KATWIJKS NIEUWE BURGEMEESTER
DONDERDAG 21 APRIL 1932
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
TOESPRAKEN NAMENS GEMEENTERAAD EN BURGERIJ.
Receptie in Katwijk a. d. Rijn en aan Zee.
HET SCHIP DER HONDERD
ONGEWENSCHTEN.
Europa kaatst ze naar Argentinië.
Begin Maart, verliet naar men weet de
„Chaco", een transportschip van de Argen-
tijnsche regeering, Buenos-Aires met een
drievoudige opdracht. Ten eerste mooet zij
een aantal marine-officieren en matrozen
naar Genua brengen, die tot taak hadden
een daar gebouwde duikboot te beman
nen en er mee naar Argentinië te varen.
Ten tweede moest de „Ohaco" een hoeveel
heid wapens laden te Londen. En ten der
de werd haar opgedragen een honderdtal
ongewensohte vreemdelingen (Franschen,
Duitschers, Italianen, Polen en Tsjechen)
in Eurpa kwijt te raken. Die derde taak is
het, welke den kapitein van de „Ohaco"
nog steeds hoofdbreken kost. Het meeren-
deel der ongewenschten bezit geen be
hoorlijke papieren, en zoodoende zijn de
pogingen om hen in Fransche of Italiaan-
6che havens te ontschepen tot dusver vol
komen mislukt Argentinië wenscht het
honderdtal niet, maar Europa wenscht hen
ook niet.
De jongste berichten luiden, dat de
„Chaco" nog eens een poging in Engeland
zal wagen, maar ook daar schijnt men niet
geneigd, den ongewenschten, die al dien
tijd nog geen land hebben geiden omdat
zij in het ruim opgesloten zijn, een „wel
kom vreemdelingtoe te roepen, zoodat
er wellicht toch niets anders op zal zitten
dan dat de „Chaco", met de vreemrelingen
nog altijd aan boord, naar Buenos-Aires
terugkeert.
MELAATSCHHEID IN POLEN.
Overbrenging door huiden en tapijten.
In de Poolsche stad Wilna werd een ge
val van lepra geconstateerd. Een leerhan
delaar was besmet geworden door huiden,
die hij uit Siberië had ontvangen. De art
sen van Wilna wisten geen raad met het
geval, waarom de zieke in een verzegelde
wagon naar Warschau werd getranspor
teerd.
Dergelijke berichten duiken bijna ieder
jaar een paar maal in de kranten opde
lezer griezelt even, maar gaat spoedig rus
tig met zijn lectuur voort, denkend: „Zoo
iets kan ons hier niet overkomen."
Zoo iets kan overal voorkomen. Alle
Europeesche staten hebben ziektewetten en
een geneeskundige controle, maar, on
danks dit alles, kunnen zich nog wel ge
vallen, als het hierboven vermelde, voor
doen.
In Parijs kregen twee kinderen van een
rijken bankier het vorige jaar de me-
laatschheid. Dit geval wekte zeer veel op
zien en werd in alle Fransche bladen be
sproken. Wekenlang trachtten de deskun
digen tevergeefs te verklaren, hoe de ziek
te naar Parijs overgebracht was. De ver
klaring was evenwel even sensationeel als
eenvoudig: de bankier had een prachtig
Oostersch tapijt op de speelkamer zijner
kinderen laten leggen; zooals bacteriolo
gisch werd vastgesteld bevatte dit de le
vende kiemen van de lepra Het was nog
een geluk bij 'n ongeluk, dat niet meer
personen aangetast waren.
Wijl de besmetting reeds in een vroeg
tijdig stadium was geconstateerd, konden
de geneesheeren gegronde hoop geven op
een voorspoedige en volledige genezing.
Wordt de SL Paul's kathedraal bedreigd
door instorting?
Vijf jaar geleden waarschuwde de grijze
Schotsche ingenieur Alexander Drew den
deken van de St. Paul's kathedraal te
Londen, dat de koepel van dit machtige
bouwwerk van Wren vijf jaar Later zou in
storten, tenzij de acht zuilen, waarop hij
steunt, onverwijld zouden worden ver
sterkt. Drew sloot bij deze waarschuwing
een uitvoerig rapport in omtrent den zijns
inziens uiterst hachelijken toestand,
waarin de zuilen verkeerden, en daar
in ook voorstellen betreffende de uit te
voeren herstelwerkzaamheden.
Deken Inge, een vermaard-lakoniek
man, hechtte blijkbaar geen geloof aan de
onheilspellende uitlatingen van Drew, en
stuurde hem een briefkaartje terug met
niets dan: ,.Dank voor uw vriendelijk schrij
ven betreffende de kathedraal."
Thans heeft Drew zich opnieuw en in
nog veel somberder bewoordingen uitgela
ten over het lot van St. Paul's. „Ik heb in
1925 al voorspeld", heeft hij verklaard,
„dat er gevaar bestaat, dat de koepel in
stort net als de campanile van Venetië in
1902; ook toen hechtte men geen geloof
aan de waarschuwingen der Italiaansche
architecten, evenmin als thans aan de
mijne. Ik geeft St, Paul's geen week meer
elk oogenblik kan de ramp zich voor
doen. Toen Wren de kerk bouwde, kon
hij onmogelijk den huidigen toestand, met
name wat het verkeer betreft, voorzien.
Het water heeft zijn schepping volkomen
ondermijnd."
De „krijgsgevangene" uit Siberië.
De Brusseische correspondent van de
„Msbd." meldt: Wij hebben medegedeeld,
dat in een Belgisch plaastje een zekere
„Claes" was gearriveerd, die beweerde
tot nu toe als krijgsgevangene in Siberië
te hebben verbleven en de man te zijn
van weduwe Claes.
Thans is uitgemaakt, dat de „krijgsge
vangene" een avonturier is uit een nabu
rig dorp. Hij had pas de gevangenis verha
ten en trachtte gebruik te maken van het
verdwijnen van den echten Claes (die in
1914 te Ramscapelle is gesneuveld) om
zich bij den burgerlijken stand nieuwe pa
pieren te verzekeren.
Onder groote belangstelling had heden
de blijde binnenkomst en installatie plaats
van den nieuwen burgemeester mr. W.
J. Woldringh van der Hoop.
Zooals bekend had zich te voren een
commissie gevormd, bestaande uit verte
genwoordigers van verschillende takken
van bedrijf en enkele vereenigingen, om
den nieuwen burgemeester waardig te
ontvangen. De namen dezer personen
'hebben we alreeds te voren gepubliceerd.
Te 1.30 uur dan had aan den Molenweg
te Katwijk aan den Rijn de verwelko
ming plaats van den burgemeester en
diens familie die vanuit Den Haag waren
afgehaald door de comité-leden de heeren
van Daalen en Korpelshoek. Vele inge
zetenen hadden zich hierheen begeven
om van hun belangstelling bij de intocht
te doen blijken.
De voorzitter van genoemde commissie,
ds. W. M. A. Kalkman, sprak den burge
meester een hartelijk welkomstwoord toe.
De dochtertjes van de Wethouders
Dubbeldam en Veltkamp boden de bur
gemeester en diens familie bloemen aan
voor welke attentie hun hartelijk dank
werd gezegd. Vervolgens werd in 14 rij
tuigen, waarin de burgemeester met fa
milie en de commissie van ontvangst had
plaats genomen, naar het Raadhuis gere
den alwaar in openbare Raadszitting de
plechtige installatie plaats had. Op de
publieke tribune hadden vele belangstel
lenden plaats genomen. We zagen de
commissie van ontvangst, familie van den
nieuwen burgemeester, hoofden van de
gemeentebedrijven, en andere genoodig-
den.
Toespraak van wethouder Dubbeldam
Na opening met gebed en mededeeling
van enkele ingekomen stukken om. de
benoeming van den burgemeester, nam
wethouder J. Dubbeldam het woord, die
den nieuwen burgemeester gelukwenschte
met zijn benoeming.
Thans rust op mij, aldus spr., de aan
gename taak, u als burgemeester dezer
gemeente te mogen installeeren. Voor
eerst, en ik ben dan, naar ik meen, de
tolk van den geheelen Raad en van de
gansche bevolking, heet ik u van harte
welkom in onze gemeente. Ik kan mij
in uw gedachtengang verplaatsen, indien
u, zooals u bij onze eerste kennismaking
reeds openhartig bekende, zich de moei
lijkheden niet ontveinst om het voetspoor
te moeten drukken van mannen, die als
uw beide laatste voorgangers, den lande
in de hoogste betrekkingen hebben ge
diend, en min of meer hunnen loopbaan
afsloten met het burgemeesterschap van
Katwijk.
Doch, ik mag hier wel zeggen, wij twij
felen er niet aan, integendeel, wij heb
ben ook reeds op grond van uw antece
denten het volle vertrouwen dat de keuze
van onze geliefde landsvrouwe wederom
een zeer gelukkige is geweest.
Het zal u niet onbekend zijn, dat de
hoofdbronnen van bestaan, waaraan deze
gemeente voornamelijk haar gestadigen
groei en ontwikkeling heeft te danken
en waaraan zij hare beteekenis ook, naar
wij hopen, tot in de verre toekomst zal
ontleenen, gevormd worden door het vis-
scherij'bedrijf, het land- en tuinbouwbe
drijf en het badibedrijf.
Spr. geeft in het kort een beeld van
den moeilijken toestand dier bedrijven en
van de toenemende werkloosheid.
Er zijn ook eenige lichtpunten aan te
wijzen. Spr. noemt dan in de eerste
plaats het badbedrijf. Met zekeren trots
mag spr. er hier wel van gewagen, dat
Katwijk als badplaats de laatste jaren
een groote vlucht heeft genomen en zich,
ondanks- de minder gunstige omstandig
heden, als zoodanig blijft ontwikkelen;
bet steeds toenemend bezoek van bad
gasten bewijst wel den goeden naam,
dien de gemeente zich in dit opzicht al
lengs heeft verworven.
Ook mag Katwijk er zich op beroemen
een nijvere bevolking te bezitten. De
leiders van handel, industrie en bedrijf
in deze gemeente zijn met een kloeken
ondernemingsgeest bezield, en hun geest
kracht is door den ongunst der tijden,
allerminst geknakt; de werklust van de
Kafcwijksche arbeiders is tot ver in den
omtrek bekend en spr. acht dit, ook met
net oog op een verbetering in den con
junctuur van veel gewicht.
In zooverre als ook in de bevolkings
toeneming een beeld van vooruitgang kan
worden gezien, spreken de volgende cij
fers in dit opzicht een duidelijke taal.
Bedroeg het aantal inwoners op 1
Januari 1910, 1 Jan. 1920 en 1 Jan. 1930
respectievelijk 10757, 13602 en 15637, thans
is het zielenaantal, niet het minst door
vestiging- van buiten, aangegroeid tot
pijn. 16250.
Dankbaar mag worden erkend, dat aan
den béstaanden woningnood voor een
goed deel een einde is gekomen door de
onder burgemeester Schokking voltrok
ken bebouwing van het z.g. Zuiderkwar
tier.
Spr. besloot met den heer Woldringh
van der Hoop Gods besten zegen toe te
wenschen en installeerde hem daarna als
burgemeester van Katwijk.
Het oudste Raadslid aan het woord.
Vervolgens sprak de heer Hueting, als
oudste Raadslid, die begon met dank te
brengen aan den loco-burgemeester voor
de waarneming van de leiding.
Wij beleven moeilijke tijden. Maar wie
voor niets' oog heeft dan voor moeilijk
heden en die het oog sluit voor overal
te ontwaren lichtpunten, verbetert noch
den toestand, noch zal hij de kracht in
zich voelen wassen om de moeilijkheden
het hoofd te bieden. Moeilijkheden, zoo is
door mannen gezegd, die ze ook van nabij
kenden, moeilijkheden zijn er om over
wonnen te worden.
Wij hopen ernstig, zeide spr., dat u
deze zienswijze zult zijn toegedaan en
dat het u mogelijk zal zijn, recht op het
doel af te stevenen en onze goede ge
meente weer te voeren tot tijden van
welvaart, zooals wij die gekend hebben.
Mocht dan ieder geleerd hebben, dat na
regen zonneschijn zal komen, maar ook,
dat na tijden van welvaart magere jaren
voor de deur kunnen staan, en derhalve
gespaard moet worden voor den kwaden
dag, dan kan uit de slechte tijden, die we
beleven een les getrokken worden, die de
bevolking te gemakkelijker een nieuwe
periode van verminderde welvaart zal
kunnen doen weerstaan.
Wanneer in de komende jaren Katwijk
onder uw bestuur weer opbloeien mag,
vervolgde spr., dan zal u daarvoor de
dank der bevolking zeker ten deel vallen.
Dat bij de maatregelen, die u daartoe
zult beramen de gemeenteraad tot steun
en volle medewerking bereid is, wilt u
naar ik hoop aannemen. De Raad is zich
bewust dat een der onmisbare gronden,
waarop een loyale samenwerking gegrond
moet zijn, is: onderling vertrouwen.
'Met den wensoh, dat" God den burge
meester bij zijn werk steunen moge en
dat hij in arbeid en huiselijk geluk bij
voortduring bron van oprechte vreugde
en voldoening zult vinden, eindigde spr.
Namens de ambtenaren.
Dan sprak de Gemeente-secretaris, de
heer Boekhoven.
Hooggeachte heer burgemeester, om
tweeërlei redenen voel ik mij be
schroomd hier het woord te voeren. In
de eerste plaats, omdat het feitelijk niet
geoorloofd is, dat de secretaris in een
openbare Raadsvergadering het woord
voert en in de tweede plaats, na hetgeen
door de heeren Dubbeldam en Hueting
reeds is gezegd. Spr. wenscht den nieu
wen burgemeester geluk met zijn benoe
ming en hoopte, dat het hem gegeven
moge zijn, met het College van Burge
meester en Wethouders en den Raad,
Katwijk door de moeilijke, zorg gevende
tijden te helpen.
Spr. eindigde met de verzekering, dat
het geheele ambtenarencorps de volledige
medewerking toezegt, opdat het den
nieuwen burgemeester spoedig gemakke
lijk zal vallen burgemeester van Katwijk
te zijn.
Rede van den Burgemeester.
De burgemeester beantwoordde beide
sprekers en bracht dank aan H. M. de
Koningin en haar raadgevers voor deze
benoeming.
Ik weet, aldus spr., dat een zware taak
op mijne schpuders is gelegd, zwaar in
velerlei opzicht. Niet het minst voel ik
de moeilijkheid hem te vervangen, die
mijn voorganger isgeweest. Een man als
burgemeester Schokking op te moeten
volgen, die doorkneed in den Staats
dienst, welsprekend als hij was, op zulk
een eminente wijze deze gemeqpte geleid
heeft, zal mij niet gemakkelijk vallen en
slechts het inzicht, dat ik mijn geheele
persoon kan geven, waar hij elders veel
en moeilijk werk had te verrichten, geeft
mij de hoop, straks hem behoorlijk te
kunnen vervangen.
Maar zwaar zal ook de taak zijn, mijne
heeren Wethouders en Raadsleden die u
3n mij wacht, met betrekking tot het be
stuur van deze gemeente.
De tijdsomstandigheden hebben het
werk der overheid buitengewoon doen
toenemen, overal op elk terrein van het
maatschappelijk leven wordt geroepen
om leiding of steun en steeds moeilijker
wordt het te helpen, door de dalende
tendenz van den levensstandaard, waar
aan aanpassing niet snel genoeg mogelijk
is, daar het geheele leven in een neer
gaande spiraal als een draaikolk omlaag
wordt gezogen.
Achter de wolken schijnt de zon.
Waar steun wordt gezocht, wordt de
overheid genoopt steedB dieper in het
economische leven in te grijpen en daar
bij dreigt ais een ernstige uitwas de ver
stikking van het particulier initiatief en
het geven van normen voor zooveel za
ken, dat de persoonlijke vrijheid ernstig
in het gedrang dreigt te komen. Ik ge
loof, dat gij het met mij eens zult, dat
wij dien kant niet uitmoeten. Het is ook
niet noodig. De levensdrang, die er in
deze gemeente zoo sterk aanwezig is, kan
gpleid worden langs geleidelijke banen
en moge het zijn, dat de financiën op een
oogenblik een tragere ontwikkeling ge
biedend doen zijn, daarom behoeven we
ons niet in zoete rust te begeven, maar
is het integendeel noodig juist in tijden
als deze in studie te nemen en uit te kij
ken naar die mogelijkheden, die straks
de tot staan gekomen groei, in groote
mate kunnen doen herleven en bevorde
ren. Zoo zal ook in deze donkere dagen
ons motto moeten zijn, dat achter de
wolken de zon schijnt en dat wij met een
blik in de toekomst, ons niet moeten la
ten terneerslaan door het heden, maar
energiek de mogelijkheden die ons wor
den gegeven gebruiken.
Gij kunt op mijn volle werkkracht en
werklust in deze rekenen, want een groo
te wensch van mijn leven is heden ver
vuld mogen worden om gesteld te worden
aan het hoofd van een belangrijke ge
meente, waar ik verwachten kan mijn
volle werkkracht te kunnen ontplooien.
I Maar mijne heeren, alleen kan ik dit niet,
j ik moge nog zoo van goeden wille zijn,
uw steun en hulp, in de eerste plaats van
de Wethouders, maar ook van den Raad
I heb ik daartoe noodig. Ik doe daartoe
I een beroep op uw aller medewerking en
j hoop, dat wij hier steeds in dezelfde
goede verstandhouding zullen werken,
welke ik in mijn vorige woonplaats
mocht ondervinden. Een goede verstand
houding moet en kan er ook bij het groot
ste verschil in inzicht bestaan.
„Gemoedelijk" maar....
Gij zult in mij vinden een gemoedelijken
voorzitter en in mijn karakter ligt het
i om mij te midden der bevolking meer
burgervader dan burgemeester te voelen,
i maar geloof mij, dat dit niet zoover gaat,
dat ik niet indien noodig de hooge auto-
I riteit van het ambt zal weten te bewa
ren. Het gezag mij toevertrouwd, zal ik
weten te handhaven aan den eenen kant
met de soepelheid welke persoonlijke tact
mij mogelijk zal maken, maar aan den
anderen kant met de onwrikbare billijk-
i heid die het recht eischt zonder aanzien
l des persoons.
j Mijne heeren Wethouders en leden van
I den Raad ik hoop voor de gemeente Kat
wijk, dat het tijdperk, dat heden begint,
een voorspoedige moge zijn in de ontwik
keling van de gemeente en dat onze
werkzaamheden zullen bereiken, de zware
druk die op de bevolking ligt, door de
moeilijke tijden te verlichten. Moge God
zijn zegen daartoe geven en moge Hij mij
kracht en het inzicht gveen noodig voor
het bestuur dezer gemeente.
Punt 3 der agenda is dan benoeming
van een Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand. Met algemeene stemmen wordt
hiervoor benoemd Burgemeester W. J.
Woldringh van der Hoop.
Recepties te Binnen en Zee.
Na afwerking van deze korte agenda
wordt de vergadering gesloten en had de
receptie in het Raadhuis plaats. Hiervan
werd een zeer groot gebruik gemaakt. Zeer
vele afgevaardigden van corporatie's en
talrijke particulieren kwamen hunne geluk-
wenschen aan den nieuwen burgervader en
diens familie aanbieden. Na deze receptie,
waarbij bleek dat men wenschte te toonen
dat de gemeente de nieuwe burgemeester
spontaan en hartelijk wenschte te ontvan
gen en hij als hoofd der gemeente op de
gemeentenaren vertrouwen kan, werd
langs Voorstraat, van Egmondstraat,
I Kerkstraat, Zeeweg naar Katwijk aan Zee
gereden alwaar in Hotel du Rhin voor de
inwoners van Katwijk aan Zee een recep
tie plaats had.
Ds. Kalkman spreekt namens
de burgerij.
Ook hier was enonme belangsteling van
de zijde der burgerij voor den nieuwen
burgervader. Nadat allen op de voor hen
bestemde zetels hadden plaats genomen
nam de voorzitter van het comité, Ds.
Kalkman, het woord.
Bij de benoeming van den nieuwen
burgemeester, rezen er vragen in den boe
zem der gemeente, aldus spr. De meesten
kenden U niet. Maar al aanstonds verna
men wij, dat U in Noordwijk had gewoond
en in Voorschoten had gearbeid, 't Spreekt
van zelf, dat daar allerlei inlichtingen
weiden gevraagd over Uw persoon en
werk. Wat wij van U vernamen gaf ons
reden Uw komst met vertrouwen tegemoet
te zien U heel hartelijk welkom te heeten
bij het overschrijden van de grens onzer
gemeente, ja dankbaar te zijn, dat het
Hare Majesteit onze hooge Landsvrouwe
behaagt heeft U te benoemen. Wij begroe
ten U dan ook hier met vreugde en wen
schen U op dezen voor U en onze gemeen
te zoo gewichtigen dag recht hartelijk ge-
luk. 1
't Zal een groote overgang zijn voor U.
U verliet een betrekkelijk kleine gemeente
van ruim 2900 inwoners, om te komen naar
een gemeente met 16000 inwoners. Deze
overgang heeft plaats in ontroerende tij
den. Wij leven immers in tijden, waarin
een geweldige crisis gaat over gansch de
wereld. Wellicht is de verwarring op elk
levensterrein nog nimmer zoo groot ge
weest als in onze dagen. Feitelijk is men
verlegen onder de toestand. De ernstige
denkers, die met breeden blik het geheel
over zien, houden hun harte v?.st. Het
kookt en bruischt in de volkerenzee en
onder de verschillende lagen der maat
schappij. Het spook der werkeloosheid
grijnst alle landen op de wereld aan. Alge
meen wordt een matheid geconstateerd,
grenzend aan onverschilligheid, bij sommi
gen zelfs begeerte om maar met het leven
af te rekenen.
De economische worsteling, ja de econo
mische inzinking wordt onder alle standen
zeer zwaar gevoeld. Daar staan, als wij
ihet goed zien, wellicht nog zware tijden
voor de deur, en niemand, die weet in
welke richting het maatschappelijk leven
zich verder zal ontwikkelen. Wij moeten
realiseeren, dat de eigenlijke grondreden,
waarom onze maatschappij op het oogen
blik zoo onnaspeurlijk in zulke ellendige
omstandigheden verkeert, is gelegen in het
feit dat wij allen te samen God verloren
■hebben.
't Spreekt vanzelf, dat ook Katwijk van
de crisis en de malaise ernstig heeft te
lijden.
Onder zulke omstandigheden aanvaardt
U, Burgemeester het Bestuur over onze
gemeente. Voorwaar, het ziet er niet roos
kleurig uit. De moeilijkheden en proble
men, waarvoor U gesteld zult worden zijn
velen. Wij mogen het niet verhelen doch..»
ik wil niet al te somber worden.
Het is vandaag voor U een promotiedag,
dus een feestdag! Dan moeten we niet al
te zeer op de donkere kant der dingen
zien. Wij mogen waarlijk ook de lichtzijde
wel onder het oog zien.
En dan vergunt U mij wel de dingen
ietwat subjectief te beschouwen. Het is
toch blijkbaar geen toevalligheid-, dat men
mij als één der voorgangers van de groot
ste kerkelijke gemeente in de burgelijke
gemeente, heeft gekozen als woordvoeder
van de burgerij.
U zijt hier gekomen in een gemeente,
waar de bevolking bijna geheel godsdien
stig- is en kerkelijk. In hoeverre hun Chris
tendom en hun geloof en hun kerkgaan
maar een vlag is, die de lading moet dek
ken of een etiket, waarmee ondeugdelijke
waar aan den man moet worden gebracht,
zal ik thans niet beoordeelen. Maar dit is
zeker, dat het bij velen, zeer velen, heilige
ernst is, in practijk te brengen, wat in
theorie wordt beleden. Volgens het Evan
gelie van Jezus Christus en naar de Wet
des Koninkrijks. Natuurlijk blijven de
Christenen ook menschen en worden zij
hier beneden geen heiligen.
Zoo wordt hier dan gevonden en be
oefend, zelfs in deze benarde tijden een
groot -Godsvertrouwen. En als dat er is,
dan kunnen we ook gerust de toekomst
tegemoet gaan in de wetenschap, dat het
wereldgebeuren en de maatschappelijke
toestanden niet onafhankelijk zijn van
mensohen, maar dat er Een is, die regeert.
In de hand van Hem zijn wij veilig en
kunnen we zeggen met bekende spreuk:
saevis tranquillus in undis, rustig te mid
den van de woedende baren van der tijden
nood-.
Met een koel hoofd en een helderen blik,
bovenal met een hart, dat door de liefde
Gods is aangeraakt en verteederd, de
vraagstukken van het leven te bezien en te
trachten tot oplossing te brengen, lijkt ons
meer dan ooit eisch van dezen tijd. Daar
aan mee te werken, ja daarin leiding te
geven als Hoofd der Gemeente, moge U
een grootsche en verheven taak zijn.
Zoolang onze regentenzetels bezet zijn
door mannen, die zich willen laten leiden
door de beginselen van Godswoord, wat
toch ook Uwe begeerte is, nietwaar, scha
ren wij ons met vertrouwen om U en de
genen, die met U de gemeente besturen,
om zoo de moeilijkheden het hoofd te bie
den en kon het zijn te overwinnen. U kunt
U dan verzekerd houden van de liefde en
de steun van alle goedgezind en!
Wij vragen Uw medewerking voot het
kerkelijk leven, voor het vereenigingsleven
in al z'n geledingen, voor het bedrijfsleven
met al z'n moeilijkheden, voor het badbe
drijf met z'n nog zoo groote mogelijkheden.
Wij vragen U om Uw medewerking op alle
terrein van het leven.
Wij mogen in U begroeten een man in
de volle kracht van het leven, die al zijn
tijd en krachten kan wijden aan het welzijn
van onze groote gemeente.
Moge Katwijk onder den zegen des Al-
machtigen, door Uw vaste hand geleid,
groeien en bloeien en moge het zoo zijn,
dat over korter of langer tijd kan worden
getuigd: Burgemeester Woldringh van der
Hoop is of was in Katwijk the right man in
the right place (de rechte man op de
rechte plaats.)
De burgemeester dankte met enkele
woorden voor deze toespraak.
Hierna was er voor diverse vereenigin
gen en particulieren personen uit Katwijk
aan Zee gelegenheid den Burgemeester te
complimenteeren, waarvan een ruim ge
bruik werd gemaakt en waardoor het mo
gelijk was nu reeds kennis te maken met
Mr. W. J. Woldringh van der Hoop, hun
nieuwen burgervader, die, na we algemeen
vernamen, een zeer gunstigen indruk heeft
gegeven bij zijn nieuwe schaapjes.
Hiermede was de plechtigheid afgeloo-
pen. Katwijk heeft weer een Burgemeester.
Een burgervader waarvan men hoopt en
verwacht dat hij, met Gods hulp, en in
samenwerking met den raad der gemeente,
Katwijk door de moeilijke tijden heen, tot
bloei zal trachten te brengen.