KATWIJKS NIEUWE BURGEMEESTER DONDERDAG 21 APRIL 1932 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 TOESPRAKEN NAMENS GEMEENTERAAD EN BURGERIJ. Receptie in Katwijk a. d. Rijn en aan Zee. HET SCHIP DER HONDERD ONGEWENSCHTEN. Europa kaatst ze naar Argentinië. Begin Maart, verliet naar men weet de „Chaco", een transportschip van de Argen- tijnsche regeering, Buenos-Aires met een drievoudige opdracht. Ten eerste mooet zij een aantal marine-officieren en matrozen naar Genua brengen, die tot taak hadden een daar gebouwde duikboot te beman nen en er mee naar Argentinië te varen. Ten tweede moest de „Ohaco" een hoeveel heid wapens laden te Londen. En ten der de werd haar opgedragen een honderdtal ongewensohte vreemdelingen (Franschen, Duitschers, Italianen, Polen en Tsjechen) in Eurpa kwijt te raken. Die derde taak is het, welke den kapitein van de „Ohaco" nog steeds hoofdbreken kost. Het meeren- deel der ongewenschten bezit geen be hoorlijke papieren, en zoodoende zijn de pogingen om hen in Fransche of Italiaan- 6che havens te ontschepen tot dusver vol komen mislukt Argentinië wenscht het honderdtal niet, maar Europa wenscht hen ook niet. De jongste berichten luiden, dat de „Chaco" nog eens een poging in Engeland zal wagen, maar ook daar schijnt men niet geneigd, den ongewenschten, die al dien tijd nog geen land hebben geiden omdat zij in het ruim opgesloten zijn, een „wel kom vreemdelingtoe te roepen, zoodat er wellicht toch niets anders op zal zitten dan dat de „Chaco", met de vreemrelingen nog altijd aan boord, naar Buenos-Aires terugkeert. MELAATSCHHEID IN POLEN. Overbrenging door huiden en tapijten. In de Poolsche stad Wilna werd een ge val van lepra geconstateerd. Een leerhan delaar was besmet geworden door huiden, die hij uit Siberië had ontvangen. De art sen van Wilna wisten geen raad met het geval, waarom de zieke in een verzegelde wagon naar Warschau werd getranspor teerd. Dergelijke berichten duiken bijna ieder jaar een paar maal in de kranten opde lezer griezelt even, maar gaat spoedig rus tig met zijn lectuur voort, denkend: „Zoo iets kan ons hier niet overkomen." Zoo iets kan overal voorkomen. Alle Europeesche staten hebben ziektewetten en een geneeskundige controle, maar, on danks dit alles, kunnen zich nog wel ge vallen, als het hierboven vermelde, voor doen. In Parijs kregen twee kinderen van een rijken bankier het vorige jaar de me- laatschheid. Dit geval wekte zeer veel op zien en werd in alle Fransche bladen be sproken. Wekenlang trachtten de deskun digen tevergeefs te verklaren, hoe de ziek te naar Parijs overgebracht was. De ver klaring was evenwel even sensationeel als eenvoudig: de bankier had een prachtig Oostersch tapijt op de speelkamer zijner kinderen laten leggen; zooals bacteriolo gisch werd vastgesteld bevatte dit de le vende kiemen van de lepra Het was nog een geluk bij 'n ongeluk, dat niet meer personen aangetast waren. Wijl de besmetting reeds in een vroeg tijdig stadium was geconstateerd, konden de geneesheeren gegronde hoop geven op een voorspoedige en volledige genezing. Wordt de SL Paul's kathedraal bedreigd door instorting? Vijf jaar geleden waarschuwde de grijze Schotsche ingenieur Alexander Drew den deken van de St. Paul's kathedraal te Londen, dat de koepel van dit machtige bouwwerk van Wren vijf jaar Later zou in storten, tenzij de acht zuilen, waarop hij steunt, onverwijld zouden worden ver sterkt. Drew sloot bij deze waarschuwing een uitvoerig rapport in omtrent den zijns inziens uiterst hachelijken toestand, waarin de zuilen verkeerden, en daar in ook voorstellen betreffende de uit te voeren herstelwerkzaamheden. Deken Inge, een vermaard-lakoniek man, hechtte blijkbaar geen geloof aan de onheilspellende uitlatingen van Drew, en stuurde hem een briefkaartje terug met niets dan: ,.Dank voor uw vriendelijk schrij ven betreffende de kathedraal." Thans heeft Drew zich opnieuw en in nog veel somberder bewoordingen uitgela ten over het lot van St. Paul's. „Ik heb in 1925 al voorspeld", heeft hij verklaard, „dat er gevaar bestaat, dat de koepel in stort net als de campanile van Venetië in 1902; ook toen hechtte men geen geloof aan de waarschuwingen der Italiaansche architecten, evenmin als thans aan de mijne. Ik geeft St, Paul's geen week meer elk oogenblik kan de ramp zich voor doen. Toen Wren de kerk bouwde, kon hij onmogelijk den huidigen toestand, met name wat het verkeer betreft, voorzien. Het water heeft zijn schepping volkomen ondermijnd." De „krijgsgevangene" uit Siberië. De Brusseische correspondent van de „Msbd." meldt: Wij hebben medegedeeld, dat in een Belgisch plaastje een zekere „Claes" was gearriveerd, die beweerde tot nu toe als krijgsgevangene in Siberië te hebben verbleven en de man te zijn van weduwe Claes. Thans is uitgemaakt, dat de „krijgsge vangene" een avonturier is uit een nabu rig dorp. Hij had pas de gevangenis verha ten en trachtte gebruik te maken van het verdwijnen van den echten Claes (die in 1914 te Ramscapelle is gesneuveld) om zich bij den burgerlijken stand nieuwe pa pieren te verzekeren. Onder groote belangstelling had heden de blijde binnenkomst en installatie plaats van den nieuwen burgemeester mr. W. J. Woldringh van der Hoop. Zooals bekend had zich te voren een commissie gevormd, bestaande uit verte genwoordigers van verschillende takken van bedrijf en enkele vereenigingen, om den nieuwen burgemeester waardig te ontvangen. De namen dezer personen 'hebben we alreeds te voren gepubliceerd. Te 1.30 uur dan had aan den Molenweg te Katwijk aan den Rijn de verwelko ming plaats van den burgemeester en diens familie die vanuit Den Haag waren afgehaald door de comité-leden de heeren van Daalen en Korpelshoek. Vele inge zetenen hadden zich hierheen begeven om van hun belangstelling bij de intocht te doen blijken. De voorzitter van genoemde commissie, ds. W. M. A. Kalkman, sprak den burge meester een hartelijk welkomstwoord toe. De dochtertjes van de Wethouders Dubbeldam en Veltkamp boden de bur gemeester en diens familie bloemen aan voor welke attentie hun hartelijk dank werd gezegd. Vervolgens werd in 14 rij tuigen, waarin de burgemeester met fa milie en de commissie van ontvangst had plaats genomen, naar het Raadhuis gere den alwaar in openbare Raadszitting de plechtige installatie plaats had. Op de publieke tribune hadden vele belangstel lenden plaats genomen. We zagen de commissie van ontvangst, familie van den nieuwen burgemeester, hoofden van de gemeentebedrijven, en andere genoodig- den. Toespraak van wethouder Dubbeldam Na opening met gebed en mededeeling van enkele ingekomen stukken om. de benoeming van den burgemeester, nam wethouder J. Dubbeldam het woord, die den nieuwen burgemeester gelukwenschte met zijn benoeming. Thans rust op mij, aldus spr., de aan gename taak, u als burgemeester dezer gemeente te mogen installeeren. Voor eerst, en ik ben dan, naar ik meen, de tolk van den geheelen Raad en van de gansche bevolking, heet ik u van harte welkom in onze gemeente. Ik kan mij in uw gedachtengang verplaatsen, indien u, zooals u bij onze eerste kennismaking reeds openhartig bekende, zich de moei lijkheden niet ontveinst om het voetspoor te moeten drukken van mannen, die als uw beide laatste voorgangers, den lande in de hoogste betrekkingen hebben ge diend, en min of meer hunnen loopbaan afsloten met het burgemeesterschap van Katwijk. Doch, ik mag hier wel zeggen, wij twij felen er niet aan, integendeel, wij heb ben ook reeds op grond van uw antece denten het volle vertrouwen dat de keuze van onze geliefde landsvrouwe wederom een zeer gelukkige is geweest. Het zal u niet onbekend zijn, dat de hoofdbronnen van bestaan, waaraan deze gemeente voornamelijk haar gestadigen groei en ontwikkeling heeft te danken en waaraan zij hare beteekenis ook, naar wij hopen, tot in de verre toekomst zal ontleenen, gevormd worden door het vis- scherij'bedrijf, het land- en tuinbouwbe drijf en het badibedrijf. Spr. geeft in het kort een beeld van den moeilijken toestand dier bedrijven en van de toenemende werkloosheid. Er zijn ook eenige lichtpunten aan te wijzen. Spr. noemt dan in de eerste plaats het badbedrijf. Met zekeren trots mag spr. er hier wel van gewagen, dat Katwijk als badplaats de laatste jaren een groote vlucht heeft genomen en zich, ondanks- de minder gunstige omstandig heden, als zoodanig blijft ontwikkelen; bet steeds toenemend bezoek van bad gasten bewijst wel den goeden naam, dien de gemeente zich in dit opzicht al lengs heeft verworven. Ook mag Katwijk er zich op beroemen een nijvere bevolking te bezitten. De leiders van handel, industrie en bedrijf in deze gemeente zijn met een kloeken ondernemingsgeest bezield, en hun geest kracht is door den ongunst der tijden, allerminst geknakt; de werklust van de Kafcwijksche arbeiders is tot ver in den omtrek bekend en spr. acht dit, ook met net oog op een verbetering in den con junctuur van veel gewicht. In zooverre als ook in de bevolkings toeneming een beeld van vooruitgang kan worden gezien, spreken de volgende cij fers in dit opzicht een duidelijke taal. Bedroeg het aantal inwoners op 1 Januari 1910, 1 Jan. 1920 en 1 Jan. 1930 respectievelijk 10757, 13602 en 15637, thans is het zielenaantal, niet het minst door vestiging- van buiten, aangegroeid tot pijn. 16250. Dankbaar mag worden erkend, dat aan den béstaanden woningnood voor een goed deel een einde is gekomen door de onder burgemeester Schokking voltrok ken bebouwing van het z.g. Zuiderkwar tier. Spr. besloot met den heer Woldringh van der Hoop Gods besten zegen toe te wenschen en installeerde hem daarna als burgemeester van Katwijk. Het oudste Raadslid aan het woord. Vervolgens sprak de heer Hueting, als oudste Raadslid, die begon met dank te brengen aan den loco-burgemeester voor de waarneming van de leiding. Wij beleven moeilijke tijden. Maar wie voor niets' oog heeft dan voor moeilijk heden en die het oog sluit voor overal te ontwaren lichtpunten, verbetert noch den toestand, noch zal hij de kracht in zich voelen wassen om de moeilijkheden het hoofd te bieden. Moeilijkheden, zoo is door mannen gezegd, die ze ook van nabij kenden, moeilijkheden zijn er om over wonnen te worden. Wij hopen ernstig, zeide spr., dat u deze zienswijze zult zijn toegedaan en dat het u mogelijk zal zijn, recht op het doel af te stevenen en onze goede ge meente weer te voeren tot tijden van welvaart, zooals wij die gekend hebben. Mocht dan ieder geleerd hebben, dat na regen zonneschijn zal komen, maar ook, dat na tijden van welvaart magere jaren voor de deur kunnen staan, en derhalve gespaard moet worden voor den kwaden dag, dan kan uit de slechte tijden, die we beleven een les getrokken worden, die de bevolking te gemakkelijker een nieuwe periode van verminderde welvaart zal kunnen doen weerstaan. Wanneer in de komende jaren Katwijk onder uw bestuur weer opbloeien mag, vervolgde spr., dan zal u daarvoor de dank der bevolking zeker ten deel vallen. Dat bij de maatregelen, die u daartoe zult beramen de gemeenteraad tot steun en volle medewerking bereid is, wilt u naar ik hoop aannemen. De Raad is zich bewust dat een der onmisbare gronden, waarop een loyale samenwerking gegrond moet zijn, is: onderling vertrouwen. 'Met den wensoh, dat" God den burge meester bij zijn werk steunen moge en dat hij in arbeid en huiselijk geluk bij voortduring bron van oprechte vreugde en voldoening zult vinden, eindigde spr. Namens de ambtenaren. Dan sprak de Gemeente-secretaris, de heer Boekhoven. Hooggeachte heer burgemeester, om tweeërlei redenen voel ik mij be schroomd hier het woord te voeren. In de eerste plaats, omdat het feitelijk niet geoorloofd is, dat de secretaris in een openbare Raadsvergadering het woord voert en in de tweede plaats, na hetgeen door de heeren Dubbeldam en Hueting reeds is gezegd. Spr. wenscht den nieu wen burgemeester geluk met zijn benoe ming en hoopte, dat het hem gegeven moge zijn, met het College van Burge meester en Wethouders en den Raad, Katwijk door de moeilijke, zorg gevende tijden te helpen. Spr. eindigde met de verzekering, dat het geheele ambtenarencorps de volledige medewerking toezegt, opdat het den nieuwen burgemeester spoedig gemakke lijk zal vallen burgemeester van Katwijk te zijn. Rede van den Burgemeester. De burgemeester beantwoordde beide sprekers en bracht dank aan H. M. de Koningin en haar raadgevers voor deze benoeming. Ik weet, aldus spr., dat een zware taak op mijne schpuders is gelegd, zwaar in velerlei opzicht. Niet het minst voel ik de moeilijkheid hem te vervangen, die mijn voorganger isgeweest. Een man als burgemeester Schokking op te moeten volgen, die doorkneed in den Staats dienst, welsprekend als hij was, op zulk een eminente wijze deze gemeqpte geleid heeft, zal mij niet gemakkelijk vallen en slechts het inzicht, dat ik mijn geheele persoon kan geven, waar hij elders veel en moeilijk werk had te verrichten, geeft mij de hoop, straks hem behoorlijk te kunnen vervangen. Maar zwaar zal ook de taak zijn, mijne heeren Wethouders en Raadsleden die u 3n mij wacht, met betrekking tot het be stuur van deze gemeente. De tijdsomstandigheden hebben het werk der overheid buitengewoon doen toenemen, overal op elk terrein van het maatschappelijk leven wordt geroepen om leiding of steun en steeds moeilijker wordt het te helpen, door de dalende tendenz van den levensstandaard, waar aan aanpassing niet snel genoeg mogelijk is, daar het geheele leven in een neer gaande spiraal als een draaikolk omlaag wordt gezogen. Achter de wolken schijnt de zon. Waar steun wordt gezocht, wordt de overheid genoopt steedB dieper in het economische leven in te grijpen en daar bij dreigt ais een ernstige uitwas de ver stikking van het particulier initiatief en het geven van normen voor zooveel za ken, dat de persoonlijke vrijheid ernstig in het gedrang dreigt te komen. Ik ge loof, dat gij het met mij eens zult, dat wij dien kant niet uitmoeten. Het is ook niet noodig. De levensdrang, die er in deze gemeente zoo sterk aanwezig is, kan gpleid worden langs geleidelijke banen en moge het zijn, dat de financiën op een oogenblik een tragere ontwikkeling ge biedend doen zijn, daarom behoeven we ons niet in zoete rust te begeven, maar is het integendeel noodig juist in tijden als deze in studie te nemen en uit te kij ken naar die mogelijkheden, die straks de tot staan gekomen groei, in groote mate kunnen doen herleven en bevorde ren. Zoo zal ook in deze donkere dagen ons motto moeten zijn, dat achter de wolken de zon schijnt en dat wij met een blik in de toekomst, ons niet moeten la ten terneerslaan door het heden, maar energiek de mogelijkheden die ons wor den gegeven gebruiken. Gij kunt op mijn volle werkkracht en werklust in deze rekenen, want een groo te wensch van mijn leven is heden ver vuld mogen worden om gesteld te worden aan het hoofd van een belangrijke ge meente, waar ik verwachten kan mijn volle werkkracht te kunnen ontplooien. I Maar mijne heeren, alleen kan ik dit niet, j ik moge nog zoo van goeden wille zijn, uw steun en hulp, in de eerste plaats van de Wethouders, maar ook van den Raad I heb ik daartoe noodig. Ik doe daartoe I een beroep op uw aller medewerking en j hoop, dat wij hier steeds in dezelfde goede verstandhouding zullen werken, welke ik in mijn vorige woonplaats mocht ondervinden. Een goede verstand houding moet en kan er ook bij het groot ste verschil in inzicht bestaan. „Gemoedelijk" maar.... Gij zult in mij vinden een gemoedelijken voorzitter en in mijn karakter ligt het i om mij te midden der bevolking meer burgervader dan burgemeester te voelen, i maar geloof mij, dat dit niet zoover gaat, dat ik niet indien noodig de hooge auto- I riteit van het ambt zal weten te bewa ren. Het gezag mij toevertrouwd, zal ik weten te handhaven aan den eenen kant met de soepelheid welke persoonlijke tact mij mogelijk zal maken, maar aan den anderen kant met de onwrikbare billijk- i heid die het recht eischt zonder aanzien l des persoons. j Mijne heeren Wethouders en leden van I den Raad ik hoop voor de gemeente Kat wijk, dat het tijdperk, dat heden begint, een voorspoedige moge zijn in de ontwik keling van de gemeente en dat onze werkzaamheden zullen bereiken, de zware druk die op de bevolking ligt, door de moeilijke tijden te verlichten. Moge God zijn zegen daartoe geven en moge Hij mij kracht en het inzicht gveen noodig voor het bestuur dezer gemeente. Punt 3 der agenda is dan benoeming van een Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Met algemeene stemmen wordt hiervoor benoemd Burgemeester W. J. Woldringh van der Hoop. Recepties te Binnen en Zee. Na afwerking van deze korte agenda wordt de vergadering gesloten en had de receptie in het Raadhuis plaats. Hiervan werd een zeer groot gebruik gemaakt. Zeer vele afgevaardigden van corporatie's en talrijke particulieren kwamen hunne geluk- wenschen aan den nieuwen burgervader en diens familie aanbieden. Na deze receptie, waarbij bleek dat men wenschte te toonen dat de gemeente de nieuwe burgemeester spontaan en hartelijk wenschte te ontvan gen en hij als hoofd der gemeente op de gemeentenaren vertrouwen kan, werd langs Voorstraat, van Egmondstraat, I Kerkstraat, Zeeweg naar Katwijk aan Zee gereden alwaar in Hotel du Rhin voor de inwoners van Katwijk aan Zee een recep tie plaats had. Ds. Kalkman spreekt namens de burgerij. Ook hier was enonme belangsteling van de zijde der burgerij voor den nieuwen burgervader. Nadat allen op de voor hen bestemde zetels hadden plaats genomen nam de voorzitter van het comité, Ds. Kalkman, het woord. Bij de benoeming van den nieuwen burgemeester, rezen er vragen in den boe zem der gemeente, aldus spr. De meesten kenden U niet. Maar al aanstonds verna men wij, dat U in Noordwijk had gewoond en in Voorschoten had gearbeid, 't Spreekt van zelf, dat daar allerlei inlichtingen weiden gevraagd over Uw persoon en werk. Wat wij van U vernamen gaf ons reden Uw komst met vertrouwen tegemoet te zien U heel hartelijk welkom te heeten bij het overschrijden van de grens onzer gemeente, ja dankbaar te zijn, dat het Hare Majesteit onze hooge Landsvrouwe behaagt heeft U te benoemen. Wij begroe ten U dan ook hier met vreugde en wen schen U op dezen voor U en onze gemeen te zoo gewichtigen dag recht hartelijk ge- luk. 1 't Zal een groote overgang zijn voor U. U verliet een betrekkelijk kleine gemeente van ruim 2900 inwoners, om te komen naar een gemeente met 16000 inwoners. Deze overgang heeft plaats in ontroerende tij den. Wij leven immers in tijden, waarin een geweldige crisis gaat over gansch de wereld. Wellicht is de verwarring op elk levensterrein nog nimmer zoo groot ge weest als in onze dagen. Feitelijk is men verlegen onder de toestand. De ernstige denkers, die met breeden blik het geheel over zien, houden hun harte v?.st. Het kookt en bruischt in de volkerenzee en onder de verschillende lagen der maat schappij. Het spook der werkeloosheid grijnst alle landen op de wereld aan. Alge meen wordt een matheid geconstateerd, grenzend aan onverschilligheid, bij sommi gen zelfs begeerte om maar met het leven af te rekenen. De economische worsteling, ja de econo mische inzinking wordt onder alle standen zeer zwaar gevoeld. Daar staan, als wij ihet goed zien, wellicht nog zware tijden voor de deur, en niemand, die weet in welke richting het maatschappelijk leven zich verder zal ontwikkelen. Wij moeten realiseeren, dat de eigenlijke grondreden, waarom onze maatschappij op het oogen blik zoo onnaspeurlijk in zulke ellendige omstandigheden verkeert, is gelegen in het feit dat wij allen te samen God verloren ■hebben. 't Spreekt vanzelf, dat ook Katwijk van de crisis en de malaise ernstig heeft te lijden. Onder zulke omstandigheden aanvaardt U, Burgemeester het Bestuur over onze gemeente. Voorwaar, het ziet er niet roos kleurig uit. De moeilijkheden en proble men, waarvoor U gesteld zult worden zijn velen. Wij mogen het niet verhelen doch..» ik wil niet al te somber worden. Het is vandaag voor U een promotiedag, dus een feestdag! Dan moeten we niet al te zeer op de donkere kant der dingen zien. Wij mogen waarlijk ook de lichtzijde wel onder het oog zien. En dan vergunt U mij wel de dingen ietwat subjectief te beschouwen. Het is toch blijkbaar geen toevalligheid-, dat men mij als één der voorgangers van de groot ste kerkelijke gemeente in de burgelijke gemeente, heeft gekozen als woordvoeder van de burgerij. U zijt hier gekomen in een gemeente, waar de bevolking bijna geheel godsdien stig- is en kerkelijk. In hoeverre hun Chris tendom en hun geloof en hun kerkgaan maar een vlag is, die de lading moet dek ken of een etiket, waarmee ondeugdelijke waar aan den man moet worden gebracht, zal ik thans niet beoordeelen. Maar dit is zeker, dat het bij velen, zeer velen, heilige ernst is, in practijk te brengen, wat in theorie wordt beleden. Volgens het Evan gelie van Jezus Christus en naar de Wet des Koninkrijks. Natuurlijk blijven de Christenen ook menschen en worden zij hier beneden geen heiligen. Zoo wordt hier dan gevonden en be oefend, zelfs in deze benarde tijden een groot -Godsvertrouwen. En als dat er is, dan kunnen we ook gerust de toekomst tegemoet gaan in de wetenschap, dat het wereldgebeuren en de maatschappelijke toestanden niet onafhankelijk zijn van mensohen, maar dat er Een is, die regeert. In de hand van Hem zijn wij veilig en kunnen we zeggen met bekende spreuk: saevis tranquillus in undis, rustig te mid den van de woedende baren van der tijden nood-. Met een koel hoofd en een helderen blik, bovenal met een hart, dat door de liefde Gods is aangeraakt en verteederd, de vraagstukken van het leven te bezien en te trachten tot oplossing te brengen, lijkt ons meer dan ooit eisch van dezen tijd. Daar aan mee te werken, ja daarin leiding te geven als Hoofd der Gemeente, moge U een grootsche en verheven taak zijn. Zoolang onze regentenzetels bezet zijn door mannen, die zich willen laten leiden door de beginselen van Godswoord, wat toch ook Uwe begeerte is, nietwaar, scha ren wij ons met vertrouwen om U en de genen, die met U de gemeente besturen, om zoo de moeilijkheden het hoofd te bie den en kon het zijn te overwinnen. U kunt U dan verzekerd houden van de liefde en de steun van alle goedgezind en! Wij vragen Uw medewerking voot het kerkelijk leven, voor het vereenigingsleven in al z'n geledingen, voor het bedrijfsleven met al z'n moeilijkheden, voor het badbe drijf met z'n nog zoo groote mogelijkheden. Wij vragen U om Uw medewerking op alle terrein van het leven. Wij mogen in U begroeten een man in de volle kracht van het leven, die al zijn tijd en krachten kan wijden aan het welzijn van onze groote gemeente. Moge Katwijk onder den zegen des Al- machtigen, door Uw vaste hand geleid, groeien en bloeien en moge het zoo zijn, dat over korter of langer tijd kan worden getuigd: Burgemeester Woldringh van der Hoop is of was in Katwijk the right man in the right place (de rechte man op de rechte plaats.) De burgemeester dankte met enkele woorden voor deze toespraak. Hierna was er voor diverse vereenigin gen en particulieren personen uit Katwijk aan Zee gelegenheid den Burgemeester te complimenteeren, waarvan een ruim ge bruik werd gemaakt en waardoor het mo gelijk was nu reeds kennis te maken met Mr. W. J. Woldringh van der Hoop, hun nieuwen burgervader, die, na we algemeen vernamen, een zeer gunstigen indruk heeft gegeven bij zijn nieuwe schaapjes. Hiermede was de plechtigheid afgeloo- pen. Katwijk heeft weer een Burgemeester. Een burgervader waarvan men hoopt en verwacht dat hij, met Gods hulp, en in samenwerking met den raad der gemeente, Katwijk door de moeilijke tijden heen, tot bloei zal trachten te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6