DINSDAG 19 APRIL 1932 No. 7180 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BINNENLAND 23ste Jaargang S)e£cid>eii^0ou^arit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel. Voor Ingezonden Mededeeüngen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit drie bladen V Bezuinigen. Bezuinigen op uitgaven wij heb ben er meer op gewezen zal in vele ge vallen practisch moeten zijn: verplaat sen van uitgaven. Wijzend op het feit, dat voor den voetbal wedstrijd HollandBelgië j.L Zonda.g veel meer dan honderd duizend aanvragen moesten worden afgewezen, adviseert het „Huisgezin" dengenen, die teleurgesteld zijn, niet om het geld, dat zij anders voor een kaart enz. zouden hebben uitgegeven, op te sparen, maar oan heb op een andere wijze uit te geven, voor het Nationaal Cri- siseomité b.v. En het blad vervolgt: Voor wie denken en mee-voelen zou deze besteding van een bedrag dat men missen kan grooter voldoening schen ken, dan wanneer men getuige had mo gen zijn van het spannendste voetbal spel. En de vraag rijst, of er geen weg ware te vinden om van elke ontspanning, elk vermaak, elk verzet een contributie te heffen ten behoeve van de noodlijdenden. Niet omdat een ontspanning of ver-» maak ongepast is. maar omdat in deze dagen, nu zoo velen lijden en te" kort komen, een genoegen eerst in hoogeren zin geoorloofd lijkt als het vergezeld gaat van een goede daad, zij het dan opgelegd door de overheid. In deze laatste regels ligt een zeer rede lijke verklaring en verdediging van de ver makelijkheidsbelasting (en van een geringe verhooging daarvan in dezen tijdDit wil len wij even terloops opmerken. In de huishouding van velen zal, even als in de huishouding van de gemeenschap, veel bezuinigd moeten worden op uit gaven, ook en vooral in den zin van ver andering in uitgaven, opdat meer aan de w a r e en de boogere behoeften van individu en gemeenschap kan worden vol daan. D e groote bezuiniging in de wereld- huishouding zal moeten worden gevonden in internationale beperking van uitgaven voor leger en vloot terwijl óók iedere natie afzonderlijk op zichzelf reeds op dit terrein de bezuiniging zeker zoo ver als mogelijk is moet doorvoeren. In dit verband ontleenen wij hier een paar merkwaardige passages uit een arti kel van de „Osservatore Romano": „Wanneer men de cijfers der statistie ken beziet, dan blijkt uit de militaire uit gaven, hoe ondragelijk de tegenwoordige legersterkte is met betrekking tot de. we reldeconomie en de economie der afzonder lijke staten en in welk een ruime mate de strijdkrachten kunnen worden verminderd, zoodat zij toch nog voldoende zijn voor de veiligheid. Inderdaad, wanneer wij de bewapenings- cijfers, die te Genève zijn opgegeven en dus met zoo groot mogelijke officieele betrouw baarheid zijn gegeven, beschouwen, dan blijkt dat het totale bedrag voor de acht grootere mogendheden alleen reeds een en zestig milliard lire bedraagt. Van zes Europeesche staten bedragen de militaire uitgaven een en veertig mil liard waarvan er ongeveer dertien milliard worden gespendeerd door Rusland, het sterkst gewapende land van de oude we reld, daar het drie milliard meer uitgeeft dan Engeland en' Frankrijk, zes milliard meer dan Italië, negen meer dan Duitscü- land, elf meer dan Polen, acht meer dan Japan, tien meer dan Engelsoh-Indië en slechts zeven millioen lire minder dan de Ver. Staten. Voegen wij bij deze militaire uitgaven nog die van andere landen, trekken wij de som, projecteeren wij deze op de wereld crisis en werpen wij haar op de balans van de offers, die ieder volk op het oogenbhk moet brengen, dan wordt het beeld van den wereldtoestand niets minder dan schrikwekkend. Men vraagt zich af, of de ontzaglijke omvang der militaire uitgaven dan wer- INVOERBEPERKING BOTER. VAN De Staatscrt. van gisteravond bevat een Kon. besluit van 18 April, no. 4, tot rege ling van den invoer van boter. De eerste twee artikelen van het besluit luiden als volgt: Artikel 1. 1. Gedurende het 'tijdvak van drie maan den, aanvangende 1 April 1932 en eindi gende 30 Juni 1932, is de invoer van bo ter uit ieder land verboden, voor zoover deze meer bedraagt dan 100 ten honderd van de hoeveelheid, welke gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 uit dat land is ingevoerd. 2. Onder boter, in het vorig lid bedoeld, wordt verstaan boter, in den zin van ar tikel 1 der Boterwet. Artikel 2. 1. Met ingang van den dag, waarop dit besluit in werking treedt, zal de invoer van boter slechts zijn toegestaan, indien daar bij wordt overgelegd eene daartoe door of vanwege onzen minister af te geven vergunning. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet bij invoer van boter, waarvan ten ge noegen van onzen minister wordt aange toond, dat deze vóór een nader door onzen minister te bepalen datum ten rechtstreek- schen invoer naar Nederland is verzonden. 3. Vergunningen, bedoeld in het eerste lid, worden slechts verstrekt aan hem, wiens handelszaak in het Handelsregister is mgeschrevén, en die blijkens deze in schrijving mede het bedrijf van importeur van boter uitoefent en tot eene hoeveel heid, in totaal gelijkstaande aan ten min ste 95 en ten hoogste 100 ten honderd van het gemiddelde der door hem gedurende het in het vorig artikel genoemde tijdvak der jaren 1928, 1929 en 1930 ingevoerde hoeveelheid. 4. De hoeveelheid boter, ingevoerd door dun in het vorig lid bedoelden importeur van 1 Maart af tot op den datum van het in werking treden van dit besluit, alsmede de hoeveelheid, in het tweede lid bedoeld, strekt in mindering van de totale hoeveel heid, vastgesteld ingevolge het vorig lid. Het bedrag, bij aangifte ten invoer te betalen, is in art. 6 bepaald op ten hoogste 2 pet. van de bij invoer te declareeren waarde Het besluit treedt heden in werking. Enorme stijging van den invoer in de laatste maanden. Het dient erkend te worden, dat het er met onze boter inderdaad leelijk begint uit tc zien, aldus het „Vad.". Gedurende de eerste dne maanden van dit jaar is er bijna evenveel boter in- als uitgevoerd, terwijl we toch sinds jaren een groot exportland voor boter zijn. De volgende cijfers toonen ons hoezeer ook op di' gebied de crisis haar invloed laat gevoelen: In 11.30 werd nog geen volle twee mil lioen kg. bote- ingevoerd en vooi bijna 42 millioen uitgevoerd. In 1931 werden 4.191.000 in- en 32.958.000 kg. uitgevoerd. Eerste drie maanden over 1931: Invoe~: 813.000 kg. Uitvoer: 6 935.000 kg- Eerste drie maanden van dit jaar: Invoer: 3.165.000 kg. Uitvoer: 3.824.000 Het contingent voor de maanden April. Mei, Juni, dat op 100 percent van de jaren 28, 29 en 30 is vastgesteld, zal 529 000 kg. bedragen, of minder dan één zevende van wat er in Januari, Februari en Maart is ingevoerd. Men ziet dat hier niettegen staande de 100 pet. zeer krachtig wordt ingegrepen. kelijk niet zoo verminderd kan worden, dat er nog een voldoende veiligheid overblijft, geproportioneerd, niet aan wantrouwen en verdenking, maar aan een waakzame voor zichtigheid, zoodat er plaats gemaakt wordt voor een meer edelmoedigen en meer vruchtdragenden wedijver, die van den ar beid ter bevordering van den algemeeneu vooruitgang. Ons antwoord op deze vraag luidt be vestigend". Mogen de volkeren dit antwoord weten te geven in de praktijk van hun poli tiek! Volgens de statistiek is het vooral En geland dat door den maatregel getroffen wordt, dat in de laatste drie maanden niet minder dan 2750 ten invoerde. Ver moedelijk is daar echter heel wat Deen- sche en vooral Australische boter onder. Engeland is immers geen boterland. Ove rigens schijnt deze enorme toevoer uit En- ge'and toch iets uitzonderlijks gehad te hebben. In Maart was het al weer veel minder, namelijk nog slechts 253.000 kg. tegen 1.403.000 in Februari. Het zal thans echter nog veel minder moeten wor den en per maand wel niet hooger dan 160.000 kg. mogen komen. Men heeft hier, aldus vervolgt het „Vad." een eerste voorbeeld van een contingenteering van een product, dat het eigen land voor den uitvoer produceert. De cijfers, die wij hierboven heboen aan gehaald bewijzen echter, dat de welstand van vroeger alleen kan terugkeeren door het herstel van den export. Een maatre gel als die welke men thans getroffen heeft, kan hoogstens heel even de situatie iets minder pijnlijk maken. Redding brengt hij niet. Intusschen blijft de groote vraag of de contingenteering in 't algemeen juist dit noodzakelijk herstel van onzen uitvoerhan- de1 niet moeilijker maakt. Dr. J. TH. DE VISSER f. Onder groote belangstelling heeft gister middag de begrafenis van dr. J. Th. de Visser, minister van Staat en oud-minister van Onderwijs, Kunsten e# Wetenschappen plaats gehad. Voor de woning van den overleden staatsman aan de Jan Pietersz Coenstraat te s-Gravenhage had zich, ofschoon het uur van den rouwdienst ^iet was aange kondigd, een vrij talrijk publiek verzameld, om den overledene uitgeleide te doen. De oud-hofprediker; ds. W. C. Weiter, leidde ten huize van dr. de Visser om één uur den rouwdienst. Nadat de rouwdienst was afgeloopen werd de kist met het stoffelijk overschot, gedekt door een krans van H. M. de Ko ningin-Moeder en door kransen van de we duwe en van de kinderen, in den rouwauto geplaatst en begaven degenen, die den dienst hadden bijgewoond, zich in de auto s, welke den lijkauto volgden naarde be graafplaats Crooswijk te Rotterdam. In den eersten auto namen plaats G. C. baron van Asbeck, Kamerheer in buiten gewonen dienst, vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, daarachter volgden in twee auto's de familieleden van den overledene, dan ds. Weiter, en de heeren L. Prins, C. W. de Visser en mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, voorzitter der Eerste Ka mer. In de laatste drie auto's namen plaars de heeren H. J. de Groot, oud-inspecteur- generaal van het Nijverheidsonderwijs; mr. dr. H. H. A. van Gybland Oosterhoff, se cretaris van de Indologische faculteit te Utrecht; jhr. B. C. de Savornin Lohman, lid der Eerste Kamer; ds. Warntena; jhr. W. Roëll, luitenant-generaal, commandant der Ie Divisie; J. Ter Haar, lid der Eerste Kamer; A. J. da Costa, penningmeester van den Centr. bond van Ohr. philantropi- scke instellingen, waarvan dr. de Visser voorzitter was; ds. Voors predikant-direc teur van de Marthastichting te Alphen a. d. Rijn; P. Nahuyzen, voorzitter van den Chr.' Nat. Werkmansbond, waarvan dr. de Visser vice-voorzitter was en D. Noordam namens het opvoedingsgesticht voor jon gens „Valkenheid" te Maanbergen. Om kwart voor twee verliet de stoet het huis aan de J. P. Coenstraat. Van het departement van Onderwijs, K. en W. waren ten teeken van rouw de gordij nen neergelaten en ook van het gebouw van het dagblad „De Nederlander", waar de vlag halfstok geheschen was. Tegen den tijd, dat de lijkstoet op de Algemeene Begraafplaats te Rotterdam zou aankomen, groeide aldaar het aantal belangstellenden voortdurend aan. Tal van autoriteiten versohenen op de begraaf plaats. Daar waren de ministers De Geer, Don- ner, Terpstra, De Graaf, Deckers, Ver schuur, de oud-ministers Posthuma, v. d. Vevte, Colijn, vele Kamerleden, afgev. van politieke en sociale organisaties, jhr. De Gijselaar, oud-burgemeester van Leiden, Deken J. W. van Heeswijk van Rotterdam, Pastoor W. Nolet uit Amsterdam, enz. Onder het spelen van Gezang 273 door den organist J. H. Besselaar, werd de lijk baar de kapel binnengedragen. Drie bloem stukken dekten de baar: een van H. M. de Koningin en van H. M. de Koningin-Moe der en een van de familie. Daarna werd het gevolg binnengeleid. Voorop ging de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, Baron van Asbeck, ge volgd door de weduwe van dr. de Visser, die werd gesteund door den zoon, mr. J. A. de Visser. De neef van den overledene, ds. J. de Visser uit Middelburg, hield hierna de lijk rede. Het is de wensoh van onzen ontslapene, dat geen toespraken worden gehouden. Mij is verzocht een enkel woord te spreken, kort-persoonlijk aldus spr. Een taak, waar van ik de zwaarte sterk heb gevoeld om de gevoelens te vertolken van hen, die met hem verbonden waren. Hoe gaarne zouden wij hem hebben behouden, omdat hij bo venal man vader was, achterlatend een ledige plaats, die niemand vervullen kan. Maar ook gevoelens van dankbaarheid aan Hem, die hem den leeftijd der sterken deed overschrijden. Een beminnelijk man, man van eenvoud en soberheid. Hij leefde voor zijn religie, zijn gezin en zijn studie en daarin vond hij bevrediging. Rusteloos was hij zijn gansche leven bezig voor zijn hoogvereerde Vorstin, voor Kerk en Staat, voor School en Zending. Daarnaast trok ons zijn veelzijdigheid. Op hoeveel gebied heeft hij zich niet be wogen. Man van de practijk voelde hij aan de nooden van onzen tijd. En uit zijn stu die putte hij de lessen voor heden en toe komst. Wat was de stuwkracht van dat rijke, mooie leven? Zijn geloof. Te midden van de felle slagen, die ook hem niet gespaard zijn gebleven, werd hij wel gebogen, maar nooit gebroken. God is goed: dat was het heerlijke in zijn geloof. En daarom kon dat rijke mooie leven ondergaan in een vredigen avondstond. Een compleet mensch met volkomen harmonie tusschen hoofd en hart is heengegaan. Laten wij van hem meenemen de les, welke hij heel zijn leven gaf: Zoekt toch Hem, want wie God heeft, heeft alles. Menschen gaan heen, God alleen blijft. Met deze woorden sloot ds. de Visser zijn toespraak, waarop hij overging tot voorlezing van 1 Johannes 4. Door eenige kinderen van de Martha stichting werd dan op het koor een af scheidslied gezongen, waarna de herden king een einde nam niet het spelen van Gezang 123: „O Hoofd, vol bloed en won den". Door de leden van het hoofdbestuur van den Christ. Nationalen Werkmansbond werd vervolgens de lijkbaar grafwaarts ge dragen. GEDENKTEEKEN DR. J. TH DE VISSER. Er heeft zich een comité gevormd om gif ten bijeen te zamelen teneinde op het graf van wijden dr. J. Th. de Visser een eenvou dig gedenkteeken, geheel in den geest van den overledene, te plaatsen. Tot dit comité zijn toegetreden de hee ren: Z. Exc jhr. mr. D. J. de Geer, voor zitter; prof. dr. W. J. Aalders; A. J. da Oosta; Jan ter Haar Jr.; J. J Nahuisen; prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine; W. Wagenaar, directeur van het dagblad „De Nederlander", secretaris-penningmeester, Rijnstraat 9, 's-Gravenhage. De familie De Visser heeft haar volledige instemming met het plan betuigd, terwijl door het comité haar de verzekering werd gegeven, dat alles in overeenstemmend overleg met de familie van den betreurden doode zal geschieden. Het comité richt bij dezen een oproep tot onze landgenooten, die den overleden groo- ten staatsman geëerd en liefgehad hebben, iets voor dit doel te geven, opdat ook hier in tot uiting kome, dat geheel Nederland, welks eenheid dr. De Visser steeds bepleit te, heeft bijgedragen. Mocht blijken, dat gelden overblijven dan zal daaraan in overleg met de familie De Visser een bestemming worden gegeven. Giften voor dit doe', kunnen worden over gemaakt aan het Dagblad „De Nederlan der", Rijnstraat 9, 's-Grave^hage (nostgiro- nummer 17404) met vermelding: „Voor ge denkteeken dr. De Visser". DE RENTESTAND VERLAAGD. De Rentestand werd gisteren door de Directie van de Nederlandsche Bank N.V. vastgesteld als volgt: Wisseldisconto verlaagd tot 21/2 pro cent; Promessendisconto verlaagd tot 3 procent; Beleening van effecten verlaagd tot 3 procent; Beleening van goederen ver laagd tot-3 procent; en voorschotten in re- kening-oourant verlaagd tot 3 procent met ingang van 19 April. GEEN ROGGE-CONTINGENTEERING. Naar het „Handelsblad" verneemt, zal de commissie voor de contingenteering do re geering adviseeren, géén beperking van den roggeinvoer toe te passen. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Hevige aardbeving in China. Honderden slachtoffers. (Buitenl. Berichten, 2e blad). Het Tsjechische voorstel op de Ontwape ningsconferentie. (2e blad). Weer onlusten in Peru. (2e blad). BINNENLAND. Contingenteering van boter. (1ste blad). EERSTE NEDERLANDSCHE BEDE VAART NAAR ECHTERNACH. 23—25 Mei. Het Comité tot samenstelling van Xed. Bedevaarten, dat reeds door zijn vrucht bare werkzaamheid zóó velen onzer land genooten in staat heeft gesteld, de heilige plaatsen te bezoeken, heeft nu een drie- daagsche bedevaartstocht ontworpen naar Echternach. Echternach, de plaats waar Willebord, de eerste apostel der Nederlanden, Utrechts eerste bisschop begraven ligt, trekt sinds jaar en dag, sinds eeuwen, de geloovigen aan. Het plaatsje zelf is bekend niet alleen om zijn prachtige ligging, maar vooral omdat het oog van den pelgrim daar met welbehagen aanschouwt, wat kunst en wetenschap er do eeuwen door hebben gewrocht. Wel is waar bestaat do oude basiliek niet meer, maar de nieuwe, door de gods vrucht der geloovigen in 1861 gebouwd, mag met recht een parel der middeleeuw sche architectuur genoemd worden, daar de bouwmeester er naar gestreefd heeft, de oude basiliek in al haar luister te doen herleven. De uit wit marmer cehceld houwde graftombe van den H. Willebrord siert het priesterkoor, terwijl men naast de basiliek de oude uit de geschiedenis zoo bekende abdij aantreft, Bekend is ook het gemeentehuis, het vroegere rcchtsgebouw. dat dagteekent uit de 16e eeuw en door deskundigen het meest merkwaardige ge bouw uit de middeleeuwen genoemd wordt. Van Echternach uit zijn prachtige toch ten te maken in de aan natuurschoon zoo rijke omgeving. Do godsvrucht tot de II. Willebrord, door Paus Sergius in 695 tot eerste bis schop van Utrecht gewijd en 738 in de ab dij van Echternach overleden, is al de eeuwen door bewaard gebleven. Tijdens zijn leven reeds had de heilige door Gods goedheid vele wonderen mogen verrichten, na zijn dood was het een onafgebroken reeks van wonderbare genezingen, waar door ten duidelijkste bleek, hoe aangenaam het aan God was, door de voorspraak van den heiligen, genaden aan de geloovigen te schenken. De geschiedenis leert ons, dat reeds aan het einde der achtste eeuw bedevaarten naar zijn graf togen en een schrijver uit de 11de eeuw abt Thiofrieil weet ons te melden, dat jaarlijks vele be devaartgangers het heilig gebeente kwa men vereeren. Dezelfde schrijver maakt ook melding van de bekende springproces sie, die jaarlijks Dinsdag na Pinksteren plaats heeft. Waarom dit alles vermeld 1 Om velen aan te sporen aan deze NeJerlandsche be devaart deel te nemen. De prijzen zijn zoo laag mogelijk gehouden, om iedereen in <le gelegenheid te stellen deze bedevaartsreis te ondernemen. Men vrage spoedig prospectus aan: V. N. B., Lindeplein 17, Heerlen (tel. 199). DE GRAAL. Kaartverkoop voor „De Pinksterzegen". Vanaf heden begint officieel de kaart verkoop voor het massaal lcckespel „De Pinksterzegen" op den Tweeden Pinkster dag, 16 Mei 1932 in liet Stadion te Am sterdam, des namiddags te half drie. De I prijzen der plaatsen zijn: ƒ0.40; ƒ0.75; 1.251.75; 2.50 en 3. j De kaarten zijn verkrijgbaar aan de Graalhuizen, dus te Leiden: Hooigracht 31. i Verder aan alle afdeelingen van Lisso- ne's Reisbureau in Haarlem ook bij de firma A. de Rooy, Boekhandel Anegang en bij mej. L. Brinkman, Groote Markt 9. Het St. Henricus-Gesticht te Grave. De nieuwbouw van het St. Henricus-ge- sticht voor mannelijke blinden te Grave, sedert 2 jaren voltooid en in zegenrijk ge bruik, is gistermorgen op plechtige wijze ingezegend door Z. H. Exc. den Bisschop van s-Bosch.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1