Firma G. H. MAAT - wunkooperu
STEUN
AGENDA
KERKNIEUWS
AAN DE MELKVEEHOUDERIJ
ZATERDAG 21 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
TWEEDE KAMER
DE SUBSIDIES AAN KERKGENOOTSCHAPPEN ENZ.
De motie-Dropvan der Heijden verworpen.
Gevestigd sedert 1833 3702 LEIDEN
Dc Kamer heeft nog een achtermiddag
zoek gemaakt met de behandeling van de
mooie Drop. Men kan in den volsten zin
spreken van zoek gemaakt. Want er is
waarlijk geen enkel nieuw gezichtspunt ge
opend. Er is zelfs veel gësproken over za
ken waarvan men beweerde, dat zij met het
punt in dicussie niets hadden uit te staan.
Zoo bijv. de scheiding van Kerk en Staat.
Dc heer Slotomaker dc Bruine
(C.H.) beijverde zich om allerlei mogelijke
vormen van Kerk en Staat te ontleden en
den Nederlandschen vorm vast te stellen
om tot de conclusie te komen, dat subsidies
aan kerkgenootschaupen, als lichamen van
geheel eigen aard, volkomen toelaatbaar
zijn zonder tot de consequentie te moe
ten leiden, dat dergelijke subsidies dan ook
gegeven moeten worden aan cultureele or
ganisaties. Aangezien echter de heer Drop
zelf verklaard had de kwestie van Kerk en
Staat buiten het debat te willen stellen,
zou men dit eigenlijk als een even overbo
dig betoog moeten beschouwen als dat van
den heer van der He ij den (SjD.A.P),
die al even hard verklaarde niet over
scheiding van Kerk en Staat te willen
spreken, maar niettemin daarna met
groote klem betoogde, dat die scheiding
juist voor den godsdienst zelf toch zoo
goed was; en dat eigenlijk ook door den
geest van de grondwet werd geeischt, dat
subsidies aan kerkgenootschappon en gods
dienstige vereenigingen niet werden gege
ven. Daarentegen pleitte hij met veel warm
te voor dezelfde subsidies aan cultureele
organisaties, waarvan hij een voldoende
definitie meende gegeven te hebben, door
te zeggen, dat alles wat levensstijl geeft en
levensverdieping cultuur is. Terecht ont
lokte deze tegenstelling aan den heer
Ma en en (R.K.) de opmerking, dat de
heeren Drop en van der Heijden want
ook de heer Drop sprak in denzelfden
geest wel veel bleken te voelen voor de
scheiding van Kerk en Staat, maar even-
Aan de Memorie van Antwoord van den
minister van Eoonomische Zaken en Arbeid
aan de Tweede Kamer inzake het wetsont
werp, houdende tij'delijke maatregelen tot
hulpverleening van de melkveehouderij
wordt het volgende ontleend:
Reeds meer dan eens is uit de Kamer
de gedachte van een algemeen stelsel naar
voren gebracht en heeft de regeering haar
zienswijze daar tegenover ontvouwd. Voor
een algemeen opzet ware alles te zeggen
geweest, als iemand had kunnen voorspel
len hoe de crisis-gevolgen om zich zouden
grijpen. Zeker zal men wel als algemeen
beginsel willen aanvaarden, dat slechts re-
geeringshulp moet worden geboden daar,
waar de noodzaak intreedt. Eenerzijdfl kan
de regeering niet anders doen dan voor
alle deelen van het economisch leven wa
ken en zorgen en, als desniettegenstaande
ondergang gaat dreigen, bijzonderen steun
bieden, anderzijds de partieele plannen aan
sociale en economische eischen toetsen.
Afzetgebieden houden.
Als algemeene gedachte van het regee-
ringsbeleid wordt in verband met het al
gemeene plan aandacht gevestigd op de
wenschelijkheid om afzetgebieden te behou
den. Van die gedachte is de rogeering go-
heel vervuld. Zij streeft met alle beschik
bare middelen in die richting. Zij zal om
in die richting nog meer met kracht te kun
nen doen nog meer bevoegdheden vragen.
Naar gelang verschillende groepen door
de crisis met ondergang bedreigd werden
zijn de partieele regelingen in werking ge
bracht.
Zandboeren.
Bekend is, dat thans ook tot de toestand
der zandboeren de volle aandacht der re
geering uitgaat. Reeds is in het ontwerp
tot steun aan de kippenhouderij een vrucht
daarvan te zien, terwijl over andere vor
men van steun aan het bedrijf op de zand
gronden een onderzoek gaande is.
Op de vraag of dit ontwerp vrucht van
het overleg van het geheel© kabinet is
wordt bevestigend geantwoord. Zeker geldt
van zulk een belangrijk ontwerp in bijzon
dere mate do regel, dat wetsontwerpen de
goedkeuring van het geheele kabinet be
hoeven, alvorens te worden ingediend.
Ondergang nabij.
Inderdaad is onder de veehouders de
nood zoo hoog gestegen, dat velen hunner
den ondergang nabij zijn; waardoor niet
alleen do landbouw, doch de geheele volks
welvaart op ernstige wijze wordt bedreigd.
Gebruik in eigen land.
Het ontwerp zoekt in de eerste plaats
een oplossing uit de moeilijkheden door
verhooging van het gebruik in het eigen
land en dus niet uitsluitend in den export.
Inderdaad zal de voorgestelde regeling,
veel voor vereeniging van den Staat met
a-religieusen cultur. En prof. Eer d-
m a n s ging wat dieper in op het begrip
„cultuur" om tot de conclusie t© komen,
dat cultuur iets is, wat groeit en do beste
menschelijke gevoelens tot ontwikkeling
brengt. Niet echter haat, klassenstrijd enz.
Ook dominee Zandt (S.P.) vond,
dat de socialistische organisaties allerminst
„cultureel" kunnen worden genoemd en
dus ook niet behooren te worden gesubsi
dieerd; maar natuurlijk was hij het met de
voorstellers der motie volkomen eens dat
ook Rome geen „millioenen" subsidies be
hoorde te ontvangen. Die moesten eigen
lijk alleen toekomen aan de lieden van de
ware Calvinistische religie
De Minister van Waterstaat
was zoo verstandig maar in zeer beperkte
mate zioh in het debat te mengen en zich
vrijwel te beperken tot de vraag om een
definitie van cultureele organisaties.
,Bij het einde der debatten gaf de heer
Marchant (V.D.) don voorstellers der
motie den goeden raad om deze maar in te
trekken. De methode om een motie voor te
stellen teneinde een leerzaam debat uit te
lokken leek hem voor het Parlement min
der geschikt. Do voorstellers zouden boven
dien met nunne motie niets Wreiken, want
deze spreekt zich uit voor algemeene sub
sidieregelingen der cultuur-organisaties en
dat heeft geen zin, zoolang men niet weet
wat men daar onder moet verstaan.
De heeren voorstellers waren echter niet
zoo verstandig aan dezen raad gevolg te
geven waarna hunne motie werd verwor
pen met 47 tegen 10 stemmen. Slechts 10
hunner partijgenooten hadden het de
moeite waard geacht aan de stemming deel
te nemen
In verband met het overlijden van de
echtgenoote des heeren de Visser (C.P.)
kon diens op de agenda staande interpel
latie niet doorgaan en werd de vergadering
om half 5 gesloten.
indien zij slaagt, den prijs der spijsvetten
doen stijgen en bij gevolg ook de kosten
van het levensonderhoud verhoogen. Even
wel de prijzen blijven op een zeer redelijk
peil. Bovendien wegen de nadeelen va-n den
hoogeren prijs niet op tegen die van den
ondergang van de landbouwbevolking, wel
ke te verwachten is wanneer deze eenvou
dig aan haar lot wordt overgelaten.. Ook
mag niet uit het oog worden verloren, dat
de ongekend lage prijzen, die thans voor
de zuivelproducten geldon groote crisis
winst beteelcenen voor de niet landbouwen
de bevolking.
De bezwaren, ten aanzien van de marga
rinefabrikanten geopperd acht de minis
ter niet overwegend.
Het komt hem zelfs voor, dat de voor
gestelde maatregelen ook de margarine-in
dustrie baat zullen brengen. Ook deze in
dustrie lijdt door de goedkoopte der boter
als gevolg waarvan zij daar debiet zeer
belangrijk zag inkrimpen. Op dit oogenblik
is in den kleinhandel boter zelfs goedkoo-
per te verkrijgen dan bekende merken mar
garine.
Bleef deze verhouding bestaan dan zou
een veel grooter debiet van de margarine-
industrie wegvallen dan wanneer door de
stijging der boterprijzen ook de met boter
gemengde margarine op een redelijk prijs
peil wordt gebracht.
Nog meer belanghebbenden.
Ook de handel en de scheepvaart, zoo
mede aan de margarine-industrie verwante
bedrijven als raffinaderijen en olieslage
rijen, hebben meer belaag bij een, zij het
wellicht ©enigszins getemperd, doorwerken
der margarineindustrie (vergeleken met
normale tijden) dan bij behoud van den
huidigen t-oestand..
Mengpercentage 25 procent
Dat aan het mengen van groote hoeveel
heden boter in margarine in bepaalde sei
zoenen technische bezwaren verbonden zijn,
op grond der in het voorloopige verslag ver
melde gronden, moet de minister beamen.
Hij is uit dezen hoofde voornemens voorloo-,
pig de toevoeging van boter op 25 pCt. te
bepalen en af te wachten of in verband
met den overgang van kaasproductie bofc
boterproductie met dit percentage kan wor
den volstaan.
Voorts erkent de minister de bezwaren
verbonden aan het voorschrift, dat de zui-
velproducent, die voor zijn producten een
hooger prijs ontvangt dan met een richt
prijs der melkovereenkomst, genoopt zou
worden dit meerendeel in de kas van het
crisiszuivelfonds te storten.
Sliding scale.
Met het oog hierop wordt in de nota van
wijziging een andere redactie van artikel
10 voorgesteld, welke aan de in het voor-
---x-'ig verslag geuite bezwaren tegemoet
komt. Het is nu de bedoeling van den mi
nister een glijdende schaal vast te stellen,
zoodanig dat naar mate meer boter voor
de menging gebezigd wordt het element
margarine minder belast wordt en tevens
de boter geleverd wordt tegen den prijs als
aanvankelijk voorzien in het ontwerp.
Uitgebreide bevoegdheid.
De minister deelt do opvatting, dat de
voorgestelde bepalingen wet geworden aan
de regeering een uitgebreide bevoegdheid
geven, welke haar in staat stelt de zuivel-
producenten krachtig te steunen. Dat deze
steun zoo ruim zal zijn als de regeering zelf
wel wenschelijk zal achten, kan niet met
wiskundige zekerheid worden verklaard.
Met de uiterste kracht zal er evenwel
naar gestreefd worden een richtprijs te be
reiken. Op het oogenblik brengt de melk
van normaal vetgehalte bij industrieel©
verwerking gemiddeld niet meer op den
2 Yi cent per liter, do steeds dalende waar
de der ondermelk inbegrepen. Bij een ge
lijke productie en verwerking in 1932 als
in 1931, toen 3.470.000.000 K.G. werd ver
werkt, zou bij de huidige zuivelprijzen ten
minste drie en een half maal 34.700.000 of
ruim 120.000.000 benoodigd zijn om een
richtprijs van zes cent per liter te berei
ken.
Het streven zal er op gericht zijn een
richtprijs van ten minste vijf cent per K.G.
melk te bereiken over de geheele periode
waarvoor de ontworpen regeling zal gel
den.
Bij nota van wijziging is de datum in ar
tikel 20 van 1 Mei 1935 vervangen door 1
October 1935.
DE TOESTAND IN LANDBOUW EN
VEEHOUDERIJ.
En de handel met Duitschland.
EEN TELEGRAM VAN „ECONOMISCH
VERWEER".
Antwoord van minister Verschuur aan
dr. Posthuma. Samenspreking wegens
groven toon onmogelijk.
Aan den minister van oeconomische za
ken en arbeid is gisteren het volgende te
legram gezonden:
Comité voor Economisch Verweer heden
in vergadering bijeen besprak den onhoud-
baren toestand in landbouw en veehouderij
speciaal met betrekking tot den export
naa-r Duitschland. Indien te dezer zake ian
regeeringswege niet spoedig zeer door
tastende maatregelen genomen worden om
tot verbetering van de - exportmogelijkheid
te komen, wordt onze geheele handel op
Duitschland vernietigd. Comité is >an oor
deel, dat de regeering niet voldoende be
seft hoe ernstig de toestand in den land
en tuinbouw en de veehouderij is.
Comité heeft reeds van December 1931
af aangedrongen op een systeem van goe-
derenruil met Duitschland en hieromtrent
op 29 Februari een concreet plan voor uit
wisseling landbouwproducten tegen steen
kolen aan Uwe Excellentie voorgelegd.
Over deze aangelegenheid is verder ge
schreven op 21 Maart en 15 April. Totnog
toe mocht daarop echter geen antwoord
worden ontvangen.
Door berichten van verschillende zijden
wordt Comité versterkt in de meening, dat
dergelijke goederenruil tot stand te bren
gen is, mits regeering spoedig handelend
optreedt.
Het is bekend, dat op 18 en 19 April van
regeeringswege besprekingen te Berlijn
hebben plaats gehad. Vermoed wordt, dat
deze besprekingen spoedig zullen vi orden
hervat. Comité wenscht te weten oi deze
besprekingen zuilen gevoerd worden al of
niet op basis van den voorgestelden goe
derenruil, met andere woorden of zijn ver
zoek van 29 Februari met ja of neen beant
woord wordt. Crganisaties hebben nu lang
genoeg gewacht op maatregelen der regee
ring, kunnen de verantwoordelijkheid niet
langer dragen en zullen genoodzaakt zijn
zelf handelend op te treden, indien regee
ring langer zwijgt.
Antwoord van minister
Verschuur.
De minister van oeconomische zaken en
arbeid heeft op dit telegram het volgende
antwoord gezonden aan den voorzitter van
het comité, dr. F. E. Posthuma;
Telegram heden ontvangen. Uw toon is
zoo grof, dat samenspreking welke m.i. nut
kon hebben, onmogelijk wordt.
Daar u persoonlijk van de activiteit der
regeering bijzonderheden kent, is mij uw
houding onbegrijpelijk.
Uw verantwoordelijkheid, waarvan u ge
waagt, zou meebrengen de samenwerking
met de regeering niet door uw wijze van
optreden onmogelijk te maken.
UITVOER NAAR BELGIë.
Nadere bepalingen.
Verschenen is een koninklijk besluit, re
gelende den uitvoer van goederen naar
België en Luxemburg. Dat besluit is gis
teren formeel in werking getreden. Toen
was echter nog niet bepaald, voor welke
goederen het besluit zou gelden, hoe
groot de uitvoercontingenten zouden zijn,
op welke basis zij berekend zouden wor
den en voor hoe langen tijd een en ander
zou gelden.
Thans zijn eenige ministerieele beschik
kingen bekend gemaakt in de Staatscou
rant van gisteravond, die nadere bepalin
gen bevatten nopens dit besluit. Al deze
beschikkingen zijn gedateerd 19 Mei. Zij
houden de volgende bepalingen in.
Gecontingenteerde goederen.
Certificaten van oorsprong zijn bij uit
voer naar België en Luxemburg voor de
goederen: boter, rundvleesch en levende
runderen, varkensvleesch en, levende var
kens en snijbloemen.
De basis.
De basis, waarop de contingenten wor
den vastgesteld, is voor iederen exporteur
de hoeveelheid goederen, die hij naar de
genoemde landen uitvoerde gedurende de
hierna genoemde tijdvakken:
Boter, van 1 Jan. 1931 tot 1 Jan. 1932.
Rundvleesch en levende runderen, van
1 Jan. 1930 tot 1 Jan. 1931.
Varkensvleesch en levende varkens, van
1 Jan. 1929 tot Juli 1931.
Snijbloemen, van 1 Jan. 1930 tot 1 Jan.
1932.
Adviescommissies.
De Minister van Economische Zaken en
Arbeid heeft drie commissies ingesteld
voor het vaststellen van de contingenten
voor ieder der vier soorten goederen:
In de commissie voor zuivel- en melk
producten zijn benoemd tot leden de hee
ren J. J. C. Ament te RoermondG. J.
Blink te NoordwijkJ. A. Beluk te 's-
Gravenhage; dr. F. E. Posthuma te Den
Haag (voorzitter); J. M. Wagenaar Hum-
melink te Vlaardingen; A. van Wijnen te
Gouda.
In de commissie voor vleesch en
vleeschwaren ijn benoemd tot leden de
heeren S. van Zwanenberg te Nijmegen
(vooritter)F. J. M. Smits van Oijen te
Eindhoven M. C. de Korver te Gorin-
chem; F. Meewis te Weert. P. J. van der
Stoel te Leiden.
In de commissie voor snijbloemen zijn
benoemd tot leden de heeren D. Admiraal
te 's-GravenhageJ. C. Mensing te Aals
meer (voorzitter); G. Voort te Katwijk a.
Zee; P. Vis te Wateringen.
Instructie
Voor elk der commissies heeft de minis
ter de volgende instructies vastgesteld:
De commissies brengen den minister
van Economische Zaken en Arbeid advies
uit over alle zaken betreffende den uit
voer naar België en Luxemburg, die van
wege genoemden minister aan haar wor
den voorgelegd.
De commissies dienen van advies aan
dengene, die gemachtigd is tot afgifte van
certificaten.
De commissies zijn gehouden, zich er
van te overtuigen, dat de aanvrager zioh
gedurende het vastgestelde vroeger tijd
vak met den uitvoer der betrokken goede
ren naar België en Luxemburg heeft be
zig gehouden, een controle uit te oefenen
op de van den aanvrager ontvangen ge
gevens, die haar in staat moeten stellen
de hoeveelheid te bepalen, welke door
hem naar België en Luxemburg mag wor
den uitgevoerd in verhouding tot zijn uit
voer van het desbetreffende artikel naar
die landen in bedoeld tijdvak.
Belast met het uitgeven van certifica
ten van oorsprong zijn de volgende heeren
Voor Zuivel- en melkproducten dr. F. A.
Posthuma te 's-Gravenhage.
Voor vleesch en vleeschwaren S. van
Zwanenberg te Nijmegen.
Voor snijbloemen J. C. Mensing te Aals
meer.
Zij zijn aangewezen als comptabelen in
den zin" der Comptabiliteitswet 1929.
Bestrijding van kosten.
De bedragen ter bestrijding van de kos
ten zooals men weet mogen deze niet
meer bedragen dan 5 pet. van de waarde
der goederen zijn vastgesteld als volgt.
Voor boter 2J4 cent per 100 k.g., met
een minimum van 0.10 per zending.
Voor vleesch 1 cent per k.g., met een mi
nimum van 2.50 per zending.
Voor snijbloemen 3 cent per k.g., met
een minimum van 5.per ending.
Tijdelijke heffing van een bijzonder
invoerrecht op benzine.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot wijziging van de wet van 19
Dec. 1931 tot tijdelijke heffing van een bij
zonder invoerrecht op benzine. Het is ge
bleken dat de redactie van art. 2 eerste lid
der wet niet aan de bedoeling beantwoordt
om alle brandpetroleum buiten de heffing
van het bijzonder invoerrecht voor benzine
te doen vallen en alle benzinesoorten, wel
ke al dan niet vermengd, als motorbenzine
gebezigd worden, daarentegen aan dit recht
te onderwerpen. Door de thans voorgesteld
nieuwe redactie van het eerste lid van ge
noemd artikel wordt dit euvel verholpen.
Reductie vervoer per spoor van land- en
tuinbouwproducten.
De Tweede Kamerleden Kampsohöer en
Van de Bilt hebben den minister van wa
terstaat gevraagd:
Is de minister bereid te bevorderen, dat,
evenals het vorig jaar een tijdelijke ver
laging van de spoorwegtarieven zal plaats
hebben Voor het vervoer van vroege aard
appelen?
Is de minister bereid te bevorderen, dat
inzake de z.g.n. reductie voor het vervoer
per spoor van land- en tuinbouwproducten
een betere regeling tot stand zal komen, in
dien zin, dat de voordeelen rechtstreeks
ten goede komen van dc bedrijven van land
en tuinbouw zelve?
Gemeentelijke Aankondigingen
Aangifte van leerlingen voor het Gymnasium,
de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus
en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
B. en W. van Leiden brengen ter kennis van
belanghebbenden, dat aan bovengenoemde in
richtingen van onderwijs tot en met 31 Mei a.s.
gelegenheid bestaat tot het doen inschrijven
van leerlingen, voor het Gymnasium des Dins
dags en Vrijdags van 25 uur nam. en voor
de beide H.B. Scholen des Dinsdags van 11
12 uur voorm. en Vrijdags van 23 uur nam.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 21 Mei 1932.
Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers
Onderwijzeressen te Leiden.
Ouders of voogden, die hun kinderen of pu
pillen wenschen geplaatst te zien als kweeke-
ling (vereischte leeftijd: vóór 1 Aug. 14 jaar)
gelieven hen daarvoor aan te geven monde
ling op 27 Mei, 30 Mei of 3 Juni, des avonds
tusschen 6.30 en 8 uur. Oude Vest 35 (trouw
boekje meebrengen s.v.p.) of schriftelijk voor
15 Juni.
N.B. Zonder toelatingsexamen kunnen tot
de tweede klasse der school worden toegelaten
diegenen, welke met gunstig evolg drie klassen
eener Middelbare school doorloopen hebben
of in het bezit zijn van een U.L.O, diploma;
tot de derde klasse de bezitters van het eind
diploma eener H.B.S. met vijf- of zesjarigen
cursus of van een gymnasium.
De Directeur:
H. VAN SLOOTEN, Jr.
Leiden, 21 Mei 1932.
LEIDEN.
Dinsdag, Donderdag, Zaterdag. Vincentius-
Bibliotheek, geopend 's avonds van
7.30—8.30 uur.
Maandag „De Hanze", „In den Vergulden
Turk", 8.30 uur.
Woensdag, Oprichtingsvergadering Prop.
Club R. K. Bond van Handels-,
Kantoor- en Winkelbedienden,
Zita-gebouw Pieterskerkkoorsteeg
15, 8.15 nur.
De Zondagsdienst voor a. s. Zondag
wordt waargenomen door de doktoren: P.
van Es, Simons en Starck.
De Zondagsdienst der huisartsen wordt
te Oegstgeest waargenomen door dr. Hu-
genholz. Tel. 390.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Dinsdag 17 tot en
met Zondag 22 Mei a.s. waargenomen
door apotheek: M. Boekwijt, Visohmarkt
8, telefoon 552.
Baron van Wijnbergen.
Het Tweede Kamerlid A. baron van
Wijnbergen was gisteren, na langdurige
afwezigheid wegens ziekte, weer in de ver
gadering tegenwoordig.
H.H. WIJDINGEN.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
heden in de kathedrale kerk „St. Bavo5' te
I Haarlem de H. Wijding van het Subdiaco
naat toegediend aan de volgende eerw.
heeren: A. M. Abeln; A. O. W. Berkhout;
O. J. Berkhout; A. A. Bregten; O. M.
Broers; S. M. J. Broersen; A. Buis; A. A.
J. Buys; N. H. Commandeur; H. C. A. P.
van Drunen; J. v. Duivenvoorde; A. N.
Duynisveld; W. A. Egberts; W. A. J. Geels;
B. J. A. Haanen; K. P. J. J. Herzberg; H.
v. d. Heyden; J. H. M. van Ingen; C. J.
v. d. Knaap; J. L. J. M. Langemeyer; A.
1 Martens; J W. A. M. Merks; P. Th. A.
Perquin; H. C. Roozenburg; J. B. Riosen-
hart; N. J. de Ruyter; M. Schipper; L. J.
j v. Schijndel; P. J. v. Steyn; G. A. Thoen;
W. M. C. Verschure; P. C. G. Visser; C.
Vlaar; J. Voortwist; E. E. Vosshühler; Th.
J. M. H. Wanna; J. Th, M. Wijsbroek
en de wijding van het H. Priesterschap
aan de Weleerw. heeren:
J. Th. J. van Beek; J. v. d. Boogerd; L.
A. Brabander; W. Burghouwt; N. Buur
man; G. A. W. Oorsten; W. J. Dekleermae-
ker; A. A. W. Diepenbrock; J. F. Franse;
J. A. M. v. d. Gaag; J. S. W. Groenen; J.
C. Groot; Th. J. Hilhorst; F. 0. J. Holthui-
zen; Th. J. IJlaassen; C. M. Klaver; J.
Klijn; J. W. Kragtwijk; C. A. Kroon; A. A.
H. M. Oeverhaus; E. A. M. Paap; L. A. M.
Pennock; G. P. Regeer; A. H. M. Ruhe;
N. P. J. van Ruyven; L. C. Schinkel; 0. C.
v. d. Sman; J. Sijm; L. A. v. Teylingen; B.
Verbeem; J. H. van der Vliet; L. van Vugt;
C. A. Watervis; C. H. Willemse.
Provinciaal Kapittel der Paters
Passionisten.
Van 16 tot 19 Mei 1.1. is in het klooster
te Mook het derde provinciaal kapittel ge
houden der Nederlandsche Passionisten on
der leiding van den Hoogstwaardigen
Pater Generaal. Tot Provinciaal werd her
kozen: de HoogEerw. Pater Dominicus; als
provinciale Raadsleden werden aangewe
zen: de HoogEerw. Pater Epiphanius en
Pater Henricus; deze laatste, tot dusverre
directeur van Sint Gabriëls-juvenaat te
Haastrecht.
Tot 'Elector van het klooster te Mook
werd gekozen: de Z. E. Pater Eleutherius,
Rector van het klooster te Maria-Hoop bij
Echt; tot Rector te Haastrecht: de Z. E.
Pater Bonifacius, tot dusverre Vicaris en
Professor te Mook; tot Rector te Maria-
Hoop, de Z. E. Pater Clemens, Rector te
Haastrecht; tot Magister Novitiorum werd
1 herkozen: dc Z. E. Pater Albertus.
Een onderzoek tot hulp aan zandboeren is gaande.
De margarine-industrie zal bij het ontwerp ge
baat zijn, zegt de minister. De regeering wil het
mengpercentage van boter in margarine op 25 pCt.
bepalen. Naar een melkricbtprijs van vijf cents
per liter.