EEN MONUMENT IN DE BOLLENSTREEK WOENSDAG 4 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 NICOLAAS DAMES' „De grootste vakman Groote figuren achten zich zeiven steeds gering, doch de eenvoud-, die het zegel is van hun ware groptheid, dwingt bij allen, die hen gekend hebben, liefde en bewon dering af, welke zich uiten wil in hulde en vereering, vooral wanneer het licht der eeuwigheid de werkelijke verhouding hun ner daden in klaren schijn heeft gezet. Liefde voor den gewezen vriend en be wondering voor zijn practische kennis, waarvan hij zoo gul ronddeelde, waren het, die velen uit de bollenstreek noopten tot de oprichting van een monument ter eere van Nicolaas Dames. Zijn beeltenis in een bronzen relief, ge vat in steen en geflankeerd door twee kin derfiguren, die een bloemenvracht torsen, werd door den beeldhouwer Ingenousz in opdracht van een uitvoerend comité gebei teld en gistermiddag had op het terrein voor het Laboratorium voor Bloembollen- onderzoek naast de Rijkstuinbouwschool te Lisse de onthulling van het fraaie mo nument plaats. Het weer geliefde niet mee te werken en toen de plechtigheid een aanvang nam begon het zoetjes te regenen uit de egaal grauwe zware lucht. Er waren verscheidene vooraanstaande personen uit de bollenstreek aanwezig, o.a. prof. v. Slogteren, de heer Krelage, voorzitter van de Ver. voor Bloembollen cultuur, de heer Volkersz, rijkstuinbouw- consulent, als vertegenwoordiger van den minister van Economische Zaken en Ar beid, de burgemeester van Lisse baron dr. van Wijnbergen, met zijn wethouders, ver volgens de zoons en dochters van Nioolaas Dames, en de ontwerper van het monu ment, de heer Ingenhousz, vertegenwoor digers van het hoofdbestuur van* de Ver. voor Bloembollencultuur, van het bestuur van den Bond van Bloembollenhandelaren, van het Centraal Bloembollencomité en van het H. B. G. Op het aangegeven uur, 3 uur, nam prof. dr. E. v. Slogteren, als voorzitter van het uitvoerend comité het woord. REDE PROF. DR. v. SLOGTEREN. In de eerste plaats wil ik hier een woord van dank uitspreken aan u allen, die zich hierheen hebt willen begeven om de plech tigheid, welke hier staat te gebeuren, met uw tegenwoordigheid, te vereeren. In het bizonder stellen we het op prijs, dat Zijne Excellentie de Minister van Oeco- nomische Zaken en Arbeid, zelf door ambtsbezigheden verhinderd hier aanwe zig te zijn, in de eerste dagen na de over gang van de Directie van de Landbouw naar zijn Departement, zich hier heeft wil len doen vertegenwoordigen. We zien daarin een belangstelling voor onze Nederlandsche Tuinbouw, die we zeer waardeeren en niet gaarne zouden missen. Dat Zijne Excellentie, u mijnh. Volkersz, lid van ons Eere-comité als Rijkstuinbouw- consulent tot zijn vertegenwoordiger aan wees, doet ons groot genoegen, daar zeker weinigen beter dan u weten, welke groote* verdiensten de heer Dames voor onze bloembollen-cultuur heeft gehad. U, Burgemeester en Bestuur der Ge meente Lisse zijn we niet alleen dank baar voor uw aanwezigheid hier, maar vooral ook, dat het monument, dat straks zal worden onthuld, geplaatst is mogen worden op dit terrein, eigendom uwer Ge meente, door u aan het laboratorium in bruikleen afgestaan. U familieleden van Nioolaas Dames dan ken we, dat u op dezen dag hier getuige wilt zijn van deze plechtigheid. U leden van het Eere-comité zijn we dankbaar voor uw moreelen steun, doordat u in het Eere-comité hebt willen zitting ne men en hier aanwezig zijt. Vertegenwoordigers der organisaties op het gebied der Bloembollencultuur, Verte genwoordigers der Pers en gij allen, die hier aanwezig zijt, namens het uitvoerend comité heet ik u allen hartelijk welkom! Onder u missen we noode één lid van het Eere-comité, wijlen den heer A. Gulde- mond, oud-voorzitter van de Commissie van toezicht der Rijkstuinbouwschool en de twee leden van het uitvoerend comité, wij len den heer H. Hopman en H. Hulsebosch, die ons helaas door den dood zijn ontrukt, voordat we tot de onthulling van het Mo nument, konden overgaan U, mijnheer Ingenhousz, den ontwerper van het monument, zijn we niet alleen dankbaar voor het kunstwerk door u ge wrocht, maar ook voor de sympathieke wij ze, waarop u met ons hebt samengewerkt. Ten slotte aan u, mijnheer Krelage, een woord van dank voor uw bereidwilligheid om straks de feitelijke onthulling wel te willen in leiden en doen uitvoeren. Het zou moeilijk zijn iemand te vinden, die méér dan u, door recht van geboorte of door eigen verdiensten tegenover de bloem bollencultuur, is aangewezen om deze daad van piëteit jegens een van onze groote man nen te verrichten. Het uitvoerend comité is u dankbaar daarvoor! GEHULDIGD. de nederigste vakman". Levensschets. Nicolaas Dames werd in het jaar 1862 te Heemstede geboren, als zoon van een tuinier-bloembollenkweeker. Hij bracht zijn leerjaren o.a. door bij den bekenden hya- cinthenkweeker Jan Bos, te Overveen en kwam, na zich reeds in Heemstede te heb ben geassocieerd met zijn compagnon Ger- rit van der Horst in 1896 naar Lisse. Na eenige jaren werd de Vennootschap ontbonden en werkte Dames zelfstandig on der de firmanaam: N. Dames. Kort voor zijn dood verbond hij zich we derom als Vennoot met de heer Werkho ven en werd de fa. Dames en Werkhoven gesticht, in welke firma de naam van Da mes op het oogenblik in Lisse voortleeft. In het jaar 1896 huwde hij met Maria Kieft, die hem 11 kinderen schonk, welke allen nog in leven zijn. Zijn vrouw over leed in het jaar 1918, ongeveer 2 jaren voor haar echtgenoot, die op 2 Jan. 1920 is ge storven. En zoo is het dus ruim 12 jaren geleden, dat velen onzer stonden rondom het open graf van Nicolaas Dames, nadat we hem naar zijn laatste rustplaats waren gevolgd. Allen beseften we toen, dat we in hem een goeden vriend, een grooten leermees ter moesten missen, terwijl de cultuur, wel ke ons allen lief is, een harer bekwaamste en meest toegewijde beoefenaren had ver loren. De leegte door hem achtergelaten scheen onpeilbaar, het verlies niet te herstellen en tochWij hebben ons leven zonder hem voortgeleefd, onze cultuur heeft zich zonder hem uitgebreid en is tot veel groo- tere bloei gekomen, dan ooit te voren! Inderdaad zonder hem?? Neen!, het grootste geluk voor ons is, dat mannen van de kracht en grootheid van Dames nooit verloren gaan, maar b 1 ij v e n voortleven in ons midden met een zoo groote intensi teit, dat ze ook na hun dood hun heilzame invloed blijven uitoefenen en him geest ons leiding blijft geven. Of we hem dan niet hebben gemist? Ja, zeker, dat hebben we allen! Velen onzer, spreker niet het minst, hadden in moeilijke dagen de rechtschapen eerlijke vriend gaarne aan hun zijde gehad en onze cultuur had stellig nog zeer veel méér kun nen profiteeren van zijn persoonlijke lei ding! Hoe het gedenkteeken er kwam. Het denkbeeld, om een monument voor Dames op te richten, is in de eerste plaats uitgegaan van een kring van zijn vrien- den-vakgenooten, die de persoon van Da mes het meest van nabij hebben gekend. Z ij hadden stellig geen gedenkteeken noodig om de persoonlijkheid van Dames voor hen te doen blijven leven. Indien we hier dan toch bijeen zijn, voor de onthulling van 'n blijvend monument ter eere van zijn nagedachtenis, is dat, omdat we wenschen, dat ook voor ons nageslacht de figuur van Nicolaas Dames zal blijven voortleven als een voorbeeld voor onze kin deren en kindskinderen bij hun streven tot verbetering en veredeling van onze Vader- landsohe Bloembollencultuur. Mannen als Dames was, zijn slechts schaars gezaaid, en ik zal onze cultuur ge lukkig prijzen, wanneer onder hare beoefe naren van tijd tot tijd een man leeft van zijn gehalte, waaromheen de energie en het vernuft van onze kweekers zich zal kunnen kristalliseeren. Zoo is het immers ook de groote ver diensten van Dames geweest, niet alleen zijn eigen kennis en energie aan onze cul tuur te hebben gegeven, hij heeft ook met de bekwaamste kweekers van zijn tijd, die in hem hun middelpunt vonden, een school gevormd-, die voor de vooruitgang van onze cultuur van onschatbare beteekenis is ge weest. Wij weten het recht te hebben een monu ment op te richten voor Nicolaas Dame3, voor wat hij ie geweest voor onze Vader- landsche Bloembollencultuur en huldigen hem, zooals in enkele woorden in het mo- nu ment is uitgehouwen: Voor kunde en gemeenschapszin, m-a.w. we huldigen hem niet alleen als een bekwaam vakman, maar ook, ja vooral, als mensch. Het is dan ook mijn persoonlijke over tuiging, dat het enthousiasme, waarmee in korten tijd een groot bedrag werd bijeen gebracht, niet alleen voldoende voor dit schoone kunstwerk, maar tegelijk een nog grooter bedrag voor een krachtig Dames- fonds, meer onbewust dan bewust, eerder berustte op waardeering van de ideëele waarde van Dames' scherpe geestesgaven en zijn onbaatzuchtigheid, eerder een hul de was aan zijn persoon, dan voortkwam uit dankbaarheid voor de groote voordee- len van onze cultuur en export, welke aan zijn medewerking zijn te danken. Niet dat de laatste gering zijn. Ik weet, dat deze nog veel grooter zijn, dan door verreweg de meesten van onze vakgenooten en zelfs van de bijdragers voor monument en Dames-ronds wordt beseft. „Het gewas ligt in de schuur". Het zij mij vergund enkele hier in het kort aan te stippen: Het is voornamelijk onder zijn leiding en op zijn initiatief geweest, dat de zgn. schuur behandeling van onze bloembollen zich heeft ontwikkeld. Van hem is de uitlating: „het gewas ligt in de schuur" en hiermee bewees hij te zijn een plantenphysioloog als weinig geleerde botanici zich kunnen noemen. Zijn uitvinding der preparatie-methode der hyacinthen in de jaren 19081910 en volgende was mede een gevolg hiervan en door de laatste heeft hij niet alleen de verbruiksperiode der gebroeide hyacinthen met minstens 25 pet. verlengd, maar ook het verbruik geweldig doen toenemen. En hiermee was de weg t-ot verdere ver betering ook voor de cultuur van andere bolgewassen dan hyacinthen aangewezen. Ons product is een natuurproduct, waar van de verbruikswaarde zeer sterk varieert met de wisselende invloeden van het kli maat. Zoolang deze invloeden hunne volle kracht behouden, blijft voor de verbruiker aan het product, zooals het door ons wordt afgeleverd, een groot risico verbonden, doordat de bloeicapaciteiten in de opeen volgende jaren zeer sterk verschillen. We hebben nu door Dames en de zijnen geleerd om de wisselende klimaatinvloeden, zoowel voor de kweekerij als voor de ex port van het zgn. leverbaar, althans reeds voor een groot deel, te oompenseeren. Het is deze principieele en fun damenteels wijziging in onze cul tuur geweest, die de weg tot verdere ver beteringen heeft gebaand en de grondslag voor de moderne cultuur heeft gelegd. De enorme uitbreiding der export had zonder die verbeteringen nimmer tot deze hoogte kunnen stijgen en ik weet, dat het voort gaan langs de wegen door Dames gewezen, voor de toekomstige welvaart van onze cul tuur dringend noodzakelijk is. Daarnaast is Dames een der eerste grootere verbruikers en ijverige propagan disten voor het verbruik van kunstmest in onze cultuur geweest. Hoevelen hebben ook hiervoor van zijn raadgevingen geprofi teerd Op het gebied van de hybridisatie is hij mede een van de voorgangers geweest. Tal van tulpen van uitstekende kwaliteit en mee van de beste der nieuwre hyacin then-variëteiten zijn door hem gewonnen. De gladiolencuituur heeft hij krachtig bevorderd. Hij was ook een van de eersten, die in Anna-Paulowna-polder uitbreiding van cul tuurgebied zocht en ook hier wederom zelf aan den lijve ondervond, dat pioniersarbeid vaak een harde leerschool is. Dames als mensch. Ook daar hebben weer velen van hem geleerd, maar zooals reeds gezegd, meer nog dan voor de zeer groote directe voor- deelen, welke hij onze cultuur heeft ge bracht, zijn we hem dankbaar voor z'n ge-1 meenschapszin. Hij kon er niet toe komen de hoogst belangrijke door hem bereikte resultaten uitsluitend ten eigen bate aan te wenden. Hij moest met zijn vakgenooten spreken over de problemen, die hem zoo na aan het hart lagen en daarvan ging voor hen een groote bezieling tot eigen onderzoek uit. En dat laatste was vooral het geval bij zijn vrienden, die evmals hij met hart en ziel kweeker waren en verklaart, waarom bijna steeds zijn kantoor was gevuld met zijn enthousiaste leerlingen, die niet vol doende konden krijgen van gesprekken met hun leermeester. Zeker het was geen salon, waarin hij ons ontving en geen leeren clubfauteuils, waar op we zaten; het stof en de chaos van pa pieren, een kreupele stoel of omgekeerde bollenmand als geïmproviseerde zetel mochten op een nieuweling eerst een vreem de indruk maken, niets was zoo gauw ver geten en de uren daar doorgebracht, be lmoren tot de gelukkigste, welke ik in de bloembollenstreek heb beleefd. Vaak spreekt men van theorie en prak tijk of wetenschap en praktijk en indien men dit als tegenstelling bedoelt, dan be rust dat op een misverstand zoowel van het een, als van het ander. Dat blijkt wel het duidelijkst bij een universeel man als Nicolaas Dames was! Waarbij behoorde hij? Ik weet mijn hoogst geschatte leermeester aan de Uni versiteit geen blaam aan te doen, indien ik naast hem, Dames als een van mijn beste leermeesters beschouw. Nergens beter plaats voor bet monument. Ten slotte nog een paar woorden in ver band met de plaats waar het monument staat. Ik zou het beeld van Dames nergens lie ver wenschen, dan voor het Instituut, dat als Centrum voor het wetenschappelijk on derzoek ten bate der bloembollencultuur is bedoeld, waar het tegelijk staat naast de Rijkstuinbouwschool, in welke commissie van Toezicht Dames zitting heeft gehad. De plaatsing van het monument voor het Laboratorium voor Bloembollenonder- zoek, is voor mij tegelijk een symbool van groote waarde. Het is voor mij een symbool, ook omdat door Dames de fundamenten zijn gelegd, waarop het wetenschappelijk onderzoek der latere jaren, niet alleen in ons labora- torium, maar ook in dat van collega Blaauw en zijn medewerkers is opgebouwd. Het is echter voor mij niet minder een symbool voor de meest directe samenwer king, die er moet bestaan tusschen het la boratorium en de cultuur en ik denk hier bij aan de groote energie, de buitengewone kennis en intelligentie der kweekers, die de zoo moeilijke bloembollencultuur tot zulk een hooge trap van ontwikkeling heb ben weten te brengen. Wanneer wij in ons laboratorium trach ten mede te werken tot verbetering van onze bloembollencultuur, dan kunnen we dit slechts in innig contact met deze cul tuur en hare beoefenaren, die een zoo danige kennis bezitten van hunne pleeg kinderen en een zoo scherp inzicht in hun levensbehoeften, dat dit nog dagelijks mijn oprechte bewondering opwekt. Evenals we mèt Dames huldigen de man nen, die met hem hebben samengewerkt, zoo beschouw ik ook dit monument als een hulde aan hetgeen alle kweekers voor de verbetering der cultuur hebben gedaan, ge dreven door dezelfde impuls als drijfveer moet zijn voor hen, die werken in het la boratorium waarvoor het beeld etaat, n.l. de liefde voor de levende planten en het streven om onze kennis hiervan uit te brei den en te verdiepen. Het werk van Dames zal worden aange vuld, vervolmaakt of verbeterd, zoolang onder de beoefenaren van onze geliefde cul tuur blijft heersohen een frissche energie en lust tot onderzoek, zooals deze in Da mes waren gepersonifieerd, zal het haar goed gaan. Er mogen moeilijke jaren van strijd kun nen komen, onder dit oompas voortvarende, zal ze alle moeilijkheden en tegenslagen we ten te overwinnen en lacht haar toe een schoone toekomst! REDE KRELAGE. Daarna nam de heer Krelage het woord, die als volgt sprak: Het zij mij in de eerste plaats vergund uit naam van het geheele bloembollenbe- drijf hartelijk dank te betuigen aan de commissie die het sympathieke denkbeeld om de nagedachtenis van Nicolaas Dames door een onvergankelijk gedenkteeken te eeren, heeft omgezet in een daad. De commissie heeft daarmede een taak op zich genomen, waarvoor in breeden kring in de bloembollenstreek warme sym pathie bestond, die zich in krachtigen steun voor het beoogde doel heeft geuit. De wij ze waarop de uitvoering tot stand is ge komen, verdient allen lof en mij aanslui tende bij de reeds aan den beeldhouwer ge brachte hulde, moge ik uiting geven aan ons aller erkentelijkheid voor het werk der commissie en van haren voorzitter. Men wantrouwde het „stoken". Wanneer men het Weekblad voor Bloem bollencultuur van 25 jaar geleden doorbla dert, dan treft men daarin een reeks van ingezonden stukken aan, waaronder van zeer bekende vakgenooten, die meest al len ernstig waarschuwden tegen hetgeen toen het „stoken" van bloembollen genoemd werd. Maar een paar jaar later, December 1910, bevatte hetzelfde orgaan een geest driftige beschrijving van een groep van 1000 Hyacinthen die met Kerstmis door den heer Dames te Lisse ter bcziohtiging werd gesteld. In de ongeveer terzelfder tijd gehouden algemeene vergadering werd van verschil lende zijden met groote waardeering over het werk van Dames gesproken en daar aan denkbeelden over de vestiging van een proefstation vastgeknoopt, die eohter eerst veel later door de stichting van het Rijks- laboratorium voor bloembollenonderzoek in vervulling zijn gegaan. Het levenswerk van Dames, waarvan de beteekenis door Prof. van Slogteren zoo even is uiteengezet, vormt een merkwaar dige schakel in de keten der betrekkingen tusschen wetenschap en praktijk. Die betrekkingen zijn niet altijd door één keten verbonden geweest. Er zijn tijden geweest, waarin wetenschap en praktijk elk afzonderlijk ketens smeedden, maar van een gemeenschappelijke keten geen sprake kon zijn. Gelukkig is dat thans anders. De prak tijk staat niet meer wantrouwend tegen over de wetenschap, en deze laatste weet de goede kern op te diepen van vondsten uit de praktijk. Dat dit verheugende resultaat mogelijk was, is zeker in met geringe mate te dan ken aan mannen als Dames, die geleid door een scherpzinnig inzicht en een gelukkige intuïtie, voor de praktijk belangrijke nieu we methoden weten te bedenken, waarvoor de wetenschap, op grond van haar onder zoek, waardeering heeft leeren koesteren En zoo smeden dan thans wetenschap en praktijk gezamenlijk aan den zelfden keten, waaraan zij beurtelings een nieuwe schakel toevoegen. Nu eens, zooals in het geval-Dames is de praktijk vóór en werkt de wetenschap het beginsel uit, dat aan de vinding van den kweeker ten grondslag ligt; maar bij die studie komt de wetenschap weer vóór, en vestigt de aandacht op nieuwe mogelijk heden voor praktische toepassing. Evenals men bij de stichting der Door- luohte Schole te Amsterdam, welker 3e eeuwfeest men dezen zomer herdenkt, gaarne sprak van den mercator sapiens, zoo kan Dames genoemd worden een voor beeld van den cultor sapiens, den wijzen kweeker. Zijn levenswerk is ten goede ge komen aan allen. Het geheele vak heeft er op den duur de waarde van ingezien en er de vruchten van geplukt. Dat willen wij heden met diepgevoelde waardeering uitspreken door middel van dit gedenkteeken. Moge het tot in lengte van dagen ge tuigenis -afleggen van onze dankbaarheid en bij volgende geslachten de herinnering levendig houden aan het lichtend voor beeld van wetenschappelijke vakkennis «n belangeloosheid, ons gegeven door Nicolaas Dames. Ik noodig thans Truus Dames uit, het aan haren vader gewijde gedenkteeken te willen onthullen. Namens den minister. Na de onthulling van het monument sprak de heer V o 1 k e r z, die namens den minister dank zegde aan den voorzitter van het Uitvoerend Comité prof. v. Slogteren voor de uitnoodiging om deze plechtigheid bij te wonen. Prof. v. Slogteren heeft er reeds op gewezen, aldus spr. dat onze goe de vriend Nicolaas Dames in nauwe relatie stond met de tuinbouwschool, mede in ver band met zijn lidmaatschap van de com missie van toezicht. In niet minder nauwe relatie heeft Dames gestaan tot den tuin- bouwconsulent en den adviseur van de school, in welke beide kwaliteiten apr. een woord van hartelijke dank en persoonlijke hulde wil brengen aan Dames, voor het geen deze voor hem geweest is. Dames was in velerlei opzichten werk zaam en'tusschen hem en spr. heeft voort durend de meest vriendschappelijke samen werking bestaan. Menig praeparaat in de school aanwezig is aan hem te danken, doordat hij het spr. persoonlijk braoht. Aan zijn woord, dat invloed had in de streek, is het te danken, dat hier deze proefinrichting en dit laboratorium staan en weinig vermoedde hij, dat op ditzelfde stuk grond ook nog eenmaal een hulde zou verrijzen voor hem alleen. Had hij het geweten, hij zou zich er te gen verzet hebben, want hij was niet al leen de grootste vakman, die spr. ontmoet heeft, hij was tevens ook de nederigste vakman, dien spr. ooit gekend heeft. Spr. eindigde met een laat-ste en dank bare groet aan zijn nagedachtenis. Vervolgens sprak de burgemeester van Lisse baron dr. v. W ij n b e r g e n, die den grondlegger van de bloembollencultuur in deze streek wilde eeren. Hij was een recht schapen man en in alles waarachtig, een voudig van geest en sober van l^enswijze. Zijn vakgenooten erkennen in hem don man van schrander verstand., onbaatzuchti ge handelwijze, en groote vakliefde, die een wegbereider was voor de bloembollencul tuur in den modernen tijd. Voor dit monument was geen betere plaats te vinden dan juist hier. Op deza plaats zal het nageslacht in steen zien uitgehouwen de erkentelijke hulde van tijd en vakgenoot. De oudste schoonzoon van wijlen den heer Dames, de heer C. Hoogeveen, dankte namens de familie zoowel de spre kers als al degenen, die hebben bijgedra gen tot de totstand koming van dit monu ment. •Hiermede was de plechtigehid geëindigd en werden aan de aanwezigen in het labo ratorium eenige verversckingen aangebo den. KERKNIEUWS NATIONALE BEDEVAART NAAR L0URDES. Voor de 39e maal hoopt de Nationale Bedevaart op 18 en 19 Juli tot 28 Juli weer naar Lourdes te vertrekken met een groot aantal pelgrims en een groot aantal zie ken. De ziekenafdeeling der Nationale Vereeniging tot Samenstelling van Neder landsche Bedevaarten, de Vereeniging O. L. Vrouw van Zeven Smarten ontving het vorig jaar een buitengewoon groote aan melding van edelmoedige dames en heenen, die bun krachten en tijd gedurende deze bedevaart beschikbaar stolden om het bij uitstek schoone liefdewerk de verpleging der arme zieken op zich te nemen. Er i» veel hulp noodig! Dit kunnen getuigen de vele duizenden, die reeds eerder deelnamen aan de Nationale Bedevaart en als bran cardier of infirmière hulp geboden hebben, maar diezelfde helpers en helpsters zullen u eveneens toeroepen, dat deze dagen van zich geven voor de lijdende menschiheid, schoone dagen waren, waarop zij steeds met groote voldoening terugzien. Niemand meene dat zijn medewerking niet gewenscht is. Integendeel alle hulp is welkom en het werk is dusdanig verdeeld, dat iedere aanbieding met vreugde wordt aanvaard. Niet alleen gediplomeerde ver pleegsters zijn bijzonder welkom, even wel kom zijn zij, die zich nimmer aan zieken verpleging wijdden. De bovengen, ziekenverpleging is uit sluitend liefdewerk, maar laat u niet af schrikken door financieele bezwaren. Vraagt een circulaire aan en u zult zien dat eenieder het naar eigen vermogen kan regelen en met bescheiden eisehen de uit gave zoo groot niet is. Laat dezo moeilijke tijd geen bezwaar zijn, maar veeleer een d-oorslaande rede om mee te gaan naar dit genadeoord, door Maria zelf gekozen als de plaats waar zij om hulp gevraagd wil worden, en waar gij door het brongen van vrijwillige offers van naastenliefde Haar wenschen vervult en zekerder verhooring. zult vinden. Wanneer het comité over voldoende brancardiers en infirmières kan beschik ken, dan zullen 300 zieken uw edelmoedige hulp vragen cn met U bidden ook om ver hooring van Uw gebed. Meldt U daarom spoedig aan, doch uiter lijk voor 1 Juni: de verpleegsters bij Mej. A. Tilman, Vughterdijk 24, Den Bosch; de infirmières bij Mej. A. Loeff, Hintha merstraat 141, Den Bosch; de brancardiers bij den heer V. v. d. Camp. Lindeplein 17, Heerlen. Velen meldden zich reeds aan, doch moge dit jaar het record geslagen worden van edelmoedige aanbiedingen. Help, help, die man verdrinkt!! Aoh, onzin. Het water reikt hem nog niet eens tot aan de enkels.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9