DE DUITSCHE RIJKSKANSELIER BRüNING
van groote beteekenis. Weldra gold hij ais
een financieel deskundige van den eersten
rang en werd gekozen in de Commissie
voor Belastingzaken. Later maakte hij voor
al naam door zijn redevoeringen over het
herstelvraagstuk en de voorbereidingen
voor het plan-Young. Niet alleen Steger-
wald schoof Brüning verder naar voren,
maar ook de andere leidende figuren der
partij, de prelaat Kaas. Reeds in 1929 werd
Brüning fractie-voorzitter van de Katholieke
Partij in den Rijksdag en in hetzelfde jaar
nam hij gezamenlijk met Kaas het voorzit
terschap der partij op zich. Zoo kwam het,
dat Brüning de aangewezen man was toen
kort na de aanneming van het plan-Young
de leider der sociaal-democraten, Hermann
Müller, zijn rijkskanselierschap neerlegde.
Er wordt verteld, dat vooral Rijkspresident
Hindenburg, die eerst in deze dagen Brü
ning nader leerde kennen, dadelijk het vol
ste vertrouwen in het betrekkelijk nog jonge
parlementslid schiep. Brüning schreef later
Een spotprent, die in beeld brengt hoe door al meer belastingen nien ik inluis-
houding op gang wil houden.
De huilende Michiel als de Kiikska nselier met een bouquet nieuwe
maatregelen hem verrast.
De Rijkskanselier sp«eekt in den Rijksdag.
Hierover zal men het zeker eens zijn, dat
de huidige Duitsche Rijkskanselier, die het
Rijk bestuurt in de meeste hachelijke tijds
omstandigheden, een zeer bijzondere per
soonlijkheid is.
Neen, hij is geen groot-redenaar, die de
volksmassa tot begeestering brengen kan.
hij heeft ook niet de indrukwekkende figuur
d:e onwillekeurig eenige schroom inboe
zemt, integendeel. Maar een man van zeer
bijzondere kwaliteiten is Heinrich Brüning
toch wel, en ondanks de dolle aanvallen der
Nazi's op dezen staatsman, staat hij toch in
aanzien en achting bij alle politieke partijen
terwijl, wat zeker ook een voordeel is, ook
an het buitenland men een zeer gunstige
meening over hem koestert. Niemand be
twist zijn hoogstaand karakter en zijn po
litieke tegenstanders mogen hem dan van
oabekwaamdheid beschuldigen zij kunnen
niet in twijfel trekken, dat hij al zijn krach
ten in dienst stelt van zijn vaderland.
Brüning is als staatsman snel opgekomen,
voor slechts enkele jaren werd hij nog niet
genoemd. Toen hij optrad heeft men "hem
als rijkskanselier maar een heel kort poli
tiek leven voorspeld en men kreeg niet
den indruk, dat men met een zeer krach
tige figuur te doen had. Maar daarna heeft
men toch wel gemerkt, dat met deze rijks
kanselier 'n man de teugels in handen geno
men heeft die zich niet wegschuiven laat die
in uiterste koelbloedigheid zijn doel in het
oog houdt en dingen aandurft, die weini
gen hem zouden durven nadoen, als hij
slechts weet, dat ze noodig zijn ook al kos
ten zij hem alle volkspopulariteit.
Hij is geen schreeuwer, geen hazardspe
ler ook niet in zijn buitenlandsche politiek,
maar zijn buitenlandsche tegenstanders we
ten dat hij taai en volhardend is.
Een Amerikaansch blad noemde hem het
vorig jaar den „zwijgenden kanselier" een
ander Amerikaansch blad sprak van hem ai
van „den nieuwen IJzeren Kanselier" en
dit bewijst wel dat men hem meetelt. Hij
is ook zoo heel anders, dan de andere
staatslieden, waarmee hij confereert, hij
heeft iets geslotens aan zich, dat een we'
beetje biologeert, sommigen misschien wat
griezelig aandoet. Hij is een man van groo
te zelftucht en ascese, een buitenlandsch di
plomaat noemde hem „een mengsel van
een kardinaal en een Pruisisch officier."
Zijn jeugd en afkomst.
Brüning is niet iemand van hooge af
komst. Trouwens de leiders der politiek
van vele landen zijn dat in onzen democra-
tischen tijd bijna geen van alle. Denk maar
eens aan MacDonald, aan Mussolini, aan
zoovele anderen, het is dus niets bijzonders,
dat ook Brüning van zeer gewone afkomst
is. Zijn vader was een bescheiden wijnhan
delaar uit oen boerenstand gesproten en
bracht het tot zekeren welstand. Zijr moe
der stamde uit een oude Münstersche fami
lie. Het vorig jaar verscheen er van de hand
van Rudiger Robert Boer een korte levens
beschrijving van hem, waaraan verschillen
de der volgende bijzonderheden ontleend
zijn.
Brüning werd 26 November 1885 te
Münster in Westfalen' geboren. In 1904
ging hij te Munchen in de rechten studee-
ren, maar lang bleef hij daar niet, doch
Iging spoedig naar Straatsburg, waar hij
filosofie als zijn vak koos, doch tevens voor
staatswetenschap groote belangstelling
toonde. In 1911 deed hij examen, maar stu
deerde daarna verder en woonde een tijd
lang bij een zuster van zijn moeder in
Frankrijk. Daarna woonde hij een tijdlang
samen met zijn broer Hermann Brüning in
Engeland. Deze was missionaris en vertrok
later als zoodanig naar Amerika. Toen Je
oorlog uitbrak bood hij zich als vrijwilliger
aan, maar hij was de militaire autoriteiten
te tenger, eerst een jaar later nadat hij ge
promoveerd was, werd hij als vrijwilliger
aangenomen. Hij had het spoedig gebracht
tot luitenant bij een machinegeweer-scherp-
schuttersafdeeling. Natuurlijk heeft de oor
log ook op hem grooten invloed geoefend.
-Was hij tot dan meer een stille droomer
geweest, hij werd na den oorlog man van
de praktijk, hij richtte op het practische zijn
aandacht. En hij kreeg een werkkring, die
hem op bijzondere wijze de oogen opende
voor de sociale en moreele nood, waarin
vooral na den oorlog het Duitsche volk
ging verkeeren.
Bij dr. Sonnenschein.
I Brüning werd secretaris bij den beken
den dr. Sonnenschein, die toen o.a. een
steunactie voor studenten leidde. Dr. Son
nenschein leefde in de groote moderne stad,
met z'n na-oorlogsche honger naar genot,
als een heilige en zijn secretaris deed voor
hem, wat soberheid betreft, niet onder; „zij
leefden een waar hongerbestaan", schrijft
Beer. üp een goeden dag werd ei een pri-
vé-secretaris gezocht voor minister Steger-
wald, den Pruisischen minister voor Volks
welvaart. Men wendde z.ch tot dr. Sonnen-
i schein en deze beval den jongen Brüning
aan. Maar Stegerwald was tevens leider van
het Katholieke Vakverbond. Toen Steger
wald in 1921 Pruisisch minister president
werd, nam Brüning de zakelijke leiding van
dezen Bond van hem over en hij vatte nu
met een waarlijk fanatieken ijver het bestuur
van deze groote Katholieke organisatie aan.
Brüning werd nu meteen journalist. Hij
was namelijk als secretaris meteen belast
met het. redigeeren van: „Der Deutsche",
het blad der Roomsch-Katholieke vakver-
eenigingen. Als journalist vielen zijn gede
gen artikelen zeer op. De jonge doktor
bleek iemand, die de moeilijkheden van de
dagelijksche practijk uitnemend aan kon.
En men meende, dat hij in den Rijksdag
voor het Centrum een goede aanwinst zou
zijn. Daarom werd hij in 1924 in den kies
kring Breslau candidaat gesteld en ook ge
kozen.
In den Rijksdag.
Als lid van den Rijksdag stelde dr. Brü
ning niet te leur, integendeel. Al schitterde
hij niet door groote redevoeringen, men er
kende in hem spoedig een afgevaardigde
Dr. Brüning in het stembuslokaal bij de Presidentsverkiezing.
Dr. Brüning verlaat het Rijksdaggebouw
aan een vriend: „Aan het beroep van den
Rijkspresident op mijn soldatenplicht kon ik
mij tenslotte niet onttrekken."
Rijkskanselier.
Men mag gerust aannemen, dat HinJen-
burg, als hij het dan geweest is, die steik
meehielp om Brüning rijkskanselier te doen
worden zich zijn keuze niet berouwd heeft
Want, al heeft hij als kanselier aan vele
Brüning overweegt hoe de prijzen omlaag
te drukken.
ordeningen .waarmee hij het Duitsche volk
tot een vaak al te groote versobering moest
dwingen, hebben hem zeker zelf veel leed
gedaan, maar hij aarzelde niet ,ook al ver
weten bijvoorbeeld de soc'aal-demncrnten
hem. dat hij geen liefde of medelijden meer
zou hebben met het gewone volk. dat daar
onder al te zeer moest lijden. Maar ze zijn
hem intusschen blijven steunen en hebben
dr. Brüning het regeeren met noodverorde
ningen mogelijk gemaakt, omdat zij maar
al te goed weten, dat een ander het niet
beter of eerlijker zou doen dan hij.
Hij is zelf ook uiterst sober.
Hoe weinig hij eigenlijk veranderd is. be
wijst wel het meest zijn levenswijze, die zoo
eenvoudig is, dat zij zich nauwelijks van
die van den armen, hongerlijdenden secreta
ris van Dr. Sonnenschein onderscheidt.
Eenige trekjes mogen dat hier iilustree-
ren. Dr. Brüning gebruikt, principieel voor
privé-aangelegenheden noo t de auto. die hij
in zijn hooge functie noodig heeft, maar
neemt dan als een gewoon burger, een taxi.
Men behoeft evenmin de waarheid in twij
fel te trekken van een ander staaltje dat
Beer mededeelt, n.l. dat Hindenburg hem
zijn pels die hij in den slag aan de Masuri-
sche Meren droeg, op reis meegaf toen hij
den vorigen winter het Oosten van Duitsch-
land bezocht.
Een groot deel van zijn inkomen offert
hij aan noodlijdenden en vooral aan vroe
gere oorlogskameraden offert hij veel.
Van de geneugten des levens kent hij
eigenlijk alleen maar sigaren en nu en dan
een glas wijn; verder bestaat er voor hem
geen verstrooiing.
Hij is een plichtgetrouwe, zooals de Rijks
president Hindenburg dat is en het Duitsche
volk is wel gelukkig, dat deze twee man
nen zich aan het hoofd van het rijk gesteld
hebben in deze sombere en troebele tijden.
Krachtig.
Brüning is altijd nog de man, die veel
over z'n kant kan laten gaan zonder da
delijk in harde woorden daartegen stelling
te nemen. En Adolf Hitler en anderen heb
ben dan ook vaak geen blad voor den
mond genomen, als zij tegen den zwijgen
den kanselier te keer gingen, vaak in be
woordingen en termen, die Duitschland en
zijn Ie.der tegenover het buitenland verne
derden. Maar dan plotseling wist Brüning
kalm en beslist van zich af te bijten en zet
te hij de schreeuwers op zijn plaats, zoo
in zijn radio-rede van December.
Ten gevolge van den toenemenden nood.
sprak hij, hebben zich steeds grooter dee-
ien der bevolking laten medesleepen door
droombeelden. Men dient echter te beden
ken dat de redding van Duitschland thans
evenals n de afgeloopen jaren slechts mo
gelijk is, wanneer de leiders der Duitscht
o Hitiek zich niet eveneens aan illusies over
geven, doch slechts handelen met nuchter
inzicht in de mogelijkheden, welke de oor
log Duitschland gelaten heeft. Een regee
ring d.e zich haar verantwoordelijkheid be-
f
wust is, dient met ijzeren energie tegen een
dreigend uiteenvallen der krachten van het
volk op te treden. Zij duldt geen andere
macht dan die, welke op de grondwet be-
I iust De .ijkspresident en de rijksregeering
j oeschikken uitsluitend over de machtsmid
delen van den staa; Zij zullen met onver-
I b ddelijke gestrengheid, zoo noodig door
I afkondiging van den staat van beleg, toe
gepast worden tegen ieder, die het zou be-
aan. thans, nu de zenuwen op de zwaar
ste proef worden gesteld, de grondwettige
overheid uan te tasten."
Teen w'st men eens weer met wien men
t doen had. En toen er zes weken geleden
in den Rijksdag de oppositie nog weer eens
eer poging deed om Brüning weg te zen
den sloeg de riiksKanselier weer een for-
schen toon aan.
.In de buoenlandsche politieke atmosfeer
heerscht een spanning als tijdens den we-
if.ooorlog, verklaarde hij met bijzonderen
naoruk. een economische oorlog van allen
teg'T allen is uitgebroken, alsmede een ver-
w'Vkeling in het Verre Oosten die elk staats
n.ar met de grootste bezorgdheid gade
slaat. In zulk een tijd kan alleen een hel-
cei hoofd en een onbevangen gemoed over
oen werkelijken toestand oordeelen. Ik zal
d. critiek der rechtsche sprekers beant
woorden maar voorat wil ik één ding zeg
gen: ik zal er nooit voor te vin-
v*er» zijn dc buitenlandsche politiek te rich
ten naar de agitatie-behoeften mijner te
genstanders in het binnenland, waardoor
m. de levensbelangen van het Duitsche
volk slechts ernstig nadeel zullen kunnen
Uioen."
Waardeert men hem?
Waardeert het Duitsche volk dezen zeer
bijzonderen rijkskanselier? Er zijn ongetwij-
j feld millioenen Duitschers, die dit wel doen.
Zij weten dat dr. Brüning wel harde maat-
I regelen heeft getroffen, zware belastingen
geheven heeft, met ijzeren hand tot verso
bering drong. Maar zij weten ook. dat hij
alleen zoo het eischende buitenland tot de
j overtuig.ng brengen kan, dat Duitschland
ondanks de uiterste krachtsinspanning niet
de betalingen doen kan, waartoe het nog
altijd verplicht is. Zij zien duidelijk, dat
Brüning met kracht streeft naar ue Duit
sche vrijmaking, hij de kalme, die welover
wogen zijn weg gaat zal zeker meer kans
van slagen hebben, dan anderen, die meer
gerucht maken en aan den schijn offeren om
de verdwaalde volksgunst te genieten.
Maar al zien velen dat. er zijn millioenen
ook die op demagogische wijze misleid eer
heil verwachten van politieke kwakzalvers
en het blijft een bange vraag: of ten slotte
niet deze laatsten het roer in handen zullen
krijgen.
Het zou Duitschland en de wereld zeker
niet tot heil strekken.
E. W.
(Nadruk verboden).
nvallen van politieke tegenstanders bloot
staan, het is deze niet gelukt hem te
ppen, het is hen ook niet gelukt Brüning
in den weg af te krijgen, die hij zich als
juiste uitgestippeld heeft. Neen, hij is
et, wat men noemt bijzonder democratisch,
j heeft de kracht ronduit „neer." te zeg
en, als iets gevraagd wordt, wat hij gaar-
e zelf ook zou willen, maar wat hij niet
oegeven mag, omdat het nu eenmaal niet
kan, omdat hoogere belangen er z.ch tegen
verzetten. De ontzaglijke strenge noodver-