/AM Eb RU BR i EK BLOUSETTES. Vesten, pullovers, truitjes hebben wij al eerder gezien en gedragen, vooral bij onze sportpakjes. Soms hebben wij zelfs van japonnen, welke in ongenade waren gevallen, de beste stukken verwerkt tot vesten, welke met kleurige wol waren omgehaakt. Maar wat onze teekening u laat zien, is iets anders, dat zijn geen vesten, ook geen blouses, doch hiervan is de officieele naam blousettes. Zij zijn geen kleedingstuk, dat men op iedere willekeurige japon kan dragen, maar zij vormen een onderdeel van de ja pon waarbij ze gedragen worden Het is een echt nieuw snufje, dat zeer zeker ingang zal vinden. Men draagt ze op een blouse van kant stof of waschzijde, en het voordeel van de blousettts is dat men ze bij warm weer kan uitlaten, terwijl de japon dan toch weer een geheel is. No. 1 is van wit laken, langs mouw en voorpand uitgeschulpt, terwijl wit parelmoeren knoopen de sluiting vormen. De kraag is een schuine b es. Een strik dient als versiering No. .2. is van zacht rose wollen kant en afgebiest met rose crêpe georgette. Ook de strik wordt afge biesd, waardoor zij een klokkende valling krijgt. Om de taille is een k'eine smalle ceintuur eindigende in een strik. No. 3 is gemaakt van zacht soepel geel fluweel. In plaats van zoomen is de blousctte rondom geschulpt, terwijl twee knoopen de sluiting vor men. Een smalle ceintuur sluit met een siergespie. No. 4 is gemaakt van gebloemde crêpe de chine. De hals van deze blousette is vierkant en heeft een vierkante kraag, afgewerkt met een fijn kantje, terwij' ter linkerzijde een strik, eveneens met het kantje af gezet, is aangebracht De korte mouw heeft een opgeslagen manchetje, waarlangs ook het kantje is aange bracht Ook hier is op de taillehoogte een ceintuurtje, sluitende met een gespje in de kleur van de donkerste bloem van de zijde. ZIJDEN KOUSEN WASSCHEN. U wascht uw zijden kousen het best door ze eerst in koud water vochtig te maken en daarna te was- schen in lauw water met azijn. Naspoelen met frisch water, waar in eveneens een scheutje azijn is ge daan. Uw dure zijden kousen heb ben door deze behandeling niets te lijden en blijven veel langer goed. MANTEL VOOR OUDERE DAMES. De vrouw met het zware figuur en de niet meer jonge vrouw doen ver standig bij het maken van haar gar derobe rekening te houden met kleur en lijn. Het is niet alleen voldoende om opvallende kleuren te vermijden, maar ook de modellen vragen bij zondere aandacht. En dan zullen wij er niet ouwelijk of onmodieus uitzien, maar juist met smaak gekleed gaan. Zoo is bijvoor beeld de mantel op de afbeelding ge geven een mooi afkleedend model, gemaakt van Engelsche grijze diago- naalstof. De even aansluitende rechte man tel is streng van lijn en heeft breede revers, welke met een schuine bies worden afgézet, waarvan de diago naal de andere richting uitloopt waar door men de z.g. vischgraat krijgt Ook op den mouw komt zoo'n visch graatgarneering voor. De ceintuur wordt voor de zwaardere figuren iets lager geplaatst dan de taillelijn, waar door men lang niet zoo'n zwaren in druk maakt. Een groote bontkraag van zomerbont geeft het model iets gekleeds, doch men kan deze mantel ook zeer goed met een gewone kraag van dezelfde stof maken. BORDUURWERK. De verschillende uitstallingen in de handwerkwinkels laten ons zien, dat er in den tegenwoordigen tijd weer meer en meer aandacht wordt besteed aan borduurwerk. Niet al leen voor het maken van kussenover trekken, doch ook stoelovertrekken geheel met fijne wol in den kruis steek gewerkt, is een geliefd hand werk. Welhaast in iedere kamer is het prettigste zitje het hoekje bij het raam. Het is alsof wij menschen ons net als de planten en bloemen onwillekeurig naar het licht richten. Wij hebben geen groot en statig ver trek noodig voor een gezellig intiem hoekje, dit kunnen wij in het klein ste kamertje maken. Zoo'n gezellig hoekje noodt vaak tot een vertrou welijk gesprek, tot het lezen van een mooi boek of het borduren van een kussen of kleed, waarvan wij het motief zelf hebben ontworpen en waarvan de kleurcombinatie een vreugde voor ons is. Wij laten U eenige ideën voor een dergelijk hand werk zien. Voor kussenovertrekken, zoowel als voor het bekleeden van een stoel nemen wij bij voorkeur een zware soort etamine, dat is bijna on verslijtbaar. Het bovenste voorbeeld is met den kruissteek gewerkt en gedacht van warm geelbruin en licht beige. Het tweede is met de platte steek gemaakt, in twee tinten lila met lichtgrijze noppen. Het derde voorbeeld is een samenstelling van platte steken, zooals deze in het mid den zijn gemaakt en kruissteken, zooals u ze langs den kant ziet. Zacht groen, donker groen en geel in het midden vormt hier een mooie samen stelling. Als we met veel zorg onze kleeren hebben gewasschen en gesteven en we gaan, nadat ze gedroogd en daar na weer ingevocht zijn, aan het strij ken, dan gebeurt het herhaaldelijk, dat het ijzer aan het goed vastplakt of dat de stijfsel aan het ijzer gaat zitten. Dit zeer ongemakkelijke euvel is echter met een kleinigheid te verhel pen, namelijk door het bijvoegen van een weinig parafine en reuzel. Dit doet u door de stijfsel heen, terwijl u deze kookt en u zult van het vast plakken van uw ijzer heelemaal geen last meer hebben. Inplaats hiervan kunt u ook en kele druppels glycerine nemen, doch zeer weinig, anders bederft O de stijfsel. GEKLEEDE SCHOENTJES. De schoentjes, welke op de ver schillende modeshows worden ten toongesteld, munten allen uit door zooveel mogelijk afwezigheid van materiaal. Was dit voor de winter- dracht niet bruikbaar, nu lente en zomer in aantocht zijn, zal het open schoentje een geliefkoosde dracht worden. Hoewel het slangenleer niet zooveel meer wordt verwerkt als het vorige seizoen, is het nu een ge liefkoosd materiaal te zamen ver werkt met andere leersoorten. Bij den aankoop van zoo'n paar san daaltjes moet u goed op den pas vorm letten, want sluit hij niet goed om uw voet, dan wordt het loopen een ware marteling inplaats van een genot en een vrouw, die met pijn lijke voeten loopt, verliest veel van haar veerkrachtige gang en van haar sierlijkheid. Het eerste schoentje, dat u op het plaatje ziet, is van slangenleer, ver werkt met zwart lakleer, het tweede modelletje van wit glacéleer, het derde is van licht grijs soepel leer, terwijl het laatste schoentje weer uit twee materialen bestaat, n.l. slangen leer verwerkt met champagne-kleurig glacéleer. Het pumpsmodel zoowe' als het riemschoentje genieten beiden even veel aantrekkingskracht, hoewel een vrouw met een hooge wreef haar voet het allervoordeeligst in een pumpsmodel kan laten uitkomen, ter wijl een eenigszins platte voet op gehaald wordt door de riemsluiting. HET COMPLET. Volgens sommige dames over- heerscht het complet op het oogen- blik de mode. En zonder te overdrij ven kunnen wij gerust zeggen dat zij, op alle uren van den dag gedragen kunnen worden. Reeds 's morgens vroeg zien wij complets van dunne wollen stof, 's middags van crêpe sa- tin of crêpe de Chine en 's avonds van kantstof. Weinig gekleede toilet ten vallen dan ook zoo zeer in den smaak als juist de complets Maar er is dan ook een buitengewoon groote variatie in. Het complet dat de teekening u toont is van zwarte crêpe de chine terwijl het jakje van geruite crêpe de chine is gemaakt. De rok is aan de voorzijde glad, evenals de achter baan recht is, doch de beide zijbanen zijn eenigszins klokkend. De japon zelf heeft korte mouwen en is langs de hals algezet met een schuine bies van de geruite crêpe de chine. Een breede ceintuur van dof leer of peau de pêche met een breede gesp. Het jasje is de eigenlijke garneering van de japon en kordt geknipt in het raglan model terwijl de voorpanden tr eenigszins gerimpeld aan worden gemaakt. De zeer gekleede mouw heeft tei hoogte van den elleboog een kap van ongeveer 15 c.M. De kraag bestaat uit een sjaal van het zelfde materiaal, welke aan het jasje wordt vastgehecht terwij) de uitein den gestrikt worden en op deze ma nier de eenige sluiting van het jasje vormen. De drie uitstekende lipjes dienen uitsluitend als versiering en met als sluiting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 15