DE GESCHIEDENIS VAN DE
AMBACHTSHEERLIJKHEID LEIDERDORP
Beschreven omstreeks 1800
DE LEIDSCHE COURANT
Dit heerlijk plaatsje door Natuur zo mild
bedeeld
Kan Land- en Steeliên 't grootst©
vergenoegen geeven;
Daar 't schoonste aardgewas den een op
't hoogste streeld,
Kan 't Landlijk schoon den ander in
wellust steeds doen leeven.
Geen lieffclijker streek bragt eenig Land
ooit voord,
Dan 't geen ons oog hier ziet, dan 't
Leyderdorpsche Oord.
De auteur van de stads- en dorpsbeschrij
vingen uit het laatst van de achttiende
eeuw scheen zeer ingenomen te zijn geweest
met Leiderdorp, zooals blijken mag uit hot
bovenstaande versje, dat als onderschrift
dient bij een afbeelding van genoemd dorp
vooraan in zijn boekje.
Hij begint zijn beschrijving met de me-
dedeeling, dat dit dorp zeer aangenaam
gelegen is en dat dit de reden is, waarom
het in den zomer druk bezocht wordt, niet
alleen uit de nabij liggende stad Leiden,
maar ook uit andere plaatsen der Repu
bliek, „welker inwoonders, zich dikwijls
„derwaarts begeven ten einde aldaar het
„aangenaame van het Somer saisoen te
„smaken".
Om dit duidelijk te laten uitkomen,
haalt hij eenige regels aan uit „De jonge
reiziger door Nederland'' Deel I pag. 152
van J. A. Backer, alwaar men het volgende
kan lezen: „Toen ik aan de Hooge Woerd s-
.poort (te Leyden) kwam, was het nog zoo
„vroeg, dat ik, geen kans ziende iets to
„bezigtigen, besloot om te Leyerdorp te
„gaan ontbijten en dan weder Stadwaards
„te keeren. In het heengaan koos ik de
„Laan (Hoogen Rijndijk) en terug het
„Jaagpad langs den Rijn.
„De Lej'enaars hebben geen ongelijk, dat
„zij dit dorp tot hun uitspanning nemen,
„want het is zeer vermaakolijk. Nogal
„tamelijk groot, zo ik gisse aan de twee
„honderd Huizen. Men vind er fraaye
„Bleekerijen en Pannebakkerijen en twee
„Moolens. De Kerk heeft geen kwaad voor
komen. Nabij dezelve is een School, elders
„staat er meede een Weeshuis, als meede
„een Armhuis voor oude Mannen en Vrou-
„wen. In den omtrek zijn verscheidene
„Lusthuizen, waarvan het Huis te Zijl en
,,'t Huis ter Mey de voornaamste zijn. Het
„laatste is geheel modern.
„Heerlijke wei-, bouw-, teel-, en warmoes-
„landen vind men in 't derwaards gaan, zo
„dat ik mij reeds uitmuntend vermaakt had,
„toen de Stad, eigenlijk gesprooken, eerst
„wakker wierd. Het was negen uure".
Na deze inleiding zullen we den schrij
ver verder volgen om te vernemen, wat hij
ons verder zeggen zal en beginnen met de
LIGGING.
Leiderdorp ligt omgeven door de stad
Leiclen, de ambachten van Oegstgeest,
Warmond, Alkemade, Koudekerk en Zoe-
terwoude. Men begroot de ligging van het
dorp op 474 roeden van Leiden, als men
den Hoogen Rijndijk langs gaat. Deze dijk
is aan beide zijden met boomen beplant
en goed bestraat, zoodat hij een aangena-
nien wandelweg vormt.
Van Leiden uit kan men Leiderdorp ook
bereiken langs den Lagen Rijndijk in een
goed half uur, vanwaar men weer in on
geveer vijf kwartier naar Koudekerk kan
wandelen. Al de andere wegen van en naar
het dorp zijn niet minder aangenaam om
te bewandelen en worden met de uiterste
oplettendheid in orde gehouden.
Van de wateren en vaarten noemen we
in de eerste plaats den Rijn, die het am
bacht in zijn geheele lengte doorstroomt.
Uit den Rijn komen de Zijl en de Does,
die druk bevaren worden.
Ook de grond, die uit klei en zand '9
samengesteld, brengt door zijn vruchtbaar
heid den inwoners veel voordeel aan.
OORSPRONG VAN DEN NAAM.
De naamsoorsprong van „Leiderdorp" is
gemakkelijk te vinden. De naam is afgeleid
van „Leiden". Het is dicht bij Leiden gele
gen, zoodat men het als 't ware ©en dorp
van Leiden zou kunnen noemen: Leider
dorp dus.
In een brief van bisschop Baldericus uit
het jaar 944 komt het voor onder den
naam Liethorp, samengesteld uit de woor
den Lie en thorp, waarin „Lie" afgeleid
zou zijn van Leithen, een ouder naam voor
Leidon en „thorp" van thorp, d.i. een hoog
te, waarop men bij hooge watervloeden kon
vluchten om zich tegen het water in vei
ligheid te stellen. Hoe dit ook moge zijn,
het staat vast dat de naam „Leiderdorp'1'
afgeleid is van „Leiden".
STICHTING EN GROOTTE.
We houden heb er voor, dat Leiderdorp,
evenals zooveel andere dorpen in Rijnland,
door de Romeinen is gesticht, zoodat het
van hoogen ouderdom is.
Wat verder de grootte betreft, deze
wordt verschillend opgegeven. Ons oude
manuscript stelt de grootte op 1657 mor
gen en 552 roeden; van Leeuwen in zijn
Costume (rechtsgebruik) van Rijnland
geeft 1665 morgen, terwijl het Reglement
van Rijnland er 1597 morgen en 542 roeden
voor opgeteekend heeft (1 morgen is 0.8516
H.H. 1 roede is 14.19 M2.).
In 1632 telde men in dit ambacht 128
huizen, welk getal in 1732 was aangegroeid
tot 195 met 6 bleekerijen, 4 steenovens of
pannenbakkerijen en 2 molens.
Het wapen van dit dorp bestaat uit twee
rootle sleutels, kruiswijs over elkaar lig
gend en in het midden doorsneden door een
groene baar, alles afgebeeld op een zilve
ren schild.
KERKELIJKE EN GODSDIENSTIGE
GEBOUWEN.
We zullen eerst de aandacht vragen voor
eenige kloosters, die voorheep onder ddt
ambacht gevonden werden en allereerst
spreken over het klooster „Engelendaal
Hot was een mannenklooster, dat uit mun-
nikon (monniken) van reguliere kanunniken
bestond en in den polder lag, die thans
nog „de Munnik" of „de Munnikenpolder"
wordt genoemd.
Waarom dit klooster „Eugelendaal' ge
noemd werd, vinden we aangeteekencl in
de kroniek van Henricus Taborita. Hierin
lezen we:
„In 't jaar des Heeren 1396, den tweeden
„Meidag, heeft de heer Pieter van der
„Poel te Leiderdorp een klooster van regu-
„liere kanunniken gesticht en is aldaar in
,,'t koor voor 't hoogaltaar begraven. Vóór
„deze stichting had men daar, zooals de
„mensehen vertellen, dikwijls het gezang
„der engelen gehoord en daarom is het
„klooster Engelendaal genoemd geweest".
Volgens de kroniek van het klooster van
Windesheim, bij welk kapittel het boven
genoemde klooster werd ingelijfd, zou het
in 1400 gesticht zijn en zou de stichting niet
vóór dit jaar dc goedkeuring van den bis
schop van Utrecht hebben gekregen.
Als eerste prior van dit klooster, dat
zeer rijk moet geweest zijn, vinden we Wil
lem Vonken genoemd, die niet langer dan
een jaar dat ambt bekleed heeft, na welk
tijdsverloop hij naar Windesheim terug
keerde, voorgevende, dat hij niet langer
in het klooster wilde leven ter oorzake
van het slechte gedrag der monniken. Er
moet inderdaad aan het gedrag dezer
kloosterlingen nog al wat gemankeerd
hebben, zooals ook uit andere geschriften
gebleken is.
Tijdens den oorlog met Spanje werd het
geheel verwoest en in boomgaarden en lan
derijen verandejd. Men heeft bij het graven
aldaar dikwijls stukken muur alsook sche
dels gevonden, zoo men wil, van de mon
niken, die er in vroeger eeuwen hebben
gewoond.
Een ander klooster stond niet ver van
Leiden in den polder Roomburg of Ro
denburg. Het was een nonnenklooster, toe
gewijd aan de H. Maagd, om welke reden
men het ook Maria's convent van Jeruzalem
noemde. Ook komt het in een brief, uit het
jaar 1465, voor onder den naam 8t. Mat-
gareta's Berg.
In 1442 vindt men, dat aan dit klooster
verbonden was een zekere pater Herman
Geerman. Bij ©en oproer, dat den 4den
Augustus 1555 binnen Leiden losbrak, werd
een priester van dit convent, in Leiden
dienst doende, gevangen genomen. Ook
werd er in de jaren 1554 en 1555 een alge
meen© synode gehouden van alle Broeders
en Zusters behoorendc tot het bisdom
Utrecht, welke synode zoor druk bezocht
geweest moet zijn blijkens een voorhanden
zijnde lijst van de huizen, waarin de be
zoekers der synode, zoo binnen als buiten
de stad, gehuisvest werden.
Een tweede nonnenklooster, ook behoo-
rende tot de orde der Franciscanen stond
aan de Doesbrug, tegenover het huis de
Does en werd „de Poel" genoemd. Dit ge
bouw werd in 1398, evenals het vroeger
genoemde, toegewijd aan de H. Maagd.
Beide kloosters worden in den Spaanschen
oorlog verwoest, zoodat er hoegenaamd
niets meer van overbleef.
Nu we do kloosters afgehandeld hebben
gaan we over tot de beschrijving van het
gereformeerde kerkgebouw. Dit is van zeer
hoogen ouderdom. Voor de reformatie was
het een parochiekerk met St. Michaël tot
patroon. Volgens anderen zou hij toegewijd
zijn geweest aan den H. Panoratius of St.
Pancras. Ze was onderhoorig aan het ka
pittel van St. Michaël te Utrecht, aan
welks bisschop, volgens een brief van het
jaar 1328, de begeving stond.
De parochiekerk van Leiderdorp moet
nog al in aanzien gestaan hebben, hetgeen
blijkt uit het feit, dat de St. Pancraskerk
te Leiden, die in 1300 werd gebouwd, on
der haar stond.
Als pastoor van Leiderdorp vonden we
Gijsbert Walenburg genoemd, die op den
31stcn Augustus 1387 overleed. Nog ande
re namen van diens opvolgors vonden we
opgeteekend, die we kortheidshalve niet
zullen noemen.
Men vindt verder vermeld, dat in deze
kerk meer dan een, altaar heeft gestaan.
Het hoofdaltaar was dat van de H. Maagd,
een ander altaar was toegewijd aan den H.
Mauritius.
De tegenwoordige kerk van Leiderdorp
is in 1622 geheel nieuw opgebouwd en heeft
een tamelijke hoogte. Midden op het dak
staat een spits torentje zonder klok of
uurwerk. Eenige jaren geleden werd dooi
den ambachtsheer een orgel aan de kerk
geschonken en hoezeer dit ook op prijs ge
steld werd door do ingezetenen, toch had
den ze liever den toren met een klok en
uurwerk verrijkt gezien.
Bij het kerkhof staat het schoolhuis, dat
evenals de woning van den predikant, goed
onderhouden wordt.
Men vindt er ook ©en weeshuis, waar
naast in 1738 een oude-mannen en vrouwen
huis werd opgericht, hetgeen men als een
zeldzaamheid voor ©en dorp mag aanmer
ken.
Voorheen werd in dit dorp een vermaar-
do rederijkerskamer gevonden onder de
zinspreuk: Liefde blijft zonder end.
KERKELIJKE REGEERING.
De predikant met ouderlingen en diake
nen staan aan het hoofd der gereformeerde
gemeente. Sedert 1797 wordt het predik
ambt hier uitgeoefend door den cerw. heer
Jacobus Johannes Mahlsteede.
Het weeshuis wordt, behalve door den
binnenvader en do binnenmoeder, door re
genten bestuurd, zoo ook het oude-mannen
en vrouwenhuis.
Aan de Doesbrug vindt men nog een hof
je bohooronde aan dc familie Van dor
Docs, die er het bestuur over uitoefent.
WERELDLIJKE REGEERING.
Strafrechterlijk staat Leiderdorp onder
den baljuw en de welgeboren mannen van
Leiderdorp, terwijl het met het waterreclit
behoort tot het hoogheemraadschap van
Rijnland.
De civiele of burgerlijke regeering werd
van oudsher uitgeoefend door den schout
met zeven schepenen. Sedert 1795 is dit ooi
lege vervangen door een municipaliteit van
5 leden en een college van schout en am
bachtsbewaarders naast zeven schepenen
en een secretaris.
Leiderdorp is voorts de oudste ambachts
heerlijkheid, die aan de stad Leiden be
hoort en door de regeering dezer stad in
1582 gekocht werd van den graaf van Ligne
van Faulquenbergen, Heer van Waawe-
naar.
BEZIGHEDEN.
Allerlei handwerken worden hier uitge
oefend, die een behoorlijk bestaan opleve
ren. Dan vindt men er verder steenbakke
rijen, pannen bakkerijen, bleekerijen, kalk
branderijen en ook een lijmkookerij. De
groenten, die uien er teelt, worden veelal
naar Amsterdam gezonden.
GESCHIEDENIS.
Over de geschiedenis van Leiderdorp
zou zeer veel te vertellen zijn. Wc willen
kort zijn en daurom alleen wijzen op de
verwoestingen hier aangericht tijdens de
Hoeksehc en Kabeljauwsche twisten; hoe
hertog Jan van Beieren in 1420 bij een be
legering van do stad Leiden hier verwoest
te de huizen Roomburg, De Does, Steen-
velde, De Waard, De Mcy, Barcndrecht en
eenige andere, waarvan do meeaten niet
meer herbouwd werden.
Veel heeft Leiderdorp ook geleden bij do
belegering van Leiden door de Spanjaar
den, toen de Spaanscho opperbevelhebber
hier zijn hoofdkwartier gevestigd had.
BIJZONDERHEDEN.
Na alles, wat we hierboven van Leider
dorp te boek gesteld hebben, valt er wei
nig bijzonders meer te vermelden. We zou
den nog kunnen zoggen, dat er alle dagen
een schuit vaart heen en terug op Lei
den; alle Zondagen een op Rotterdam en
om de veertien dagen oen op Amsterdam
heen en terug. Wo meencn evenwel genoeg
van Leiderdorp verteld te hebben en ho
pen, dal de lezers van onze courant, die
aldaar wonen, met genoegen van deze bij
drage kennis genomen zullen hebben.