank u vrijspreken en u zult naar huis kunnen gaan, naar uw vrouw en kinderen, die bui ten op u wachten". Majoor Toresdale is er van overtuigd, dat bij hier iets doet, wat niet in overeen stemming is met zijn plicht als officier en zeker xuet met zijn plichten als lid van de militaire rechtbank. Maar wat drommel! Deze Chinees is dom genoeg, om voor het gerecht de waarheid der aanklacht te bevestigen. Volgens de krijgswetten staat op verraad en muiterij de dood. Maar men kan toch den armen kerel niet dood laten schieten! Een poos is het stil tussclien beide man nen. Kwain-Sen heeft het hoofd gebogen en diepe groeven vertoonen zich op zijn voorhoofd. „U begrijpt me toch, Kwan-Sen?" gaat de majoor voort, als er geen antwoord komt. „U gaat natuurlijk uit het leger, blijft voorloopig rustig thuis en gaat uw zaken na. Later, wanneer er wat grac over deze zaak gegroeid is, kunt u doorgaan en.... doen wat u wilt". Langzaam heft Kwan-Sen het hoofd op, Zijn stem klinkt gedempt en bescheiden als altijd. „Waarom zou ik liegen, mijnheer? Ik ben toch in mijn recht? Uw groot verstand heeft dat reeds lang ingezien, anders had ik niet het geluk hier in uwe tegenwoor digheid te mogen ademen. U veroordeelt immers zelf de rooftochten der zonen van Nappou, die onze huizen in brand steken en mijne broeders en zusters met hunne granaten en bommen verscheuren. Uwe kranten schrijven het, uwe soldaten en ma trozen zeggen het, in alle clubs spreekt men erover. 'En gij zegt ook, dat ieder Land het recht heelt, zich tegen roovers te ver weren. Wanneer uw eigen verheven land aangevallen werd „Daar is hier goen sprake van", onder breekt Majoor Forcsdale zijn woorden, ter wijl hij opstaat, „het gaat hier uitsluitend over u, Kwan-Sen. Denk eens aan uw ge zin! De Japanscho opperbevelhebber wil uwe veroordeeling cn u woet wat dat ho- teekent. U zult gefusilleerd worden. Nie mand kan u daarvan redden, tenzij gij zelf indien gij doet, wat ik u zag". De Majoor komt vlak voor den Chinees staan en legt de hand op zijn schouder. „Wees verstandig, Kwan-Sen. Begrijp het toch goed. Wij willen u immers vrij spreken. Wij wachten er slechts op, dat u er ons voor in de mogelijkheid stelt. Al lenbehalve de.... commandajit". Ma joor Foresdale bijt zich op de lippen. Bij na ha-d hij gezegd: „behalve dezen damned Jap". Kwan-Sen maakte een diepe buiging. Het vreemde dat hij door een langdurig ver keer met Europeanen in taal en houding aangenomen heeft, valt van hem af. Hij is weer geheel en al oen Zoon van het Gele Rijk. Hij keert weer terug tot de bloemrijke taal der vaderen. „Mijn armzalig verduisterd verstand ver mag niet de stralen uwer wijsheid te vol gen verheven heer. Maar grenzeloos is mijn vertrouwen tot de stralende rechtvaardig heid der verheven en machtige heeren, voor wie u mij voeren zal". Majoor Toresdale gaat zwijgend heen. Hij heeft lang genoeg in China gewoond om te weten dat deze dubbelzinnige taal niet meer of minder beteekent dan een de finitief, onherroepelijk neen. Deze stijf hoofdige Chinees wil zijn leven niet door een leugen koopen. „Nu durft men nog te zeggen, dat de Chineezen leugenaohtig en onoprecht zijn", bromt Toresdale, terwijl hij buiten in zijn auto stapt en de wacht bevel geeft den gevangene naar de gevangenis van het ge rechtshof te brengen, „deze Kwan-Sen ge draagt zich als de duivel moge me ha len als een gentleman!" Met een flinke vaart vertrok de majoor. Zwijgend en star vólgen hem de oogen der Chineezen en der wachtende kinderenrus tig vol vertrouwen. De vader zal terugkee- ren. Do blanke heeren zijn goed en recht vaardig. 's Morgens in de vroegte zal het vonnis voltrokken worden. Natuurlijk zullen de of ficieren der militaire rechtbank een verzoek van gTatie indienen, aan.... ja, aan wien? Er bestaan geen heerschers, geen hoogere instantie hier. De eenige mogelijkheid is, de consulaten en gezantschappen te ver- zooken langs diplomatischen weg de noo- dige stappen in Tokio te doen, zoodat mis schien van daaruit een druk uitgooiend wordt op admiraal Nag&kumaika. Maar hoe lang duurt dat.En niemand kan zeggen of Nagakumaika over te halen is de exeoutie op te schorten. Doch 's avonds, als de Engeleohe wacht voor de gevangenis door Japansche solda ten afgelost is, wordt er zachtjes aan de deur van Kwan-Sen geklopt. Er staat een Japanach marinesoldaat in marschtenue, met geweer en patroontasoh. Lachend wenkt hij den Chinees, lachend voert hij hem door de stille straten. Boven Tchapei staat een brandwolk. Maohinegeworen knetteren in de verte Daar waar de straten der concessie in de Chineezenstad uitmonden, staan Sohot- sche fuseliers en Amerikaansche matrozen op wacht met het geweer in aanslag ach ter prikkeldraad en zandzakken. De Ja- panner sluipt in een boom om hen heen, voert zijn gevangene naar een duistere plek, waar tusschen twee voortuintjes een smalle, onbewaakte doorgang is. Verbaasd staart Kwan-Sen den wachter in het ge zicht. Hier is toch geen executie-plein? geen executietroepZal hij dan niet ge fusilleerd worden? Secondenlang boren de oogen der beide mannen zich in elkander, vier Aziatische oogen. Dan zegt de Japanner zachtjes: „Loop!" En voegt er de spreuk van zijn volk aan toe: „Mimai, kitumai, sakutamai! Ik zie niets, ik hoor niets.... ik zeg niets". Een voorbijglijdende schaduw.... Kwan- Sen verdwijnt achter het prikkeldraad in het gewoel der Chineezenstad. Wanneer een Europeaan hierbij tegen woordig geweest was, dan had hij in dit oogenblik voor de eerste maal kunnen zien hoe een Japanner niet lachte. ECHTE FRIESCHE 20 SO per on» e en geurige rooktabak, f SLEEPDIENST. Dit is geen verhaal van een beurt schipper, ook niet van een bodedienst op Amsterdam en nog minder van een garage met oen kraanwagen voor ver ongelukte auto's, al zou bovenstaande titel ook zulks doen vermooden. Neen, dat is het verhaal van een ko ningszoon, die ondanks onzen democra- tischen tijd nog altijd een romantische atmosphecr verspreiden, vooral als zij rondwandelen in een onmogelijko soep jurk, die meer op een baal vodden ge lijkt dan op een koningsmantel van Emir Feisal. Want dit is liet verhaal van Emir Feisal, die nu juist gedurende de laatste week door Holland is gesleept met heel zijn aanhang, allemaal gekleed als do broeders van Joseph in Vondel's „Jo seph in Dotlian". Do emir zelf had nog de meest uit- sprekelijke naam, zijn gevolg bestond uit Z. E. Foead Bey Hanza, onderko ning van Hedjas (als u goed nieet. hebt u de juiste uitspraak). Mijnheer Sjaher Samman en Mijnheer Khated Bey el Ayoebi. Zij hebben onze vliegvelden ge zien en Amsterdam en zijn toen naar den Haag gesleept, waar zij eerst aan de Koningin een bezoek hebben ge bracht. Wat zal ik er nou van zeggen. Vandaag komt hier Emir Feisal en morgen de zoon van Lloyd Georgo en overmorgen de kroonprins van Albanië. Dat is wel leuk. Ik vind het óók wel aardig als ik een prins tegenkom, wan delend in een Egyptisch gewaad. Dat zijn de vreugden van ons leven. Kleine vreugden slechts, maar die moeten er ook zijn. Als je vooraan in de rij staat, als zoo'n prins uit Egypte je voorbij rijdt en hij kijkt je toevallig aan, nou ja, dat kan een ander nou koud laten, maar dan voel je toch ie te. Net of jo zelf zóó uit Egypt o bont gekomen. Zoo'n land heeft dan in eens geen geheimenissen meer voor je. Door die blik van den Prins. Dat is zooiots als televisie of draadlooze telcgraphie. Dat begeestert je, tot de emir weg is. Dan ben je ineens weer gewoon, weer Nederlander. Dan ben je Egyptenaar af. En daarom ben ik naar het Wosl- broekpark gegaan. Daar was de Emir ook. Daar zag hij een stukje van onze koloniën en daar voelde hij zich natuurlijk beter thuis dan tusschen al die mensohen in brook, jas en vest. De emir wilde weer eens iets anders zien dan die ongepaste Europeesohe kleedij. En daar heeft hij in een doftig boek zijn indrukken ncergesohroven. Dat heb ik gezien. Hij schreef precies als een kind van vier jaar allerlei krabbeltjes zet op een stukje papier. Heel raar. Haaltjes, streep jes en krassen. Tot hij het genoeg vond. Er was toch niemand, die hot lezon kon. Ik heb het gezien en ik kreeg zoo den indruk dat hij het zelf ook niet meer kan lezen. Maar het was toch indrukwekkend. En nu ie hij weer weg. Naar Berlijn, waar hij de Duitschers in vuur cn vlam zet met z'n soepjas en z'n Arabische hanepooten. En wij wachten weer op een ander sleepie DANIëL. NIEUWE HARING. Gisteren werden aangevoerd. Eerste hooper te Vlaardingei de eerste nieuwe Hollandsche holmaatjcM de firma W. Kwakhelslein. aldaar. Daar is voor ieder die het kent, Onwetende of wijze, Daar is voor ieder consument Een kostelijke spijze. Voor 't eten van die lekkernij Is altijd een verklaring Wie laat naar huis toe ging, at ci, Maar liever nieuwe haring. En al te late wand'laar rukl^ Het harinkie in tweecn, Dus is de haring 't schoonst product Van onze wijde zecen. De haring in zijn element En opgegroeid in water, Bestrijdt nog in zijn laatste end, Gestorven reeds, een kater. (Courantenbericht). Tk denk aan Willem Bcukelszoon, Die door zijn haringkaken, Een lang bestaan en hoogcr loon Wist mogelijk te maken. Columbus hardgekookte ei, Was hier ook de verklaring En sinds dien datum eten wij Gemarineerde haring. De haring wordt verkocht per stuk, Per ton en ook per maatje; Da's maatjesharing. Wij zijn tuk Op 'n heerlijk haringslaatje. Heel Holland profiteert ervan, Zoolang 't bestaan zal duren, En als 't met nieuwe niet meer kan Dan eten wij nog zure. O, haring, daarom wil 'k jouw roem Hier wijd cn zijd vermelden, Wil dus het kwaad, dat wij jou doen Maar niet met kwaad vergelden. Want als ik laat naar huis toe kwam, Dan is dit mijn ervaring, Dat 'k nuchter werd, wanneer ik nam Een vette, nieuwe haring. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7