LAND- EN TUINBOUW RECHTZAKEN. STADSNIEUWS VRIJDAG 13 MEI 1932 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. INKRIMPING VAN DE KAAS PRODUCTIE. De Bond van coöp. zuivelfabrieken in Friesland heeft gisteren te Leeuwarden on der voorzitterschap van den heer M. Ane- ma, uit Wolvega, een vergadering gehou den ter bespreking van het geheel of ge deeltelijk stopzetten van de kaasmakerij. De vergadering werd bijgewoond door de leden der Tweede Kamer H. de Boer, Bier- ma, Keestra, 'Hiemstra en Ebels, en de voorzitters van de Groningsche, Geldersch- Overijsselsche en Drentsche bonden van coöp. zuivelfabrieken. De a.r. Kamerfractie, eveneens uitgenoodigd een vertegenwoor diger te zenden, had bericht van verhinde ring gezonden. De voorzitter zette de moeilijkheden van de kaaspositie uiteen, nu de steunmaatre gelen van de regeering, tegen de verwach ting in, in Mei uo-g geen feit zijn geworden. De boestand verergert snel. De melkprijs is tot bij twee oent gedaald, en als de regee ring geen spoed betracht, zal de basis van haar steunmaatregelen wegzinken. De secretaris, de heer Kooistra, leid de de kwestie in. Het afzetgebied krimpt in, de kaasuitvoer naar Duitschland loopt snel terug. Spreker klaagt over de houding der regeering. Stopzetting van de kaasproductie zal de onkosten verminderen; een geheele of ge deeltelijke stopzetting zal het aanbod van kaas doen afnemen, met eenige kans op hoogere prijzen. Tien fabrieken hebben in een vergadering te Oosterwolde besloten, 50 procent van de ondermelk gratis aan de boeren terug te geven. Het bestuur acht het gewenscht, dezen maatregel algemeen door te voeren, met dien verstande, dat vijf tig procent der ondermelk zal worden aan gewend voor kaasproductie, en de rest aan de boeren zal worden teruggegeven of op andere wijze zal worden verwerkt. Men weet niet, wat de kaaspositie in de toekomst zal zijn. Bij sommige fabrieken zal het gemakkelijk zijn, de kaasproductie in te krimpen, bij andere zullen zich moei lijkheden voordoen, die echter met hulp van den technischen dienst wel zal kunnen wor den opgelost. Hoe te handelen met overtollig perso neel? De commissie voor arbeidsvoorwaar den heeft deze vraag onder de oogen ge zien. Bij inkrimping van de kaasproductie tot vijftig procent zal de gemiddelde fa briek geen zomerwerkers noödig hebben, en zullen twee of drie arbeiders overtollig worden. De commissie adviseert, deze arbeiders in dienstverband te houden. De fabriek moet dan van de loonen 1/3 voor haar' re kening nemen, het personeel 2/3, met af zonderlijke regeling voor bijzondere geval len. Spreker komt tot de volgende conclusies: ten eerste, onmiddellijke geldelijke steun aan veehouderijen is noodzakelijk. Er mag niet langer gewacht worden op de totstand koming van de in voorbereiding zijnde steunregeling; ten tweede, met alle kracht moeten worden bevorderd mogelijkheden tot den afzet van zuivelproducten m het buitenland; ten derde: op dit oogen blik is voorloopig een gedeeltelijke stopzetting van kaasmakerijen gewenscht, en tevens dat daardoor door de fabrieken een regeling wordt getroffen. Hierover ontspon zich een breedvoerige discussie, waaraan ook enkele Kamerloden deelnamen, die overweging van het m de vergadering te berde gebrachte toezegden. Toen aan het eind van de discussies tot stemming werd overgegaan over het voor stel om de kaasproductie voor 50 pet. stop te zetten, en aan de fabrieken de keuze wat de bestemming van de ondermeik be- trett, te laten, bleken zooveel aanwezigen zich te willen onthouden van stemming, daar zij geen mandaat hadden, dat geen'be vredigende uitslag mogelijk was. Besloten werd nu, een circulaire aan de fabrieken te zenden, waarin de toestand en de meenmg van het bestuur inzake de be perking van de kaasproductie worden uit eengezet, en waarop a.s. Dinsdag moet zijn geantwoord. KANTONGERECHT TE WOERDEN. Een dure grap. R. te K a m e r i k stond op de vorige zitting terecht terzake van het rechts pas- seeren van een wielrijder. Verdachte had de kaasmarkt te Woerden bezocht en keer de huiswaarts. Met zijn wagen reed hij ze keren K. te Rietveld aan de rechterzijde voorbij, waardoor een aanrijding ontstond. Verdachte ontkende alstoen het feit wat dom van hem was. Getuige K. hield vol dat hij verdachte herkende als de persoon die de verkeers- fout maakte en de schuldige was van de aanrijding. Omdat er maar één getuige verschenen was en verdachte de zaak ontkende, moest er nog een getuige bij komen en wel liefst uit Enschedé. Getuige D. uit dien plaats had alles goed gezien en veidachte schuldig bevon den. Hij toch passeerde rechts hetgeen hij niet had mogen doen. Zou verdachte er op de vorige zitting met plus minus f 6.— afgekomen zijn, nu kost hem het „grapje'' van ontkennen f 20 of 4 dagen. In de verleiding. B. te Bodegraven ging telkens vis- schen in water dat een ander gepacht had. Er zat veel visch en dat was toch zoo ver leidelijk. Getuigen V. en W. te Bodegraven had den het gezien Zij waren de pachters. Aan gifte volgde. De visch zal hem f 5.of 2 dagen hechtenis kosten. Dit was de veroor deeling. Stoplicht onklaar. V. te Utrecht reed met zijn auto te Woerden op den Leidsohen straatweg. Achter hem aan kwamen weer andere auto's. Plotseling hield verdachte stil om den weg te vragen. Zijn stoplicht werkte niet. Het gevolg hiervan was dat de ach ter hem rijdende auto zijn wagen aanreed waardoor schade ontstond. Getuige Br. uit Arnhem verklaarde, dat verdachte plotseling stil hield zonder een teeken te geven. Zijn, getuige's, auto was nogal beschadigd. De echtgenoote van Br. verklaarde gelijkluidend. Verdachte bleef ontkennen dat zijn stoplicht onklaar was. Eisoh f 5.of 2 dagen. Vonnis conform. Verdachte beloofde in hooger beroep te gaan. De Kantonrechter vond dit goed. Duistere zaak. S. te Woerden had van een politie agent een oproeping gekregen om heden voor het Kantongerecht te verschijnen. Men noemt dit een „bon". S. zou zonder vergun ning met melk langs de huizen gevent heb ben. Er was een beetje melkoorlog geweest in Woerden. De melkboeren maakten een overeenkomstje om de melk op prijs te hou den enz. Nou en toen gingen er andere menschen venten, waaronder hij, verdachte, ook behoorde. Verdachte zeide 2 maal naar de Secreta rie te zijn geweest om een vergunning maar hij had 'm nog met. De politie kwam hem naderhand weer tegen en gaf hem toen een briefje dat hij „voor"' moest komen. Een duistere zaak die aangehouden werd tot de volgende terechtzitting. Wellicht zal de zaak ingetrokken wor den want de politieverordening geeft niet duidelijk aan, aan wat voor soort misdrijf verdachte zich zou schuldig, gemaakt heb ben. W. te Woerden, besteller van Van Gend en Loos, zou een trekhond onder zijn wagen hebben gehad die bloedend ver wond wa-s. Verdachte ontkende waarop de zaak aangehouden werd tot de volgende terechtzitting. G. te Nieuwkoop had zijn zoon niet naar sohool gezonden. Hij erkende het feit en kreeg f 5.of 2 dagen boete. M. koopman te Woerden had op de markt te Bodegraven 2 sabels gehad. De wapenwet verbiedt dit. Hij erkende en zeide dat men weinig mocht doen. Het vonnis luidde 2 of 1 dag. Schandelijk vervoer van kalveren. A. v. d. V. te Ysselstein had onder de gemeente Linschoten kalveren (nuchtere) vervoerd. De beestjes lagen gebonden bo ven op elkaar en leden veel pijn. De politie vond het „hemelschreiend". De kiekjes door hem gemaakt van het geval lieten een zielig beeld zien. Verdachte vond het niet zoo erg. De Ambtenaar noemde het verschrikke lijk om de beesten zoo te vervoeren. Eisch 10.of 4 dagen. Verdachte zeide nog het al 40 jaar ge daan te hebben en nog nooit last gehad te hebben. De Kantonrechter zeide dat de kalveren last hadden maar hij gevoelen moest dat de beesten zoo'n behandeling niet verdienden. Hun lot was al vreeselijk. Het vonnis luidde 10.of 4 dagen. Een woord van lof aan veldwachter V. te Montfoort voor het goede toezicht op der gelijke feiten is hier zeer zeker op zijn plaats. ROOFOVERVAL. De rechtbank te Assen veroordeelde he den H. V. en W. G. te Coevorden, thans ge detineerd die aldaar op den landbouwer J. H. Bosch van Tarel een roofoverval hebben gepleegd, ieder tot zes jaar ge vangenisstraf met aftrek van preventieve hechtenis. De eisch luidde acht jaar. STUTTGART ZEVENHONDERD JAAR STAD. Binnenkort zal Stuttgart, de hoofdstad van Würtemberg, op feestelijke wijze zijn 700-jarig bestaan als stad herdenken. In het begin der 13e eeuw ontwikkelde zich Stuttgart ten Zuidwesten van de Wasser burg der graven van Würtemberg. Voor het eerst wordt de plaats genoemd in een oor konde van het jaar 1229. Hierin wordt Stuttgart beschreven als een plaats, waar vreemde kloosters met voorliefde hun wijn bergen bezaten. In den loop der 13e eeuw kwam Stuttgart in het bezit van de vorsten van Würtemberg. In de jaren 1286 en 1287 sloeg koning Rudolf het beleg voor de stad en ontnam aan Stuttgart zijn vesting. Ten tijde van graaf Ulrich V werd Stuttgart uitgebreid en verheven tot hoofdstad en residentie van Würtemberg. In den dertig jarigen oorlog heeft de stad zeer veel ge leden. Eerst in de tweede helft der 19e eeuw ontwikkelde Stuttgart zioh tot een stad van beteekenis. Van 6 tot 18 Juni 1849 was Stuttgart zetel van de romp van het Frankforter Parlement en van 1620 Maart 1920 van de Duitsche Rijksregee- ring. De grootste uitbreiding van Stutt gart geschiedde in de jaren na den we reldoorlog. Stuttgart is thans een der schoonste steden van Duitschland. Op het gebied van architectuur is Stuttgart zeer rijk. Van een bijzonder fraaie architectuur zijn vooral het Landestheater en de hooge- school voor muziek. Van een eigenaardige bekoring is de oude stad, welke zich groe peert om de markt met het raadhuis. Tal van nauwe straten en smalle steegjes, met typisch hooge gevels komen hierop uit. De buitenwijken zijn daarentegen zeer modern aangelegd, zoodat men in dezelfde stad Nürnberger Meistersinger-motieven naa^t New-Yorker wolkenkrabbers aantreft. VOORDRACHT PROF. DR. H. FRIJDA. De huidige crisis en de ontwikkeling der economische organisatie. Op uitnoodiging van de Vereeniging van Staatkunde en van de Studentenvereeni- ging voor Soc. Lezingen is Donderdagavond prof. dr. H. Frijda, hoogleeraar te Amster dam, in het klein-auditorium der Leidsehe Universiteit als spreker opgetreden over het onderwerp: „De huidige crisis en de ontwikkeling der economische organisatie" De vraag of de huidige crisis slechts een gewone crisis is, een neergaande golf der conjunctuur, of dat zij veeleer uit struo- tueele veranderingen haar oorzaak heeft, is, aldus spr. door de feiten genoegzaam beantwoord. De tegenwoordige crisis is ten deele ook een gewone crisis, een reactie op de wanverhoudingen tussohen vraag en aanbod, welke zich in de voorafgaande pe riode heeft ontwikkeld. Als zoodanig is zij RESTAURATIE ST. PAULS' KATHEDRAAL TE LONDEN. DAMESSCHORTEN In Satinet en Cretonne. Uitgebreide keuze In moderne donkere patronen. Ook donkerbruin en donkergroen. JASSCnORTEN EN BLOUSESCHORTEN. DAMESHANDSCHOENEN Glacé en nappa. Effen en met versiering 2.25 - 2.50 - 2.75 - 3.25 Prima zeemleder, wit en crème 2.10 - 2.65 - 2.95 Zijden tricot, lang model 1.25 Zijden en Crêpe de Chine Kraagjes Enorme sorteering, alle kleuren. 17 ct. - 22 ct. - 25 ct. - 27 ct - 29 ct. tot 2.00 gld. HEERENOVERHEMDEN Kleine' patroontjes en fijne streepjes. Vooral blauw en bruin. Met 2 boorden 1.45 - 1.75 - 1.90 - 2.25 tot 4.90 HEERENHANDSCHOENEN Fijne kwaliteit Suède 3.25 ZIJDEN DAMESKOUSEN In alle denkbare kleuren. Kom met Uw fan tasieschoentje, en wij hebben er een passende kleur bij. Zijde Nonladder 29 - 49 - 59 - 69 Buitengewoon mooie kwaliteit zijde met zeer bijzondere voetversterking. Groote kleursorteering1.35 CHINAMATTEN HBEBEN WIJ JUIST WEER NIEUW ONTVANGEN» I DE PRIJZEN ZIJN LAGER DAN OOIT! slechts de herhaling van het wisselende spel van hausse en baisse, dat ons bij er varing bekend is. Een tijdlang scheen het dat de hevige crisis, zooals die van de eer ste helft der 19e eeuw, tot het verleden be hoorden en dat het economisch organisme, dank zij o.a. de ontwikkeling van het cre- dietsysteem en de kartelorganisatie, het kwaad van de ernstige conjunctuursohok- ken had weten tc overwinnen. Vooral in de Vereenigde Staten heerschte in de jaren vóór 1929 de overtuiging dat men den weg naar een stabiele welvaartsontwikkeling had bereikt. Nochtans ook ditmaal kwam de crisis, voor de meesten onverwacht. Spr. kan haar slechts zeer ten deele als een reactie op de voorafgaande hausse beschouwen. Daartoe is zij tc weinig algemeen, noch voldoende sterk geweest Sommige landen, zooals Nederland en Engeland, hebben een hausse nauwelijks gekend, in Duitschland is er slechts een enkel jaar van krachtige bedrijvigheid geweest, terwijl zelfs in Ame rika, zooals de cijfers leeren, de hausse vol strekt niet zoo buitensporig was dat zij een zoo geweldige reactie ten gevolge kon hebben. Ongetwijfeld hebben bijzondere fac toren een aandeel in het ontstaan der huidige depressie gehad: de onzeker heid op het gebied der internationale po litiek, de toenemende industrialisatie in het Oosten, het groeiend streven naar autarkie, het verlies van Rusland als af zetgebied en dergelijk. De duur en de hevigheid dezer crisis is echter niet zoozeer te verklaren uit oorzaken die haar deden ontstaan dan wel in de omstandigheden waaronder de depressie bestaat en zich handhaaft. Elke depressie heeft de tendenz zich te bestendigen. Zij eindigt omdat en als de bodem vruchtbaar genoeg is dat daarop het zaad voor nieuwe bedrijvigheid kan ontkiemen. Naar ervaring kan een uitwendige oor zaak niet worden gemist om de machine in tijden van depressie in haar loop weer te doen versnellen. Het is de vraag of zulke uitwendige oorzaken, zooals die in de geschiedenis werkzaam zijn geweest, thans nog in dezelfde mate te verwachten zijn. Er zijn er die meenen, dat de moge lijkheden van expansie door zakelijke en persoonlijke factoren thans minder zijn dan voorheen. Van meer beteekenis acht spr. het dat de krachten, die een natuur lijk zelfherstel zouden moeten teweeg brengen, thans niet of onvoldoende werk zaam zijn. Er heeft in den loop der tijden een verstarring in de economische verhou dingen plaate gevonden. Door het optre den der monopolistische organen hebben tal van prijzen, de loonen daaronder be grepen, de soepelheid verloren, die zij dit maal hadden. Bovendien reageert in tai ven bedrijfstakken, waar de vaste posten een groote rol spelen, het aanbod slechts onvoldoende op de prijzen, en blijft dit na genoeg constant, zoodat ook langs dezen weg de noodzakelijke aanpassing van net aanbod aan de vraag achterwege blijft. Het automatisme van de markt blijkt te falen. Daardoor ontstaat de parado xale toestand, waarin de wereld zich be vindt, de nood temidden van den over vloed. Er is productief vermogen in ruime mate aanwezig en er dringen behoeften die geen dekking vinden. Maar de be- hoeftenbevrediging blijft achterwege om dat de vraag ontbreekt. Waarom ont breekt echter de vraag? Volgens spr. daarom omdat de bedrijvigheid ge-ing is. Als de bedrijvigheid toeneemt vermeerdert vanzelf de vraag. Maar de bedrijvigheid komt onder de gegeven verhoudingen niet vanzelf op gang. Daaruit volgt dat zij van begin af op gang gebracht moet worden. Dat kan echter Killeen bet or gaan der gemeenschap, de staat, omdat immers deze alleen de productie t.ot stand kan brengen, enkel en alleen op grond van het feit, dat er behoeften zijn die dekking vragen en dat er productiekrach ten zijn om aan die vraag te voldoen. Spr. denkt aan tal van collectieve be hoeften aan dc mogelijkheid van publieke werken, maar ook aan de voorziening van individueele behoeften die thans in zoo groote mate zonder dekking zijn. Ook nu reeds tracht de staat op verschillende wijze in te grijpen. Maar zijn arbeid is symptomatisch niet echter op de ophef fing van het kwaad gericht. Dat gebeurt echter wel als hij waakzaam is om de machine der productie op gang re bren gen. Want als eenmaal de bedrijvigheid, vermeerdert, vermeerdert ook de viaag, daarop weer de bedrijvigheid enz. Een dergelijke hulp van den staat is in derdaad slechts crisishulp. Tn het geschet ste geval werkt de staat zooals een hulp motor werkt. Maar eenmaal in werking geweest zal de hulpmo*or in reserve wor den gehouderv De staat zal, is eenmaal, door zijn optreden in de baisse erkend dat hij op het gebied der prodictie voor de gemeenschap gereed moe* staan, ook in andere tijden waakzaam blijven. Spr. gelooft niet aan een naderend ein de van het kapitalisme. In fcaissetijd ver gelen wij al te zeer de baten die de vrije krachtsontwikkeling ons i- de tijden der JiarRse heeft gebracht. Maar de staat zal, door zeggenschap in sommige bedrijs- 'akken, door medezeggenschap in andere en door controle op verschillend gebied, zooals op dat van de cred'e*- en kapitaal markt en op dat der rati 'nalisatie. waken dat de werkzaamheid der private krach t-en het welvaartsdoel der gemeenschap tot verwezenlijking brengt. Spr. aarzelt hier van plan-huishouding te spreken. Indien men daaronder ver staat een bepaald stelsel van voortbren ging op grond van een bopaald productie- plan onder de directe leiding der centrale organen zal haar komst slechts het resii'- taat van een langdurige en volstrekt niet rechtlijnige ontwikkeling zijn. Geeft men «chter aan de gedachte der plan-huishou ding een beperkter inhoud, dan gelooft spr. dat wij ons reeds een goed eind op we^ daarheen bebinden De economische organisatie zal ftp moet in deze richting gaan. De wijziging in do economische structuur eischt een organisatie, die daar mee in overeenstemming is. In zooverre is de crisis slechts een proces van aanpas sing. Het staat aan ons te bepalen, hoe dit proces, geleidelijk of schoksgewijze zal verloopen. Naar wij vernemen ligt het in het voor nemen van het Bestuur van de Stichting „Fonds voor Aanleg, Onderhoud en Beheer van Wandelparken", om dezer dagen bij wijze van proef een theehuisje in te rich ten jn den Leidschen Hout. Daartoe zal bij den piasvijver een kiosk geplaatst worden, waar kinderen limonade en andere versnaperingen kunnen verkrij gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7