UIT DE RADIO-WERELD - I.E.W1.C.0. - RADIO - LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 2 APRIL 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 Programma's voor Zondag 3 April. Huizen 1875 M. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gramofoonpl. 10.15 Hoogmis uit de St. Bonifaciuskerk te Dordrecht. 12.00 KRO-sextet o.Lv. P. Lustenhouwer I.45 Gramofoonpl. 2.IC Goethe-herdenkïng. 2.30 Middagconcert. Hilversumsche Har monie o.l.v. M. Kley. 4.00 Ziekenlof. 5.00 Orgelspel. Hierna mej. Lena Bruijn. 5.20 Kerkdienst vanuit de Ned. Herv. Kerk te Katwijk. Hierna gewijde muziek. 7.45 Mej. R. Aalberse: ,,De Ohristusfi- guur in de Kunst". 8.10 Voetbaluitslagen. 8.1510.40 KR O-orkest o.l.v. J. Gerdit- sen. M.m.v. J. v. d. Woude (viool) en Fr. Boshart (piano). Oa. Vioolconcert, Men delssohn Twee Noorsohe dansen, Grieg. C.a. 9.00 Vaz Dias. 10.40—11.00 Epiloog. Hilversum 29S M. 8.15 Gymnastiekles. 8.30 Esperanto-les. 8.55 Voetbalnieuws. 9.00 Tuinbouwhalfuurtje. 9.3010.00 Gramooonpl. 10.30 Kerkdienst vanuit de Ned. Prot. Bond te Utrecht 12.00 Kovacs Lajos en zijn orkest. Tilly Tiefenthal (sopraan) m.m.v. Frankly's Golden Melody Five. 2.00 Goethe-cyclus door E. d'Oliveira. 2.30 Concertgebouw-orkest o.l.v. Dr. W Mengelberg. M.m.v. Marix Loevensohn (cello). 4.00 Fragm. uit „Die Laime des Verlieb- ten" van Goethe. Regie: Kommer Kleyn. 4.40 Vaz Dias. Gramofoonpl. 5.00 Kinderuurtje. 6.00 Concert VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. ^•6.45 Literair halfuurte door A. M. de Jong. 7.15 Vervolg VARA-orkest. 8.00 Va-z Dias. 8.15 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep. G. Hemmes (viool). Oa. Krieg-Potpourri, Urbach. 9.00 Voordracht door mr. A. W. Kamp. 9.25 Omroepsorkest o.Lv. N. Treep. M.m.v. Grethe WeynschenkHogenbirk (sopraan) en H. Viskil (tenor). Oa. uit „Die lustige Witwe", Lehar. 10.15 „'n Dienstboden vraagstuk", blij spel bew. door Dom. de Gruijter. 10.40 Vervolg Omroepsorkest. II.0012.00 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.5011.05 Tijdsein, berichten. 3.20 Reginald King's orkest. 4.05 Kerkdienst v. d. kinderen. 4.35 BBC-orkest o.l.v. Lewis. M.m.v. Eda Kersey (viool). 5.45 Dichterliebe, liederencyclus van Schumann. Herbert Heyner (bariton). 6.206.35 Lezing. 8.209.05 Kerkdienst. 9.10 Berichten. 9.25 BBC-orkest o.l.v. St. Robinson. M. m.v. J. Leggatt (sopraan). Oa. Solvejg's lied, rieg: The three Bears, Coates. 10.50 Epiloog. „Radio Paris". 1725 M. 8.05; 11.50; 12.40; 1.20—7.50 Gramofoon- 8.20 Gramofoonpl. 9.05 dito O.a. Die blauwe Mazur, Lehar en Marche miltaire, Schubert. 9.50 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 2.202.45 Harmonica-virtuozen Alex en Richard. 2.454.20 Radio-orkest o.l.v. Reesen. K. Kaysen (zang), F. Jensen (piano). 7.358.50 Opera-muiziek od.v. Grondahl Niels Hansen (zang). O.a. uit „To6ca", Puccini. „Aida" en „Othello", Verdi. 9.10 Duet B-dur, Mozart. (Cello en fagot). 9.3510.20 Concert o.l.v. Grondahl. O.a. Espana, Ohabrier; Piet Hein rhapsodie, Anrooy. 10.20—11.50 Langenberg. 473 M. 6.207.45 Concert uit 10.50 Bach-cantate. 12.201.50 Concert o.l.v. Wolf. 3.505.20 Concert o.l.v. Eyysoldt. 7.20 Werag-orkest o.l.v. Kühn. M.m.v. Mittmann (viool). O.a Albumblatt, Wa-g- ner en fragm. uit „Traviata", Verdi. 9.4511.20 Dansmuziek, door Billy Bar ton's Band. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 11.351.05 Gramofoonpl. 3.204.20 Aankomst v. d. deelnemers a. d. Wielerwedstrijd ParijsBrussel. 4.20 Concert uit Antwerpen. 5.35 Gramofoonplaten. 7.20 Opera „Madame Butterfly", Puc cini. 338 M.: 11.351.05 Kramofoonpl. 3.20—4.20 Zie 508 M. 4.20 Omroepsorkest o.l.v. Meulemans. 5.20 Gramofoonpl. 7.20 Concert o.l.v. Meulemans. 8.20 Vervolg concert. Oa. werken van de Boeck. Rome, 441 M. 7.25 Gramofoonpl. 8.05 Muziek van Franco Alfano. Hierna muziek van Mulè. 0.a. uit „La Monacella della Fontana". Hierna tot 10.15 Populair concert. Zeesen, 1635 M. 7.20 Roda Roda vertelt anecdotes. 7.50 Operetteconcert o.l.v. Bruno Seidler Winkler. Mare 104 LEIDEN - Tel. 1118 9.20 Berichten. 9.35 De Ufa-filmsterren verleenen hun medewerking ten bate van de crisis- slachtoffers. 0.a. Lilian Harvey, Willy Fritsoh, Lien Deyers. Hierna tot 11.50 Dansmuziek door Billy Barton en zijn Band. Programma's voor Maandag 4 April. Huizen 1875 M. Uitsl. N.C.R.V.-uitzending. 8.00 Schriftlezing. S.159.30 Gramafoonpl. 10.30 Ziekendienst. 11.00 Chr. Lect. 11.30 Gramofoonpl. 12.30 Orgelconcert door H v. Eek. 2.00 Gramofoonpl. 2.35 Causerie door A. J. Herwig. 3.153.45 Knipcursus. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Concert K. Hart.velt (viool), Lentz (cello) en G. Seyler (piano). 5.30 Gramofoonpl. 6.45 Causerie door A. Stapelkamp. 7.00 Engelsche les. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 60-jarig bestaan van „De Stan daard'"' in het Concertgebouw, te Amster dam, o.l.v. Min. van Staat, Th. Heemskerk. Sprekers: Prof. Dr. P. A. Diepenhorst en Dr. H Colijn, m.m.v. Chr. Gem. Koor .,J. S. Bach" en kinderkoor „De Jonge Stem", o.l.v. A J. Berkhout. Mej. A. v. d. Kwast (piano) en M. E. Bouwmeester (orgel), oa. Ave Verum, Mozart. 10.15 Vaz Dias. 10.2511.30 Symphonic in e-moll, No. 5. Dvorak (gramof.pl.). Hilversum 298 M. Algemeen programma verzorgd door de V. A. R. A. 6.45—7.00 en 7.30—7.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 9.00 Trio Willem Drukker. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voordracht Jenny van Oogen. 10.30 Vervolg Trio-concert. 11.00 Opening van de Nederlandsche Week door Min. Verschuur. 12.00 VARA-septet o.l.v. Is. EyL en gra mofoonplaten. I.45 Pauze. 2.00 Nederl. Week C. P. J. Zaalberg: De toestand van ons bedrijfsleven. 3.00 Fluitrecital door Joh. Feitkamp m.m.v. P. Tiggers (piano). 3.30 Andries de Rosa spreekt over Fransche yolksdichters. 1 4.15 Gramofoonpl. 4.30 Voor de kinderen. 5.00 VARA-eeptet o.l.v. Is. Eyl en gra mofoonpl. 6.40 Prof. W. Bonger: Het bevolkings vraagstuk. 7.00 Paedagogisch concert o.l.v. P. lig gers, m.m.v. VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 8.00 Uitzending voor de PTT. 8.15 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot, o.a. die Zitronen blü'n, Strau®z. 8.45 „Ka-tja", hoorspel van Gerekoff, bew. door Martha BelinfanteDekker. 9.30 VARA orkest, o.a. Ouvert. Maritana i Wallace en Suite Oriëntale, Popy. 10.00 M. Beversluis: Het verstaan van poëzie. 10.15 Amsterd. Solistenkwintet o.Lv. Co- hen, o.a. Frag. Le Boheme, Puccini. 10.45 Vaz Dias. II.00 Vervolg kwintetconoert, o.a. Streichholz-Wachtparade. Wehle. 11.3012.00 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.5011.05 Tijdsein en berichten. 12.20 Kate Johnston (sopraan) en het Brough-trio (viool, viola d'amore en cello). 1.05 Commodore Grand orkest, o.l.v. Mus- cant. 2.05 Kookles. 2.20 Voor de huisvrouw. 2.252.50 Gramofoonpl. 4.20 Moschetto's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Helen Perkin speelt Haydn's piano sonates. 7.10 Boekenpraatje. 7.30 Lezing. 8.20 Vaudeville, o.a. Radiokoor en BBC- dansorkest. 9.20 Berichten en lezing. 10.00 Haydnconcert. Kolisch strijkkwar- et (2 violen, viola en cello), o.a. Kaiser- kwartet in C. op. 76, No. 3. 11.2012.20 Ambroses' Blue Lyres. R a d i o-P a r i s", 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 8.20 dito o.a. Nacht, wals, Strausz. 8.50 Tooneelstuk vanuit het Odeonthea- ter. Kalundborg, 1153 M. 11.201.2Ó Concert uit Hotel Angleterre 2.304.30 Fessel s orkest. 4.305.00 Gramofoonpl. 7.208.30 Hoorspel met muziek, leiding Reesen. 9.00 Viool-recital O. Nielsen. 9.3510.30 Oostersche muziek o.Lv. Ree sen, o.a. uit Lakmé, Dclibes en Cchehera- zade, Rimski-Korsakow. Langenberg, 473 M. 6.25—7.20; 10.40—11.20 Gramofoonpl. 11.2012.10 Concert uit Stuttgart. 12.201.50 Concert o.Lv. Wolf, o.a. Tschaikowski-fantasie, Urlach. 8.35 „Hassan", hoorspel van James El- roy Flecker. Muziek van Otto Besoh. 10.0511.20 Concert uit Munchen o.Lv. Erich KIosz. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 11.351.05 Concert door Max Alexys en zijn. orkest. 4.20 Concert o.l.v. Kumps. 5.20 Gramofoonpl. 5.50 Recital door G. Pitsch. 7.20 Septet voor harp, strijkkwartet, fluit en klarinet, Ravel. 7.40 Twee dansen (harp en strijkorkest), Debussy. 8.20 Gramofoonpl. 8.25 Cabaret. 338 M.: 11.351.05 Gramofoonpl. 4.20 Concert o.l.v. Franz André. 5.20 Gramofoonpl. 7.20 Concert o.l.v. Andrö, m.m.v. Mevr. Graindorge en P. Collaer (piano-duetten), o.a. concert voor twee piano's, Bach. 8.20 Vervolg' concert o.a. Aufforderung zum Tanz, Web er. Ron 441 M. 7.35 Gramofoonpl. S.20 Concert o.l.v. Pedrollo, m.m.v. A. Cortot (piano). 9.30 Lichte muziek. Z e e s e n 1635 M. 7.20 Het Leipziger symphonie-orkest o.l.v. Adolf Wach. 8.50 „Zaubersprücke"„ „Zaubertranke", toovergedichten o.l.v. Josef Krahé. 9.35 Berichten en hierna tot 11.50 dans muziek door de kapel H. F. Henning (re- reinzang: C. Emisch). Uit de Landbouwwereld slist tegenspreken. Dikwijls» hoort men beweren, dat zij naar baar vervolgers een scherp vocht uitspuit. Ook dit is geheel onwaar. Het eenige, wat wel waar is, blijkt uit de volgende mededeeling van Dr. J. E. Rombouts: „Het is waar, dat de pad een melkachtig vocht afscheidt met haar halsklieren, maar dit vocht is niet vergiftig, tenminste, als het op de (huid van een mensch geraakt, oefent het geen schadelijke werking uit; alleen, als het met de slijmvliezen in aanraking komt, veroorzaakt het een prikkelend ge voel. Het vocht ie geen verdedigingsmid del, maar het dient de pad slechts om zich te beschutten tegen de warmte en de droge lucht. De uitwaseming door de ihuid is bij deze dieren buitengewoon groot, daarom leven ze altijd op don kere, koele en vochtige plaatsen!" We kunnen dus de pad met een goed gezind oog beschouwen. Des winters slaapt zij, evenals zoovele andere vormen der Amphibieën, onder den grond, en als ze in de lente weer te voorschijn komt, is ze vuilbruin gekleurd, om daarna langzamerhand haar roodachtig grijze kleur weer aan te nemen. Door haar lan ge vasten is ze dan zeer hongerig ge worden en telkens als de avond daalt, gaat ze er op uit, om ijverig jacht te ma ken en te azen op wormen, insecten, slak ken en ander schadelijk, kruipend gedier te. Ze verblijft dan ook het liefst in vochtige bosschen en landerijen, waar ze veel van haar gading vindt. Thomasslakkenmeel als overbemesting. Indien ik nu verschillende van mijn trouwe lezers in de oogen kon zien, dan zou ik daarin ongetwijfeld de vraag le zen: „Ge wilt ons toch niet overbemes ting met glakkenméel, dus een late aan wending van die meststof, aanraden of aanbevelen?" Inderdaad: dat wil ik, en dat moet ik, omdat wetenschap en erva ring thans zeggen, dat het goed is. 't Is hier ook alweer: „Wat ons de wijzen als waarheid verkonden, straks komt een wijzere, die 't wegredeneert". Of, anders gezegd, op elk gebied van wetenschap, geldt: „De wijsheid van gister, is de dwa ling van heden". Jaren achtereen is ons geleerd, het slakkenmeel vroegtijdig, liefst in 't najaar aan te wenden, opdat het geen schade aan de jonge planten zou doen, goed met de bouwvoor zou wor den vremengd, en het krachtdadigst zou werken. En nu? In hooge mate verras send zijn de uitkomsten van in de laatste jaren in Duitschland genomen proeven, 't Vorige jaar publiceerde K. Eckl de re sultaten met slakkenmeel bij gerst en bieten; hij 't eerste gewas op 12 Juni bij het tweede op 23 Juni uitgestrooid. In beide gevallen werd een uitstekende meeropbrengst verkregen. Op de eene verrassing volgde een nog grootere: na deze publicatie n.l. kwam Prof. O. Nolte vertellen, dat Jiij reeds in 1925 op een 7- tal proefvelden een dito ervaring had op gedaan. Die had hij echter verzwegen? Waarom? Omdat ik zie uw verbazing, ]ezer omdat die uitkomsten in strijd waren met tot nog toe opgedane ervaring. Ie dit niet een treffend staaltje, hoe ook geleerde en hooggeleerde heeren door dogma's en vooroordeelen bevangen kun nen zijn, zoodat ze de waarheid der fei ten niet kunnen of willen zien?^ Prof. Nolte had op zijn proefvelden gezien, dat slakkenmeel, in 't voorjaar gegeven, de beste uitwerking had. In de laatste 4 jaren zijn in Duitsch land een groot aantal proefvelden aan gelegd, om de werking na te gaan van slakkenmeel, over een groeiend gewas uit gestrooid, dus als overbemesting aange wend. Ziehier de uitkomsten, die zeer merkwaardig zijn. Als de werking van het vroeg gezaaide Thomasslakkenmeel op 100 werd gesteld, dan was de waarde der overbemesting met die meststof res pectievelijk 113, 121 en 131 naar gelang werd gegeven -een lichte (400 K.G.), een middelmatige (400600 K.G.) of een zwaardere bemesting (meer dan 600 K.G.) per H.A. Diecijfers zijn niet twijfelachtig. Voorts leerden die proefvelden, dat in- eggen nog betere uitkomsten gaf dan niet-ineggen. Men zegge het voort! De Pad. Een afschuwelijk beest, vin den velen. Voor nog zooveel niet zouden ze het in de hand willen nemen, want de huid scheidt giftige bestanddeelen af, vertelt men elkaar. De pad is boven dien een dier, dat het licht schuwt; dat zich bij dag ophoudt in gaten, onder steenen en vloeren, in kelders, enz. en dat, evenals de vleermuis, te voorschijn komt, wanneer het donker is geworden; ook als het een donkere lucht is, komt ze wel bij dag te voorschijn. Ook in vroe gere tijden was de pad al niet bemind: bij fantastische spookaangelegenheden en heksenprocessx speelde de pad een groote rol. Spoken en heksen hebben echter nu afgedaan, en we moet onze afschuw voor de pad trachten te overwinnen, omdat het een uiterst nuttig dier is, dat zeer veel voordeel aanbrengt door het weg vangen van allerlei ongedierte, hetwelk schade veroorzaakt aan vruchten en groenten. Hen, die durven zeggen, dat de pad vergiftig is; kunnen we ook be Zieke pooten bij vogels. De zieke pooten, welke bij allerlei kooivogels soms voorkomen, zijn meestal een gevolg van ongeschikte of vuile zitstokjes, of van te veel mest in de kooi. De voeten worden rood en ontstoken. Soms zet zich de mest in ballen aan de voeten vast, en daarop moet men steeds het oog houden. Het iï1 niet altijd te voorkomen, maar zoodra men bet opmerkt, moet men er maatregelen tegen nemen. Men maakt een beetje zeepwater of kamillenthee ge reed, en baadt daarin de pooten, tot het vuil kan verwijderd worden. Zijn de voeten ontstoken, dan moet men ze met creolinebaden behandelen. Daartoe giet men 'n theelepel vol creoline in een ge wonen koffiekop op lauw water. In dat mengsel moet men 5 tot 10 minuten de voeten houden. Men doet dit eiken dag en houdt het een dag of vier vol, waarna men de voeten inwrijft met een mengsel van Perubalsem en spiritus, half om half. Natuurlijk mag de vogel nu niet met de vettige pootjes in 't zand op den bodem der kooi loopen. Zoolang de ziekte duurt, houdt men hem in een klein kooitje en zonder zand. Voederen van Paarden. Zoowel het voeder en 't water als de kribben en drinkemmers moeten met de uiterste zorgvuldigheid zindelijk behandeld wor den. Het hooi moet terdege geschud en knollen en wortels moeten van de daar aan zittende aarde behoorlijk gereinigd worden. Men lette er op, de haver of an der graanvoeder steeds met een passende hoeveelheid haksel te vermengen, opdat de paarden hierdoor tot een behoorlijk kauwen, fijnmalen en inspeekselen van 't voeder gedwongen worden. Pluimhortensia's. De grootbloemige Pluimhortensia wordt meestal gekweekt door afleggers met groen hout, d. w. z. de scheuten, die in 't voorjaar gegroeid zijn, worden in Juni met de koppen naar den grond gebogen en ingelegd, nadat men de onderste bladeren verwijderd heeft. In den herfst daaropvolgende zijn ze genoeg geworteld om van de moeder planten afgesneden en op bedden ge plant te worden. Ook kan men ze voort- kweeken door 't welbekende zomerstek- ken. Br. WEEK-END GRONINGEN. Van Groningen weet ik niets af. Heele maal niets. Ik ben nog nooit in Groningen geweest en ik heb zelfs nog nooit een Gro ninger gezien. En nou ga ik er wat van vertellen. Dat" moet ik. Dat ben it verplicht. Want, wie Groningen niet kent, kent Nederland niet. De Groningers zijn elim. Op groote affi ches hebben ze die gedachte het heele land door gedragen. Telkens zie ik de Martinitoren van Gro ningen en dan lees ik: Wie Groningen niet kent, kent Nederland niet. En dcit laat ik niet op me zitten. Dat gaat niet. Waar zou mijn prestige blijven. Ik ken Leiden en Antwerpen, Alkmaar en Heerenveen en den Helder. En dan zou ik Groningen niet kennen. Persoonlijk is het mij een biet, of ik Gro ningen ken of niet, maar als ze je dat zoo maar openlijk gaan verwijten, dan moet je er toch tegen op komen. En dan ga je zoo stiekum bij je eigen wel eens na of je er nou toch heusch niks van weet. En dan merk je, dat het zóó erg nou toch ook weer niet is. Dan weet je toch wel wat van Groningen af. Bij voorbeeld dat ze daar een Martini toren hebben heb ik trouwens al gezegd, en dat ze er zoo trotsch op zijn als een nationaal voelend burger op een lintje. Ik weet niet boe in Groningen de voor naamste straat heet, maar toch weet ik precies, hoe het daar 's avonds in die straat toegaat. Heel veel drukte. Innig gearmde Groningsche paartjes, wandelend naar de bioscoop. Want bioscopen zijn er in Groningen ook. Dat weet ik er ook al weer van, sinds daar een bioscoopstaking is geweest, die heel lang geduurd heeft. Want de Groningers zijn zeer stijfhoof dig. Alweer een onderdeel van mijn Gro ningsche kennis. De gemeenteraad wilde de vermakelijkheidsbelasting verhoogen en daar hadden de Groningers niet van terug. De opperste Groningers gaven niet toe en de Groninger onderdanen ook niet. Dat bleef zoo een heelen tijd, want de onder danen hielden koppig vol en lieten hun bioscopen op slot, ondanks het feit, dat verliefde Groningers dat zeer betreurden. En toen kreeg de Groningsche belasting ambtenaren heelemaal noppes. En geen van beiden wou toegeven, tot dat er eindelijk op een of andere wijze heimelijk een einde kwam aan het conflict. U zult moeten toegeven, dat ik eigen lijk toch heel wat van Groningen weet. En ik ervaar zelfs plotseling dat ik nog veel meer weet. Bij voorbeeld dat ze in Groningen gek zijn op de paardensport, en dat je er te genwoordig alleen 's nachts per nachtsnel trein op een behoorlijke manier kan komen en dat ze er een stuk of wat voorname voetbal ver eenigingen hebben, waarvan Ve- locitas de beste is, hoewel die dit seizoen van Veendam klop heeft gehad. En eigenlijk weet ik nog veel meer. Maar dit ia genoeg. Ik ken Groningen dus weL En ik ga er dus niet naar toe. Want 's nachts stap ik liever in bed dan in een sneltrein en Groningen kan me eigenlijk heelemaal niets schelen. DANIëL. ALS ER TWEE RUILEN Een man, die een oud Ford je had, Alreeds een langen tijd, Die wou dat nare blikken ding Toch maar zoo gaarne kwijt. Want ook bij hém kwam 't crisisspook, Dat zag en overwon, Zoodat ook hij tenslotte zelfs Geen Ford je houden kon. En daar kwam nog iets anders bij 't Gezin dat groeide snel. Een kinderwagen had hij niet, Een blikken Ford je wel. De kind'ren nu al in een Ford, Zoo sprak hij met een zucht, Ze moeten wel naar buiten, maar Dan in de frissche lucht. In een advertentie bood iemand een Ford aan ter ruiling met een kinderwagen. Dat hij geen kinderwagen had, Dat was toch wel wat mal, Intusschen stond de oude Ford Te bibberen op stal. „Neem jij ze mee dan in je Ford", Zoo sprak zij met een snik. Hij zei: „Ik ben geen reiziger Van menschenvlëesch in blik!'' Tenslotte kwam er in de krant Eene annonce te staan, Wij bieden U een oude Ford Voor 'n kinderwagen aan. Hebt U een kinderwagen en Daarbij in 't Fordje zin, Dan geeft U ons de kindersjees, U kruipt het Fordje in. En zie tenslotte kwam er een, De kind'ren waren groot Die een antieke kinderkar Voor 't oude Fordje bood. In plaats van aan het autostuur Duwt eindelijk Papa Een oude kinderwagen voort Van komma 10 P.K. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6