BISSCHOPPELIJK BESLUIT
MEISJES-GYMNASTIEK.
VRIJDAG 1 APRIL 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 3
Wat is de bedoeling? Hoe
is de toestand in Leiden.
Uit verschillende omstandigheden blijkt
mij de noodzakelijkheid om een en ander
to publicecrcn over het jongste besluit van
Zijne Hoogw. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent
in zake de Graal en do mcisjes-gymnas-
tiekbeweging in het Huarlemsche Diocees
in het algemeen en in Leiden in het bij
zonder.
De opzet, 0111 de geheelo verzorging van
de schoolvrije vrouwelijko jeugd te stellen
onder leiding van één centrale jeugdorga
nisatie, zal, vooral wanneer de algomeeno
leiding berust bij religicusen, door allen
worden toegejuicht.
Een uitzondering maken voor do R.-K.
Sportbeweging, bedoelde hier bijzonder de
meisjes-gymnastiek, zou oogenschijnlijk ge
grond zijn. Oogenschijnlijk, want:
het is toch niet het meest ideale inzicht
onze Roomsche Sportbeweging te beschou
wen als een amusementsgelegenheid voor
de jeugd, óf geen diepere verwachting van
de R.-K. Sportbeweging te koesteren, dan
dat ze onze jeugd technisch bekwaamt en
tot successen en prestaties voert.
Ik wil onmiddellijk toegeven, dat er
mooi werk wordt geleverd, wanneer we
onze jongens en meisjes, door ónze be
weging te propagceren, van verschillende
gevaren van een neutrale beweging
terughouden.
Maar, we hebben dan nog geen ander
dan n e g a t i e f werk geleverd. Er is
meer te doen.
Kunnen wij het gelukkig-steeds-uit-
groeiend-leger van Katholieke sporters
niet iets positiefs geven En hier
komen wij aan het kardinale punt: o n z o
Roomsche sportbeoefening
is, zuiver bekeken, een
middel tot, een dien end ele
ment, een stuk opvoeding.
Ik behoef niet te betoogen, dat we met
geheel onze jeugdopvoeding slachts aan
vul I end staan ten opzichte van de
eerste opvoeders, de ouders van de kin
deren, dus óók met de sportbeweging.
Vroeger bekeek men, (maar die idee is
gelukkig reeds jaren prijsgegeven), onze
geheelo R.-K. jeugdbeweging als noodza
kelijk om gevaren te onderscheppen en te
verwijderen en was men tevreden niet
negatief te werken; het positief opvoeden
is thans de hoofdschotel bij de besprekin
gen op de vorgaderingen van onze jeugd
beweging.
Staan wo in de Sportbeweging nog ach
ter
Mon zou hot werkelijk soms gelooven.
Wat geven onze sportvereenigingen
voor positief voordeel aan do haar toever
trouwde jongeren
Ik erken met groote voldoening, dat de
laatste jaren ook in de sportbeweging een
prachtige wending ten goede valt te con-
stateoron en ik begrijp volkomen, dat in
sportvereenigingen zoo makkelijk aller
eerst gelet wordt op lichamelijke kwali
teiten en prestaties. Ook begrijp ik volko
men, dat het opvoeren daarvan met com
petitie- of medaille- of wedstrijdprikkel
noodig is om de beweging en den geest
onder de sporters warm te houden, maar.,
ik zou toch op de allereerste plaats willen
erkend zien, .hetgeen onze Kaholieke prin
ciepen ons leeron over do verhouding van
ziel en lichaam,
dat n.l. do ziel voornamer is dan het
lichaam,
dat lichaamscultuur (niet ongunstig
bedoeld) ver op den achtergrond staat
tegenover zielverzorging.
èn dat wij Katholieken niet in onze
handen klappen om de prestatie op eenig
sportgebied, wanneer de ziel onverzorgd
is, verwaarloosd of benadeeld,
dat wij Katholieken de R.-K. Sport
beweging alleen principieel kunnen steu
nen, wanneer de training en dc successen
ondergeschikt staan aan en zelfs beoogen
de vorming van karakter, wil enz.
Boeten daar de prestaties bij in??
Ik ontken dit ten BtorksteLaat de
neutrale beweging een en ander kunnen
opvoeren met allerlei aantrekkelijkheden
voor de jeugd, (laat ons misschien een en
ander als ondeugdelijk moeteu uitscha
kelen, wat zij als prikkel gebruiken), ik
heb nog vertrouwen genoeg in onze Room
sche sporters, dat ze volbloed, enthousias
te en kranige sporters kunnen zijn in een
principieele Katholieke beweging, dat de
prestaties er niet onder behoeven te lij
den, ja, dat zelfs de prestatie® beter kun
nen zijn, omdat wij veel schooner en ver
hevener stimulans kunnen aanwenden
(naast andere meer of minder goede), de
mooiste, die cr bestaat,, de Katholieke
zaak. Daarvoor wil, als we er maar genoeg
van laten voelen en begrijpen, onze jeugd
zich nog wel tot het uiterste inspannen
Na deze principeelo uiteenzetting lijkt
mij bet begrijpen van de Graal-gymnastiek-
kwestie veel makkelijker!
Mgr. Aengenent bepaalde: (en wie zal
Hem dat recht ontzeggen, of liever, wie
zal niet uiterst dankbaar zijn, dat Mgr.
zich zóó intens voor de opvoeding van de
jeugd interesseert?) voor de vrouwelijke
schoolvrije jeugd zal in het vervolg worden
zorg gedragen door do Vrouwen van Na
zareth in Graalorganisatie.
Daar ook de Katholioko Sportbeweging
een deel is (of moet zijn) van de opvoeding
van het meisje, ressorteert uiteraard ook
de meisjes-gymnastiek onder do Graal.
Kon deze consequentie misschien vroe
ger aangevallen worden, een goed begrij-
per van de Kath. Sportbeweging zal zich
er reeds bij hebben neergelegd en be
hoefde het onlangs gepubliceerde besluit
van den Bisschop niet af te wachten. Be
doeld besluit maakt verdere discussies
eenvoudig onmogelijk en ontoelaatbaar.
Iets anders is, of door de vereenigings-
besturen met de Graal geconfereerd kan
ivjjze van overgaan.
worden over de
Uiteraard
Monseigneur geeft in Zijn laatste be
sluit aan, dat het vanzelf spreekt, dat de
overgang in gemeenschappelijk overleg
geleidelijk moet plaats hebben.
Misschicn(?) dat in het begin van de
„kwestie"' in Leiden deze zoo begrijpelijke
gedragslijn niet altijd is gevolgd maar
in November 1931 is dan toch door do
Graal bij monde van mij, als geestelijk ad
viseur, met de Sportcommissie en de ver
schillende besturen der meisjes-gymnas-
tiekverecnigingen contact gezocht en ver
klaarde do Graal zich bereid voor iedere
conferentie en iedere bespreking over do
wijze van overgaan, als de vereenigings-bo-
sturen zich eerst maar neerlegden bij het
Bisschoppelijk Besluit en wildon over
gaan. (Besprekingen waren immers over
bodig, wanneer de besturen weigerachtig
bleven tegenover het Bisschoppelijk Be
sluit Toezeggingen werden toen reeds
door de Graal gedaan wat betreft: contri
buties, schulden, clubverband, leeraren, lo
kalen, uren, costumes, kleuterclubje enz.
Deze toezeggingen werden door mij
vooeedragen in dc R.-K. Sportcommissie,
in het voltallige bestuur van „Klimop"',
aan een bestuurslid van „Urlo" en aan
2 bestuursleden van Jeanne d'Arc, na am
pele besprekingen.
De Graal heeft dus het contact met de
vereenigingen weer opnieuw gezocht en.,
mochten de bestuurderen zich door een
eerste optreden onaangenaam getroffen
voelen, de Graal maakte in ieder geval
door dc soepele toezeggingen haar eerste
optreden voldoende goed en zouden de
besturen, wanneer zij zich principieel aan
do beslissingen van den Bisschop hadden
onderworpen in het belang van de hun
toevertrouwde meisjes en do Kath. zaak,
deze toezeggingen niet zonder meer naast
zich hebben moeten leggen, maar het aan
geboden contact met de Graal hebben
moeten accepteeren.
Om welke redenon dat niet gebeurd is,
is mij niet duidelijk. Ik kan slechts gissen.
Minder gunstige gissingen wil ik liever
niet uiten; ik neem alleen deze twee: óf
de voreenigingen bleven verlangend uit
zien naar een hen steunende uitspraak van
den D.HG.B. (di. Dioc. Haarl. Gymnas
tiek Bond), die intusschen reeds officieel
het besluit van Monseigneur had ontvan
gen, dat n.l. de meisjesgymnastiek onder
de Graal zou ressorteeren en niet meer on
der den Bond. (Een afwachten van het
standpunt van den Bond was dus overbo
dig, omdat de Bond eenvoudig geen er
kende Katholieke Bond zou zijn, wanneer
hij zich zou verzetten tegen den Bisschop)
óf (en misschien voel ik voor deze gissing
inderdaad ook wol iets) vele meisjes zou
den naar de neutrale beweging overgaan.
Maar: lo. wie had daarover de verant
woording? de Bisschop.
Mgr. na in die volle verantwoordelijk
heid op zich.
2o. Zou dat verlies werkelijk zoo groot
zijn geweest, wanneer de besturen zich
eendrachtig en krachtig hadden ingespan
nen om de meisjes, die precies hetzelfde in
haar vereenigingen zou geboden zijn, in
de goede richting to bewerken 1
3o. Do elementen, die zouden zijn over
gegaan naar de neutrale vereenigingen,
waren die in onze Kath. vereenigingen
werkelijk (zooals toch behoort!) princi
pieel Kath. georganiseerde leden?
Ik donk er het mijne van!
Hoe de stand nu is?
lo. Jeanne d'Arc, Klimop en Urlo zijn
geen erkend Kathol, vereenigingen meer
en heb ik mij, op aanwijzing van Mon- 'j
seigneur, als Adviseur teruggetrokken van
Jeanne d'Arc en Klimop, zooals ook de
Adviseur van Urlo moest doen. De drie
genoemde vereenigingen hebben dus geen j
Geestelijk Adviseur meer en kunnen en
mogen zich niet meer aandienen als I
Roomsch Katholiek.
2o. De R. K. Commissie voor Lichame
lijke Opvoeding in Leiden en de R. K.
Sportpropaganda-commissie stellen zioh
op het standpunt van de 3 bovengenoem
de vereenigingen, tegen bevel van den
Bisschop in, zijn dus ook geen erkend Ka
tholieke vereenigingen meer en heb ik
mij alB Geestelijk Adviseur teruggetrok
ken. U gelieve, geduldige lezeres of le
zer, goed te begrijpen, dat de R. K.
Sportcommissie niet meer als R. K. be
staat, dat ze als-de-Katholieke-sport-in-
Leiden-propagecrend niet meer kan op
treden en ook niet als zoodanig gesteund
kan worden.
3o. De R. K. Athletiekvcreeniging „d e
Bataven", de 11. K. Voetbalverecniging
„L e i d e n" en de R. K. Athletiek- voet
bal- on wandelsportvereeniging „Rood
W i t" hebben zich uit de Sportcommissie,
waar zij door hun voorzitters vertegen
woordigd waren, teruggetrokken en staan
nu op zichzelf als erkend Katho
lieke vereenigingen met Geeste
lijk Adviseur.
Wat ik nu verwacht?
lo. Dat vele bestuurderen van de 5
niet meer erkende vereenigingen zullen
inzien, dat zij, na zoolang de R. K. Sport-
boweging met zooveel moeite te hebben
voorgestaan, nu hun eigen werk niet moe
ten stukmaken.
2o. Dat vele bestuurderen van de 5
niet meer erkende vereenigingen eens
rustig zullen nadenken over hun verant
woordelijkheid als zij zonder Geestel. Ad
viseur moeten blijven werken èn over hun
verantwoordelijkheid tegenover de leden
van hunne vereenigingen, aan wie zij toch
als opvoeders allereerst onderdanigheid
moeten leeren tegenover het Kerkelijk ge
zag en Bisschoppelijke besluiten.
3o. Ik verwacht, dat zeer vele princi
pieele ouders hun kinderen uit do niet
meer erkende Katholieke vereenigingen
zullen terugnemen èn zeer vele leden dier
vereenigingen haar lidmaatschap zullen
opzeggen, omdat bij hen principieele or
ganisatie ook in sport (ik zou willen zeg
gen „j u i a t" in de sport, omdat sport
toch ook wil en moet opvoeden!) op de
allereerste plaats staat.
4o. Ik kan namens het Graalhoofdbe-
stuur toezeggen, dat de Graal al het mo
gelijke zal doen om die uitgetreden meis
jes hetzelfde te bieden als ze nu ontvin
gen in hare vereenigingen en dat niemand
gedwongen zal worden volledig graallid
te worden.
5o. Ik verwacht voor do vereenigingen
„de Bataven", „Leiden" en „Rood Wit"
een sterke vooruitgang. Deze vereenigin
gen hebben zioh (en er zitten voor deze
vereenigingen toch werkelijk ook moeilijk
heden aan vast!) door deze gehcele zaak
als principieele vereenigingen laten zien
en verdienen dus de sympathie van
Roomsch Leiden.
Die sympathie zal zich moeten uiten:
a. in een veel grootere moreele steun,
b. in een veel grootere financieele
steun, en
c. in het zich-bereid-verklaren van ver
schillende vooraanstaande Katholieke hee-
ren om zitting te nemen in een nieuwe
R. K. Commissie voor Lichamelijke Op
voeding in Leiden om de Roomsch Kath.
Sportbeweging in Leiden aan te wakke
ren en als Centraal lichaam leiding te
geven.
(Verschillende namen heb ik reeds ge
noteerd, anderen hoop ik dezer dagen
persoonlijk uit te noodigen!)
Rest mij nog tenslotte mijn spijt uit
te drukken over het feit, dat de heeren
en dames-bestuursleden deze principieele
kwestie niet meer principieel hebben be-
handold en tegen mijn herhaald advies in
deze houding is aangenomen.
De meening, alsof een mooie beweging
moedwillig werd etukgemaakt scheen
te hebben postgevat, terwijl dat toch
nooit de bedoeling- kon zijn, nóch va®
Monseigneur, nóch van de Graal, nóch
van mij, die nog zeer veel hoop te mo
gen werken en te bereiken in een prin
cipieele Roomsch Katholieke Sportbewe
ging in Leiden.
H. J. BANGERT,
Geestel. Adv.
P.S. Tot mijn grooto vreugde mocht ik
van Monseigneur vernemen, dat vier hec-
ren, de Sportcommissie vertegenwoordi
gend, door Zijne Hoogwaardige Excellen
tie in audiëntie zijn ontvangen en be
weerd hebben dat zij zich altijd hadden
neergelegd bij het Bisschoppelijk besluit
en nu alleen eenigen tijd uitstel wilden
vragen. Een half jaar uitstel om over te
gaan werd door Monseigneur geweigerd,
do kans op een maand tusschenruimto
werd door Monseigneur overgelaten. Het
gaat dus ook voor de vereenigingen om
enkele weken.
De Graal zal Maandagavond een en
ander publiceeren over het overnemen
van lokalen, leeraars enz. enz. Ik ver
wacht nu tenminste, nu de heeren van
de Sportcommissie zich principieel tegen
over Monseigneur vóór Zijn besluit en
overgaan naar de Graal hebben uitge
sproken, dat zij die houding zullen vol
houden.
Jammer, dat dit laatste zoo laat komt
en het R. K. van do Sportcommissie en
Sportpropaganda-commissie met den G.
Adv. vervallen was.
We gaan nu met moed werken aan een
stoere R. K. Sportcrmmissie, waarover
Monseigneur mij wilde schrijven: „Van
ganscher harte schenk ik mijn zegen over
do pogingen van u en allen, dio u helpen
om tot een nieuw echt Katholieke Cen
trale te komen".
H. J. B., pr.
Financiën en Economie
LEIDSCHE EXPLOITATIE MIJ. VAN
ONROERENDE GOEDEREN.
Vergadering van 6 en 6.5 pet.
obligatiehouders. Vóór
Maandagmiddag moet beslist
worden over een moratorium.
In vervolg op de reeds deze week hier
ter stede en te Amsterdam gehouden ver
gaderingen werd gistermiddag ten kantore
van de N. V. Leidsche Exploitatie Mij. van
Onroerende Goederen een vergadering ge
houden van houders van obligaties der 6
en 6.5 pet. Obligaties van genoemde maat
schappij.
Op deze vergadering was vertegenwoor
digd 34.500 van het 46.000 groot-aan-
deolen kapitaal.
De vergadering werd gepresideerd door
mr. G. H. E. Nord Thompson, doch alvo
rens deze de vergadering opende vroeg een
der obligatiehouders, de heer de Gier,
•waarom hij geen oproep tot deze vergade
ring had gehad. Dit had zijn achterdocht
gewekt en hij was van meening, dat men
hem er buiten wilde houden, doch hij zei-
de zich niet voor kwajongen te laten ge
bruiken.
Mr. Nord Thompson antwoordde, dat
dit op een misverstand berustte en dat
deze niet-oproeping een gevolg was van
het feit, dat de heer de Cler niet. als obli
gatiehouder stond ingeschreven.
Mr. Nord Thompson deelde vervolgens
mode, dat in een Woensdagmiddag ge
houden vergadering was besloteu voor te
stellen aan de 6 pet. obligatiehouders zich
te onderwerpen aan de besluiten van de
Dinsdag te Amsterdam gehouden vergade
ring. In deze vergadering was spr. en de
heer Kort aangewezen om dc
der obligatiehouders te behartigen, terwijl
door de 5.5 pet. obligatiehouders boven
dien nog was aangewezen do heer Paar-
delcooper.
Daaraan was voorafgegaan de mede-
deeling, dat mr. de Haan niet in aanmer
king kon komen voor lid der commissie,
wijl de Amsterdamscho vergadering van
meening was, dat aan iemand, die voor
een achterstallige rentesohuld van een
400.— het faillissement der Mij. had aan
gevraagd, moeilijk do behartiging van aller
belangen kon worden opgedragen, wijl
hij zich aldus uitgesproken voor een per
soonlijk belang van één obligatiehouder
interesseerde.
De te Amsterdam benoemde commissie
wil de belangen van alle crediteuren ge
lijkelijk behartigen, maar dan moet een
practisch werk gedaan worden en in dit
verband noemt spr. als eerste punt de
onmiddellijke onderhandeling met de Rot-
lerdamsehe Bankvereeniging. Tegen he
denmorgen was een conferentie met de
directie Robaver vastgesteld, doch alvo
rens de commissie ging onderhandelen,
moest zij weten of de 6 pet. obligatie
houders genoegen nemen met een morato
rium tot 1 Januari 1933, Stemt men daarin
toe, dan blijft er een winstmarge van
600.000 boekwaarde. Geschiedt dit niet,
dan ligt de L. E. M. V. O. G. in elkaar,
dan is een faillissement onvermijdelijk,
dan krijgen noch obligatiehouders, noch
aandeelhouders een cent.
De heer de Cler betoogt, dat obligatie-
houders eigenlijk geen keus meer hebben
in het al of niet verleenen van het mora
torium, wijl er niets anders' te doen staat
dan het te verleenen.
Verder merkt hij op, dat de voorzitter
vergeten heeft mee te deelen, dat de hy
potheekbanken bij royementen toestem
ming van obligatiehouders zullen eisohen.
Hierna vroeg mr. de Haan het woord
voor een persoonlijk feit. Inderdaad heeft
hij het faillissement der L. E. M. V. O. G.
aangevraagd voor een achterstallige rente
van 450, omdat,zijn cliënt eerst na beta
ling van dat bedrag op gelijken voet kwam
te staan met overige obligatiehouders.
Op de Amsterdamsche vergadering toch
is niet gezegd, dat do heer Bredius de
eenige persoon was, die niet voldaan was.
Enkele aanwezigen keurden het mede
af, dat het faillissement voor een bedrag
van 450 was aangevraagd. Er was geld
geleend moeten worden om aldus van het
faillissement af te komen.
Mr. de Haan: Indien die 450 niet be
taald kon worden laat dan de L. E. M.
V. O. G. maar duikelen
Mr. Nord Thompson was het hiermede
niet eens, omdat de liquidatiemiddelen
groot genoeg kunnen zijn, zonder dat er
op een oogenblilc voldoende contanten aan
wezig zijn.
Spr. betoogt verder, dat indien de obli
gatiehouders het moratorium niet verlee
nen de consequenties daarvan aanvaard
moeten worden.
Hierna kwam de dirocteur, de heer Van
Zijp, ter vergadering, waarop de heer de
Cler opstond om te vertellen, dat hij be
halve als obligatiehouder hier mede aan
wezig is als adviseur van de directie, wie
hij zijn steun heeft toegezegd.
Spr. zegt voorts, dat cr wel geld aanwe
zig was voor betaling van 450. De heer
Kort had met spr. een afspraak ge
maakt, dat hij (spr.) zou foumeeren, indien
zulks noodig was. Echter was de heer Kort
van meening, dat mr. de Haan genoegen
had genomen met een uitstel tot Paschen.
Daarna was de heer Kort naar het
buitenland gegaan.
Mr. de Haan blijft erbij, dat, indien er
geen geld is, het faillissement moet wor
den aangevraagd.
De heer Walenkamp zegt, dat hij het
geweest is, die zeide, dat mr. de Haan
niet in de commissie thuis hoorde.
Spr. begrijpt niet, hoe mr. de Haan om
450 de heele maatschappij ten gronde
wil laten gaan.
De heer v. d. Spek, als gemachtigde
voor een obligatiehouder optredend, wilde
alsnog mr. de Haan in de commissie be
noemd zien.
Mr. de Haan: „In de gegeven omstan
digheden stel ik daarop niet in het min
ste prijs".
De voorz. wijst dan nogmaals erop, dat
het moratorium moet verleend worden.
Komt het hiertoe niet, dn zijn alle obliga
ties waardeloos. Er is geweldig periculum
in mora; we kunnen geen dag meer af
wachten. Iedere dag vertraging kan nood
lottig worden.
De heer de Clor vraagt, of de rente met
Juni betaald zal worden, indien geen mo
ratorium wordt verleend. Het dreigen met
faillissement door advocaten aoht spr. van
geen waarde. Allen trekken bet toch
weer in. Het advocatenkantoor is tegen
woordig een incassobureau geworden.
Bovendien: we hebben niets te vorde
ren op het oogonblik en het moratorium
wordt toch niet verleend!
Mr. de Haan: „Voorzitter, we dwalen
af!"
Mr. de Haan wijst dan op de grooto te
genstrijdigheid van belangen tusschen
obligatiehouders en directie en raad van
commissarissen. Als do commissie zich
niet volkomen onafhankelijk stelt tegen
over directie en commissarissen zal zij
niets in het belang van crediteuren kun
nen doen.
De voorzitter: de oommissie heeft niets
anders op het oog dan de belangen van
crediteuren. Zij zal niet schromen directie
en commissarissen persoonlijk aansprake
lijk te stellen, indien zulks moet geschie
den.
De leden der commissie kunnen zich
niet persoonlijk aansprakelijk stellen voor
de financieele gevolgen. Zij zullen echter
alles aanwenden, om de maatschappij
liquide te maken.
Voorts vraagt mr. Thomson zich af, of
een directeur, die een adviseur heeft, wel
gehandhaafd kan worden.
De heer de Cler: Ook commissarissen
hebben een adviseur benoemd. Obligatie-
houders kunnen volgens de statuten nets
doen. De Mij. liquide maken is niet hun
taak, maar die van de directie.
Spr. vraagt voort®, dat de commissie
geen enkele bevoorrechting van een of
nderen obligatiehouder zal toelaten.
Mr. Nord Thompson: Dat is een insi-
nuat ie.
Mr. do Haan betoogt, dat hij de com
missie geen enkele opdracht wil verlee
nen.
Ook de heer v. d. Spek is niet bereid
tot het verleenen van een moratorium om
dat in de vergadering van obligatiehouders
iomand in de oommissie is benoemd, dio
daarop geen recht had, omdat hij geen
obligatiehouder was.
Mr. Nord Thompson: Wilt u daarop de
Maatschappij laten struikelen?
Na eenige discussie wordt dan goedge
vonden, dat de heer de Cler, als adviseur
van de directie, alle transacties zal moe
ten goedkeuren en die ter kennis brengen
van de 6 pet. obligatie houders. Is er ver
schil van meening, dan zullen obligatie
houders eerst gehoord moeten worden.
Ook onder deze voorwaarden gaan dc
heeren mr. de Haan en v. d. Spek niet ac-
coord met het moratorium. Zij wenschen
eerst inzage van het accountantsrapport,
om naar aanleiding daarvan te besluiten.
De heer Kort: (commissie van beheer
en adviseur van commissarissen): Indien
het faillissement een feit wordt, ligt de
schuld daarvan aan al dat gepraat. We
vergaderen den heelen boel kapot.
Mr. Nord Thompson komt dan met een
mededeeling ter tafel om onderhandelin
gen met de N.V. Gemeenschappelijk
Eigendom te Den Haag, inzake het over
nemen van het Haagsch bezit der L. E.
M. V. O. G.
Na eenige discussie wordt besloten deze
transactie goed te keuren.
Over het voorgestelde moratorium werd
nog geen beslissing verkregen, daar de
heeren mr. de Haan en v. d. Spek (samen
vertegenwoordigend J 31.000 van het 6 pet.
eb 1 igatiekapitaal) eerst het rapport wen
schen in te zien.
Bepaald wordt, dan, dat voor Maandag
middag 12 uur het. antwoord pioet zijn in
gekomen.
Hierna werd dc vergadering gesloten.
UIT DE OMGEVING
TER-AAR.
Kiesvereeniging. In het eafé van den
heer Verhoef werd deze week een leden
vergadering van de R. K. Kiesvereeniging
gehouden. Aanwezig waren 47 leden.
De voorzitter, de heer W. Togni, opent te
half acht de vergadering met den Chr.
groet, heet de aanwezigen welkom, consta
teert vervolgens dat d«? opkomst nu niet
zoo schitterend is, oorzaak misschien het
minder gunstige weer, en het weinig aan
trekkelijke van de agenda. Doch spr. vraagt
aller medewerking tot het aangename af
werken van de agenda en verdere bespre
kingen.
Daar de secretaris, de heer H. Markman,
door ziekte verhinderd is, werden de no
tulen voorgelezen door den heer Al'b. Vork.
Onveranderd werden deze vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat hij Mevr.
Post-Uiterweer van Hofwegen heeft be
dankt voor betgeen zij heeft gedaan voor
de R. K. Kiesvereeniging.
Het volgende punt van de agenda n.l.
Bespreking wijziging Kiesreglement 1927
voor Tweede Kamerverkiezing nam nog al
eenigen tijd in beslag. De voorzitter heeft,
het Reglement van a tot z doorgelezen met
nog de noodige toelichting. Door niemand
werd eenige op of aanmerking gemaakt,
waarna de agenda aldus werd goedgekeurd
en vastgesteld.
Bij de rondvraag wenschte de heer J. Eg
berts, dat onze Raadsfractie rekening zou
houden met de groote gezinnen en de heer
H. Egberts wilde weten, of die „zaak" van
de verspreiding van pamfletten, waarover
in de vorige vergadering gediscussieerd is,
al opgelost is.
De voorzitter antwoordt, dat het bestuur
van de Kiesvereeniging den persoon ach
terhaalt heeft, van wie die pamfletten af
komstig waren. De heer C. Markman stelde
voor deze persoon bekend te maken. De
voorzitter deelt mede van wien zij afkom
stig waren.
De heer v. Wijk had een uitvoerige rede
natie over tegemoetkoming van kosten in
het vervoer van zijn kinderen naar de 'Rf. K.
School, naar aanleiding van een verzoek
schrift, dat hij gericht had aan den Raad.
De heer Jac. Valentijn-diende van repliek.
Niets meer aan de orde zijnde, ging de
voorzitter over tot sluiting, hoopte dat het
gekonkel en „gekift" nu eens uit moge
zijn, en dat wij altijd een eerlijke politiek
mogen voeren tot bloei van onze R. K. Kies
vereeniging. Hierna werd de vergadering
op de gebruikelijke wijze gesloten.
N00RDWIJKERH0UT.
Uitvoering. Op 4 en 5 April a.s. zal do
„K.J.M.V." alhier, in de zaal van Mej. de
Wed. J. L. Brania een groote propaganda-
uitvoering geven, des avonds om half 8 uur.
Het programma luidt als volgt:
1. Opening door den voorzitter 2. Bonds
lied; 3. Blijspel: „De hoed van Italiaanscli
stroo" in 5 bedrijven.
Tusschen de bedrijven en gedurende de
pauze zal een strijkje de gezelligheid ver-
Hinderwet. Door B. en W. alhier is
aan de N.V. Petroleum Mij. „Purfina", ge
vestigd te Rotterdam, vergunning verleend
tot het plaatsen van een benzinepomp op
het perceel bij de garage van den heer L.
Meeuwenoord, aan den Zeeweg, alhier.