23ste Jaargang
DINSDAG 10 MEI 1932
No. 7197
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
HET TWEEDE CRISISCONGRES VAN DE
ALG R K, WERKGEVERSVEREENIGING
S)e£clGbelie6oti^Gmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per po£t f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
▼ooruit betaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Heden-, Dinsdagochtend, is in „Twee
Steden Palace'' te 's-Gravenhage het twee
de crisis-congres aangevangen, dat werd
georganiseerd door het Federatiebestuur
van de Algemeene R.-K. Werkgeverever-
eeniging, onder voorzitterschap van mr. M.
P. L. Steenberghe, die een openingsrede
hield, waaraan het volgende is ontleend:
OPENINGSREDE.
Toen de heer J. P. J. Asselbergs, aldus
spr., ons vorig crisiscongres in November
1930 opende, mocht hij er op wijzen, dat er
een climax viel te constateeren in de con
gressen der Alg. R.-K. Werkgeversvereeni-
ging. Spr.'s voorganger resumeerde deze
climax in het kort aldus:
1923 Reoonstructiecongres: Het zoeken
naar ander wegen voor het als gevolg van
den oorlog ontwrichte econmische leven.
1925. Welvaartscongres: De roep om
maatregelen tot bevordering van de wel
vaart.
1927. Economisch UrgentiecongresDe
toestand begin te nijpen. Dringend her
haalde roep om maatregelen, dienstig tot
afwending van dreigenden ondergang.
In 1923 hebben de heeren Blomjous,
Kortenhorst en Stulemeyer gevraagd om
maatregelen, die dienstig konden zijn tot
instandhouding van de in moeilijkheden
verkeerende landbouw en industrie. In
1925 behandelde de heer Kortenhorst het
probleem der organisatie van den Over
heidsdienst en in 1925, 1927 en 1930 is een
steeds klemmender pleidooi gehouden door
de heeren van Spaandonk. Hermans, prof.
Kaag en spr. voor een meer actieve han
delspolitiek. Indien iemand recht van spre
ken heeft, recht om critiek te doen hoo-
ren, zoo is het onze organisatie, die ge
waarschuwd heeft, toen 't nog tijd was om
maatregelen te nemen.
Ook wij beseffen volkomen, dat even
min als de crisis haar oorsprong gevonden
heeft in ons land, zij door Nederlandsche
maatregelen zal worden beëindigd. Doch
wel weten wij, dat in Nederland tal van
maatregelen genomen hadden kunnen wor-
en en nog te nemen zijn, die de crisis voor
het bedrijfleven zouden hebben vermin
derd.
En voor ons industrieelen, die den zwa-
ren strijd hebben te strijden, die dagelijks
voor schier onoplosbare moeilijkheden ko
men te staan, is het in het bijzonder er
gerlijk, wanneer de voor de hand liggende
maatregelen, waarvoor herhaaldelijk met
onweerlegbare argumenten is gepleit, door
gebrek aan kïachtige leiding niet worden
getroffen.
Oude paden zullen verlaten
moeten worden en nieuwe be
treden.
Oude paden zullen verlaten moeten wor-
ten en nieuwe betreden. In het algemeen
heeft de Nederlandsche ondernemer op
technisch gebied bewezen, dat hij de ba
kens weet te verzetten, als het getij ver
loopt. Moderniseering van bedrijven, ra
tionalisatie en modern bedrijfsbeheer zijn
door hem bestudeerd en toegepast.
Ook in dit opzicht staat de Nederland
sche ondernemer aan de spits. Te weinig
aandacht wordt echter nog besteed aan
een meer rationeele productie. Meer over
leg tusschen de producenten onderling is
een dringende eisch. Het buitenland geeft
ons hierin het voorbeeld. In Nederland
zijn wij in dit opzicht nog te individualis
tisch.
De cultureele verzorging van
ons volk besnoeid.
De ergste gevolgen der crisis liggen
echter niet op het materieele doch op het
moreele terrein. Uit hetgeen reeds is uit
gelekt over de voorgenomen bezuinigings
maatregelen, welke de Regeering zal moe
ten n em.en, teneinde een algeheele ont
reddering van 's lands financiën te voor
komen, is reeds gebleken, dat bij de cultu
reele verzorging van ons volk besnoeiingen
niet bespaard zullen blijven.
Bezien de zaken in groote
lijnen.
Men make het de Regeering niet moei
lijker, dan zij het toch al heeft en bezie de
zaken in groote lijnen. De steeds her
haalde kleine critiek is als een druppel, die
den ateen uitholt: zij maakt op den duur,
dat terug gedeinsd wordt voor het nemen
van noodzakelijke maatregelen. Laten wij
als Nederlanders het Nederlandsch be
lang breed bezien en ons van detailcritiek
onthouden.
Aan het slot van zijn openingsrede be
groette de voorzitter, Mr. Steenberghe, den
vertegenwoordiger van minister Verschuur
(die bericht van verhindering had gezon-
len), den heer de Raet en dankte deze voor
dit blijk van belangstelling der regeering.
Voorts verwelkomde spr. onder luid ap
plaus Z.Exc. dr. Colijn, wiens tegenwoor
digheid, gezien de vele opofferingen welke
hij zich getroostte om het Nederlandsche
volk voor te lichten, ten zeerste werd ge
waardeerd. Ook heette spr. welkom het
bestuur der R. K. Kamerfractie, waardoor
de traditie van mgr. dr. Nolens z.g. die
nimmer een congres der R. K. Werkgevers
organisatie oversloeg, werd voortgezet.
In aansluiting hierop wees spr. op de
aanwezigheid van 15 Katholieke Kamer
leden, een schitterend bewijs van mede
leven, waarbij spr. gelegenheid vond zijn
dank te betuigen voor de gelegenheid,
welke door onze fractie steeds gegeven
werd om de wenschen der Katholieke werk
gevers aan te hooren. Vervolgens verwel
komde spr. de heeren Heringa, dr. Neder-
bragt, v. d. Waals, en de Coster, resp. ver
tegenwoordigers van de departementen van
Economische Zaken, Buitenlandsehe Zaken,
Koloniën en Financiën. Ook werden begroet
de vertegenwoordigers van de Kamer van
Koophandel, van Katholieke Sociale Orga
nisaties en talrijke leden van het Ned.
R. K. Werkliedenverbond, van Vakorgani
saties en van den R. K. Bond van Jonge
Werkgevers.
Ten slotte bracht spr. dank aan onzen
actie ven K.R.O., die het geheele congres
per radio uitzendt.
Daarna kreeg de heer Spaendonk het
woord.
REDE MR. VAN SPAENDONK.
Mr. B. J. M. van Spaendonk, eerste se
cretaris van de Alg. R.-K. W. V. sprak
vervolgens over het onderwerp: „In wel
ken zin moeten de invoerrechten in ons land
geregeld worden om de crisismoeilijkheden
te verminderen en hoe dient in verband
hiermede de Crisisinvoerwet toegepast te
worden".
Wie, aldus spr., de dagelijks talrijker
uitingen van de onmiddellijk bij het be
drijfsleven betrokkenen volgt, zal vooral
getroffen zijn door het manifest van den
geheelen georganiseerden landbouw en de
geheele, georganiseerde industrie aan de
Regeering, in welk manifest in krachtige
mannentaal het beginsel der reciprociteit
naar voren wordt geschoven onder mede-
deeling, dat als de Regeering geen midde
len mocht vinden die reciprociteit tot ver
wezenlijking te brengen, Landbouw, tuin
bouw en industrie zelf de wederkeerig-
heidsgedachte in toepasing zullen gaan
brengen
Dit manifest draagt de onderteeke-
ning van organisaties, die ten aanzien van
de wederkeerigheidsgedaohte in de han
delspolitiek steeds een beslist afwijzend
standpunt hebben ingenomen.
In een op 21 Maart j.l. gepubliceerd
request, onderteekend door niet minder
dan 44 katoenweverijen, is openlijk voor de
noodzakelijkheid van contingenteering van
den invoer van katoenen manufacturen hier
in Nederland opgekomen.
Is voorts ook niet radicaal gewijzigd
het inzicht bij de Twentsche katoenindus
trie omtrent de noodzakelijkheid van een
handelspolitieke aaneensluiting tusschen
Nederland en Nederlandsch-Indië
Spr. wees in dat verband ook op de zeer
belangrijke rede door den heer Helding,
oud-Voorzitter der Amsterdamsche K. v.
K., op het jongste vrijhandelscongres te
Londen gehouden, waarin de heer H. onom
wonden te kennen gaf, dat een herziening
der meestbegunstigings-clausule niet lan
ger achterwege zou mogen blijven.
De bedoeling van dit Congres is, gege
vens naar voren te brengen om de noodza
kelijkheid van spoedige aanvulling der han-
delpolitieke timmerkist met nieuw gereed
schap en vervanging van onpractisch en
verouderd materiaal door nieuwe gereed
schappen te demonstreeren.
In welke mate alleen reeds de in de twee
de helft van 1931 en de eerste 3 maanden
van 1932 in het leven geroepen nieuwe
export-belemmeringen van den uitvoer van
Nederlandsche industrieproducten in den
weg hebben gestaan, mogen wij, aldus spr.,
met eenige voorbeelden illustreeren.
De enorme teruggang van den
export.
Spr. bepaalde zich daarbij tot de cijfers
over Januari t/m Maart 1932 en stelde die
tegenover de overeenkomstige van die van
1931. Wij vinden dan, dat de export van
margarine achteruitging met 67%; van
«teenkolen met 17 klinknagels, schroef
bouten en moeren met 24% zeep met 50%
deuren en ramen met 21%; triplexhout met
41%; leeren schoenen met 64%; zooileder
met 48%; ongeverfde en ongebleekte ka
toenen garens met 55%; wollen garens met
35%; geverfde, bedrukte en bontgeweeven
katoenen manufacturen met 54%; jutezak
ken en jutedoek met 53%; fluweel en trijp
met 56%; tafel- en servetgoed met 85%;
katoenen dekens met 70%; wollen en cooos
tapijtgoed met 83%; wollen stoffen met
72%; wollen en halfwollen confectie met
52%; kousen en sokken met 22%; verdere
tricotage-artikelen met 29%; aardewerk
met 40%; dakpannen met 28%; muur- en
wandtegels met 37 metselsteenen en
straatklinkers met 61%; flesschen met 94%
radio-apparaten met 53%; fornuizen en
kachels met 80%; geslagen en gegoten ge-
emailleerde artikelen met 60%.
De cijfers zijn nog veel ontstellender,
wanneer men den percentueelen achteruit
gang van den export zou berekenen op ba
sis van de waarde in guldens.
Tegenover dit eatastrophale verlies van
exportmogelijkheid staat voor de meeste
artikelen een enorme toename van den in
voer hier te lande.
Bepalen wij ons eveneens tot het eerste
kwartaal 1932 en stellen wij dit tegenover
het eerste kwartaal 1931, dan blijkt, dat de
invoer voor de hierna te noemen artikelen,
berekend op basis van de ingevoerde hoe
veelheden, als volgt is toegenomen: deu
ren en ramen met 65%; zooileder met 36%
gebleekte en ongebleekte katoenen .manu
facturen met 193%; geverfde, bedrukte en
bontgeweven katoenen manufacturen met
44%; fluweel en trijp met 28%; tafel- en
servetgoed met 67 katoenen dekens met
140%; wollen dekens met 328%; kousen en
sokken met 29%; geslagen en gegoten ge-
mailleerde artikelen met
Voor dengene, di'e evenals wij dagelijks
de verwoestingen ziet, die in ons bedrijfs
leven worden aangericht, door het verlies
van exportmogelijkheid en den enormen in
voer van buitenlandsehe fabrikaten hier te
lande, is het niet mogelijk zijn gevoelens
over de uitvoering der contingenteerings-
wet te verbergen. Het heeft geen nut na te
kaarten over het feit. dat de Regeering in
gebreke is gebleven de reeds jaren achter
elkaar gegeven adviezen op te volgen om
zich met wettelijke bevoegdheden tegen
abnormalen invoer te wapenen Dit verzuim
van de 'R'egeering moest automatisch ten
gevolge hebben dat in het najaar 1931 een
stroom van buitenlandsehe goederen over
de grenzen werd gebracht.
Naar sprekers oordeel staat het onom-
stootelijk vast, dat de tot nu toe gevolgde
wijze van uitvoering der Crisis-Invoerwet
voor de bedrijven, die contingenteering van
den invoer hunner goederen vroegen, doch
vooralsnog niet verkregen, het averecht-
sche gevolg heeft gehad, dat de invoer in
de betreffende branche extra werd gesti
muleerd, zoodat een eventueele contingen
teering in verband met de abnormale voor
raden bij den handel geruimen tijd geen ef
fect zal kunnen sorteeren.
Elk begrip van wederkeerig-
heid zoek.
In het handelsverdrag met Tsjecho-Slo-
wakije, waartegen onze organisatie reed$
onmiddellijk bij de Sta ten-Generaal be
zwaar heeft gemaakt, is wel elk begrip van
wederkeerigheid zoek.
Ook de wijze, waarop tot nu toe de be
treffende contingenteerings-maatregelen
zijn uitgevoerd, met name wat beireft de
handhaving der contingenten, verdient een
woord van ernstige critiek.
Contingenten reusachtig over
schreden.
Als meest frappante voorbeelden wijst
spr. op den invoer van leeren schoenen in
het eerste kwartaal 1932. Het bij K. B. vast-
gestlede contingent bedroeg 149.000 paar;
in werkelijkheid echter werden er volgens
de Handelsstatistiek ingevoerd 352.444
paar, zoodat het vastgestelde contingent
met niet minder dan 136% werd overschre
den.
Voor rubberschoeisel bedroeg het con
tingent 474.000 paar, doch volgens de offi-
cieele gegevens werden er ingevoerd
1.107.000 paar, een overschrijding derhalve
van het vastgestelde contingent met niet
minder dan 134%.
Spr. is overtuigd, dat, indien de organi
saties van handel en nijverheid in de be
trokken bedrijfstakken bij de uitvoering
der maatregelen waren ingeschakeld, een
juistere, meer billijke en vooral meer doel
treffende uitvoering der genomen besluiten
zou zijn verkregen.
De Contingenteeringswet kan intusschen
slechts een deel van ons bedrijfsleven hulp
bieden; blijvend hesrtel zal op de eerste
plaats moeten komen van een terugkeer
der exportmogelijkheden.
De diplomatieke verstekken moeten
open en de vertegenwoordigers van het be
drijfsleven moeten gelegenheid krijgen zelf
mee te spreken en rechtstreeks in contact
kunnen komen met hun vakgenooten over
de grenzen. De regeering moet achter die
besprekingen gaan staan met krachtige
handelpolitieke uitrusting, om, wanneer de
besprekingen tusschen de belanghebbenden
geen resultaat opleveren, daaraan de nood
zakelijke consequenties voor den invoer hier
te lande verbinden.
Alleen door krachtig en snel optreden kan
de regeering in het belang van het geheele
Nederlandsche bedrijfsleven en het geheele
Nederlandsohe volk de groote taak vervul
len, die in deze zoo moeilijke omstandig
heden op haar rust.
REDE DR. L. G. KORTENHORST.
Tenslotte hield dr. L. G. Kortenhorst,
algemeen secretaris der A.R.K.W.V., een
inleiding over de vraag: „Hoe zal in de
naaste toekomst de internationale economi
sche politiek moeten worden gevoerd, meer
in het bijzonder ten aanzien van Indië en
van de na buurstaten".
Wij leven snel, zoo ving spr .zijn rede
aan, met het stellen van de vraag: Hoe
lang lijkt het reeds geleden, dat de ver-
eeniging voor Actieve Handelspolitiek en
de Vereeniging voor Vrijhandel elkander
met het grove geschut van honderden pa
gina's dikke boeken bekogelden? Zou de
heer J. E. Vleeschhouwer thans, gelijk in
1927, nog den moed hebben om in een boek
van 250 pagina's te betoogen, dat wij, voor
standers van actieve handelspolitiek
slechts spoken en schimmen zagen, dat er
in Nederland geen vuiltje aan de lucht was,
dat ons pessimisme over de ontwikkeling
van de handelspolitieke verhoudingen in de
wereld, op waandenkbeelden en vooroor-
deelen was gebouwd en dat de Nederland
sche export in verhouding tot die van an
dere Landen zich eerder gunstig dan on
gunstig onderscheidde?
Het is voor spr. „helaas" een ge
makkelijke taak om den handschoen door
den heer Vleeschhouwer namens de ver
eeniging voor vrijhandel in het strijdperk
geworpen op te rapen. Er zijn nu eenmaal
debatten, die men liever verliest dan wint,
en er zijn nu eenmaal economische feiten,
die slechts in één opzicht voldoening ver
schaften, n.l. dat zij ons pessimisme beves
tigen. Maar overigens ware het spr. onein
dig veel liever, wanneer de heeren Vleesch
houwer, Flatc, Jitta, Verrijn Stuart, Van
der Waerden, Van Gijn, Oud en zooveel
andere voortreffelijke Nederlanders hoog
hartig den actieven-handelspolitici zouden
hebben kunnen toevoegen: „Daar staat gij
nu in een niet nader te omschrijven klee-
dingstuk. Gij, die hebt durven twijfelen
aan den categorischen imperatief van net
in- en uitvoerargument, aan het axioma,
dat de wereldmarkt altijd open staat voor
de Nederlandsche producten, mits zij maar
goed zijn en goedkoop. Daar staat gij, met
beschaamde kaken, die geweigerd hebt, in
de victorie van den internationalen vrij
handel te gelooven", enz.
Nogmaals, helaas, de zaken staan an
ders. Onze export is lamgelegd, de Volken
bond heeft met zijn actie voor het vrije
ruilverkeer een échec geleden.
Onze welvaart holt achteruit.
Spreker lichtte een en ander met cijfers
nader toe. Onze welvaart holt achteruit en
wie meenen mocht, dat het diepste punt
reeds is bereikt, spr. gunt hem gaarne die
illusie, al deelt hij die niet.
In den verwoeden economischen oorlog,
die in vollen gang is, zullen wij volgens de
regels der economische srategie ons verde
digingsplan hebben te bepalen. Onze wel-
vaartpolitiek zal er op ingericht moeten
worden om doelbewust, zonder al te veel
op het toeval te vertrouwen, ons verdedi
gingsplan te voeren.
Zoo bezien i» er slechts plaats voor een
economische politiek, die ervan uitgaat,
dat onder de huidige omstandigheden
gunsten moeten worden gekocht en dat zij
niet meer om niet kunnen worden gegeven.
De kosten van het complex van maatre
gelen tot handhaving der agrarische pro
ductie zullen in totaal wellicht 250 millioen
gulden per jaar bedragen.
De kosten van de verzorging van het
heirleger van werkloozen werden door mi-
j nister Verschuur op 300 millioen gulden
per jaar geraamd.
Deze lasten, gevoegd bij den druk van
Rijks- en Gemeentebelastingen, die teza
men in 1932 niet veel lager dan 900 mil
lioen zullen beloopen, moeten worden op
gebracht door een steeds kleiner wordend
getal contribuabelen.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
De Duitsche begrooting toegelicht in
den Rijksdag. (2de blad).
Painlevé trekt zich terug als candidaat
voor het Fransche presidentschap. (2de
blad).
Nog 30 personen bedolven onder de
puinhoopen te Lyon. (Buitenl. Berichten,
2de blad).
BINNENLAND.
Benoemingen in het Bisdom Haarlem.
(Kerkn., 3de blad).
LEIDEN.
Reorganisatie openbaar lager onderwijs.
(2de blad).
Benauwend is het probleem of en hoe
lang de sterk verminderde draagkracht van
het nog arbeidende deel van het bedrijfs
leven de zware crisisvracht van anderen
torsen kan.
Oog
oog.
Het parool is uitgegeven: Nederland
koope slechts daar, waar het buitenland
van ons koopenen daarvoor betalen
wil. Terug dus tot het zuivere ruilhandels-
systeem.
De hoeksteen van onze classieke buiten
landsehe economische politiek, de meesi-
begunstigingsclausule, is niet meer in
staat gebleken, het gebouw van ons econo
misch loven te schragen.
Do mobilisatie van onze economische
strijdkrachten is nog slechts ten deele ge
schied.
De crisisinvoerwet zal volgens spr. ge
wijzigd dienen te worden in dien zin, dat
landen die het stelsel van proportioneele
contingenteering met of niet consequent
huldigen, gelijk Duitschland en Frankrijk,
niet eenzijdig van ons land wel een even
redig contingent toebedeeld zullen krijgen.
De moordende deviezen-
restricties.
Een tweede maatregel zal moeten be
staan in een goede regeling van het devie
zen verkeer. De Regeenug zal toch wel
moeten erkennen, dat de buitenlandsehe
deviezenrestricties voor onzen export een
voudig moordend zijn. Het Rogeeringsvoor-
stel omtrent de deviezenclearing is vol
strekt onvoldoende. Volgens het voorl. ver
slag der Tweede Kamer rangschikt Neder
land zich in dat ontwerp onder de familie
der Symens, die gewoon zijn te betalen,
zonder zelf betaald te worden. Die typee-
ring acht spr. volkomen juist. Actieve po
litiek alleen kan ons uit het moeras hel
pen; zij zal niet alleen haar diensten moo-
ten bewijzen om landen, die kans zien om
beste klanten tot hun grootste vijanden te
maken, tot "inkeer te brengen, maar zij
heeft een even belangrijke taak te vervul
len bij het sluiten van economische bond
genootschappen. Wanneer wederzijds ge
geven gunsten door de meestbegunstiging
niet overgaan op landen die van hun han
delsbelemmeringen geen afstand wenschen
te doen, dan wordt de mogelijkheid ge
opend om met landen, behoorende tot de
Oslo-groep en met Engeland een vrijhan-
delsbloc te vormen rondom de Noordzee,
dat wellicht den grondslag kan vormen
voor het herstel van den internationalen
vrijhandel.
Het is voorts sprekers stellige overtui
ging, dat Indië en Nederland bij een nau
were economische samenwerking niets te
verliezen en alle3 te winnen hebben. De
economische kracht van het Nederlandsch
gebied in Europa en Azië kan in onderlinge
samenwerking in het belang van den inter
nationalen vrijhandel iets groots tot stand
brengen.
Nog is ons vaderland niet verloren, mits
ons volk in al zijn geledingen samen met
de Regeering zijn krachten richte op dit
eéne doel: houden wat wij hebbenen terug
winnen wat wij verloren.
Wij leven, zoo besloot spreker, in een
economischen oorlog en mobilisatie zal
noodzakelijk zijn, omdat ook bij dezen oor
log wel zal gelden: „Wee den overwon
nene 1"