DE ONBEZETTE PLAATSEN AGENDA DONDERDAG 31 MAART 1932 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 „KAMERADSCHAFT". DE ROEP OM VREDE. Een prachtig vredeswerk. Over eenige dagen zal hier in Leiden, de film „Kam e rads chaft" worden ver toond. Dit feit is een gebeurtenis van beteeke- nis en de beteekenis van dit feit i6 hierin gelegen, dat er tot nog toe zoo goed als geen film is aan te wijzen geweest, die zooveel gaf, als „Kameradschaft" geeft, die het positief goede zóó propageerde en die niet alleen goed was, omdat zij er op meer of minder bijzondere wijze er op wees wat door de menschheid moest wor den nagelaten. Ik wil duidelijker zijn. Ik denk aan do vele goede en slechte oorlogsfilms. Goed in zooverre zij er in slaagden ons als kunstwerk te bekoren en ons tevens een afschuw in te prenten, te gen die menschenslachting, een afschuw, die wij allemaal zóó lang al hadden, als de wereldoorlog voorbij is. Slecht in zoo verre zij als kunstwerk mislukten en ons dus alleen maar een reeks foto's met af schuwelijkheden lieten zien, die ons bij tijden walgen deden. Dat was allemaal maar negatief werk, of het goed was of slecht. Dat brak af, dat probeerde te sloopen en vernietigen een idee, dat nu, ondanks Volkenbond en ontwapeningsconferenties, altijd nog tast bare werkelijkheid blijkt te kunnen wor den, het idee van den oorlog, den oorlog tusschen menschen. Maar het gaf niets. Het bouwde niet op. Het gaf de richting niet aan, waarin den menschheid gaan moest om dit te be reiken: Nooit meer oorlog. Er werd een open deur ingetrapt, een deur, die wel open moest, maar ook in het hart van verreweg de meeste menschen reeds open was. Slechts het doel werd gegeven, maar het middel niet. Dat waren anti-oorlogsfilms. Dit is de film van de vrede. Dit is de eerste stap omhoog. „Kameradschaft" iB een film met een positieve strekking, met een kreet om vrede. Waar oorlog verbittering brengt., haat, doodelijke haat tusschen de menschen van twee landen, daar brengt „Kameradschaft" vreugde, verbroedering. Er zijn geen grenzen tusschen landen, want de bergen en de vlakten zijn het zelfde aan beide zijden en aan beide zijden roept het kind om zijn moeder al is ook met een ander woord. En tusschen de menschen, die wonen aan weerszijden van de grens groeit de menschelijkheid. Als de dood loert bij een ramp zijn zij geen Fran- schen meer of Duitschers. Dan zijn zij menschen. Dan is er de liefde tot den evenmensch, de naastenliefde, die zich tijdens de ramp uit in hulp met voortdurend gevaar voor eigen leven en na de ramp, als alles voor bij is luidruchtig met oogen, die fonkelen van blijheid en een forsche greep van handen. Die ramp is de basis van dit eenvoudige verhaal. Ik kan u dat verhaal ge ruste lijk vertel len, zonder de bekoring der film daardoor vooraf bij u te verminderen. Want hoe sober ook het verhaal, de film zelf is het. die het doet. Aan weerszijden van de grens liggen mijnen, in het Franscbe gebied en in het Duitsche. Het is na den grooten wereldoorlog. Daar werken menschen in die mijnen. In hun leven en in hun werk zijn die men schen hetzelfde, maar tusschen beiden is de rivaliteit als overblijfsel van den oorlog, waarin zij streden tegen elkander. Deze rivaliteit uit zich bij het passee- ren der grens, uit zich in dansgelegen heid, waar een Fransch meisje zitten blijft als een Duitscher haar ten dans noodt. Maar op een morgen komt het bericht, dat er een ongeval is gebeurd in de Fran sche mij-n. Daar liggen nu mijnwerkers te sterven, afgesloten van de wereld rondom. Nu ontwaakt de menschelijkheid. De ri valiteit is weggevaagd, de veete bestaat niet meer. En er is een Duitscher, die voelt en niet denkt, en die zegt, dat hij de Fran- schen zal gaan helpen en hij roept vrij willigers op om met hem mee te gaan. In vrachtauto's trekt de Duitsche reddings brigade, volledig uitgerust de grens over, zonder zich om de grensformaliteiten te bekommeren. Zij dalen af in de mijn en we beleven de mijnramp in al haar verschrikking. Gangen storten in, de mijnwerkers be delvend, die angstig uitzien naar een flik kering van hoop, naar een mogelijkheid van redding. Ontploffingen zijn er en vlammen en wanhopige menschen. Onversaagd zetten de Duitschers hun reddingswerk voort, en na eindeloozen, zwaren arbeid slagen zij er in de levenden naar boven te brengen. En als het leed geleden is, dan is er feest. Dan is de verbroedering volkomen. Dan is er muziek en waaien er vlaggen. De Duitsche vlag en de Fransche. Dan staat er een jonge Fransche mijnwerker, met wuivende haren enthousiast te rede voeren met woorden van hulde en dank. De Duitschers verstaan bet niet en we ten toch wat hij zegt. En een Duitscher antwoordt. En in de wind, die wegdrijft de wolken van haat en de vlaggen ineen doet waaien breekt daar los het ontroerende feest van menschenliefde. Wat een prachtige vondsten heeft Pabst gedaan in dit sobere vertelsel. Wat een spanning in sommige tafereelen. Eerst het taferel in het dorp, als de mijnramp bekend wordt. Haastige voeten gaan door de straten. Eerst langzaam, el kaar nog vertellend, dan vlugger. Allen rennen en het gestap weerklinkt in steeds DE SPAANSCHE MISSIE IN HET H. LAND. (Van onzen bijzonderen Spaanschen correspondent) MADRID, 34 Maart 1932. Welgeteld zijn er op het oogenblik 173 plaatsen aan instellingen van middelbaar onderwijs vacant als gevolg van de uitwij zing der Paters Jezuieten, en de Regee ring plaatst geen oproepingen van can- didaten. Hier en daar heeft men in de vacatures voorzien, en daarbij flink in zijn zak getast, maar de rest blijft open. Toch is het hier niet alleen een geld kwestie. Ware d&t zoo, dan zou de Regee ring er niet het zwijgen toe doen, want in geldelijke moeilijkheden (ook in die, welke het gevolg zijn va-n eigen domme maatrege len) is men hier kostelijk openhartig. Neen, hier s het de kwestie, dat de Regee- rng niet in staat is, voordrachten op te maken, waarop de namen van gewenschte candidaten voorkomen. Worden n.l. gevraagd: degelijke republi- keinsche, liefst socialistische en anti-ker kelijke leerkrachten, genegen om voor goed- geld de Spaansche jeugd uit de benauwd heid der middeleeuwen te verlosen en haar te verkwikken aan de Moscovitische bron. De voorkeur genieten opruimers van Kruisbeelden, en leden van de Loge... Maar, nu valt Spanje toch werkelijk mee. Het kost ontzettend veel moeite, om die onnoozele 173 leeraars van bedoeld gehalte bij elkaar te krijgen. Maar wat dan? Afwachten natuurlijk, en zóólang géén onderwijs Wordt er geklaagd, dat de belastingen zoo hoog zijn door allerlei uitgaven, die de Regeering thans noodgedwongen moet doen, om het kostelooze werk der Jezuïe ten over te nemen dan krijgt niet de Regeering daar de schuld van, maar de Jezuieten Hoe komt het, dat er geen cre- diet is, dat alles zoo duur wordt, dat de Spaansche frank niet op peil blijft? De Jezuieten natuurlijk! Ik sprak er vandaag nog met mijn buurman over, die in boter doet. „Begrijpt u dat da-n niet", zei de man, toen ik het even over den toestand had gehad, „eerst is de koning er van door gegaan (en heeft natuurlijk niet ver geten, om zijn portèmonnaie mee te ne men), en toen hebben de Jezuieten al het goud uit het land gesleept". Ik was aan de waarheid verschuldigd op te merken, dat, wat de Jezuieten betreft, allereerst door de Regeering verhinderd was, dat groote geldzendingen naar 't buitenland plaats hebben, vervolgens al hun eigen- domnjen of vermeende eigendommen (zelfs op de banken) in beslag genomen waren, en dat de Paters bij het overschrijden van de grens niet veel meer bij zich hadden, dan wat ze beslist voor de reis en hun eer ste levensbehoeften noodig hadden. De man keek me stom verbaasd aan, en ver gat bijna, het juiste gewicht op de schaal te leggen. Betrekkelijk weinig bekend, zelfs in Spanje, is het werk van de Spaansche Franciscanen in het H. Land. Die kennis zal or niet op vooruitgaan, sinds, bij de scheiding van Kerk en Staat, deze laat ste op zijn begrooting wel geen post zal hebben uitgetrokken voor het steunen van dit werk. Tot dusver ontvingen de Franciscanen voor hun „Patronaat in het H. Land" de som van 600.000 peseta's per jaar, niet zoozeer als officieele subsidie, dan wel in den vorm van rente van de 20 millioen kapitaal, die de Spaansche schab kist zich in 1866 toegeëigend heeft, toen n.l., bij algemeenen maatregel, alle parti culiere kassen werden opgeheven. Het staat te bezien, wat de Spaansche Regeering zal doen, om de onloochenbare rechten der Spaansche Franciscanen te doen gelden, wanneer de kwestie der Mandaten wederom voor den Volkenbond komt. De vestiging der Spaansche Francisca nen in het H. Land dateert van 1342. Sindsdien hebben èn de katholieken van Spanje èn de Spaansche koningen het „Patronaat van het H. Land" in ruime mate gesteund, en ontelbare malen zijn de rechten van Spanje in die streken bij Pau selijk decreet erkend. In 1873 teekende de toenmalige president der Spaansche Re publiek een besluit, waarbij verklaard werd, dat „er nog nooit een land geweest was, zóó vrijgevig als Spanje, waar het betrof, de eerbiedwaardige gedenkteeke- nen van het H. Land te onderhouden", en tevens werd bepaald, dat het „Patronaat" op een geregelde toelage kon rekenen, welke tot dusver, in den vorm van boven vermelde rente, is uitbetaald. Voor die som van 600.000 peseta's moet het Patro naat aan tal van verplichtingen voldoen: het moet onderhouden de kerk van St. Franciscus te Madrid, de Franciscaansche colleges van Santiago en Chipiona (waar zij, die naar de Missie in het H. Land wor den uitgezonden, hun opleiding ontvangen) de Missie in het H. Land zelf, en boven dien nog een hospitium in Constantinopel. Mede tengevolge van de nalatigheid dei Spaansche Regeering in de laatste jaren, is de glorie der Spaansche Missie in het H. Land getaand. Thans zijn er nog slechts 44 Paters en 30 leeken, o.a. verdeeld over de kloosters van Jerusalem, Bethlehem en Nazareth. De vrees is niet ongegrond, dat de steun, tot dusver door de Regee ring verleend, op een gegeven oogenblik zal uitblijven. Aan een gunstjgen indruk naar buiten is de tegenwoordige Spaan sche Regeering weinig gelegen. Daarvan heeft zij te duidelijke bewijzen gegeven. Waar de missionarissen van andere lan den in alle opzichten gesteund worden door hun respectievelijke regeeringen, mo gen de Spaansche Franciscanen al blij zijn als de steun, die hun tot dusver geworden is, hun ook in de toekomst verzekerd blijft. sneller tempo. De gang van oude mannen, van moeders, van verloofden. Dan het tafereel van een, die in de in gestorte mijn is, de wanhoop nabij. Dan komen de Duitschers om hem te redden. Hij ziet de gasmaskers en hoort de Duit sche taal. Zijn angst heeft hem bijna waanzinnig gemaakt. Dat is oorlog. Hij vecht tegen zijn redders, tot het plotseling tot hem doordringt. Wat een wending en de blijheid uit zich in een prachtige close-up van twee zwarte handen in een forschen greep. In een andere hoek zit ook een vertwij felde. Hij tikt op de ijzeren buis, die door de mijn loopt in de hoop, dat men hem hoo- ren zal. Hij tikt sneller, steeds sneller en ten slotte is het hem, alsof hij hoort den ra tel van het machinegeweer en er oorlogs spookbeelden komen in zijn door angst be neveld brein. Totdat ook hij gered wordt- Er is geschreven, dat deze film is voor den man van de gracht en den man het slop. Voor hen, die het prediken der naas tenliefde als een roeping hebben gevoeld, voor den professor in het recht en voor den journalist. Voor de moeders, die hun kin deren tot menschen moeten opvoeden, voor de soldaten en de mannen van de beurs. Voor de jongens en meisjes, die de jaartallen van de oorlogen uit de geschie- nis niet meer uit elkaar weten, voor de verloofden en de oüden van dagen, voor de generaals en de diplomaten. En wij sluiten van harte gaarne hierbij aan: „Deze film moest draaien in alle zalen van onze groote steden. Zij moest als een moderne troubadour trekken langs de koningehoven en presidentspaleizen en op den terugweg de dorpen aandoen, om er \n den avond voorstellingen te geven op het pleintje bij de pomp. En zij zou er weerklank en begrijpen vinden, zooals er de liedjeszanger altijd is verstaan." Alleen om deze film heeft Pabst, de re gisseur, den Nobelprijs van den vrede ver diend. Tumclub Oranje-Zwart. De oefenavond van deze club op a.s. Vrijdag moet wegens verhindering van den leider, den heer J. van Oerle, vervallen. De volgende week: zijn allo turners weer pre sent! De uitvoering van „Ruim Baan". Ons wordt verzocht, mede te deelen, dat het bestuur en leden der St. Elisabethsver. op de vanmorgen gehouden vergadering met verrassing hebben ontvangen het ba tig saldo van de uitvoering van „Ruim Baan", groot 264 gld. een bedrag, dat de verwachting verre heeft overtroffen. Het bestuur der St. Elisabethsver. had reeds op den avond zelf bloemen gezonden als bewijs van waardeering; maar het wil langs dezen weg nogmaals hartelijk dank brengen aan de dames Irma Timmerman, en G. v. Deene en aan alle bestuursleden en leden de meisjes, die zich beijverd hebben voor kaartenverkoop en voör ver koop tijdens de uitvoering mogen in het mooie financieel resultaat een belooning zien voor haar werk! Handelsregister K. v. K. W ij z i g i n g.,;362S. De Leidsche Wol- en Sajethandel „de Ster", Leiden, Nieuwe Rijn 41. Bovengenoemde handelszaak is omgezet in een vennootschap onder firma, onder den ouden naam. Venn.: Wed.. A. Delraeer-van Helden, Leiden en J. J. Re geer, Leiden. De Leidsche Belasting-Ophaaldienst heeft in de afgeloopeu maand 17.962.15 aan den Rijksontvanger afgedragen. Het aantal aangeslotenen bedraagt thans 4645. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de uitgereikte aanslagen in de grond- en personeele belasting zoo spoedig mogelijk ten kantore van den dienst Breestraat 81 moeten worden ingeschrëven. Ingekomen bij de Vereen. „Schoolkin dervoeding en -kleeding te Leiden (giro nummer 138.890): Collecte feestavond Gem. werkl. vereen. „Recht door Plicht" 13.04; overschot feestje NN 0.41; per soneel Riedel's fabriek 10.14, inhoud der busjes 17.14, bijdrage fa-briekspersoneel P. C. L. 4.90, inhoud busje De Ru 4.23, bijdrage kleermakersvereen. „Eendracht door Vriendschap" 10.bijdrage „Nut en Genoegen" 5.bijdrage M. v. d. P. 1.25; opbrengst collecte jaarfeest Tui niers- en Bloemistenva een. „Door Een dracht verbonden" 12.80, batig saldo uit voering Burger Zangschool 25. K. J. M. V. ST. PETER KANIS. Installatie van nieuwe leden. Gisteravond kwamen bestuur en leden van P. K. bijeen in een buitengewone leden vergadering, die gehouden werd. in het Eigen Huis. De voorzitter, de heer P. Knaap, opende de verg. met don chr. groet en heette allen en in het bijzonder den moderator den weleerw. heer Gudde, van harte welkom. Na voorlezing der notulen van de vorige verg. door den secr., den heer B. Vreeburg, ging de voorzitter over tot het installeeren van een tiental nieuwe leden. Bij deze ge legenheid hield hij een korte toespraak waarin hij zijn groote voldoening uitsprak over wat zoo juist geschied was. Spreker maakte van de gelegenheid dankbaar ge bruik de nieuwe leden nog eens te wijzen op wat het doel der vereeniging is. Dat doel wordt in art. 2 der ver. statuten kort en bondig geformuleerd: De verg. heeft ten doel hare leden te vormen tot mannen van karakter en Katholieken van de daad. De voorzitter somt vervolgens uitvoerig op, op welke wijze het bestuur getracht heeft in dit winterseizoen aan bovengenoemde doelstelling te voldoen. Spreker memoreer de hoe de moderator vele malen in confe renties en lezingen de leden op gods dienstig gebied heeft voorgelicht en hoe een keur van sprekers op allerlei gebied in het Eigen Huis het hunne ertoe hebben bijgedragen aan de cultureels en sociale ontwikkeling van den Kath. Jongen Mid denstand in Leiden. Verder wil spreker'nog speciaal de aan- daoht vestigen op een soort kritiek, die sinds jaar en dag op de Kath. Jonge Mid denstandsver, hier ter stede wordt uitge oefend. De voorzitter ontkende geenszins het recht van kritiek, maar wel nam hij het diegenen hoogst kwalijk, die allerlei op- en aanmerkingen over P. K. meenen te moeten maken, zonder op de hoogte te zijn van den werkelijken Btand van zaken. Hij herinnerde er aan hoe in Oct. van het vo rig jaar op de groote propaganda*erg. slechts enkele niet-leden zijn geweest. In dien men zich toen de moeite had willen getroosten deze verg. bij te wonen, dan zouden zeer velen een heel ander en zeer waarschijnlijk heel wat juister begrip om trent het doel en het wezen van de K. J. M. V. hebben gekregen. De heer Knaap kwalificeerde de onbillijke kritiek als van de zelfde soort, waarop mgr. Aengenent zinspeelde, toen hij, sprekende over de Graal, zeide: gegronde kritiek vereischt vooreerst een helder oordeel en volledige kennis van zaken en mag vervolgens nim mer leiden tot heimelijke, tegenwerking of verdachtmaking. Spreker geeft de leden de verzekering, dat van gegronde kritiek door het bestuur zeer goede nota zal worden ge nomen. Toch vindt hij het een opvallend verschijnsel, dat, sinds P. K. op breedere basis werd gesteld er nog nooit iemand, bij het bestuur is geweest om over al dan niet gemaakte fouten te spreken. Wel weet spre ker, dat er ongemotiveerde kritiek is gele verd en wat hij zoo jammer vond, dat deze kritiek vaak uit kringen komt die op rte allereerste plaats geroepen zijn den bloei der K. J. M. V. te helpen bevorderen. Spreker verzocht de nieuwe leden drin gend zich niet door minderwaardige kritiek van de vereeniging afzijdig te houden, maar waar zij deze mochten ontmoeten, zulks on verwijld ter kennis van het bestuur te wil len brengen, opdat dit zijn maatregelen zal 'kunnen treffen. Ten slotte spoorde de voorzitter de leden aan, zich steeds als waardige leden van de K. J. M. V. te godragen, omdat alleen dan de vereeniging zal kunnen groeien en bloeien tot heil van hun zelf en den laberen katholieken middenstand. Hierna werden verschillende mededeelin- gen gedaan van huishoudelijken aard. De moderator nam nog even het woord bij het agenda-punt: Retraite. Hij spoorde de le den aan in Augustus a.s. de retraite der K. J. M. V. te N oordwijkerhout bij te wo nen. De deelnemers kunnen zich bij de re traiteclub opgeven. De voorzitter deelde verder mede, dat ditmaal de jaarlijkscbe Bondsdag te Leiden zal worden gehouden. Voor een H. Mis met Algem. H. Communie in de openlucht op „Den Burcht" is bereids toestemming van mgr. Aengenent verkregen. Feestredenaar zal dien dag zijn Pater H. de Greeve S.J. De heer Knaap roept de medewerking van allen in. Op Zondag 3 April a,j&. zal om half drie een voetbalwedstrijd gehouden worden op het Leidon-terrein aan de Maal drift tusschen de K. J. M. V.-elftallen van Lisse en Leiden. Veertien dagen daarna zullen de Haarlemmers de gasten van P. K. zijn, om te trachten de nederlaag, die zij op eigen veld te slikken kregen, goed te maken. De aandacht werd nog gevestigd op den feestavond in de Foyer der Stads gehoorzaal op Dinsdag 5 April a.s. waar een leutig gezelschap, ,J>e Hanestaart" de aanwezigen hevig zal laten lachen en waar natuurlijk ook een dansje gemaakt zal wor den. De voorzitter eindigde zijn officieele mededeelingen met een kernachtige aan sporing, uitsluitend bestemd voor de le den van den ophaaldienst der St. Elis. Pen ning, om hun uiterste best te doen, vooral nu enkele personen, geheel buiten mede weten van het P. K.-bestuur nota bene, zoo vriendelijk waren geweest, briefkaar ten rond te zenden met de mededeeling dat P. K. voor de eer had bedankt! Van de rondvraag werd royaal gebruik gemaakt, waarna de voorzitter deze ver gadering met den chr. groet sloot. In de jaarlijkscbe algemeeno vergade ring van aandeelhouders der Leidsche Broodfabriek werden balans en winst- en verliesrekening goedgekeurd en het divi dend bepaald op 5 pet. (vorig jaar 8 pet.). Gemeentelijke Aankondigingen Drankwet Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat J. C. C. Verhoeven, te Leiden, een verzoek heeft ingediend ter bekoming van vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, uitsluitend aan logeergasten, in het perceel Nieuwe Beestenmarkt No. 23, al hier. A. VAN DE SAM>E BAKHUYZBN, Burgemeester. VAN STRIJEIN, Secretaris. Leiden, 31 Maart 1932. Berijden van provinciale wegen en bruggen. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen het volgende ter algemeene ken nis. Ingevolge het reglement op de provin- ciale^ wegen, vastgesteld bij besluit der Staten van Zuid-Holland dd. 21 Juli 1931, no. XVI, en goedgekeurd bij koninklijk be sluit van 19 September 1931, no. 50, wordt in verschillende gevallen het vereischte ge- steld om het hebben van een vergunning door of vanwege Gedeputeerde Staten te verleenen. Bij besluit van Gedeputeerde Staten van 8 Maart 1932, no. 72, is vastge steld, dat vanwege dat college vergunning kan worden verleend door den Hoofd-In- genieur van den Provincialen Waterstaat in Zuid-Holland in de volgende gevallen. Artikel 14, lid 1, a. 1. Het is verboden, zonder te zijn voor zien van een schriftelijke vergunning, ver leend door of vanwege Gedeputeerde Sta ten, over een provincialen weg te rijden, te doen of te laden rijden: a. met een voertuig, dat zóó gebouwd of geladen is, dat eenig deel daarvan hooger reikt dan 3.80 M. boven den weg, of dat, met inbegrip van de lading, breeder is dan 3 M. Artikel 19. 1. Het is verboden, zonder voorzien te zijn van een schriftelijke vergunning, ver leend door of vanwege Gedeputeerde Sta ten, over een in een provincialen weg ge- legenbrug te rijden met een voertuig, waar van door eenig wiel een grooter gewicht op de brug wordt overgebracht dan is aange geven op een bij die brug vanwege Gedepu teerde Staten geplaatst bord. 2. Het vorig lid is niet van toepassing op: a. voertuigen ten behoeve van 's rijks dienst gebezigd ingeval vau staat van oor log of staat van beleg en bijaldien door de Kroon wordt verklaard, dat een toestand aanwezig is, als bedoeld bij artikel 1, on der le en 2e der wet van 23 Mei 1899 (staatsblad no. 128); b. voertuigen door openbare besturen gebezigd ten dienste der brandweer; c. voertuigen, waarmede materialen tot herstel van dijken vervoerd worden, inge val van of bij gevaar voor watersnood. In de genoemde gevallen zal de aanvrage om vergunning door belanghebbenden der halve rechtstreeks tot voormelden Hoofd ingenieur gericht moeten worden. Leiden, 31 Maart 1932. A. VAN DE SAN-DE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. LEIDEN. Dinsdag, Donderdag, Zaterdag. Vincentius- Bibliotheek, geopend 's avonds van 7.308.30 uur. Donderdag. A.R.K.A. ledenvergadering, den Burcht, te 8 uur. Donderdag. Studieclub „St. Petrus Cani- sius", lezing Andr. Remundt, St. Joseph-Gez. Vereeniging, 8.30 uur. Vrijdag. R.-K. Metaalbewerkersbond, Bondsgebouw, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Dinsdag 29 Mrt. tot en met Zondag 3 April a.s. waar genomen door de apotheken G. H. Blanken Hoogewoerd 171, telefoon 502, en D. J. van Driesum, Mare 76, telefoon 406. Gevonden voorwerpen. Rol vloerzeil, duimstok, alpinmuts, oor bel, sleutels, zwarte ceintuur, schoolbasch, windkappen van rijwielen, handschoenen, notitieboekjes, halsketting, kerkboekjes, koperen gewicht, dekkleed, rijwielbelasting- merken, rozenkransen, portemonnaie met en zonder inhoud, medaille, autoslingers, klokje, damestasch met inhoud, kinder- tasohje met inhoud, blik spinazie, geld in papier, polsriem, ragebol, cahiers van R. Donkers, glasplakpapier, tabakspijp, fit- j tingtang, gouden broche, driehoek, ringen, benzinedoppen van auto's, ja®, vulpotlood, schooletui, handrijwielpomp, actentasoh met inhoud, zijden zakdoekjes, zak krullen, damesschoen, boei, melkbus, schakelarm band, strik, broche met portret, mistlen- zen, padvindersriem, laadboom, handdoek, paardendeken, lorgnet, zakje met inhoud, horloge, houten gordijnroede. Gevonden in de Stadstramdasspeld, parapluiee, handschoenen. Gevonden in de autobus Stadsverkeer: krultang, poederdoosje, schort. Terug te bekomen en inlichtingen te ver krijgen op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Zaterdag van 1 tot 3 uur n.m. ten poli- tiebureele alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 2