GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
DINSDAG 3 MEI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
HET MONUMENT ter huldiging van de nagedachtenis van Nicolaas Dames,
dat hedenmiddag op het terrein voor het Laboratorium voor Bloembollen-
onderzoek te Lisse is onthuld, van welke plechtigheid wij morgen een
uitvoerig verslag zullen plaatsen
Een middag en avond vol gepraat over de tijdelijke
korting op wedden en salarissen van gemeenteper-
soneel. Voorstel van B. en W. met groote meer
derheid aangenomen. Korting van 4.2 pet. boven
700 gld.; kindertoeslag van korting vrij.
8. Voorstel in zake de toepassing van
een tijdelijke korting op do wedden en loo-
nen van het gemeentepersoneel.
De heer Wilbrink (C.-H.) staat wat
betreft dit voorstel volkomen achter het
College van B. en W. Spr. voelt er geen
behoefte aan den heer- Kuipers te be
strijden omdat hij de houding van dezen
spreker minderwaardig vindt. In G. O. is
besloten de besprekingen niet te publicee-
ren maar deze vertrouwelijk te houden.
En thans leest de heer Kuipers een ver
slag voor en geeft het aan zijn blad ter
publicatie, zijn eens gegeven woord daar
mee brekend.
Wat de punten d en e betreft, merkt
spr. op, dat hij wel zooveel vertrouwen
stelt in B. en W. dat zij van de daarbij
voorgestelde bevoegdheid geen misbruik
zullen maken.
De heer S c h 11 e r heeft een be
schuldiging van den heer Bergers opge
vangen dat hij onjuiste publicatie gedaan
heeft en brengt dit in verband met de
„L. E. M. V. O. G." die „dievenbende" en-
zoovoort.
Terzake komend bestrijdt spr. het ge
zegde van den heer Bergers, dat de amb
tenaren het zooveel beter hebben dan de
arbeiders in het particulier bedrijf. Het
gemeentebestuur springt daarvoor te wil
lekeurig met zijn personeel om. Spr. vindt
het onjuist dat geprobeerd is de zaak
eerst in kannen en kruiken te doen door
de zaak eerst met de raadsleden te behan
delen en haar daarna in G. O. te brengen.
Wethouder T e p e zegt, dat des heeren
Sohüller's conclusie onjuist is en beschul
digt hem van onwaarheid.
De heer S c h 11 e r: Het is m ij n con
clusie.
Geroep: Ooooo! Dan is het duidelijk!
De heer S c h 11 e r wijst voorts op het
verzet in het G.O. en op de toch al te lage
salarieering van het gemeente-personeel.
Spr. kent ook niet allerlei beschuldigingen
die niets ter zake doen. Waar blijft de be
handeling van het werklieden-reglement?
De heer Wilmer heeft gevraagd: Waar moet
het geld vandaan komen als deze korting
niet doorgaat Het is wel toevallig dat juist
met eenzelfde bedrag als waarvan hier
sprake is de zaak van de L.E.M.V.O.G. is
gespekt met de transactie van Zuiderzicht.
De heer Bosman (libzegt op het
standpunt te staan dat de salarissen in het
overheidsbedrijf niet hooger moeten zijn
dan die in de vrije bedrijven. Nu het hier
echter een korting betreft begrijpt spr. dat
de organisaties daar niet graag aan willen.
Spr. voelt daar ook niet erg veel voor. Er
valt op de bedrijven nog op heel andere
wij-ze te bezuinigen.
Spr. beveelt bij B. en W. aan toch voor
al naar alle zijden uit te zien om midde
len ter bezuiniging te vinden. Omdat spr.
deze korting beschouwt als een daad, ter
wijl er tegenwoordig al te veel woorden
worden gebruikt zal spr. vóór dit voorstel
stemmen.
De heer Manders (R.-K.) heeft met
leedwezen van dit voorste kennis geno
men. Spr. vreest dat de verlagingen die
worden toegepast een averechtsch resul
taat zullen hebben. Als door een korting
op het loon een verbeterde toestand zou
worden verwregen zou de ambtenaar een
offer moeten kunnen brengen. Hoewel spr.
dus vreest, dat het resultaat van deze
verlaging fictief zal zijn, zal hij zich er
niet tegen verzetten om de overeenstem
ming die in G. O. is bereikt.
De heer Knuttel (comm.) zegt, dat
dit voorstel weer eens duidelijk aange
toond heeft de schadelijke werking van het
Georganiseerd Overleg. In het G.O. kun
nen B. en W. door de samenstelling er van
altijd wel iets bereiken.
Het protest van de S. D. A P. is een
papieren protest, dat niet de minste waar
de heeft. Wethouder de Leeuw in Rotter
dam is de gangmaker van acrgólijke ver
lagingen gewee.st
Er wordt door de S. D. A V. gesproken
van billijkheid en zoo meer, maar is er
geen strijd ontbrand over deze kwestie on
der het gemeenle-pe.'soneöi. E« zijn geen
daden geweest. i)e zar.k is oood gepraat.
Wat was er geweest tegen een protest
staking van één dag. Spr. zegt, dat de
heer Verwey alleen maar leege frazen heeft
gebezigd. Het personeel der gemeente had
zelf te wapen moeten worden geroepen.
Want dit is nog maar een begin. Een vol
gende loonsverlaging is al weer in de
maak. Deze verlaging kan onder geen
voorwaarde worden aanvaard. De arbei
ders moeten vasthouden wat ze hebben
omdat het nog maar een begin is van wat
ze bereiken zullen Spr. ontkent, dat hij
zich niets aantrekt van een financieel dé-
bacle. De communisten wenschen dat niet,
maar ze gaan er ook niet voor uit den
weg.
De heer Wilmer: Dat komt practisch
op hetzelfde neer.
De heer Knuttel: Dan komt alles op
hetzelfde neer, want vast loopt het toch.
De heer v. E c k (S. D.) beschouwt de
algemeene zijde van dit voorstel. Het kor
tingswetje is een wanhoopspoging van
het kapitalisme. De S. D A. P. kan daar
niet aanmeewerken. Het is een aantasting
van de autonomie van de gemeente, die
ongeoorloofd is en waaraan mannen als
Thorbecke en Oppenheim zich ten zeerste
zouden ergeren.
De S. D. A. P. is tegen deze korting om
dat ze wil behouden het beetje welvaart,
dat verkegern is, maar ook uit algemeene
economische overwegingen. De heer Bos
man wil de ambtenaren-loonen op het
zelfde peil heben als die in het particulier
bedrijf. Maar spr. wil geen verdeeldheid
brengen tusschen proletariërs die het iets
meer of minder hebben. De ambtenaren
salarissen moeten op peil gehouden wor
den om in 't algemeen het loonpeil op te
houden Er isgevraagd, waar moet het
geld anders vandaan gehaald worden. Spr.
moet antwoorden: Daar waar het zit!
Wethouder Goslinga: Waar zit het j
dan
D'e heer v. Eek: Dat zal ik u zeggen. I
De Nederlandsche Regeering moet het
in Nederland aanwezige kapitaal hooger
belasten.
De heer Wilmer: U moet in Leiden
blijven.
Do heer v. E c k meent, dat de Ver-
eeniging van Nederlandsche Gemeenten
in dit opzicht een taak heeft. Spr. be
toogt ten slotte, dat deze aanslag op het
levenspeil de arbeiders met kracht moet
worden bestreden. Voor de gevolgen staat
de S. D. A. P. ten volle.
De heer v Stralen (S. D.) maakt en
kele opmerkingen naar aanleiding van het
betoog van den heer Knuttel, die echter
zelfs niet in de verte verband houden met
het onderhavige voorstel. Spr. heeft het
over de staking in Twente, den strijd in
Groningen. Spr. verwijt de Chr. en R. K.
arbeiders, dat zij den strijd in Twente
hebben bedorven.
Het debat voor 99 pet.
overbodig.
Wethouder Tepe zegt, dat de heden
middag gehouden redevoeringen voor 99
pet. overbodig zijn geweest. Het staat
vast dat zoowel de communistische als de
sociaal-democratische vertegenwoordigers
zullen stemmen tegen de voorstellen van
B. en W. gezien reeds hun houding in de
Kamer. Spr. houdt het voor verschieten
van kruit om op de argumenten van de
tegenstanders in te gaan. Geen enkele
spreker heeft den weg aangewezen die
bewandeld moet worden, als de gemeente
het geld dat dit voorstel meebrengt, moet
missen. De beschouwingen over de wereld
economie doen niets tfer zake. Spr. acht
zich ontslagen van de taak om uitvoerig
uiteen te zetten de gronden waarop dit
voorstel is ingediend. We zitten hier niet
om Genève te spelen.
Enkele opmerkingen over onderdeden
moet spr echter wel maken. Spr. stelt er
prijs op te verklaren dat van de tegen
standers de heer Knuttel op waardige
wijze het college heeft bestreden Dit kan
echter niet gezegd worden van een ander
raadslid (Schüller) dat valsche beschuldi
gingen en ongemotiveerde verdachtma
kingen heeft geuit, zoodat spr. met dit
raadslid in 't geheel niet wil debatteeren
maar het alleen toevoegen: Zooals de
waard is vertrouwt hij zijn gasten.
Spr. merkt verder op dat de verlaging
ook voor los en tijdelijk personeel uit bil
lijkheidsoverwegingen wordt voorgesteld
en niet uit de overwegingen die de heer i
Verwey veronderstelde en die spr. van den
heer Verwey niet had verwacht
Ten opzichte van de opmerkingen van
den heer Wilmer merkt spr. op dat de be- j
doeling van het voorstel van B. en W. sub
d en e geen ander is dan dat B. en W. de
bevoegdheid hebben in bepaalde gevallen
onbillijkheden op te heffen.
Ten slotte maakt spr. nog enkele opmer
kingen over het Georganiseerd Overleg.
In G. O. heerscht een aangename toon
van vertrouwen en spr. hoopt dit deze dag
geen afbreuk zal doen aan den goeden naam
van G. O.
Het verslag van den heer Kuipers van
de vergaderingen van G. O. wemelt van
onjuistheden en raakt kant noch wal. Spr.
betreurt het ten zeerste dat het hier is
uitgebracht.
G. O. moet zijn doel trachten te bereiken.
Spr heeft geadviseerd dat de vertegenwoor
digers van den Raad in G. O. van de vo
ren bijeen komen om zich van de te be
handelen stof op de hoogte te stellen. Deze
maatregel is genomen om G. O. beter aan
zijn bestemming te doen beantwoorden.
Als spr. daar niet in slaagt, ligt dat aan
de tegenwerking van de S. D. A. P.
Spr. beantwoordt daarna nog de vra
gen inzake de positie-verbetering van het
politie-personeel, die door den Voorzitter
is toegezegd. Het kortingswetje heeft ook
deze toezegging voorloopig vrijwel waar
deloos gemaakt. Het toekennen van ver
vroegde periodieke verhoogingen gelooft
spr. dat bij het Rijk op bezwaren zal stui
ten. De uitvoering van de toezegging van
den voorzitter moet tot een later tijdstip
worden verschoven.
De vergadering wordt daarna geschorst
tot 's avonds acht uur.
AVONDZITTING.
In de avondzitting werd allereerst het
t woord gevoerd door Wethouder Goslin
ga, die er op wees dat in hetzelfde ver
band, als waarin spr. heeft gezegd dat de
toestand der gemeente niet onrustbarend
j was, hij ook als zijn meening heeft uitge
sproken dat de korting op de salarissen van
het gemeente-personeel als gevolg van de
kortingswet onontkoombaar zou zijn. Daar-
5 bij komt dat sinds deze uitlating de finan-
tieele toestand der gemeente hoe langer
hoe ernstiger is geworden. Te zeggen, dat
dat de antonomie der gemeente wordt aan
getast past niet in de mond van de
s.d.a,p. Deze partij heeft zelf een centrale
afspraak gemaakt om zic-h overal tegen de
salarisverlagingen te verzetten.
Ten opzichte het voorstel sub e. en d. be
treffende de gesubsidieerde instellingen
merkt spr. tegenover de heeren Wilmer en
Verwey op dat de machtiging van B. en W.
om de korting ook over deze instellingen
toe te passen noodig is ommoeilijkheden te
voorkomen.
Het gaat hier b.v. over het personeel van
den Armenraad en de zweminrichtingen.
Daar waar geen hooge loonen worden be
taald zal de korting niet plaats hebben.
Spr. verklaart nog eens nadrukkelijk dat
dat voorstel van B. en W. bitter noodzake
lijk is. De toestand der gemeente-financiën
is de laatste maanden met den dag verer
gerd. Moet het zoo ver komen dat tegen de
werkloozen moet worden gezegd: Er is niet
meer. Het is niet de schuld van de s.d.a.p.
dat het zoover nog niet is.
Men moet zich op de bodem van de sver-
kelijkheid plaatsen. Men kan aan deze kor
ting niet ontkomen. Men moet daarbij ook
in het oog houden dat door de prijsdaling
do korting niet zeer gevoeld zal worden.
De s.d. „Vooruit" geeft dat zelf toe, zoo
als spr. aantoont. De heer Bosman heeft
gezegd: Kijk naar alle kanten om te be-
zuiningen. Spr. doet dat, maar men moet
niet vergeten, dat niet alleen de uitgaven
stijgen, maar dat ook de inkomsten dalen.
Uit den Raad is geen enkel middel aan den
hand gedaan om aan do salariskorting te
ontkomen. Dit is daarom nog geen wan
hoopspoging. Wat de heer van Eek wil,
halen van de „10 milliard'', die nog in Neder
land aanwezig zijn, dat is een wanhoops
uiting. Dat is een dooie musch, waar do
heer van Eek de raad mee blij maakte.
Deze salariskorting is niet zulk een wan
hoopsdaad, maar een kwestie van financi
eel beleid, waardoor het schip der gemeen
te door de branding wordt heen geholpen.
Spr. wil de Leidsche burgerij voor de
schande behoeden dat de gemeente niet
meer solvabel zou zijn. Een protest-staking
die de heer van Eek zou toejuichen zou
maar grooter ellende brengen evenals het
advies: Omhels het socialisme, afgezien
van de vraag welk socialisme men zou
moeten omhelzen. Spr. wijst er nogmaals
op dat de salarisverlaging onontkoombaar
is.
De Voorzitter verzoekt den heer
Kuipers zijn bewering dat politiemannen
door hun chefs bij sollicitaties worden
tegengewerkt met feiten te staven.
De heer Wilmer wijst er op, dat de
discussies omtrent dit voorstel tenslotte
alleen maar moeten handelen over de
vraag: Is de verwerping van dit voorstel fi
nancieel mogelijk? Zoo neen, dan moet men
er voor stemmen. Zoo ja, dan moet men
de middelen aanwijzen, waaruit deze mo
gelijkheid blijkt. Spr. houdt vol dat de pun
ten d en e kunnen vervallen. Door sub f
wordt genoegzaam voorzien in die gevallen
waarin de billijkheid bijzondere maatrege
len eischt. Uit d en e kan men opmaken
dat de korting zich uitstrekt over alle in
stellingen die gesubsidieerd worden. En dat
vindt spr. van te verre strekking. Sub f
geeft B. en W. de volmacht die maatrege
len te nemen, die billijkheidshalve ten op
zichte van salarissen van niet-gemeente-
lijke instellingen, die wel door do gemeente
worden gefinancieerd, noodig zijn.
De heer Kuipers antwoordt den Voor
zitter, dat hij zelf met oen sollicitatie is
tegengewerkt en hij kent nog een ander
geval. Het was echter reeds onder den vo-
rigen chef.
De heer Wilbrink. Het gaat over om
standigheden van nu.
De heer de R e e d e: Hebt je nog meer
van dat oudbakken brood
De hoer Kuipers gaat daarna nog
maals in op de kwestie van de behandeling
van de salariskorting in G. O. Er is geen
afspraak gemaakt om het behandelde niet
te publiceeren.
De lieer Verwey wijst de beschuldi
ging af. dat de s.d.a.p. de schuld geweest
zou zijn dat de Kortingswet onveranderd is
aangenomen. De r.k. heer Guyt heeft dat
ook in een couranten-artikel aangetoond.
Spr. zegt voorts dat er wel middelen te vin
den zijn om de gemeente-financiën te ver
sterken. Voorstellen van de s.d.a.p. zouden
toch worden afgewezen.
De heer Wilbrink: Jullie bent er an
ders niet bang voor om voorstellen in te
dienen waarvan je weet dat ze toch niet
worden aangenomen.
De heer Verwey betoogt verder dat B.
en W. niet verder behoefden te gaan dan
waartoe zij door de wet worden verplicht.
Als zij verder gaan, zooals zij doen, dan
volgt daaruit dat zij bereid zijn tot verdere
verlaging van salarissen. Dit is niet in
overeenstemming met de bewering dat B.
en W. hier n o o d e toe overgaan.
De voorvergadering van de raadsleden
die zitting hebben in G. O. achtte spr. in
dit geval overbodig.
Spr. wendt zich verder tot den heer
Knuttel om de aanvallen op de s.d.a.p. to
pareeren. De heer Knuttel heeft zelf niets
tot stand gebracht. Het is heel goedkoop
als men geen veranwoordelijkheid draagt
een ander aan te zetten tot staking. Wat
heeft de heer Knutel zelf gedaan. Spr. ont
kent dat Wethouder de Zeeuw gangmaker
is geweest om loonsverlaging. De heer
Knuttel is zelf zulk een gangmaker geweest
llet- voorstel van den heer Knuttel bij de
begrooting om de salarissen boven f 6000
tot dat bedrag terug te brengen en het
stemmen vóór de korting op de salarissen
van het onderwijspersoneel bij Middelbaar
Onderwijsinrichtingen, zij het op eigenaar
dige gronden, zijn daar het bewijs van.
De heer Knuttel (comm.) trekt te
velde tegen de s d.a.p. We gaan weer eens
naar de Twentsche staking, waarbij do s.d.
a.p. volgens den heer Knuttel, een armza
lige houding heeft aangenomen. We gaan
naar de strijd in Rotterdam en Groningen
waarbij de houding der vakbonden idem
was. Spr. protesteert tegen het verdraaien
van zijn woorden door Wethouder Goslinga.
Spr. richt er zich niet op om de gemeente-
financiën in do war te laten loopen, maar
hij gaat er ook niet voor opzij als het noo
dig is. Daarna gaat spr. te keer tegen den
heer Verwey, die 't debat verlaagd heeft. Hij
gelooft zelf niet de dingen die hij de com
munisten in de schoenen schuift. Dat spr.
gangmaker zou zijn voor de loonsverlaging
zooals de heer Verwey zegt, is beneden al
les. Gemeente-ambtenaren met f 6000 sala-
I ris zijn geen arbeiders meer. Leeraren van
Middelbaar-Onderwijs-inrichtingcn zijn dat
ook niet. Het zou toch zinneloos zijn die
menschen weer geld op te dringen. Tenslot
te betoogt spr. dat de arbeiders niet be
hoeven te lijden onder het onvermogen van
het kapitalisme om het productie-systeem
te beheeren.
De heer Schüller gaat nog eens in
op het behandelde in het G. O. en zegt de
werkwijze van deze commissie te blijven af
keuren. Voorvergaderingen van raadsleden
vindt spr. ongewenscht. Alles is er op ge
zet om het overleg van G. O. zoo weinig
mogelijk te doen slagen. Spr. wijst voorts
op verschillende verslechteringen, dio reeds
voor het gemeente-personeel zouden zijn in
gevoerd, waarvan de meeste raadsleden
niet op de hoogte zijn.
Oo^: deze spr. krijgt het aan den stok
met den heer Knuttel over «Ie communis
tische onmacht. Ook de christelijke orga
nisaties kunnen geen behoorlijke staking
financieren.
De heer E lk e r b o ut (A.R.) had ver
wacht dat men meer rekening zou hebben
gehouden met de toezegging dat er aan de
salarissen van de politie-mannen iets ge
daan zou worden, waardoor voorkomen zou
worden dat do fluctuatie bij het politie
korps zou afnomen. Spr. dringt er op aan,
dat B. en W. nog eens ernstig deze kwes
tie in overweging zullen nemen. Spr. konit
er tegen op dat de christelijke organisaties
verraad zouden hebben gepleegd bij do
Twentsche staking. De christelijke en r.-k.
organisaties zijn in tegenstelling met de
moderne voor overleg vatbaar geweest.
Spreker betoogt uitvoerig dat het stand
punt der christelijke organisaties in het
waarachtig arbeidsbelang was. Ook dat
het bij de chr. organisaties aan financiën
zou mangelen bestrijdt spr. met de feilen.
De heer Wilbrink (C.H.) vraagt zich
af of het G. O. nog nut heeft als een der
gelijke zaak in den Raad opnieuw op deze
wijzo moet besproken worden. Spr. wijst
er.voort op, dat de heer Kuipers wel de
gelijk heeft goedgevonden dat de bespre
kingen in het G. O. vertrouwelijk zouden
zijn. Dat de heer Kuipers desondanks deze
besprekingen publiek maakt, vindt spr.
een handelwijze, die niet door de beugel
kan. Tenslotte zegt spr. van meening te
zijn, dat alle gemoente-amibtenaren over
één kam moeten geschoren worden, ook
als men tot salarisverlaging van enkelen
niet gedwongen is.
De heer Bosman (Lib.) beantwoordt,
enkele opmerkingen van den heer Verweij
en houdt vol dat. bezuiniging aan alle
kanten noodig is. Spr. ziet een onbillijk
heid in de progressieve toepassing van de
korting.
De heer v. Eek (S.D.) vindt het niet
meer dan logisch dat in een bepaalde partij
een centrale afspraak bestaat ten opzich
te van belangrijke zaken. Dat is heel iets
anders als een aantasting van de gemeen
telijke autonomie. Spr. stelt zich ook op
den bodem der werkelijkheid. Die werke
lijkheid is dat alom de gemeenten stuur
loos zullen worden als gevolg van de cri
sis. Door dergelijke voorstellen tot salaris
korting kweekt men een wanhoopsstem-
ming en dan is er geen einde van de ellen
de te zien. Bestaat er geen mogelijkheid
om ^e handen ineen te slaan en er voor
te zorgen dat het Rijk de middelen vindt
om de gemeente uit do impasse te hel
pen. Naar aanleiding van enkele opmer
kingen merkt spr. op dat hij gelooft, dat
het nu de tijd is om het socialisme, zij het
bij gedeelten, te verwezenlijken. Het so
cialisme komt. Er is geen macht ter we
reld die het kan tegenhouden.
Wethouder Tepe zegt in zijn dupliek,
dat de mogelijkheid om de opcenten op de
gemeentefonds-belasting te vcrlfoogen,
waarop de heer Verweij heeft gezinspoold,
bestaat, maar dat het onverantwoordelijk
zou zijn daartoe nu over te gaan. Het zou
absoluut verkeerd zijn dit appeltje voor de
dorst reeds nu te verorberen, zoodat in
nog moeilijker tijden die aan kunnen bre
ken, geen enkele reserve aanwezig zou
zijn. Met enkele feiten toont spr. aan dat
hot verslag van het behandolde in het G.
O. door den heer Kuipers absoluut er naast
was. Waar moet het naar toe als ieder lid
notulen van een vergadering kan opma
ken zonder dat deze door de vergadering
zijn goedgekeurd. Tenslotte merkt spr. op,
dat er wel bezwaar tegen is de punten d
en e van het voorstel te schrappen omdat
f dan alleen op a b en c zou slaan. Do
punten e cn d kunnen naar spr.'s mocning
wel blijven staan. Ze beoogen precies wat
de heer Wilmer beoogt.
Wethouder Goslinga wijst er op,
dat de algemeene reserve niet kan worden
aangesproken omdat dit een zeer onvoor
zichtig financieel beleid zou zijn. Vorhoo-
ging van de opcenten op do gemeente
fondsbelasting is eveneens ongewenscht.
De gevolgen daarvan zouden nog zwaarder
op de burgerij drukken dan de salariskor
ting. Spr. wijst er tenslotte op dat de weg
die het socialisme uit wil tot nog véél
grooter ellende zal leiden dan waartoe
men thans is geraakt.
Het voorstel van B. en W. wordt daar
na in stemming gebracht bij gedeelten sub
a wordt aangenomen met do stemmen van
de S. D. A. P. en den communist tegen.
Sub b idem. Sub c wordt aangenomen z.
h. st. Bij de stemming ovor sub d staken
do stemmen.
Tegen de S. D. A. P. en de heeren Knut
tel, Wilmer, Manders, Donders, Vos en v.
Tol. Dit punt werd dientengevolge aange
houden evenals sub e, waarover eveneens
de stemmen staakten. Sub f werd aange
nomen z. h. st.
Bij de rondvraag vraagt M e v r. De
C 1 e rD e B r u ij n afschaffing van de
open vuilniswagens,
De voorzitter zegt, dat deze zaak
de aandacht heeft.
De heer Knuttel constateert dat het
motief togen zijn voorstel tot het houden
van een ideeën-prijsvraag voor den Stad
huisbouw, dat dit de voortgang van de
oplossing van deze kwestie zou tegenhou
den op geen grond is gebezigd. Spr. vestigt
voorts nogmaals de aandacht op onhoud
bare toestanden in de Stedelijke Werkin
richting.
De heer Bergers vestigt de aandacht
op het terrein tusschen molen „Valk" en
Broodfabriek, als geschikt voor uitbreiding
marktterrein.
De Voorzitter antwoordt, dat de
Marktcommissie dit denkbeeld overwe
gen kan.
Daarna sluiting