EEN MONUMENT IN
DE BOLLENSTREEK
WOENSDAG 4 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
NICOLAAS DAMES'
„De grootste vakman
Groote figuren achten zich zeiven steeds
gering, doch de eenvoud-, die het zegel is
van hun ware groptheid, dwingt bij allen,
die hen gekend hebben, liefde en bewon
dering af, welke zich uiten wil in hulde
en vereering, vooral wanneer het licht der
eeuwigheid de werkelijke verhouding hun
ner daden in klaren schijn heeft gezet.
Liefde voor den gewezen vriend en be
wondering voor zijn practische kennis,
waarvan hij zoo gul ronddeelde, waren het,
die velen uit de bollenstreek noopten tot
de oprichting van een monument ter eere
van Nicolaas Dames.
Zijn beeltenis in een bronzen relief, ge
vat in steen en geflankeerd door twee kin
derfiguren, die een bloemenvracht torsen,
werd door den beeldhouwer Ingenousz in
opdracht van een uitvoerend comité gebei
teld en gistermiddag had op het terrein
voor het Laboratorium voor Bloembollen-
onderzoek naast de Rijkstuinbouwschool
te Lisse de onthulling van het fraaie mo
nument plaats.
Het weer geliefde niet mee te werken
en toen de plechtigheid een aanvang nam
begon het zoetjes te regenen uit de egaal
grauwe zware lucht.
Er waren verscheidene vooraanstaande
personen uit de bollenstreek aanwezig, o.a.
prof. v. Slogteren, de heer Krelage,
voorzitter van de Ver. voor Bloembollen
cultuur, de heer Volkersz, rijkstuinbouw-
consulent, als vertegenwoordiger van den
minister van Economische Zaken en Ar
beid, de burgemeester van Lisse baron dr.
van Wijnbergen, met zijn wethouders, ver
volgens de zoons en dochters van Nioolaas
Dames, en de ontwerper van het monu
ment, de heer Ingenhousz, vertegenwoor
digers van het hoofdbestuur van* de Ver.
voor Bloembollencultuur, van het bestuur
van den Bond van Bloembollenhandelaren,
van het Centraal Bloembollencomité en van
het H. B. G.
Op het aangegeven uur, 3 uur, nam prof.
dr. E. v. Slogteren, als voorzitter van het
uitvoerend comité het woord.
REDE PROF. DR. v. SLOGTEREN.
In de eerste plaats wil ik hier een woord
van dank uitspreken aan u allen, die zich
hierheen hebt willen begeven om de plech
tigheid, welke hier staat te gebeuren, met
uw tegenwoordigheid, te vereeren.
In het bizonder stellen we het op prijs,
dat Zijne Excellentie de Minister van Oeco-
nomische Zaken en Arbeid, zelf door
ambtsbezigheden verhinderd hier aanwe
zig te zijn, in de eerste dagen na de over
gang van de Directie van de Landbouw
naar zijn Departement, zich hier heeft wil
len doen vertegenwoordigen.
We zien daarin een belangstelling voor
onze Nederlandsche Tuinbouw, die we zeer
waardeeren en niet gaarne zouden missen.
Dat Zijne Excellentie, u mijnh. Volkersz,
lid van ons Eere-comité als Rijkstuinbouw-
consulent tot zijn vertegenwoordiger aan
wees, doet ons groot genoegen, daar zeker
weinigen beter dan u weten, welke groote*
verdiensten de heer Dames voor onze
bloembollen-cultuur heeft gehad.
U, Burgemeester en Bestuur der Ge
meente Lisse zijn we niet alleen dank
baar voor uw aanwezigheid hier, maar
vooral ook, dat het monument, dat straks
zal worden onthuld, geplaatst is mogen
worden op dit terrein, eigendom uwer Ge
meente, door u aan het laboratorium in
bruikleen afgestaan.
U familieleden van Nioolaas Dames dan
ken we, dat u op dezen dag hier getuige
wilt zijn van deze plechtigheid.
U leden van het Eere-comité zijn we
dankbaar voor uw moreelen steun, doordat
u in het Eere-comité hebt willen zitting ne
men en hier aanwezig zijt.
Vertegenwoordigers der organisaties op
het gebied der Bloembollencultuur, Verte
genwoordigers der Pers en gij allen, die
hier aanwezig zijt, namens het uitvoerend
comité heet ik u allen hartelijk welkom!
Onder u missen we noode één lid van het
Eere-comité, wijlen den heer A. Gulde-
mond, oud-voorzitter van de Commissie
van toezicht der Rijkstuinbouwschool en de
twee leden van het uitvoerend comité, wij
len den heer H. Hopman en H. Hulsebosch,
die ons helaas door den dood zijn ontrukt,
voordat we tot de onthulling van het Mo
nument, konden overgaan
U, mijnheer Ingenhousz, den ontwerper
van het monument, zijn we niet alleen
dankbaar voor het kunstwerk door u ge
wrocht, maar ook voor de sympathieke wij
ze, waarop u met ons hebt samengewerkt.
Ten slotte aan u, mijnheer Krelage, een
woord van dank voor uw bereidwilligheid
om straks de feitelijke onthulling wel te
willen in leiden en doen uitvoeren. Het
zou moeilijk zijn iemand te vinden, die
méér dan u, door recht van geboorte of
door eigen verdiensten tegenover de bloem
bollencultuur, is aangewezen om deze daad
van piëteit jegens een van onze groote man
nen te verrichten.
Het uitvoerend comité is u dankbaar
daarvoor!
GEHULDIGD.
de nederigste vakman".
Levensschets.
Nicolaas Dames werd in het jaar 1862
te Heemstede geboren, als zoon van een
tuinier-bloembollenkweeker. Hij bracht zijn
leerjaren o.a. door bij den bekenden hya-
cinthenkweeker Jan Bos, te Overveen en
kwam, na zich reeds in Heemstede te heb
ben geassocieerd met zijn compagnon Ger-
rit van der Horst in 1896 naar Lisse.
Na eenige jaren werd de Vennootschap
ontbonden en werkte Dames zelfstandig on
der de firmanaam: N. Dames.
Kort voor zijn dood verbond hij zich we
derom als Vennoot met de heer Werkho
ven en werd de fa. Dames en Werkhoven
gesticht, in welke firma de naam van Da
mes op het oogenblik in Lisse voortleeft.
In het jaar 1896 huwde hij met Maria
Kieft, die hem 11 kinderen schonk, welke
allen nog in leven zijn. Zijn vrouw over
leed in het jaar 1918, ongeveer 2 jaren voor
haar echtgenoot, die op 2 Jan. 1920 is ge
storven.
En zoo is het dus ruim 12 jaren geleden,
dat velen onzer stonden rondom het open
graf van Nicolaas Dames, nadat we hem
naar zijn laatste rustplaats waren gevolgd.
Allen beseften we toen, dat we in hem
een goeden vriend, een grooten leermees
ter moesten missen, terwijl de cultuur, wel
ke ons allen lief is, een harer bekwaamste
en meest toegewijde beoefenaren had ver
loren.
De leegte door hem achtergelaten scheen
onpeilbaar, het verlies niet te herstellen
en tochWij hebben ons leven zonder
hem voortgeleefd, onze cultuur heeft zich
zonder hem uitgebreid en is tot veel groo-
tere bloei gekomen, dan ooit te voren!
Inderdaad zonder hem?? Neen!, het
grootste geluk voor ons is, dat mannen van
de kracht en grootheid van Dames nooit
verloren gaan, maar b 1 ij v e n voortleven
in ons midden met een zoo groote intensi
teit, dat ze ook na hun dood hun heilzame
invloed blijven uitoefenen en him geest
ons leiding blijft geven.
Of we hem dan niet hebben gemist?
Ja, zeker, dat hebben we allen! Velen
onzer, spreker niet het minst, hadden in
moeilijke dagen de rechtschapen eerlijke
vriend gaarne aan hun zijde gehad en onze
cultuur had stellig nog zeer veel méér kun
nen profiteeren van zijn persoonlijke lei
ding!
Hoe het gedenkteeken er
kwam.
Het denkbeeld, om een monument voor
Dames op te richten, is in de eerste plaats
uitgegaan van een kring van zijn vrien-
den-vakgenooten, die de persoon van Da
mes het meest van nabij hebben gekend.
Z ij hadden stellig geen gedenkteeken
noodig om de persoonlijkheid van Dames
voor hen te doen blijven leven.
Indien we hier dan toch bijeen zijn, voor
de onthulling van 'n blijvend monument ter
eere van zijn nagedachtenis, is dat, omdat
we wenschen, dat ook voor ons nageslacht
de figuur van Nicolaas Dames zal blijven
voortleven als een voorbeeld voor onze kin
deren en kindskinderen bij hun streven tot
verbetering en veredeling van onze Vader-
landsohe Bloembollencultuur.
Mannen als Dames was, zijn slechts
schaars gezaaid, en ik zal onze cultuur ge
lukkig prijzen, wanneer onder hare beoefe
naren van tijd tot tijd een man leeft van
zijn gehalte, waaromheen de energie en het
vernuft van onze kweekers zich zal kunnen
kristalliseeren.
Zoo is het immers ook de groote ver
diensten van Dames geweest, niet alleen
zijn eigen kennis en energie aan onze cul
tuur te hebben gegeven, hij heeft ook met
de bekwaamste kweekers van zijn tijd, die
in hem hun middelpunt vonden, een school
gevormd-, die voor de vooruitgang van onze
cultuur van onschatbare beteekenis is ge
weest.
Wij weten het recht te hebben een monu
ment op te richten voor Nicolaas Dame3,
voor wat hij ie geweest voor onze Vader-
landsche Bloembollencultuur en huldigen
hem, zooals in enkele woorden in het mo-
nu ment is uitgehouwen:
Voor kunde en gemeenschapszin,
m-a.w. we huldigen hem niet alleen als een
bekwaam vakman, maar ook, ja vooral, als
mensch.
Het is dan ook mijn persoonlijke over
tuiging, dat het enthousiasme, waarmee in
korten tijd een groot bedrag werd bijeen
gebracht, niet alleen voldoende voor dit
schoone kunstwerk, maar tegelijk een nog
grooter bedrag voor een krachtig Dames-
fonds, meer onbewust dan bewust, eerder
berustte op waardeering van de ideëele
waarde van Dames' scherpe geestesgaven
en zijn onbaatzuchtigheid, eerder een hul
de was aan zijn persoon, dan voortkwam
uit dankbaarheid voor de groote voordee-
len van onze cultuur en export, welke aan
zijn medewerking zijn te danken.
Niet dat de laatste gering zijn. Ik weet,
dat deze nog veel grooter zijn, dan door
verreweg de meesten van onze vakgenooten
en zelfs van de bijdragers voor monument
en Dames-ronds wordt beseft.
„Het gewas ligt in de schuur".
Het zij mij vergund enkele hier in het
kort aan te stippen:
Het is voornamelijk onder zijn leiding en
op zijn initiatief geweest, dat de zgn.
schuur behandeling van onze bloembollen
zich heeft ontwikkeld.
Van hem is de uitlating: „het gewas ligt
in de schuur" en hiermee bewees hij te zijn
een plantenphysioloog als weinig geleerde
botanici zich kunnen noemen.
Zijn uitvinding der preparatie-methode
der hyacinthen in de jaren 19081910 en
volgende was mede een gevolg hiervan en
door de laatste heeft hij niet alleen de
verbruiksperiode der gebroeide hyacinthen
met minstens 25 pet. verlengd, maar ook
het verbruik geweldig doen toenemen.
En hiermee was de weg t-ot verdere ver
betering ook voor de cultuur van andere
bolgewassen dan hyacinthen aangewezen.
Ons product is een natuurproduct, waar
van de verbruikswaarde zeer sterk varieert
met de wisselende invloeden van het kli
maat. Zoolang deze invloeden hunne volle
kracht behouden, blijft voor de verbruiker
aan het product, zooals het door ons wordt
afgeleverd, een groot risico verbonden,
doordat de bloeicapaciteiten in de opeen
volgende jaren zeer sterk verschillen.
We hebben nu door Dames en de zijnen
geleerd om de wisselende klimaatinvloeden,
zoowel voor de kweekerij als voor de ex
port van het zgn. leverbaar, althans reeds
voor een groot deel, te oompenseeren.
Het is deze principieele en fun
damenteels wijziging in onze cul
tuur geweest, die de weg tot verdere ver
beteringen heeft gebaand en de grondslag
voor de moderne cultuur heeft gelegd. De
enorme uitbreiding der export had zonder
die verbeteringen nimmer tot deze hoogte
kunnen stijgen en ik weet, dat het voort
gaan langs de wegen door Dames gewezen,
voor de toekomstige welvaart van onze cul
tuur dringend noodzakelijk is.
Daarnaast is Dames een der eerste
grootere verbruikers en ijverige propagan
disten voor het verbruik van kunstmest in
onze cultuur geweest. Hoevelen hebben ook
hiervoor van zijn raadgevingen geprofi
teerd
Op het gebied van de hybridisatie is hij
mede een van de voorgangers geweest.
Tal van tulpen van uitstekende kwaliteit
en mee van de beste der nieuwre hyacin
then-variëteiten zijn door hem gewonnen.
De gladiolencuituur heeft hij krachtig
bevorderd.
Hij was ook een van de eersten, die in
Anna-Paulowna-polder uitbreiding van cul
tuurgebied zocht en ook hier wederom zelf
aan den lijve ondervond, dat pioniersarbeid
vaak een harde leerschool is.
Dames als mensch.
Ook daar hebben weer velen van hem
geleerd, maar zooals reeds gezegd, meer
nog dan voor de zeer groote directe voor-
deelen, welke hij onze cultuur heeft ge
bracht, zijn we hem dankbaar voor z'n ge-1
meenschapszin. Hij kon er niet toe komen
de hoogst belangrijke door hem bereikte
resultaten uitsluitend ten eigen bate aan
te wenden.
Hij moest met zijn vakgenooten spreken
over de problemen, die hem zoo na aan het
hart lagen en daarvan ging voor hen een
groote bezieling tot eigen onderzoek uit.
En dat laatste was vooral het geval bij
zijn vrienden, die evmals hij met hart en
ziel kweeker waren en verklaart, waarom
bijna steeds zijn kantoor was gevuld met
zijn enthousiaste leerlingen, die niet vol
doende konden krijgen van gesprekken met
hun leermeester.
Zeker het was geen salon, waarin hij ons
ontving en geen leeren clubfauteuils, waar
op we zaten; het stof en de chaos van pa
pieren, een kreupele stoel of omgekeerde
bollenmand als geïmproviseerde zetel
mochten op een nieuweling eerst een vreem
de indruk maken, niets was zoo gauw ver
geten en de uren daar doorgebracht, be
lmoren tot de gelukkigste, welke ik in de
bloembollenstreek heb beleefd.
Vaak spreekt men van theorie en prak
tijk of wetenschap en praktijk en indien
men dit als tegenstelling bedoelt, dan be
rust dat op een misverstand zoowel van
het een, als van het ander. Dat blijkt wel
het duidelijkst bij een universeel man als
Nicolaas Dames was!
Waarbij behoorde hij? Ik weet mijn
hoogst geschatte leermeester aan de Uni
versiteit geen blaam aan te doen, indien
ik naast hem, Dames als een van mijn
beste leermeesters beschouw.
Nergens beter plaats voor
bet monument.
Ten slotte nog een paar woorden in ver
band met de plaats waar het monument
staat.
Ik zou het beeld van Dames nergens lie
ver wenschen, dan voor het Instituut, dat
als Centrum voor het wetenschappelijk on
derzoek ten bate der bloembollencultuur is
bedoeld, waar het tegelijk staat naast de
Rijkstuinbouwschool, in welke commissie
van Toezicht Dames zitting heeft gehad.
De plaatsing van het monument voor
het Laboratorium voor Bloembollenonder-
zoek, is voor mij tegelijk een symbool van
groote waarde.
Het is voor mij een symbool, ook omdat
door Dames de fundamenten zijn gelegd,
waarop het wetenschappelijk onderzoek
der latere jaren, niet alleen in ons labora-
torium, maar ook in dat van collega Blaauw
en zijn medewerkers is opgebouwd.
Het is echter voor mij niet minder een
symbool voor de meest directe samenwer
king, die er moet bestaan tusschen het la
boratorium en de cultuur en ik denk hier
bij aan de groote energie, de buitengewone
kennis en intelligentie der kweekers, die
de zoo moeilijke bloembollencultuur tot
zulk een hooge trap van ontwikkeling heb
ben weten te brengen.
Wanneer wij in ons laboratorium trach
ten mede te werken tot verbetering van
onze bloembollencultuur, dan kunnen we
dit slechts in innig contact met deze cul
tuur en hare beoefenaren, die een zoo
danige kennis bezitten van hunne pleeg
kinderen en een zoo scherp inzicht in hun
levensbehoeften, dat dit nog dagelijks mijn
oprechte bewondering opwekt.
Evenals we mèt Dames huldigen de man
nen, die met hem hebben samengewerkt,
zoo beschouw ik ook dit monument als een
hulde aan hetgeen alle kweekers voor de
verbetering der cultuur hebben gedaan, ge
dreven door dezelfde impuls als drijfveer
moet zijn voor hen, die werken in het la
boratorium waarvoor het beeld etaat, n.l.
de liefde voor de levende planten en het
streven om onze kennis hiervan uit te brei
den en te verdiepen.
Het werk van Dames zal worden aange
vuld, vervolmaakt of verbeterd, zoolang
onder de beoefenaren van onze geliefde cul
tuur blijft heersohen een frissche energie
en lust tot onderzoek, zooals deze in Da
mes waren gepersonifieerd, zal het haar
goed gaan.
Er mogen moeilijke jaren van strijd kun
nen komen, onder dit oompas voortvarende,
zal ze alle moeilijkheden en tegenslagen we
ten te overwinnen en lacht haar toe een
schoone toekomst!
REDE KRELAGE.
Daarna nam de heer Krelage het woord,
die als volgt sprak:
Het zij mij in de eerste plaats vergund
uit naam van het geheele bloembollenbe-
drijf hartelijk dank te betuigen aan de
commissie die het sympathieke denkbeeld
om de nagedachtenis van Nicolaas Dames
door een onvergankelijk gedenkteeken te
eeren, heeft omgezet in een daad.
De commissie heeft daarmede een taak
op zich genomen, waarvoor in breeden
kring in de bloembollenstreek warme sym
pathie bestond, die zich in krachtigen steun
voor het beoogde doel heeft geuit. De wij
ze waarop de uitvoering tot stand is ge
komen, verdient allen lof en mij aanslui
tende bij de reeds aan den beeldhouwer ge
brachte hulde, moge ik uiting geven aan
ons aller erkentelijkheid voor het werk der
commissie en van haren voorzitter.
Men wantrouwde het „stoken".
Wanneer men het Weekblad voor Bloem
bollencultuur van 25 jaar geleden doorbla
dert, dan treft men daarin een reeks van
ingezonden stukken aan, waaronder van
zeer bekende vakgenooten, die meest al
len ernstig waarschuwden tegen hetgeen
toen het „stoken" van bloembollen genoemd
werd.
Maar een paar jaar later, December
1910, bevatte hetzelfde orgaan een geest
driftige beschrijving van een groep van
1000 Hyacinthen die met Kerstmis door
den heer Dames te Lisse ter bcziohtiging
werd gesteld.
In de ongeveer terzelfder tijd gehouden
algemeene vergadering werd van verschil
lende zijden met groote waardeering over
het werk van Dames gesproken en daar
aan denkbeelden over de vestiging van een
proefstation vastgeknoopt, die eohter eerst
veel later door de stichting van het Rijks-
laboratorium voor bloembollenonderzoek in
vervulling zijn gegaan.
Het levenswerk van Dames, waarvan de
beteekenis door Prof. van Slogteren zoo
even is uiteengezet, vormt een merkwaar
dige schakel in de keten der betrekkingen
tusschen wetenschap en praktijk.
Die betrekkingen zijn niet altijd door
één keten verbonden geweest. Er zijn tijden
geweest, waarin wetenschap en praktijk elk
afzonderlijk ketens smeedden, maar van
een gemeenschappelijke keten geen sprake
kon zijn.
Gelukkig is dat thans anders. De prak
tijk staat niet meer wantrouwend tegen
over de wetenschap, en deze laatste weet
de goede kern op te diepen van vondsten
uit de praktijk.
Dat dit verheugende resultaat mogelijk
was, is zeker in met geringe mate te dan
ken aan mannen als Dames, die geleid door
een scherpzinnig inzicht en een gelukkige
intuïtie, voor de praktijk belangrijke nieu
we methoden weten te bedenken, waarvoor
de wetenschap, op grond van haar onder
zoek, waardeering heeft leeren koesteren
En zoo smeden dan thans wetenschap
en praktijk gezamenlijk aan den zelfden
keten, waaraan zij beurtelings een nieuwe
schakel toevoegen.
Nu eens, zooals in het geval-Dames
is de praktijk vóór en werkt de wetenschap
het beginsel uit, dat aan de vinding van
den kweeker ten grondslag ligt; maar bij
die studie komt de wetenschap weer vóór,
en vestigt de aandacht op nieuwe mogelijk
heden voor praktische toepassing.
Evenals men bij de stichting der Door-
luohte Schole te Amsterdam, welker 3e
eeuwfeest men dezen zomer herdenkt,
gaarne sprak van den mercator sapiens,
zoo kan Dames genoemd worden een voor
beeld van den cultor sapiens, den wijzen
kweeker. Zijn levenswerk is ten goede ge
komen aan allen. Het geheele vak heeft er
op den duur de waarde van ingezien en er
de vruchten van geplukt.
Dat willen wij heden met diepgevoelde
waardeering uitspreken door middel van
dit gedenkteeken.
Moge het tot in lengte van dagen ge
tuigenis -afleggen van onze dankbaarheid
en bij volgende geslachten de herinnering
levendig houden aan het lichtend voor
beeld van wetenschappelijke vakkennis «n
belangeloosheid, ons gegeven door Nicolaas
Dames.
Ik noodig thans Truus Dames uit, het
aan haren vader gewijde gedenkteeken te
willen onthullen.
Namens den minister.
Na de onthulling van het monument
sprak de heer V o 1 k e r z, die namens den
minister dank zegde aan den voorzitter van
het Uitvoerend Comité prof. v. Slogteren
voor de uitnoodiging om deze plechtigheid
bij te wonen. Prof. v. Slogteren heeft er
reeds op gewezen, aldus spr. dat onze goe
de vriend Nicolaas Dames in nauwe relatie
stond met de tuinbouwschool, mede in ver
band met zijn lidmaatschap van de com
missie van toezicht. In niet minder nauwe
relatie heeft Dames gestaan tot den tuin-
bouwconsulent en den adviseur van de
school, in welke beide kwaliteiten apr. een
woord van hartelijke dank en persoonlijke
hulde wil brengen aan Dames, voor het
geen deze voor hem geweest is.
Dames was in velerlei opzichten werk
zaam en'tusschen hem en spr. heeft voort
durend de meest vriendschappelijke samen
werking bestaan. Menig praeparaat in de
school aanwezig is aan hem te danken,
doordat hij het spr. persoonlijk braoht.
Aan zijn woord, dat invloed had in de
streek, is het te danken, dat hier deze
proefinrichting en dit laboratorium staan
en weinig vermoedde hij, dat op ditzelfde
stuk grond ook nog eenmaal een hulde zou
verrijzen voor hem alleen.
Had hij het geweten, hij zou zich er te
gen verzet hebben, want hij was niet al
leen de grootste vakman, die spr. ontmoet
heeft, hij was tevens ook de nederigste
vakman, dien spr. ooit gekend heeft.
Spr. eindigde met een laat-ste en dank
bare groet aan zijn nagedachtenis.
Vervolgens sprak de burgemeester van
Lisse baron dr. v. W ij n b e r g e n, die den
grondlegger van de bloembollencultuur in
deze streek wilde eeren. Hij was een recht
schapen man en in alles waarachtig, een
voudig van geest en sober van l^enswijze.
Zijn vakgenooten erkennen in hem don
man van schrander verstand., onbaatzuchti
ge handelwijze, en groote vakliefde, die een
wegbereider was voor de bloembollencul
tuur in den modernen tijd.
Voor dit monument was geen betere
plaats te vinden dan juist hier. Op deza
plaats zal het nageslacht in steen zien
uitgehouwen de erkentelijke hulde van tijd
en vakgenoot.
De oudste schoonzoon van wijlen den
heer Dames, de heer C. Hoogeveen,
dankte namens de familie zoowel de spre
kers als al degenen, die hebben bijgedra
gen tot de totstand koming van dit monu
ment.
•Hiermede was de plechtigehid geëindigd
en werden aan de aanwezigen in het labo
ratorium eenige verversckingen aangebo
den.
KERKNIEUWS
NATIONALE BEDEVAART NAAR
L0URDES.
Voor de 39e maal hoopt de Nationale
Bedevaart op 18 en 19 Juli tot 28 Juli weer
naar Lourdes te vertrekken met een groot
aantal pelgrims en een groot aantal zie
ken. De ziekenafdeeling der Nationale
Vereeniging tot Samenstelling van Neder
landsche Bedevaarten, de Vereeniging O.
L. Vrouw van Zeven Smarten ontving het
vorig jaar een buitengewoon groote aan
melding van edelmoedige dames en heenen,
die bun krachten en tijd gedurende deze
bedevaart beschikbaar stolden om het bij
uitstek schoone liefdewerk de verpleging
der arme zieken op zich te nemen. Er i»
veel hulp noodig! Dit kunnen getuigen de
vele duizenden, die reeds eerder deelnamen
aan de Nationale Bedevaart en als bran
cardier of infirmière hulp geboden hebben,
maar diezelfde helpers en helpsters zullen
u eveneens toeroepen, dat deze dagen van
zich geven voor de lijdende menschiheid,
schoone dagen waren, waarop zij steeds
met groote voldoening terugzien.
Niemand meene dat zijn medewerking
niet gewenscht is. Integendeel alle hulp is
welkom en het werk is dusdanig verdeeld,
dat iedere aanbieding met vreugde wordt
aanvaard. Niet alleen gediplomeerde ver
pleegsters zijn bijzonder welkom, even wel
kom zijn zij, die zich nimmer aan zieken
verpleging wijdden.
De bovengen, ziekenverpleging is uit
sluitend liefdewerk, maar laat u niet af
schrikken door financieele bezwaren.
Vraagt een circulaire aan en u zult zien
dat eenieder het naar eigen vermogen kan
regelen en met bescheiden eisehen de uit
gave zoo groot niet is. Laat dezo moeilijke
tijd geen bezwaar zijn, maar veeleer een
d-oorslaande rede om mee te gaan naar dit
genadeoord, door Maria zelf gekozen als
de plaats waar zij om hulp gevraagd wil
worden, en waar gij door het brongen van
vrijwillige offers van naastenliefde Haar
wenschen vervult en zekerder verhooring.
zult vinden.
Wanneer het comité over voldoende
brancardiers en infirmières kan beschik
ken, dan zullen 300 zieken uw edelmoedige
hulp vragen cn met U bidden ook om ver
hooring van Uw gebed.
Meldt U daarom spoedig aan, doch uiter
lijk voor 1 Juni:
de verpleegsters bij Mej. A. Tilman,
Vughterdijk 24, Den Bosch;
de infirmières bij Mej. A. Loeff, Hintha
merstraat 141, Den Bosch;
de brancardiers bij den heer V. v. d.
Camp. Lindeplein 17, Heerlen.
Velen meldden zich reeds aan, doch
moge dit jaar het record geslagen worden
van edelmoedige aanbiedingen.
Help, help, die man verdrinkt!!
Aoh, onzin. Het water reikt hem nog
niet eens tot aan de enkels.