UIT DE RADIO-WERELD
IV. I.E.i.C.0. Klare 104-TEL. 1
HEEREN BAAI
WEEKEND
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 21 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
Programma's voor Zondag 22 Mei.
Huizen, 1875 M.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Orgelspel door F. Marx.
9.15 Kerkdienst uit de Ned. Herv. kerk
te Bussum. Hierna Vervolg orgelspel.
12.15 Sextetconcert.
1.30 Lezing.
1.55 Gramofoonpl
2.10 Lezing.
2.30 Koor- en orkestconcert.
4.30 Zieken halfuur.
5.00 Kerkdienst uit de Nwe. Zuiderkerk
te Den Haag. Hierna Zang door Geref.
Evang. Zangkoor o. I v. S. P. Blom. Orgel:
C. Vos.
7.45 Lezing.
S.10 Lezing.
8.19 Orkestconcert.
9.15 Vaz Dias.
9.30 Zang en piano.
9.50 Orkestconcert.
10.40 Epiloog.
Hilversum, 296 M.
8.15 Gymnastiekles.
9.00 Postduiven- en Voetbalnieuws.
9.15 Tuinbouwhalfuur.
9.30 VAR A-orkest o. L v. H. de Groot.
10.00 Voordracht door M. Beversluis.
10.20 Vervolg VARA-orkest.
11.00 Uit Zürioh: Ontwapeningsconferen
tie der Öoc. Arbeiders Internationale.
11.30 VARA-strijkorkest.
12.00 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep en
Gramofoonpl.
2.00 Boekenhalfuur.
2.30 Kamermuziek door het Helmann-
kwartet.
3.00 „Salto-mortale", hoorspel van Georg
en Kober. Vertaling: G. Czopp.
4.30 Gramofoonpl. en Vaz Dias.
5.00 Kinderuur.
6.00 Boekbespreking door dr. K. F.
Proost.
6.30 Orgelconcert door A. v. <L Horst.
7.00 Albert Schweitzer over J. S. Bach.
8.00 Concertgebouw-orkest o. L v. E. v.
Beinum. Theo v. d. Pas (piano). 0.a., 2de
pianoconcert, Rachmaninow.
9.00 Zangdeclamatie met luitbegel. door
Marietta Serlé.
9.20 Kovaos Lajos en zijn orkest. Refrein
zang: B. Scholte.
10.00 „De klapekster", blijspel van René
Benjamin.
10.30 Kovacs Lajos en zijn orkest.
11.1012.00 Gramofoonpl.
Da
11 r y, 1554 M.
10.5011.05 Tijdsein, Berichten.
3.20 BBC-Theater-orkest o. L v. L. Wood-
gate.
4.20 Bijbellezing.
4.35 BBC-orkest o. 1. J. Lewi® m. m. v.
H. Thomas (sopraan).
5.50 Cembalo-recital door A. Ehlers.
6.306.50 Voor de kinderen.
8.20 Kerkdienst.
9.05 Liefdadigheidsoproep.
9.10 Berichten.
9.25 Radio-Militair-orkest o. 1. v. P.
G. O'Donnell. M. m. v. Cedric Sharpe (cel
lo). O-a. Ouv. „Sicilianische Vesper", Verdi
en „Scenes alsaciennes", Massenet.
10.50 Epiloog.
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
8.05 Gramofoonpl.
12.40 Religieuse muziek.
I.203.20 Gramofoonpl.
6.058.20 Gramofoonpl.
8.20 Concert o. 1. v. M. André. 0.a. Pas
des fleurs, Delibes.
Kalundborg, 1153 M.
12.501.50 Omroeporkest o. 1. v. L. Grön-
dahl.
3.205.20 Omroeporkest o. L v. Reesen.
M. m. v. E. Nielsen (piano).
8.20 Uitzending, gewijd aan Oslo. M.
v. orkest, koor en solisten.
II.2012.50 Dansmuziek o. L v. Teddy
Petersen.
Langenberg, 473 M.
7.208.35 Hamburger Havenooncert.
11.50 Back-cantate.
1.202.50 Concert o. 1. v. Wolf.
4.506.20 Concert o. 1. v. Eysoldt.
8.20 Operette „Das verwunschene Sch-losz'
met muziek van C. Millöcker. Regie: An-
lieisser. Dirigent: Kühn. Hierna tot 12.20
Dansmuziek o. 1. v. Eysoldt.
Rome, 441 M.
8.25 Gramofoonpl.
9.05 Operette „De kuiscke Suzanua" tan
J. Gilbert.
Brussel, 508 en 338 M.
508 M.: 12.20 Gramofoonpl.
12.50 Orgelconcert.
1.20 Zangvoordracht.
1.-10 Gramofoonpl.
5.20 Concert o. 1. v. Fr. André.
6.20 Gramofoonpl.
8.20 Piano-recital door Suz. de Meyere.
8.50 Gramofoonpl.
9-2011.20 Concert uit de Memline-zaal
te Antwerpen.
338 M.12.20 Orgelconcert.
1.00 Zang en Piano.
1.20 Gramofoonpl.
5.20 Concert uit Antwerpen.
6.35 Gramofoonpl.
8.20 Concert o. 1. v. Fr. André. O.a. El Ca-
pitan, marsch, Sousa en Gioconda-ballet,
Ponchielli.
10.2011.20 Concert uit Antwerpen.
Z e e s e n, 1635 M.
8.20 Operette „Don Cesar" van Wallace
Walt-her. Muziek van R. Dellinger.
10.20 Berichten en hierna tot 12.50 Dans
muziek door Egon Kaiser's orkest.
Programma's voor Maandag 23 Mei.
Huizen, 1875 M.
Uitsluitend NCRV-Uitz.
8.00 Schriftlezing.
8.159.30 Gramofoonpl.
10.30 Ziekendienst.
11.00 Chr. Lectuur.
11.30 Gramofoonpl.
12.30 Orgelconcert Jan Zwart.
2.00 Gramofoonpl.
2.45 Causerie over gezinsvoeding.
3.153.45 Knipcursus.
4.00 Ziekenuur.
5.00 Gramofoonpl.
5.30 Chr. Liederenuurtje door Joh. de
Heer.
6.30 Vragenuur.
7.30 Politieberichten.
7.45 Ned. Chr. Persbureau.
8.00 Concert door de HOV o. L v. F.
Schuurman, m. m. v. Dameszangkoor o. 1.
L. La-uenroth, o-a. Siegfried-idylle,
Wagner.
i.OO Causerie door Johs. Visser.
i.3010.30 Vervolg concert, o.a. Ouv.
Mannfred, Schumann,
ca. 10.00 Vaz Dias.
10.3011.30 Gramofoonpl.
Hilversum, 296 M.
Algemeen programma, verzorgd door de
AVRO.
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek.
10.30 Voordracht.
11.00 Orgelconcert door P. v. Egmond,
Jeanne de Ruyter (zang).
12.002.15 AVRO-kamerorkest o. 1. v. L.
Schmidt, m. m. v. Boris Lensky (viool) en
Egb. Veen (piano).
2.30 Causerie over Rossini door Max
Tak.
3.30 Franz Osenegg en zijn orkest.
4.30 Kinderuur.
5.30 Kovaos Lajos en zijn orkest. Refrein-
zang: Bob Scholte, m. m. v. Annie Prins
(zang), Pierre PalLa (orgel) en gramofoon-
platen.
7.00 Boekenhalfuur.
7.30 „The Three Hawkcourts" (acoordeon).
8.00 Fransche operettemuziek. Omroep
orkest o. 1. v. N. Treep, m. m. v. Grethe
Weynschenk-Hogenbirk (sopraan), o.a. uit
„Orphée aux enfers", Offenbach.
8.45 Kon. 's Hertogenboeoh Mannenkoor
o. 1. v. P. Kallenbach.
9.00 Vervolg ooncert. Weensche operette
muziek, o.a. uit „Der Bettelstudent", Mil
löcker en „der Graf von Luxemburg", Le-
har.
9.45 Vervolg Mannenkoor.
10.00 Vaz Dias.
10.10 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep, o.a.
Beim Walzerkönig Strauss, potp. Weber.
11.0012.00 Gramofoonpl
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein en berichten.
12.20 Semi-klassiek concert. Het British
Strijkkwartet en D. Aspinelli (piano).
I.05 Commodore Grand Orkest.
2.20 Gramofoonpl.
2.45 Voor de scholen.
4.05 Concert Y. Morris (cello) en H. Phil
lips (piano).
4.35 Moschetto's orkest.
5.35 Kinderuur.
6.50 Mozart's Pianovariatiee door Mauri
ce Cole.
7.10 Boekbespreking.
8.20 Concert. A. Catterall (viool) en V.
Hely-Hutckinson (piano).
10.00 „The Poacher", comedie van J. O.
Francis.
10.45 Gershom Parkington Kwintet, o.a.
Ronde, Weber.
II.2012.20 Dansmuziek, Ambrose's Blue
Lyres (en eventueel Nagtegalenzang).
„R a d i o-P a r i s", 1725 M.
8.05 en 12.05 Gramofoonpl.
8.20 Ooncert „Beethoven" van René Fau-
chois (muziek van Beethoven).
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20 Concert uit het Palace-hotel.
3.103.40 Gramofoonpl.
3.505.50 Radio-orkest o. 1. v. Gröndahl.
8.20 Fransche muziek o. 1. v. Reesen, o.a.
Mazurka uit Coppelia, Delib©6.
10.20 Deensche muziek (Strijkkwartet en
zang).
Langenberg, 473 M.
i 7.257.50 Gramofoonpl.
7.508.20 Concert uit Stuttgart.
11.4012.20 Gramofoonpl.
1.202.50 Concert uit Düsseldorf o. L v.
R. Zürn.
5.206.35 Solistenconcert (tenor, viool en
piano).
8.20 Werag-kleinorkest o. 1. v. Eysoldt, o.a.
Donauwellen, wals, Ivanovici en Redetz-
ky^marsch, Strauss. In de pauze: Radio-
tooneel.
10.35—12.20 Concert door de kapel T.
Ilescu.
Rome, 441 M.
8.20 Orkestconcert.
9.20 Concert aangeboden door de Itala-
Americana Petr. Co.
10.3011.15 Lichte muziek m. m. v. or
kest en solisten.
Brussel, 508 en 338 M.
508 M.: 12.20 Max Alexys' orkest.
5.20 Dansmuziek uit hotel Atlanta.
6.50 Gramofoonpl.
8.20 Viool-recital door Mairice Baskin.
9.20 Concert o. 1. v. K. Walpot m. m. v. A.
Crabbé (bariton), o.a. Wein, Weib und Ge-
sang, Strauss, en Argentijnsche liederen
door bariton.
338 M.: 12.20 Trio-concert.
5.20 Concert o. 1. v. Walpot.
6.20 en 6.50 Gramofoonpl.
8.20 Concert o. 1. v. Meulemans, o.a. Syni-
phonie pathétique, Tschaikowsky.
8.05 Radio-tooneel.
Niet alleen Radio-toestellen,
maar ook DEFECTE
LUIDSPREKERS BE
worden door ons vakkundig en
tegen billijke prijs gerepareerd
9.50 Vervolg ooncert, oa. Urendans, Pon
chielli.
10.3011.20 Concert o. 1. v. Walpot. Zie
508 M.
Z e e s e n, 1635 M.
8.20 Militair ooncert o. 1. v. Engelke en
Heuer.
9.35 „Schlc-sisohe Hochzoit im Mai", met
muziek van Karl Sczuka.
10.40 Lezing en berichten.
11.20—12.20 Concert uit München o. 1. v.
Erich Klosz.
EEN GESCHIEDENIS UIT HET
VERRE OOSTEN.
Voor het baksteenen huisje in de Sze-
sohuan Road, dat als militaire gevangenis
dient staat een Chineesch gezin. Een vrouw
en 4 kinderen van 5 tot 14 jaar.
Majoor Toresdale kent ze wel, het is het
gezin van den koopman Kwan-Sen.
Zwijgend en bescheiden staan zij daar.
Zij groeten hem niet. Zij klagen en jamme
ren niet. Zij doen goen pogingen den Brib-
schen officier over te halen hun den echt
genoot en vader weder te schenken. Zwij
gend en rustig waohten zij voor de gevan
genis.
Een zinnebeeld van het Chineesche volk
dat eeuwenlang gelaten hongersnood, over
strooming, oorlog, plundering en verdruk
king draagt, moet Majoor Toresdale on
willekeurig bij zich zelf denken.
In de kamer welke hem als arrestlokaal
aangewezen is, staat de koopman en mili
tie-soldaat Kwan-Sen bij het binnentreden
van Toresdale beleefd op en salueert, niet
met de machinale beweging van den on
dergeschikte, die een militaire plicht ver
vult, maar vertrouw vol en vriendelijk.
Majoor Toresdale knikt hem toe en geeft
met zijn wandelstokje een tik tegen zijn
hooge laarzen.
„Ik moet u voor den krijgsraad voeren
Kwan-Sen. Beschouw het als een teeken
van bijzondere welwillendheid dat ik u zelf
opzoek om tevoren nog een woord met u
te spreken".
Kwan-Sen maakt zwijgzaam een buiging
en de majoor zet zich met uitgespreide
beenen op het tabouretje, de eenige gele
genheid om te zitten.
Luister eens Kwan-Sen. Gij zijt een wijs
en verstandig man. Niemand van ons ver
oordeelt u. Alle leden van de militaire
rechtbank begrijpen uwe handelwijze".
Kwan-Sen lacht even. „Waarom zoudt
u dat ook niet, edele heer. Het kan toch
gen onrecht zijn, dat ik niet tegen mijn
broeders vechten wil".
„Mijnheer", vervolgt de Chinees op half-
luiden toon, als de Engelschman onbehaag
lijk zwijgt: „ik woon hier nu reeds sedert
15 jaar in de concessie. Iedereen kent mij
als een eerlijk man. Onze voorvaderen heb
ben eenmaal deze ooncessie en de blanke
duivels vergeef mij mijnheer gehaat..
Wij weten echter sinds lang, dat gij men-
sohen zijt zooals wij en dat gij ons geen
kwaad wilt. Daarom stel ik mij ook vol
vertrouwen voor de hooge heeren, die thans
mijn rechters zijn".
Majoor Toresdale kucht een paar maal
en neemt dan een vast besluit: hij wil thans
recht op zijn doel af.
„Zooals gezegd, Kwan-Sen, niemand wil
u kwaad doen. Alleen uwe eigenhm
onvoorzichtigheid is er de schuld van dat
wij thans een vonnis over u moeten uitspre
ken. Het ligt maar aan u zelf om ons in
de mogelijkheid te stellen u vrij te spre
ken. U zult, wanneer men u ondervraagt,
verklaren, dat u niet de bedoeling had,
naar de Kantontroepen te gaan en dat
de woorden, die u tegenover uw luitenant
gebezigd hebt en waarom u aangeklaagd
zijt op een misverstand rusten. Dan zal, dat
garandeer ik u, de militaire rechtbank u
vrijspreken en u zult naar huis kunnen
gaan, naar uw vrouw en kinderen, die bui
ten op u wachten".
Majoor Toresdale is er van overtuigd,
dat bij hier iets doet, wat niet in overeen
stemming is met zijn plicht als officier en
zeker xuet met zijn plichten als lid van de
militaire rechtbank.
Maar wat drommel! Deze Chinees is dom
genoeg, om voor het gerecht de waarheid
der aanklacht te bevestigen. Volgens de
krijgswetten staat op verraad en muiterij
de dood. Maar men kan toch den armen
kerel niet dood laten schieten!
Een poos is het stil tussclien beide man
nen. Kwain-Sen heeft het hoofd gebogen
en diepe groeven vertoonen zich op zijn
voorhoofd.
„U begrijpt me toch, Kwan-Sen?" gaat
de majoor voort, als er geen antwoord
komt. „U gaat natuurlijk uit het leger,
blijft voorloopig rustig thuis en gaat uw
zaken na. Later, wanneer er wat grac over
deze zaak gegroeid is, kunt u doorgaan
en.... doen wat u wilt".
Langzaam heft Kwan-Sen het hoofd op,
Zijn stem klinkt gedempt en bescheiden
als altijd.
„Waarom zou ik liegen, mijnheer? Ik ben
toch in mijn recht? Uw groot verstand
heeft dat reeds lang ingezien, anders had
ik niet het geluk hier in uwe tegenwoor
digheid te mogen ademen. U veroordeelt
immers zelf de rooftochten der zonen van
Nappou, die onze huizen in brand steken
en mijne broeders en zusters met hunne
granaten en bommen verscheuren. Uwe
kranten schrijven het, uwe soldaten en ma
trozen zeggen het, in alle clubs spreekt
men erover. 'En gij zegt ook, dat ieder Land
het recht heelt, zich tegen roovers te ver
weren. Wanneer uw eigen verheven land
aangevallen werd
„Daar is hier goen sprake van", onder
breekt Majoor Forcsdale zijn woorden, ter
wijl hij opstaat, „het gaat hier uitsluitend
over u, Kwan-Sen. Denk eens aan uw ge
zin! De Japanscho opperbevelhebber wil
uwe veroordeeling cn u woet wat dat ho-
teekent. U zult gefusilleerd worden. Nie
mand kan u daarvan redden, tenzij gij zelf
indien gij doet, wat ik u zag".
De Majoor komt vlak voor den Chinees
staan en legt de hand op zijn schouder.
„Wees verstandig, Kwan-Sen. Begrijp
het toch goed. Wij willen u immers vrij
spreken. Wij wachten er slechts op, dat u
er ons voor in de mogelijkheid stelt. Al
lenbehalve de.... commandajit". Ma
joor Foresdale bijt zich op de lippen. Bij
na ha-d hij gezegd: „behalve dezen damned
Jap".
Kwan-Sen maakte een diepe buiging. Het
vreemde dat hij door een langdurig ver
keer met Europeanen in taal en houding
aangenomen heeft, valt van hem af. Hij
is weer geheel en al oen Zoon van het
Gele Rijk. Hij keert weer terug tot de
bloemrijke taal der vaderen.
„Mijn armzalig verduisterd verstand ver
mag niet de stralen uwer wijsheid te vol
gen verheven heer. Maar grenzeloos is mijn
vertrouwen tot de stralende rechtvaardig
heid der verheven en machtige heeren, voor
wie u mij voeren zal".
Majoor Toresdale gaat zwijgend heen.
Hij heeft lang genoeg in China gewoond
om te weten dat deze dubbelzinnige taal
niet meer of minder beteekent dan een de
finitief, onherroepelijk neen. Deze stijf
hoofdige Chinees wil zijn leven niet door
een leugen koopen.
„Nu durft men nog te zeggen, dat de
Chineezen leugenaohtig en onoprecht zijn",
bromt Toresdale, terwijl hij buiten in zijn
auto stapt en de wacht bevel geeft den
gevangene naar de gevangenis van het ge
rechtshof te brengen, „deze Kwan-Sen ge
draagt zich als de duivel moge me ha
len als een gentleman!"
Met een flinke vaart vertrok de majoor.
Zwijgend en star vólgen hem de oogen der
Chineezen en der wachtende kinderenrus
tig vol vertrouwen. De vader zal terugkee-
ren. Do blanke heeren zijn goed en recht
vaardig.
's Morgens in de vroegte zal het vonnis
voltrokken worden. Natuurlijk zullen de of
ficieren der militaire rechtbank een verzoek
van gTatie indienen, aan.... ja, aan wien?
Er bestaan geen heerschers, geen hoogere
instantie hier. De eenige mogelijkheid is,
de consulaten en gezantschappen te ver-
zooken langs diplomatischen weg de noo-
dige stappen in Tokio te doen, zoodat mis
schien van daaruit een druk uitgooiend
wordt op admiraal Nag&kumaika.
Maar hoe lang duurt dat.En niemand
kan zeggen of Nagakumaika over te halen
is de exeoutie op te schorten.
Doch 's avonds, als de Engeleohe wacht
voor de gevangenis door Japansche solda
ten afgelost is, wordt er zachtjes aan de
deur van Kwan-Sen geklopt. Er staat een
Japanach marinesoldaat in marschtenue,
met geweer en patroontasoh. Lachend
wenkt hij den Chinees, lachend voert hij
hem door de stille straten. Boven Tchapei
staat een brandwolk. Maohinegeworen
knetteren in de verte
Daar waar de straten der concessie in
de Chineezenstad uitmonden, staan Sohot-
sche fuseliers en Amerikaansche matrozen
op wacht met het geweer in aanslag ach
ter prikkeldraad en zandzakken. De Ja-
panner sluipt in een boom om hen heen,
voert zijn gevangene naar een duistere
plek, waar tusschen twee voortuintjes een
smalle, onbewaakte doorgang is. Verbaasd
staart Kwan-Sen den wachter in het ge
zicht. Hier is toch geen executie-plein?
geen executietroepZal hij dan niet ge
fusilleerd worden?
Secondenlang boren de oogen der beide
mannen zich in elkander, vier Aziatische
oogen. Dan zegt de Japanner zachtjes:
„Loop!" En voegt er de spreuk van zijn
volk aan toe: „Mimai, kitumai, sakutamai!
Ik zie niets, ik hoor niets.... ik zeg
niets".
Een voorbijglijdende schaduw.... Kwan-
Sen verdwijnt achter het prikkeldraad in
het gewoel der Chineezenstad.
Wanneer een Europeaan hierbij tegen
woordig geweest was, dan had hij in dit
oogenblik voor de eerste maal kunnen
zien hoe een Japanner niet lachte.
ECHTE FRIESCHE
20 SO per on»
e en geurige rooktabak, f
SLEEPDIENST.
Dit is geen verhaal van een beurt
schipper, ook niet van een bodedienst
op Amsterdam en nog minder van een
garage met oen kraanwagen voor ver
ongelukte auto's, al zou bovenstaande
titel ook zulks doen vermooden.
Neen, dat is het verhaal van een ko
ningszoon, die ondanks onzen democra-
tischen tijd nog altijd een romantische
atmosphecr verspreiden, vooral als zij
rondwandelen in een onmogelijko soep
jurk, die meer op een baal vodden ge
lijkt dan op een koningsmantel van Emir
Feisal.
Want dit is liet verhaal van Emir
Feisal, die nu juist gedurende de laatste
week door Holland is gesleept met heel
zijn aanhang, allemaal gekleed als do
broeders van Joseph in Vondel's „Jo
seph in Dotlian".
Do emir zelf had nog de meest uit-
sprekelijke naam, zijn gevolg bestond
uit Z. E. Foead Bey Hanza, onderko
ning van Hedjas (als u goed nieet. hebt
u de juiste uitspraak). Mijnheer Sjaher
Samman en Mijnheer Khated Bey el
Ayoebi. Zij hebben onze vliegvelden ge
zien en Amsterdam en zijn toen naar
den Haag gesleept, waar zij eerst aan
de Koningin een bezoek hebben ge
bracht.
Wat zal ik er nou van zeggen.
Vandaag komt hier Emir Feisal en
morgen de zoon van Lloyd Georgo en
overmorgen de kroonprins van Albanië.
Dat is wel leuk. Ik vind het óók wel
aardig als ik een prins tegenkom, wan
delend in een Egyptisch gewaad. Dat
zijn de vreugden van ons leven. Kleine
vreugden slechts, maar die moeten er
ook zijn.
Als je vooraan in de rij staat, als
zoo'n prins uit Egypte je voorbij rijdt en
hij kijkt je toevallig aan, nou ja, dat
kan een ander nou koud laten, maar
dan voel je toch ie te.
Net of jo zelf zóó uit Egypt o bont
gekomen. Zoo'n land heeft dan in eens
geen geheimenissen meer voor je. Door
die blik van den Prins. Dat is zooiots
als televisie of draadlooze telcgraphie.
Dat begeestert je, tot de emir weg is.
Dan ben je ineens weer gewoon, weer
Nederlander. Dan ben je Egyptenaar af.
En daarom ben ik naar het Wosl-
broekpark gegaan.
Daar was de Emir ook. Daar zag hij
een stukje van onze koloniën en daar
voelde hij zich natuurlijk beter thuis
dan tusschen al die mensohen in brook,
jas en vest.
De emir wilde weer eens iets anders
zien dan die ongepaste Europeesohe
kleedij.
En daar heeft hij in een doftig boek
zijn indrukken ncergesohroven. Dat heb
ik gezien.
Hij schreef precies als een kind van
vier jaar allerlei krabbeltjes zet op een
stukje papier. Heel raar. Haaltjes, streep
jes en krassen. Tot hij het genoeg vond.
Er was toch niemand, die hot lezon kon.
Ik heb het gezien en ik kreeg zoo den
indruk dat hij het zelf ook niet meer
kan lezen.
Maar het was toch indrukwekkend.
En nu ie hij weer weg. Naar Berlijn,
waar hij de Duitschers in vuur cn vlam
zet met z'n soepjas en z'n Arabische
hanepooten.
En wij wachten weer op een ander
sleepie
DANIëL.
NIEUWE HARING.
Gisteren werden
aangevoerd.
Eerste hooper
te Vlaardingei
de eerste nieuwe Hollandsche holmaatjcM
de firma W. Kwakhelslein. aldaar.
Daar is voor ieder die het kent,
Onwetende of wijze,
Daar is voor ieder consument
Een kostelijke spijze.
Voor 't eten van die lekkernij
Is altijd een verklaring
Wie laat naar huis toe ging, at ci,
Maar liever nieuwe haring.
En al te late wand'laar rukl^
Het harinkie in tweecn,
Dus is de haring 't schoonst product
Van onze wijde zecen.
De haring in zijn element
En opgegroeid in water,
Bestrijdt nog in zijn laatste end,
Gestorven reeds, een kater.
(Courantenbericht).
Tk denk aan Willem Bcukelszoon,
Die door zijn haringkaken,
Een lang bestaan en hoogcr loon
Wist mogelijk te maken.
Columbus hardgekookte ei,
Was hier ook de verklaring
En sinds dien datum eten wij
Gemarineerde haring.
De haring wordt verkocht per stuk,
Per ton en ook per maatje;
Da's maatjesharing. Wij zijn tuk
Op 'n heerlijk haringslaatje.
Heel Holland profiteert ervan,
Zoolang 't bestaan zal duren,
En als 't met nieuwe niet meer kan
Dan eten wij nog zure.
O, haring, daarom wil 'k jouw roem
Hier wijd cn zijd vermelden,
Wil dus het kwaad, dat wij jou doen
Maar niet met kwaad vergelden.
Want als ik laat naar huis toe kwam,
Dan is dit mijn ervaring,
Dat 'k nuchter werd, wanneer ik nam
Een vette, nieuwe haring.
TROUBADOUR.