GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 3 MEI 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 HET MONUMENT ter huldiging van de nagedachtenis van Nicolaas Dames, dat hedenmiddag op het terrein voor het Laboratorium voor Bloembollen- onderzoek te Lisse is onthuld, van welke plechtigheid wij morgen een uitvoerig verslag zullen plaatsen Een middag en avond vol gepraat over de tijdelijke korting op wedden en salarissen van gemeenteper- soneel. Voorstel van B. en W. met groote meer derheid aangenomen. Korting van 4.2 pet. boven 700 gld.; kindertoeslag van korting vrij. 8. Voorstel in zake de toepassing van een tijdelijke korting op do wedden en loo- nen van het gemeentepersoneel. De heer Wilbrink (C.-H.) staat wat betreft dit voorstel volkomen achter het College van B. en W. Spr. voelt er geen behoefte aan den heer- Kuipers te be strijden omdat hij de houding van dezen spreker minderwaardig vindt. In G. O. is besloten de besprekingen niet te publicee- ren maar deze vertrouwelijk te houden. En thans leest de heer Kuipers een ver slag voor en geeft het aan zijn blad ter publicatie, zijn eens gegeven woord daar mee brekend. Wat de punten d en e betreft, merkt spr. op, dat hij wel zooveel vertrouwen stelt in B. en W. dat zij van de daarbij voorgestelde bevoegdheid geen misbruik zullen maken. De heer S c h 11 e r heeft een be schuldiging van den heer Bergers opge vangen dat hij onjuiste publicatie gedaan heeft en brengt dit in verband met de „L. E. M. V. O. G." die „dievenbende" en- zoovoort. Terzake komend bestrijdt spr. het ge zegde van den heer Bergers, dat de amb tenaren het zooveel beter hebben dan de arbeiders in het particulier bedrijf. Het gemeentebestuur springt daarvoor te wil lekeurig met zijn personeel om. Spr. vindt het onjuist dat geprobeerd is de zaak eerst in kannen en kruiken te doen door de zaak eerst met de raadsleden te behan delen en haar daarna in G. O. te brengen. Wethouder T e p e zegt, dat des heeren Sohüller's conclusie onjuist is en beschul digt hem van onwaarheid. De heer S c h 11 e r: Het is m ij n con clusie. Geroep: Ooooo! Dan is het duidelijk! De heer S c h 11 e r wijst voorts op het verzet in het G.O. en op de toch al te lage salarieering van het gemeente-personeel. Spr. kent ook niet allerlei beschuldigingen die niets ter zake doen. Waar blijft de be handeling van het werklieden-reglement? De heer Wilmer heeft gevraagd: Waar moet het geld vandaan komen als deze korting niet doorgaat Het is wel toevallig dat juist met eenzelfde bedrag als waarvan hier sprake is de zaak van de L.E.M.V.O.G. is gespekt met de transactie van Zuiderzicht. De heer Bosman (libzegt op het standpunt te staan dat de salarissen in het overheidsbedrijf niet hooger moeten zijn dan die in de vrije bedrijven. Nu het hier echter een korting betreft begrijpt spr. dat de organisaties daar niet graag aan willen. Spr. voelt daar ook niet erg veel voor. Er valt op de bedrijven nog op heel andere wij-ze te bezuinigen. Spr. beveelt bij B. en W. aan toch voor al naar alle zijden uit te zien om midde len ter bezuiniging te vinden. Omdat spr. deze korting beschouwt als een daad, ter wijl er tegenwoordig al te veel woorden worden gebruikt zal spr. vóór dit voorstel stemmen. De heer Manders (R.-K.) heeft met leedwezen van dit voorste kennis geno men. Spr. vreest dat de verlagingen die worden toegepast een averechtsch resul taat zullen hebben. Als door een korting op het loon een verbeterde toestand zou worden verwregen zou de ambtenaar een offer moeten kunnen brengen. Hoewel spr. dus vreest, dat het resultaat van deze verlaging fictief zal zijn, zal hij zich er niet tegen verzetten om de overeenstem ming die in G. O. is bereikt. De heer Knuttel (comm.) zegt, dat dit voorstel weer eens duidelijk aange toond heeft de schadelijke werking van het Georganiseerd Overleg. In het G.O. kun nen B. en W. door de samenstelling er van altijd wel iets bereiken. Het protest van de S. D. A P. is een papieren protest, dat niet de minste waar de heeft. Wethouder de Leeuw in Rotter dam is de gangmaker van acrgólijke ver lagingen gewee.st Er wordt door de S. D. A V. gesproken van billijkheid en zoo meer, maar is er geen strijd ontbrand over deze kwestie on der het gemeenle-pe.'soneöi. E« zijn geen daden geweest. i)e zar.k is oood gepraat. Wat was er geweest tegen een protest staking van één dag. Spr. zegt, dat de heer Verwey alleen maar leege frazen heeft gebezigd. Het personeel der gemeente had zelf te wapen moeten worden geroepen. Want dit is nog maar een begin. Een vol gende loonsverlaging is al weer in de maak. Deze verlaging kan onder geen voorwaarde worden aanvaard. De arbei ders moeten vasthouden wat ze hebben omdat het nog maar een begin is van wat ze bereiken zullen Spr. ontkent, dat hij zich niets aantrekt van een financieel dé- bacle. De communisten wenschen dat niet, maar ze gaan er ook niet voor uit den weg. De heer Wilmer: Dat komt practisch op hetzelfde neer. De heer Knuttel: Dan komt alles op hetzelfde neer, want vast loopt het toch. De heer v. E c k (S. D.) beschouwt de algemeene zijde van dit voorstel. Het kor tingswetje is een wanhoopspoging van het kapitalisme. De S. D A. P. kan daar niet aanmeewerken. Het is een aantasting van de autonomie van de gemeente, die ongeoorloofd is en waaraan mannen als Thorbecke en Oppenheim zich ten zeerste zouden ergeren. De S. D. A. P. is tegen deze korting om dat ze wil behouden het beetje welvaart, dat verkegern is, maar ook uit algemeene economische overwegingen. De heer Bos man wil de ambtenaren-loonen op het zelfde peil heben als die in het particulier bedrijf. Maar spr. wil geen verdeeldheid brengen tusschen proletariërs die het iets meer of minder hebben. De ambtenaren salarissen moeten op peil gehouden wor den om in 't algemeen het loonpeil op te houden Er isgevraagd, waar moet het geld anders vandaan gehaald worden. Spr. moet antwoorden: Daar waar het zit! Wethouder Goslinga: Waar zit het j dan D'e heer v. Eek: Dat zal ik u zeggen. I De Nederlandsche Regeering moet het in Nederland aanwezige kapitaal hooger belasten. De heer Wilmer: U moet in Leiden blijven. Do heer v. E c k meent, dat de Ver- eeniging van Nederlandsche Gemeenten in dit opzicht een taak heeft. Spr. be toogt ten slotte, dat deze aanslag op het levenspeil de arbeiders met kracht moet worden bestreden. Voor de gevolgen staat de S. D. A. P. ten volle. De heer v Stralen (S. D.) maakt en kele opmerkingen naar aanleiding van het betoog van den heer Knuttel, die echter zelfs niet in de verte verband houden met het onderhavige voorstel. Spr. heeft het over de staking in Twente, den strijd in Groningen. Spr. verwijt de Chr. en R. K. arbeiders, dat zij den strijd in Twente hebben bedorven. Het debat voor 99 pet. overbodig. Wethouder Tepe zegt, dat de heden middag gehouden redevoeringen voor 99 pet. overbodig zijn geweest. Het staat vast dat zoowel de communistische als de sociaal-democratische vertegenwoordigers zullen stemmen tegen de voorstellen van B. en W. gezien reeds hun houding in de Kamer. Spr. houdt het voor verschieten van kruit om op de argumenten van de tegenstanders in te gaan. Geen enkele spreker heeft den weg aangewezen die bewandeld moet worden, als de gemeente het geld dat dit voorstel meebrengt, moet missen. De beschouwingen over de wereld economie doen niets tfer zake. Spr. acht zich ontslagen van de taak om uitvoerig uiteen te zetten de gronden waarop dit voorstel is ingediend. We zitten hier niet om Genève te spelen. Enkele opmerkingen over onderdeden moet spr echter wel maken. Spr. stelt er prijs op te verklaren dat van de tegen standers de heer Knuttel op waardige wijze het college heeft bestreden Dit kan echter niet gezegd worden van een ander raadslid (Schüller) dat valsche beschuldi gingen en ongemotiveerde verdachtma kingen heeft geuit, zoodat spr. met dit raadslid in 't geheel niet wil debatteeren maar het alleen toevoegen: Zooals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Spr. merkt verder op dat de verlaging ook voor los en tijdelijk personeel uit bil lijkheidsoverwegingen wordt voorgesteld en niet uit de overwegingen die de heer i Verwey veronderstelde en die spr. van den heer Verwey niet had verwacht Ten opzichte van de opmerkingen van den heer Wilmer merkt spr. op dat de be- j doeling van het voorstel van B. en W. sub d en e geen ander is dan dat B. en W. de bevoegdheid hebben in bepaalde gevallen onbillijkheden op te heffen. Ten slotte maakt spr. nog enkele opmer kingen over het Georganiseerd Overleg. In G. O. heerscht een aangename toon van vertrouwen en spr. hoopt dit deze dag geen afbreuk zal doen aan den goeden naam van G. O. Het verslag van den heer Kuipers van de vergaderingen van G. O. wemelt van onjuistheden en raakt kant noch wal. Spr. betreurt het ten zeerste dat het hier is uitgebracht. G. O. moet zijn doel trachten te bereiken. Spr heeft geadviseerd dat de vertegenwoor digers van den Raad in G. O. van de vo ren bijeen komen om zich van de te be handelen stof op de hoogte te stellen. Deze maatregel is genomen om G. O. beter aan zijn bestemming te doen beantwoorden. Als spr. daar niet in slaagt, ligt dat aan de tegenwerking van de S. D. A. P. Spr. beantwoordt daarna nog de vra gen inzake de positie-verbetering van het politie-personeel, die door den Voorzitter is toegezegd. Het kortingswetje heeft ook deze toezegging voorloopig vrijwel waar deloos gemaakt. Het toekennen van ver vroegde periodieke verhoogingen gelooft spr. dat bij het Rijk op bezwaren zal stui ten. De uitvoering van de toezegging van den voorzitter moet tot een later tijdstip worden verschoven. De vergadering wordt daarna geschorst tot 's avonds acht uur. AVONDZITTING. In de avondzitting werd allereerst het t woord gevoerd door Wethouder Goslin ga, die er op wees dat in hetzelfde ver band, als waarin spr. heeft gezegd dat de toestand der gemeente niet onrustbarend j was, hij ook als zijn meening heeft uitge sproken dat de korting op de salarissen van het gemeente-personeel als gevolg van de kortingswet onontkoombaar zou zijn. Daar- 5 bij komt dat sinds deze uitlating de finan- tieele toestand der gemeente hoe langer hoe ernstiger is geworden. Te zeggen, dat dat de antonomie der gemeente wordt aan getast past niet in de mond van de s.d.a,p. Deze partij heeft zelf een centrale afspraak gemaakt om zic-h overal tegen de salarisverlagingen te verzetten. Ten opzichte het voorstel sub e. en d. be treffende de gesubsidieerde instellingen merkt spr. tegenover de heeren Wilmer en Verwey op dat de machtiging van B. en W. om de korting ook over deze instellingen toe te passen noodig is ommoeilijkheden te voorkomen. Het gaat hier b.v. over het personeel van den Armenraad en de zweminrichtingen. Daar waar geen hooge loonen worden be taald zal de korting niet plaats hebben. Spr. verklaart nog eens nadrukkelijk dat dat voorstel van B. en W. bitter noodzake lijk is. De toestand der gemeente-financiën is de laatste maanden met den dag verer gerd. Moet het zoo ver komen dat tegen de werkloozen moet worden gezegd: Er is niet meer. Het is niet de schuld van de s.d.a.p. dat het zoover nog niet is. Men moet zich op de bodem van de sver- kelijkheid plaatsen. Men kan aan deze kor ting niet ontkomen. Men moet daarbij ook in het oog houden dat door de prijsdaling do korting niet zeer gevoeld zal worden. De s.d. „Vooruit" geeft dat zelf toe, zoo als spr. aantoont. De heer Bosman heeft gezegd: Kijk naar alle kanten om te be- zuiningen. Spr. doet dat, maar men moet niet vergeten, dat niet alleen de uitgaven stijgen, maar dat ook de inkomsten dalen. Uit den Raad is geen enkel middel aan den hand gedaan om aan do salariskorting te ontkomen. Dit is daarom nog geen wan hoopspoging. Wat de heer van Eek wil, halen van de „10 milliard'', die nog in Neder land aanwezig zijn, dat is een wanhoops uiting. Dat is een dooie musch, waar do heer van Eek de raad mee blij maakte. Deze salariskorting is niet zulk een wan hoopsdaad, maar een kwestie van financi eel beleid, waardoor het schip der gemeen te door de branding wordt heen geholpen. Spr. wil de Leidsche burgerij voor de schande behoeden dat de gemeente niet meer solvabel zou zijn. Een protest-staking die de heer van Eek zou toejuichen zou maar grooter ellende brengen evenals het advies: Omhels het socialisme, afgezien van de vraag welk socialisme men zou moeten omhelzen. Spr. wijst er nogmaals op dat de salarisverlaging onontkoombaar is. De Voorzitter verzoekt den heer Kuipers zijn bewering dat politiemannen door hun chefs bij sollicitaties worden tegengewerkt met feiten te staven. De heer Wilmer wijst er op, dat de discussies omtrent dit voorstel tenslotte alleen maar moeten handelen over de vraag: Is de verwerping van dit voorstel fi nancieel mogelijk? Zoo neen, dan moet men er voor stemmen. Zoo ja, dan moet men de middelen aanwijzen, waaruit deze mo gelijkheid blijkt. Spr. houdt vol dat de pun ten d en e kunnen vervallen. Door sub f wordt genoegzaam voorzien in die gevallen waarin de billijkheid bijzondere maatrege len eischt. Uit d en e kan men opmaken dat de korting zich uitstrekt over alle in stellingen die gesubsidieerd worden. En dat vindt spr. van te verre strekking. Sub f geeft B. en W. de volmacht die maatrege len te nemen, die billijkheidshalve ten op zichte van salarissen van niet-gemeente- lijke instellingen, die wel door do gemeente worden gefinancieerd, noodig zijn. De heer Kuipers antwoordt den Voor zitter, dat hij zelf met oen sollicitatie is tegengewerkt en hij kent nog een ander geval. Het was echter reeds onder den vo- rigen chef. De heer Wilbrink. Het gaat over om standigheden van nu. De heer de R e e d e: Hebt je nog meer van dat oudbakken brood De hoer Kuipers gaat daarna nog maals in op de kwestie van de behandeling van de salariskorting in G. O. Er is geen afspraak gemaakt om het behandelde niet te publiceeren. De lieer Verwey wijst de beschuldi ging af. dat de s.d.a.p. de schuld geweest zou zijn dat de Kortingswet onveranderd is aangenomen. De r.k. heer Guyt heeft dat ook in een couranten-artikel aangetoond. Spr. zegt voorts dat er wel middelen te vin den zijn om de gemeente-financiën te ver sterken. Voorstellen van de s.d.a.p. zouden toch worden afgewezen. De heer Wilbrink: Jullie bent er an ders niet bang voor om voorstellen in te dienen waarvan je weet dat ze toch niet worden aangenomen. De heer Verwey betoogt verder dat B. en W. niet verder behoefden te gaan dan waartoe zij door de wet worden verplicht. Als zij verder gaan, zooals zij doen, dan volgt daaruit dat zij bereid zijn tot verdere verlaging van salarissen. Dit is niet in overeenstemming met de bewering dat B. en W. hier n o o d e toe overgaan. De voorvergadering van de raadsleden die zitting hebben in G. O. achtte spr. in dit geval overbodig. Spr. wendt zich verder tot den heer Knuttel om de aanvallen op de s.d.a.p. to pareeren. De heer Knuttel heeft zelf niets tot stand gebracht. Het is heel goedkoop als men geen veranwoordelijkheid draagt een ander aan te zetten tot staking. Wat heeft de heer Knutel zelf gedaan. Spr. ont kent dat Wethouder de Zeeuw gangmaker is geweest om loonsverlaging. De heer Knuttel is zelf zulk een gangmaker geweest llet- voorstel van den heer Knuttel bij de begrooting om de salarissen boven f 6000 tot dat bedrag terug te brengen en het stemmen vóór de korting op de salarissen van het onderwijspersoneel bij Middelbaar Onderwijsinrichtingen, zij het op eigenaar dige gronden, zijn daar het bewijs van. De heer Knuttel (comm.) trekt te velde tegen de s d.a.p. We gaan weer eens naar de Twentsche staking, waarbij do s.d. a.p. volgens den heer Knuttel, een armza lige houding heeft aangenomen. We gaan naar de strijd in Rotterdam en Groningen waarbij de houding der vakbonden idem was. Spr. protesteert tegen het verdraaien van zijn woorden door Wethouder Goslinga. Spr. richt er zich niet op om de gemeente- financiën in do war te laten loopen, maar hij gaat er ook niet voor opzij als het noo dig is. Daarna gaat spr. te keer tegen den heer Verwey, die 't debat verlaagd heeft. Hij gelooft zelf niet de dingen die hij de com munisten in de schoenen schuift. Dat spr. gangmaker zou zijn voor de loonsverlaging zooals de heer Verwey zegt, is beneden al les. Gemeente-ambtenaren met f 6000 sala- I ris zijn geen arbeiders meer. Leeraren van Middelbaar-Onderwijs-inrichtingcn zijn dat ook niet. Het zou toch zinneloos zijn die menschen weer geld op te dringen. Tenslot te betoogt spr. dat de arbeiders niet be hoeven te lijden onder het onvermogen van het kapitalisme om het productie-systeem te beheeren. De heer Schüller gaat nog eens in op het behandelde in het G. O. en zegt de werkwijze van deze commissie te blijven af keuren. Voorvergaderingen van raadsleden vindt spr. ongewenscht. Alles is er op ge zet om het overleg van G. O. zoo weinig mogelijk te doen slagen. Spr. wijst voorts op verschillende verslechteringen, dio reeds voor het gemeente-personeel zouden zijn in gevoerd, waarvan de meeste raadsleden niet op de hoogte zijn. Oo^: deze spr. krijgt het aan den stok met den heer Knuttel over «Ie communis tische onmacht. Ook de christelijke orga nisaties kunnen geen behoorlijke staking financieren. De heer E lk e r b o ut (A.R.) had ver wacht dat men meer rekening zou hebben gehouden met de toezegging dat er aan de salarissen van de politie-mannen iets ge daan zou worden, waardoor voorkomen zou worden dat do fluctuatie bij het politie korps zou afnomen. Spr. dringt er op aan, dat B. en W. nog eens ernstig deze kwes tie in overweging zullen nemen. Spr. konit er tegen op dat de christelijke organisaties verraad zouden hebben gepleegd bij do Twentsche staking. De christelijke en r.-k. organisaties zijn in tegenstelling met de moderne voor overleg vatbaar geweest. Spreker betoogt uitvoerig dat het stand punt der christelijke organisaties in het waarachtig arbeidsbelang was. Ook dat het bij de chr. organisaties aan financiën zou mangelen bestrijdt spr. met de feilen. De heer Wilbrink (C.H.) vraagt zich af of het G. O. nog nut heeft als een der gelijke zaak in den Raad opnieuw op deze wijzo moet besproken worden. Spr. wijst er.voort op, dat de heer Kuipers wel de gelijk heeft goedgevonden dat de bespre kingen in het G. O. vertrouwelijk zouden zijn. Dat de heer Kuipers desondanks deze besprekingen publiek maakt, vindt spr. een handelwijze, die niet door de beugel kan. Tenslotte zegt spr. van meening te zijn, dat alle gemoente-amibtenaren over één kam moeten geschoren worden, ook als men tot salarisverlaging van enkelen niet gedwongen is. De heer Bosman (Lib.) beantwoordt, enkele opmerkingen van den heer Verweij en houdt vol dat. bezuiniging aan alle kanten noodig is. Spr. ziet een onbillijk heid in de progressieve toepassing van de korting. De heer v. Eek (S.D.) vindt het niet meer dan logisch dat in een bepaalde partij een centrale afspraak bestaat ten opzich te van belangrijke zaken. Dat is heel iets anders als een aantasting van de gemeen telijke autonomie. Spr. stelt zich ook op den bodem der werkelijkheid. Die werke lijkheid is dat alom de gemeenten stuur loos zullen worden als gevolg van de cri sis. Door dergelijke voorstellen tot salaris korting kweekt men een wanhoopsstem- ming en dan is er geen einde van de ellen de te zien. Bestaat er geen mogelijkheid om ^e handen ineen te slaan en er voor te zorgen dat het Rijk de middelen vindt om de gemeente uit do impasse te hel pen. Naar aanleiding van enkele opmer kingen merkt spr. op dat hij gelooft, dat het nu de tijd is om het socialisme, zij het bij gedeelten, te verwezenlijken. Het so cialisme komt. Er is geen macht ter we reld die het kan tegenhouden. Wethouder Tepe zegt in zijn dupliek, dat de mogelijkheid om de opcenten op de gemeentefonds-belasting te vcrlfoogen, waarop de heer Verweij heeft gezinspoold, bestaat, maar dat het onverantwoordelijk zou zijn daartoe nu over te gaan. Het zou absoluut verkeerd zijn dit appeltje voor de dorst reeds nu te verorberen, zoodat in nog moeilijker tijden die aan kunnen bre ken, geen enkele reserve aanwezig zou zijn. Met enkele feiten toont spr. aan dat hot verslag van het behandolde in het G. O. door den heer Kuipers absoluut er naast was. Waar moet het naar toe als ieder lid notulen van een vergadering kan opma ken zonder dat deze door de vergadering zijn goedgekeurd. Tenslotte merkt spr. op, dat er wel bezwaar tegen is de punten d en e van het voorstel te schrappen omdat f dan alleen op a b en c zou slaan. Do punten e cn d kunnen naar spr.'s mocning wel blijven staan. Ze beoogen precies wat de heer Wilmer beoogt. Wethouder Goslinga wijst er op, dat de algemeene reserve niet kan worden aangesproken omdat dit een zeer onvoor zichtig financieel beleid zou zijn. Vorhoo- ging van de opcenten op do gemeente fondsbelasting is eveneens ongewenscht. De gevolgen daarvan zouden nog zwaarder op de burgerij drukken dan de salariskor ting. Spr. wijst er tenslotte op dat de weg die het socialisme uit wil tot nog véél grooter ellende zal leiden dan waartoe men thans is geraakt. Het voorstel van B. en W. wordt daar na in stemming gebracht bij gedeelten sub a wordt aangenomen met do stemmen van de S. D. A. P. en den communist tegen. Sub b idem. Sub c wordt aangenomen z. h. st. Bij de stemming ovor sub d staken do stemmen. Tegen de S. D. A. P. en de heeren Knut tel, Wilmer, Manders, Donders, Vos en v. Tol. Dit punt werd dientengevolge aange houden evenals sub e, waarover eveneens de stemmen staakten. Sub f werd aange nomen z. h. st. Bij de rondvraag vraagt M e v r. De C 1 e rD e B r u ij n afschaffing van de open vuilniswagens, De voorzitter zegt, dat deze zaak de aandacht heeft. De heer Knuttel constateert dat het motief togen zijn voorstel tot het houden van een ideeën-prijsvraag voor den Stad huisbouw, dat dit de voortgang van de oplossing van deze kwestie zou tegenhou den op geen grond is gebezigd. Spr. vestigt voorts nogmaals de aandacht op onhoud bare toestanden in de Stedelijke Werkin richting. De heer Bergers vestigt de aandacht op het terrein tusschen molen „Valk" en Broodfabriek, als geschikt voor uitbreiding marktterrein. De Voorzitter antwoordt, dat de Marktcommissie dit denkbeeld overwe gen kan. Daarna sluiting

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9