UIT DE RADIO-WERELD
- I.E.W1.C.0. - RADIO -
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 2 APRIL 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
Programma's voor Zondag 3 April.
Huizen 1875 M.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Gramofoonpl.
10.15 Hoogmis uit de St. Bonifaciuskerk
te Dordrecht.
12.00 KRO-sextet o.Lv. P. Lustenhouwer
I.45 Gramofoonpl.
2.IC Goethe-herdenkïng.
2.30 Middagconcert. Hilversumsche Har
monie o.l.v. M. Kley.
4.00 Ziekenlof.
5.00 Orgelspel. Hierna mej. Lena Bruijn.
5.20 Kerkdienst vanuit de Ned. Herv.
Kerk te Katwijk. Hierna gewijde muziek.
7.45 Mej. R. Aalberse: ,,De Ohristusfi-
guur in de Kunst".
8.10 Voetbaluitslagen.
8.1510.40 KR O-orkest o.l.v. J. Gerdit-
sen. M.m.v. J. v. d. Woude (viool) en Fr.
Boshart (piano). Oa. Vioolconcert, Men
delssohn Twee Noorsohe dansen, Grieg.
C.a. 9.00 Vaz Dias.
10.40—11.00 Epiloog.
Hilversum 29S M.
8.15 Gymnastiekles.
8.30 Esperanto-les.
8.55 Voetbalnieuws.
9.00 Tuinbouwhalfuurtje.
9.3010.00 Gramooonpl.
10.30 Kerkdienst vanuit de Ned. Prot.
Bond te Utrecht
12.00 Kovacs Lajos en zijn orkest. Tilly
Tiefenthal (sopraan) m.m.v. Frankly's
Golden Melody Five.
2.00 Goethe-cyclus door E. d'Oliveira.
2.30 Concertgebouw-orkest o.l.v. Dr. W
Mengelberg. M.m.v. Marix Loevensohn
(cello).
4.00 Fragm. uit „Die Laime des Verlieb-
ten" van Goethe. Regie: Kommer Kleyn.
4.40 Vaz Dias. Gramofoonpl.
5.00 Kinderuurtje.
6.00 Concert VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot.
^•6.45 Literair halfuurte door A. M. de
Jong.
7.15 Vervolg VARA-orkest.
8.00 Va-z Dias.
8.15 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep. G.
Hemmes (viool). Oa. Krieg-Potpourri,
Urbach.
9.00 Voordracht door mr. A. W. Kamp.
9.25 Omroepsorkest o.Lv. N. Treep.
M.m.v. Grethe WeynschenkHogenbirk
(sopraan) en H. Viskil (tenor). Oa. uit „Die
lustige Witwe", Lehar.
10.15 „'n Dienstboden vraagstuk", blij
spel bew. door Dom. de Gruijter.
10.40 Vervolg Omroepsorkest.
II.0012.00 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M.
10.5011.05 Tijdsein, berichten.
3.20 Reginald King's orkest.
4.05 Kerkdienst v. d. kinderen.
4.35 BBC-orkest o.l.v. Lewis. M.m.v.
Eda Kersey (viool).
5.45 Dichterliebe, liederencyclus van
Schumann. Herbert Heyner (bariton).
6.206.35 Lezing.
8.209.05 Kerkdienst.
9.10 Berichten.
9.25 BBC-orkest o.l.v. St. Robinson. M.
m.v. J. Leggatt (sopraan). Oa. Solvejg's
lied, rieg: The three Bears, Coates.
10.50 Epiloog.
„Radio Paris". 1725 M.
8.05; 11.50; 12.40; 1.20—7.50 Gramofoon-
8.20 Gramofoonpl.
9.05 dito O.a. Die blauwe Mazur, Lehar
en Marche miltaire, Schubert.
9.50 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M.
2.202.45 Harmonica-virtuozen Alex en
Richard.
2.454.20 Radio-orkest o.l.v. Reesen. K.
Kaysen (zang), F. Jensen (piano).
7.358.50 Opera-muiziek od.v. Grondahl
Niels Hansen (zang). O.a. uit „To6ca",
Puccini. „Aida" en „Othello", Verdi.
9.10 Duet B-dur, Mozart. (Cello en
fagot).
9.3510.20 Concert o.l.v. Grondahl. O.a.
Espana, Ohabrier; Piet Hein rhapsodie,
Anrooy.
10.20—11.50
Langenberg. 473 M.
6.207.45 Concert uit
10.50 Bach-cantate.
12.201.50 Concert o.l.v. Wolf.
3.505.20 Concert o.l.v. Eyysoldt.
7.20 Werag-orkest o.l.v. Kühn. M.m.v.
Mittmann (viool). O.a Albumblatt, Wa-g-
ner en fragm. uit „Traviata", Verdi.
9.4511.20 Dansmuziek, door Billy Bar
ton's Band.
Brussel, 508 en 338 M.
508 M.: 11.351.05 Gramofoonpl.
3.204.20 Aankomst v. d. deelnemers
a. d. Wielerwedstrijd ParijsBrussel.
4.20 Concert uit Antwerpen.
5.35 Gramofoonplaten.
7.20 Opera „Madame Butterfly", Puc
cini.
338 M.: 11.351.05 Kramofoonpl.
3.20—4.20 Zie 508 M.
4.20 Omroepsorkest o.l.v. Meulemans.
5.20 Gramofoonpl.
7.20 Concert o.l.v. Meulemans.
8.20 Vervolg concert. Oa. werken van
de Boeck.
Rome, 441 M.
7.25 Gramofoonpl.
8.05 Muziek van Franco Alfano. Hierna
muziek van Mulè. 0.a. uit „La Monacella
della Fontana". Hierna tot 10.15 Populair
concert.
Zeesen, 1635 M.
7.20 Roda Roda vertelt anecdotes.
7.50 Operetteconcert o.l.v. Bruno Seidler
Winkler.
Mare 104 LEIDEN - Tel. 1118
9.20 Berichten.
9.35 De Ufa-filmsterren verleenen hun
medewerking ten bate van de crisis-
slachtoffers. 0.a. Lilian Harvey, Willy
Fritsoh, Lien Deyers. Hierna tot 11.50
Dansmuziek door Billy Barton en zijn
Band.
Programma's voor Maandag 4 April.
Huizen 1875 M.
Uitsl. N.C.R.V.-uitzending.
8.00 Schriftlezing.
S.159.30 Gramafoonpl.
10.30 Ziekendienst.
11.00 Chr. Lect.
11.30 Gramofoonpl.
12.30 Orgelconcert door H v. Eek.
2.00 Gramofoonpl.
2.35 Causerie door A. J. Herwig.
3.153.45 Knipcursus.
4.00 Ziekenuurtje.
5.00 Concert K. Hart.velt (viool),
Lentz (cello) en G. Seyler (piano).
5.30 Gramofoonpl.
6.45 Causerie door A. Stapelkamp.
7.00 Engelsche les.
7.45 Ned. Chr. Persbureau.
8.00 60-jarig bestaan van „De Stan
daard'"' in het Concertgebouw, te Amster
dam, o.l.v. Min. van Staat, Th. Heemskerk.
Sprekers: Prof. Dr. P. A. Diepenhorst en
Dr. H Colijn, m.m.v. Chr. Gem. Koor .,J. S.
Bach" en kinderkoor „De Jonge Stem",
o.l.v. A J. Berkhout. Mej. A. v. d. Kwast
(piano) en M. E. Bouwmeester (orgel), oa.
Ave Verum, Mozart.
10.15 Vaz Dias.
10.2511.30 Symphonic in e-moll, No. 5.
Dvorak (gramof.pl.).
Hilversum 298 M.
Algemeen programma verzorgd door de
V. A. R. A.
6.45—7.00 en 7.30—7.45 Gymnastiekles.
8.00 Gramofoonpl.
9.00 Trio Willem Drukker.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Voordracht Jenny van Oogen.
10.30 Vervolg Trio-concert.
11.00 Opening van de Nederlandsche
Week door Min. Verschuur.
12.00 VARA-septet o.l.v. Is. EyL en gra
mofoonplaten.
I.45 Pauze.
2.00 Nederl. Week C. P. J. Zaalberg: De
toestand van ons bedrijfsleven.
3.00 Fluitrecital door Joh. Feitkamp
m.m.v. P. Tiggers (piano).
3.30 Andries de Rosa spreekt over
Fransche yolksdichters.
1 4.15 Gramofoonpl.
4.30 Voor de kinderen.
5.00 VARA-eeptet o.l.v. Is. Eyl en gra
mofoonpl.
6.40 Prof. W. Bonger: Het bevolkings
vraagstuk.
7.00 Paedagogisch concert o.l.v. P. lig
gers, m.m.v. VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot.
8.00 Uitzending voor de PTT.
8.15 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot,
o.a. die Zitronen blü'n, Strau®z.
8.45 „Ka-tja", hoorspel van Gerekoff, bew.
door Martha BelinfanteDekker.
9.30 VARA orkest, o.a. Ouvert. Maritana i
Wallace en Suite Oriëntale, Popy.
10.00 M. Beversluis: Het verstaan van
poëzie.
10.15 Amsterd. Solistenkwintet o.Lv. Co-
hen, o.a. Frag. Le Boheme, Puccini.
10.45 Vaz Dias.
II.00 Vervolg kwintetconoert, o.a.
Streichholz-Wachtparade. Wehle.
11.3012.00 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.5011.05 Tijdsein en berichten.
12.20 Kate Johnston (sopraan) en het
Brough-trio (viool, viola d'amore en cello).
1.05 Commodore Grand orkest, o.l.v. Mus-
cant.
2.05 Kookles.
2.20 Voor de huisvrouw.
2.252.50 Gramofoonpl.
4.20 Moschetto's orkest.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Helen Perkin speelt Haydn's piano
sonates.
7.10 Boekenpraatje.
7.30 Lezing.
8.20 Vaudeville, o.a. Radiokoor en BBC-
dansorkest.
9.20 Berichten en lezing.
10.00 Haydnconcert. Kolisch strijkkwar-
et (2 violen, viola en cello), o.a. Kaiser-
kwartet in C. op. 76, No. 3.
11.2012.20 Ambroses' Blue Lyres.
R a d i o-P a r i s", 1725 M.
8.05 en 12.50 Gramofoonpl.
8.20 dito o.a. Nacht, wals, Strausz.
8.50 Tooneelstuk vanuit het Odeonthea-
ter.
Kalundborg, 1153 M.
11.201.2Ó Concert uit Hotel Angleterre
2.304.30 Fessel s orkest.
4.305.00 Gramofoonpl.
7.208.30 Hoorspel met muziek, leiding
Reesen.
9.00 Viool-recital O. Nielsen.
9.3510.30 Oostersche muziek o.Lv. Ree
sen, o.a. uit Lakmé, Dclibes en Cchehera-
zade, Rimski-Korsakow.
Langenberg, 473 M.
6.25—7.20; 10.40—11.20 Gramofoonpl.
11.2012.10 Concert uit Stuttgart.
12.201.50 Concert o.Lv. Wolf, o.a.
Tschaikowski-fantasie, Urlach.
8.35 „Hassan", hoorspel van James El-
roy Flecker. Muziek van Otto Besoh.
10.0511.20 Concert uit Munchen o.Lv.
Erich KIosz.
Brussel, 508 en 338 M.
508 M.: 11.351.05 Concert door Max
Alexys en zijn. orkest.
4.20 Concert o.l.v. Kumps.
5.20 Gramofoonpl.
5.50 Recital door G. Pitsch.
7.20 Septet voor harp, strijkkwartet, fluit
en klarinet, Ravel.
7.40 Twee dansen (harp en strijkorkest),
Debussy.
8.20 Gramofoonpl.
8.25 Cabaret.
338 M.: 11.351.05 Gramofoonpl.
4.20 Concert o.l.v. Franz André.
5.20 Gramofoonpl.
7.20 Concert o.l.v. Andrö, m.m.v. Mevr.
Graindorge en P. Collaer (piano-duetten),
o.a. concert voor twee piano's, Bach.
8.20 Vervolg' concert o.a. Aufforderung
zum Tanz, Web er.
Ron
441 M.
7.35 Gramofoonpl.
S.20 Concert o.l.v. Pedrollo, m.m.v. A.
Cortot (piano).
9.30 Lichte muziek.
Z e e s e n 1635 M.
7.20 Het Leipziger symphonie-orkest
o.l.v. Adolf Wach.
8.50 „Zaubersprücke"„ „Zaubertranke",
toovergedichten o.l.v. Josef Krahé.
9.35 Berichten en hierna tot 11.50 dans
muziek door de kapel H. F. Henning (re-
reinzang: C. Emisch).
Uit de Landbouwwereld
slist tegenspreken. Dikwijls» hoort men
beweren, dat zij naar baar vervolgers een
scherp vocht uitspuit. Ook dit is geheel
onwaar. Het eenige, wat wel waar is,
blijkt uit de volgende mededeeling van
Dr. J. E. Rombouts: „Het is waar, dat
de pad een melkachtig vocht afscheidt
met haar halsklieren, maar dit vocht is
niet vergiftig, tenminste, als het op de
(huid van een mensch geraakt, oefent het
geen schadelijke werking uit; alleen, als
het met de slijmvliezen in aanraking
komt, veroorzaakt het een prikkelend ge
voel. Het vocht ie geen verdedigingsmid
del, maar het dient de pad slechts om
zich te beschutten tegen de warmte en
de droge lucht. De uitwaseming door de
ihuid is bij deze dieren buitengewoon
groot, daarom leven ze altijd op don
kere, koele en vochtige plaatsen!"
We kunnen dus de pad met een goed
gezind oog beschouwen. Des winters
slaapt zij, evenals zoovele andere vormen
der Amphibieën, onder den grond, en als
ze in de lente weer te voorschijn komt,
is ze vuilbruin gekleurd, om daarna
langzamerhand haar roodachtig grijze
kleur weer aan te nemen. Door haar lan
ge vasten is ze dan zeer hongerig ge
worden en telkens als de avond daalt,
gaat ze er op uit, om ijverig jacht te ma
ken en te azen op wormen, insecten, slak
ken en ander schadelijk, kruipend gedier
te. Ze verblijft dan ook het liefst in
vochtige bosschen en landerijen, waar ze
veel van haar gading vindt.
Thomasslakkenmeel als overbemesting.
Indien ik nu verschillende van mijn
trouwe lezers in de oogen kon zien, dan
zou ik daarin ongetwijfeld de vraag le
zen: „Ge wilt ons toch niet overbemes
ting met glakkenméel, dus een late aan
wending van die meststof, aanraden of
aanbevelen?" Inderdaad: dat wil ik, en
dat moet ik, omdat wetenschap en erva
ring thans zeggen, dat het goed is. 't Is
hier ook alweer: „Wat ons de wijzen als
waarheid verkonden, straks komt een
wijzere, die 't wegredeneert". Of, anders
gezegd, op elk gebied van wetenschap,
geldt: „De wijsheid van gister, is de dwa
ling van heden". Jaren achtereen is ons
geleerd, het slakkenmeel vroegtijdig,
liefst in 't najaar aan te wenden, opdat
het geen schade aan de jonge planten
zou doen, goed met de bouwvoor zou wor
den vremengd, en het krachtdadigst zou
werken. En nu? In hooge mate verras
send zijn de uitkomsten van in de laatste
jaren in Duitschland genomen proeven,
't Vorige jaar publiceerde K. Eckl de re
sultaten met slakkenmeel bij gerst en
bieten; hij 't eerste gewas op 12 Juni bij
het tweede op 23 Juni uitgestrooid. In
beide gevallen werd een uitstekende
meeropbrengst verkregen. Op de eene
verrassing volgde een nog grootere: na
deze publicatie n.l. kwam Prof. O. Nolte
vertellen, dat Jiij reeds in 1925 op een 7-
tal proefvelden een dito ervaring had op
gedaan. Die had hij echter verzwegen?
Waarom? Omdat ik zie uw verbazing,
]ezer omdat die uitkomsten in strijd
waren met tot nog toe opgedane ervaring.
Ie dit niet een treffend staaltje, hoe ook
geleerde en hooggeleerde heeren door
dogma's en vooroordeelen bevangen kun
nen zijn, zoodat ze de waarheid der fei
ten niet kunnen of willen zien?^ Prof.
Nolte had op zijn proefvelden gezien, dat
slakkenmeel, in 't voorjaar gegeven, de
beste uitwerking had.
In de laatste 4 jaren zijn in Duitsch
land een groot aantal proefvelden aan
gelegd, om de werking na te gaan van
slakkenmeel, over een groeiend gewas uit
gestrooid, dus als overbemesting aange
wend. Ziehier de uitkomsten, die zeer
merkwaardig zijn. Als de werking van
het vroeg gezaaide Thomasslakkenmeel
op 100 werd gesteld, dan was de waarde
der overbemesting met die meststof res
pectievelijk 113, 121 en 131 naar gelang
werd gegeven -een lichte (400 K.G.), een
middelmatige (400600 K.G.) of een
zwaardere bemesting (meer dan 600 K.G.)
per H.A.
Diecijfers zijn niet twijfelachtig.
Voorts leerden die proefvelden, dat in-
eggen nog betere uitkomsten gaf dan
niet-ineggen. Men zegge het voort!
De Pad. Een afschuwelijk beest, vin
den velen. Voor nog zooveel niet zouden
ze het in de hand willen nemen, want
de huid scheidt giftige bestanddeelen
af, vertelt men elkaar. De pad is boven
dien een dier, dat het licht schuwt; dat
zich bij dag ophoudt in gaten, onder
steenen en vloeren, in kelders, enz. en
dat, evenals de vleermuis, te voorschijn
komt, wanneer het donker is geworden;
ook als het een donkere lucht is, komt ze
wel bij dag te voorschijn. Ook in vroe
gere tijden was de pad al niet bemind:
bij fantastische spookaangelegenheden en
heksenprocessx speelde de pad een groote
rol. Spoken en heksen hebben echter nu
afgedaan, en we moet onze afschuw voor
de pad trachten te overwinnen, omdat
het een uiterst nuttig dier is, dat zeer
veel voordeel aanbrengt door het weg
vangen van allerlei ongedierte, hetwelk
schade veroorzaakt aan vruchten en
groenten. Hen, die durven zeggen, dat
de pad vergiftig is; kunnen we ook be
Zieke pooten bij vogels. De zieke
pooten, welke bij allerlei kooivogels soms
voorkomen, zijn meestal een gevolg van
ongeschikte of vuile zitstokjes, of van te
veel mest in de kooi. De voeten worden
rood en ontstoken. Soms zet zich de
mest in ballen aan de voeten vast, en
daarop moet men steeds het oog houden.
Het iï1 niet altijd te voorkomen, maar
zoodra men bet opmerkt, moet men er
maatregelen tegen nemen. Men maakt
een beetje zeepwater of kamillenthee ge
reed, en baadt daarin de pooten, tot
het vuil kan verwijderd worden. Zijn de
voeten ontstoken, dan moet men ze met
creolinebaden behandelen. Daartoe giet
men 'n theelepel vol creoline in een ge
wonen koffiekop op lauw water. In dat
mengsel moet men 5 tot 10 minuten de
voeten houden. Men doet dit eiken dag
en houdt het een dag of vier vol, waarna
men de voeten inwrijft met een mengsel
van Perubalsem en spiritus, half om half.
Natuurlijk mag de vogel nu niet met de
vettige pootjes in 't zand op den bodem
der kooi loopen. Zoolang de ziekte duurt,
houdt men hem in een klein kooitje en
zonder zand.
Voederen van Paarden. Zoowel het
voeder en 't water als de kribben en
drinkemmers moeten met de uiterste
zorgvuldigheid zindelijk behandeld wor
den. Het hooi moet terdege geschud en
knollen en wortels moeten van de daar
aan zittende aarde behoorlijk gereinigd
worden. Men lette er op, de haver of an
der graanvoeder steeds met een passende
hoeveelheid haksel te vermengen, opdat
de paarden hierdoor tot een behoorlijk
kauwen, fijnmalen en inspeekselen van
't voeder gedwongen worden.
Pluimhortensia's. De grootbloemige
Pluimhortensia wordt meestal gekweekt
door afleggers met groen hout, d. w. z.
de scheuten, die in 't voorjaar gegroeid
zijn, worden in Juni met de koppen naar
den grond gebogen en ingelegd, nadat
men de onderste bladeren verwijderd
heeft. In den herfst daaropvolgende zijn
ze genoeg geworteld om van de moeder
planten afgesneden en op bedden ge
plant te worden. Ook kan men ze voort-
kweeken door 't welbekende zomerstek-
ken. Br.
WEEK-END
GRONINGEN.
Van Groningen weet ik niets af. Heele
maal niets. Ik ben nog nooit in Groningen
geweest en ik heb zelfs nog nooit een Gro
ninger gezien.
En nou ga ik er wat van vertellen.
Dat" moet ik. Dat ben it verplicht. Want,
wie Groningen niet kent, kent Nederland
niet.
De Groningers zijn elim. Op groote affi
ches hebben ze die gedachte het heele land
door gedragen.
Telkens zie ik de Martinitoren van Gro
ningen en dan lees ik: Wie Groningen niet
kent, kent Nederland niet.
En dcit laat ik niet op me zitten. Dat
gaat niet. Waar zou mijn prestige blijven.
Ik ken Leiden en Antwerpen, Alkmaar
en Heerenveen en den Helder. En dan zou
ik Groningen niet kennen.
Persoonlijk is het mij een biet, of ik Gro
ningen ken of niet, maar als ze je dat zoo
maar openlijk gaan verwijten, dan moet je
er toch tegen op komen. En dan ga je zoo
stiekum bij je eigen wel eens na of je er
nou toch heusch niks van weet.
En dan merk je, dat het zóó erg nou
toch ook weer niet is. Dan weet je toch
wel wat van Groningen af.
Bij voorbeeld dat ze daar een Martini
toren hebben heb ik trouwens al gezegd,
en dat ze er zoo trotsch op zijn als een
nationaal voelend burger op een lintje.
Ik weet niet boe in Groningen de voor
naamste straat heet, maar toch weet ik
precies, hoe het daar 's avonds in die straat
toegaat. Heel veel drukte. Innig gearmde
Groningsche paartjes, wandelend naar de
bioscoop.
Want bioscopen zijn er in Groningen
ook. Dat weet ik er ook al weer van, sinds
daar een bioscoopstaking is geweest, die
heel lang geduurd heeft.
Want de Groningers zijn zeer stijfhoof
dig. Alweer een onderdeel van mijn Gro
ningsche kennis. De gemeenteraad wilde
de vermakelijkheidsbelasting verhoogen en
daar hadden de Groningers niet van terug.
De opperste Groningers gaven niet toe en
de Groninger onderdanen ook niet. Dat
bleef zoo een heelen tijd, want de onder
danen hielden koppig vol en lieten hun
bioscopen op slot, ondanks het feit, dat
verliefde Groningers dat zeer betreurden.
En toen kreeg de Groningsche belasting
ambtenaren heelemaal noppes.
En geen van beiden wou toegeven, tot
dat er eindelijk op een of andere wijze
heimelijk een einde kwam aan het conflict.
U zult moeten toegeven, dat ik eigen
lijk toch heel wat van Groningen weet.
En ik ervaar zelfs plotseling dat ik nog
veel meer weet.
Bij voorbeeld dat ze in Groningen gek
zijn op de paardensport, en dat je er te
genwoordig alleen 's nachts per nachtsnel
trein op een behoorlijke manier kan komen
en dat ze er een stuk of wat voorname
voetbal ver eenigingen hebben, waarvan Ve-
locitas de beste is, hoewel die dit seizoen
van Veendam klop heeft gehad.
En eigenlijk weet ik nog veel meer.
Maar dit ia genoeg.
Ik ken Groningen dus weL
En ik ga er dus niet naar toe.
Want 's nachts stap ik liever in bed dan
in een sneltrein en Groningen kan me
eigenlijk heelemaal niets schelen.
DANIëL.
ALS ER TWEE RUILEN
Een man, die een oud Ford je had,
Alreeds een langen tijd,
Die wou dat nare blikken ding
Toch maar zoo gaarne kwijt.
Want ook bij hém kwam 't crisisspook,
Dat zag en overwon,
Zoodat ook hij tenslotte zelfs
Geen Ford je houden kon.
En daar kwam nog iets anders bij
't Gezin dat groeide snel.
Een kinderwagen had hij niet,
Een blikken Ford je wel.
De kind'ren nu al in een Ford,
Zoo sprak hij met een zucht,
Ze moeten wel naar buiten, maar
Dan in de frissche lucht.
In een advertentie bood iemand een Ford aan ter
ruiling met een kinderwagen.
Dat hij geen kinderwagen had,
Dat was toch wel wat mal,
Intusschen stond de oude Ford
Te bibberen op stal.
„Neem jij ze mee dan in je Ford",
Zoo sprak zij met een snik.
Hij zei: „Ik ben geen reiziger
Van menschenvlëesch in blik!''
Tenslotte kwam er in de krant
Eene annonce te staan,
Wij bieden U een oude Ford
Voor 'n kinderwagen aan.
Hebt U een kinderwagen en
Daarbij in 't Fordje zin,
Dan geeft U ons de kindersjees,
U kruipt het Fordje in.
En zie tenslotte kwam er een,
De kind'ren waren groot
Die een antieke kinderkar
Voor 't oude Fordje bood.
In plaats van aan het autostuur
Duwt eindelijk Papa
Een oude kinderwagen voort
Van komma 10 P.K.
TROUBADOUR.