DE ONBEZETTE PLAATSEN
AGENDA
DONDERDAG 31 MAART 1932
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
„KAMERADSCHAFT".
DE ROEP OM VREDE.
Een prachtig vredeswerk.
Over eenige dagen zal hier in Leiden,
de film „Kam e rads chaft" worden ver
toond.
Dit feit is een gebeurtenis van beteeke-
nis en de beteekenis van dit feit i6 hierin
gelegen, dat er tot nog toe zoo goed als
geen film is aan te wijzen geweest, die
zooveel gaf, als „Kameradschaft" geeft,
die het positief goede zóó propageerde en
die niet alleen goed was, omdat zij er op
meer of minder bijzondere wijze er op
wees wat door de menschheid moest wor
den nagelaten.
Ik wil duidelijker zijn.
Ik denk aan do vele goede en slechte
oorlogsfilms. Goed in zooverre zij er in
slaagden ons als kunstwerk te bekoren en
ons tevens een afschuw in te prenten, te
gen die menschenslachting, een afschuw,
die wij allemaal zóó lang al hadden, als
de wereldoorlog voorbij is. Slecht in zoo
verre zij als kunstwerk mislukten en ons
dus alleen maar een reeks foto's met af
schuwelijkheden lieten zien, die ons bij
tijden walgen deden.
Dat was allemaal maar negatief werk,
of het goed was of slecht. Dat brak af,
dat probeerde te sloopen en vernietigen
een idee, dat nu, ondanks Volkenbond en
ontwapeningsconferenties, altijd nog tast
bare werkelijkheid blijkt te kunnen wor
den, het idee van den oorlog, den oorlog
tusschen menschen.
Maar het gaf niets. Het bouwde niet
op. Het gaf de richting niet aan, waarin
den menschheid gaan moest om dit te be
reiken: Nooit meer oorlog.
Er werd een open deur ingetrapt, een
deur, die wel open moest, maar ook in het
hart van verreweg de meeste menschen
reeds open was.
Slechts het doel werd gegeven, maar
het middel niet.
Dat waren anti-oorlogsfilms. Dit is de
film van de vrede. Dit is de eerste stap
omhoog. „Kameradschaft" iB een film met
een positieve strekking, met een kreet om
vrede.
Waar oorlog verbittering brengt., haat,
doodelijke haat tusschen de menschen van
twee landen, daar brengt „Kameradschaft"
vreugde, verbroedering.
Er zijn geen grenzen tusschen landen,
want de bergen en de vlakten zijn het
zelfde aan beide zijden en aan beide zijden
roept het kind om zijn moeder al is ook
met een ander woord. En tusschen de
menschen, die wonen aan weerszijden van
de grens groeit de menschelijkheid. Als de
dood loert bij een ramp zijn zij geen Fran-
schen meer of Duitschers. Dan zijn zij
menschen.
Dan is er de liefde tot den evenmensch,
de naastenliefde, die zich tijdens de ramp
uit in hulp met voortdurend gevaar voor
eigen leven en na de ramp, als alles voor
bij is luidruchtig met oogen, die fonkelen
van blijheid en een forsche greep van
handen.
Die ramp is de basis van dit eenvoudige
verhaal.
Ik kan u dat verhaal ge ruste lijk vertel
len, zonder de bekoring der film daardoor
vooraf bij u te verminderen.
Want hoe sober ook het verhaal, de
film zelf is het. die het doet.
Aan weerszijden van de grens liggen
mijnen, in het Franscbe gebied en in het
Duitsche.
Het is na den grooten wereldoorlog.
Daar werken menschen in die mijnen.
In hun leven en in hun werk zijn die men
schen hetzelfde, maar tusschen beiden
is de rivaliteit als overblijfsel van den
oorlog, waarin zij streden tegen elkander.
Deze rivaliteit uit zich bij het passee-
ren der grens, uit zich in dansgelegen
heid, waar een Fransch meisje zitten blijft
als een Duitscher haar ten dans noodt.
Maar op een morgen komt het bericht,
dat er een ongeval is gebeurd in de Fran
sche mij-n. Daar liggen nu mijnwerkers te
sterven, afgesloten van de wereld rondom.
Nu ontwaakt de menschelijkheid. De ri
valiteit is weggevaagd, de veete bestaat
niet meer.
En er is een Duitscher, die voelt en
niet denkt, en die zegt, dat hij de Fran-
schen zal gaan helpen en hij roept vrij
willigers op om met hem mee te gaan. In
vrachtauto's trekt de Duitsche reddings
brigade, volledig uitgerust de grens over,
zonder zich om de grensformaliteiten te
bekommeren.
Zij dalen af in de mijn en we beleven
de mijnramp in al haar verschrikking.
Gangen storten in, de mijnwerkers be
delvend, die angstig uitzien naar een flik
kering van hoop, naar een mogelijkheid
van redding.
Ontploffingen zijn er en vlammen en
wanhopige menschen.
Onversaagd zetten de Duitschers hun
reddingswerk voort, en na eindeloozen,
zwaren arbeid slagen zij er in de levenden
naar boven te brengen.
En als het leed geleden is, dan is er
feest. Dan is de verbroedering volkomen.
Dan is er muziek en waaien er vlaggen.
De Duitsche vlag en de Fransche. Dan
staat er een jonge Fransche mijnwerker,
met wuivende haren enthousiast te rede
voeren met woorden van hulde en dank.
De Duitschers verstaan bet niet en we
ten toch wat hij zegt.
En een Duitscher antwoordt.
En in de wind, die wegdrijft de wolken
van haat en de vlaggen ineen doet waaien
breekt daar los het ontroerende feest van
menschenliefde.
Wat een prachtige vondsten heeft Pabst
gedaan in dit sobere vertelsel. Wat een
spanning in sommige tafereelen.
Eerst het taferel in het dorp, als de
mijnramp bekend wordt. Haastige voeten
gaan door de straten. Eerst langzaam, el
kaar nog vertellend, dan vlugger. Allen
rennen en het gestap weerklinkt in steeds
DE SPAANSCHE MISSIE IN HET H. LAND.
(Van onzen bijzonderen Spaanschen correspondent)
MADRID, 34 Maart 1932.
Welgeteld zijn er op het oogenblik 173
plaatsen aan instellingen van middelbaar
onderwijs vacant als gevolg van de uitwij
zing der Paters Jezuieten, en de Regee
ring plaatst geen oproepingen van can-
didaten. Hier en daar heeft men in de
vacatures voorzien, en daarbij flink in zijn
zak getast, maar de rest blijft open.
Toch is het hier niet alleen een geld
kwestie. Ware d&t zoo, dan zou de Regee
ring er niet het zwijgen toe doen, want in
geldelijke moeilijkheden (ook in die, welke
het gevolg zijn va-n eigen domme maatrege
len) is men hier kostelijk openhartig.
Neen, hier s het de kwestie, dat de Regee-
rng niet in staat is, voordrachten op te
maken, waarop de namen van gewenschte
candidaten voorkomen.
Worden n.l. gevraagd: degelijke republi-
keinsche, liefst socialistische en anti-ker
kelijke leerkrachten, genegen om voor goed-
geld de Spaansche jeugd uit de benauwd
heid der middeleeuwen te verlosen en
haar te verkwikken aan de Moscovitische
bron. De voorkeur genieten opruimers van
Kruisbeelden, en leden van de Loge...
Maar, nu valt Spanje toch werkelijk mee.
Het kost ontzettend veel moeite, om die
onnoozele 173 leeraars van bedoeld gehalte
bij elkaar te krijgen.
Maar wat dan? Afwachten natuurlijk,
en zóólang géén onderwijs
Wordt er geklaagd, dat de belastingen
zoo hoog zijn door allerlei uitgaven, die
de Regeering thans noodgedwongen moet
doen, om het kostelooze werk der Jezuïe
ten over te nemen dan krijgt niet de
Regeering daar de schuld van, maar de
Jezuieten Hoe komt het, dat er geen cre-
diet is, dat alles zoo duur wordt, dat de
Spaansche frank niet op peil blijft? De
Jezuieten natuurlijk! Ik sprak er vandaag
nog met mijn buurman over, die in boter
doet. „Begrijpt u dat da-n niet", zei de
man, toen ik het even over den toestand
had gehad, „eerst is de koning er van
door gegaan (en heeft natuurlijk niet ver
geten, om zijn portèmonnaie mee te ne
men), en toen hebben de Jezuieten al het
goud uit het land gesleept". Ik was aan
de waarheid verschuldigd op te merken,
dat, wat de Jezuieten betreft, allereerst
door de Regeering verhinderd was, dat
groote geldzendingen naar 't buitenland
plaats hebben, vervolgens al hun eigen-
domnjen of vermeende eigendommen (zelfs
op de banken) in beslag genomen waren,
en dat de Paters bij het overschrijden van
de grens niet veel meer bij zich hadden,
dan wat ze beslist voor de reis en hun eer
ste levensbehoeften noodig hadden. De
man keek me stom verbaasd aan, en ver
gat bijna, het juiste gewicht op de schaal
te leggen.
Betrekkelijk weinig bekend, zelfs in
Spanje, is het werk van de Spaansche
Franciscanen in het H. Land. Die kennis
zal or niet op vooruitgaan, sinds, bij de
scheiding van Kerk en Staat, deze laat
ste op zijn begrooting wel geen post zal
hebben uitgetrokken voor het steunen
van dit werk. Tot dusver ontvingen de
Franciscanen voor hun „Patronaat in het
H. Land" de som van 600.000 peseta's per
jaar, niet zoozeer als officieele subsidie,
dan wel in den vorm van rente van de 20
millioen kapitaal, die de Spaansche schab
kist zich in 1866 toegeëigend heeft, toen
n.l., bij algemeenen maatregel, alle parti
culiere kassen werden opgeheven.
Het staat te bezien, wat de Spaansche
Regeering zal doen, om de onloochenbare
rechten der Spaansche Franciscanen te
doen gelden, wanneer de kwestie der
Mandaten wederom voor den Volkenbond
komt.
De vestiging der Spaansche Francisca
nen in het H. Land dateert van 1342.
Sindsdien hebben èn de katholieken van
Spanje èn de Spaansche koningen het
„Patronaat van het H. Land" in ruime
mate gesteund, en ontelbare malen zijn de
rechten van Spanje in die streken bij Pau
selijk decreet erkend. In 1873 teekende de
toenmalige president der Spaansche Re
publiek een besluit, waarbij verklaard
werd, dat „er nog nooit een land geweest
was, zóó vrijgevig als Spanje, waar het
betrof, de eerbiedwaardige gedenkteeke-
nen van het H. Land te onderhouden", en
tevens werd bepaald, dat het „Patronaat"
op een geregelde toelage kon rekenen,
welke tot dusver, in den vorm van boven
vermelde rente, is uitbetaald. Voor die
som van 600.000 peseta's moet het Patro
naat aan tal van verplichtingen voldoen:
het moet onderhouden de kerk van St.
Franciscus te Madrid, de Franciscaansche
colleges van Santiago en Chipiona (waar
zij, die naar de Missie in het H. Land wor
den uitgezonden, hun opleiding ontvangen)
de Missie in het H. Land zelf, en boven
dien nog een hospitium in Constantinopel.
Mede tengevolge van de nalatigheid dei
Spaansche Regeering in de laatste jaren,
is de glorie der Spaansche Missie in het
H. Land getaand. Thans zijn er nog slechts
44 Paters en 30 leeken, o.a. verdeeld over
de kloosters van Jerusalem, Bethlehem en
Nazareth. De vrees is niet ongegrond,
dat de steun, tot dusver door de Regee
ring verleend, op een gegeven oogenblik
zal uitblijven. Aan een gunstjgen indruk
naar buiten is de tegenwoordige Spaan
sche Regeering weinig gelegen. Daarvan
heeft zij te duidelijke bewijzen gegeven.
Waar de missionarissen van andere lan
den in alle opzichten gesteund worden
door hun respectievelijke regeeringen, mo
gen de Spaansche Franciscanen al blij zijn
als de steun, die hun tot dusver geworden
is, hun ook in de toekomst verzekerd
blijft.
sneller tempo. De gang van oude mannen,
van moeders, van verloofden.
Dan het tafereel van een, die in de in
gestorte mijn is, de wanhoop nabij. Dan
komen de Duitschers om hem te redden.
Hij ziet de gasmaskers en hoort de Duit
sche taal.
Zijn angst heeft hem bijna waanzinnig
gemaakt. Dat is oorlog. Hij vecht tegen
zijn redders, tot het plotseling tot hem
doordringt.
Wat een wending en de blijheid uit zich
in een prachtige close-up van twee zwarte
handen in een forschen greep.
In een andere hoek zit ook een vertwij
felde.
Hij tikt op de ijzeren buis, die door de
mijn loopt in de hoop, dat men hem hoo-
ren zal.
Hij tikt sneller, steeds sneller en ten
slotte is het hem, alsof hij hoort den ra
tel van het machinegeweer en er oorlogs
spookbeelden komen in zijn door angst be
neveld brein.
Totdat ook hij gered wordt-
Er is geschreven, dat deze film is voor
den man van de gracht en den man het
slop. Voor hen, die het prediken der naas
tenliefde als een roeping hebben gevoeld,
voor den professor in het recht en voor den
journalist. Voor de moeders, die hun kin
deren tot menschen moeten opvoeden,
voor de soldaten en de mannen van de
beurs. Voor de jongens en meisjes, die de
jaartallen van de oorlogen uit de geschie-
nis niet meer uit elkaar weten, voor de
verloofden en de oüden van dagen, voor
de generaals en de diplomaten.
En wij sluiten van harte gaarne hierbij
aan:
„Deze film moest draaien in alle zalen
van onze groote steden. Zij moest als een
moderne troubadour trekken langs de
koningehoven en presidentspaleizen en op
den terugweg de dorpen aandoen, om er
\n den avond voorstellingen te geven op
het pleintje bij de pomp. En zij zou er
weerklank en begrijpen vinden, zooals er
de liedjeszanger altijd is verstaan."
Alleen om deze film heeft Pabst, de re
gisseur, den Nobelprijs van den vrede ver
diend.
Tumclub Oranje-Zwart.
De oefenavond van deze club op a.s.
Vrijdag moet wegens verhindering van den
leider, den heer J. van Oerle, vervallen. De
volgende week: zijn allo turners weer pre
sent!
De uitvoering van „Ruim Baan".
Ons wordt verzocht, mede te deelen, dat
het bestuur en leden der St. Elisabethsver.
op de vanmorgen gehouden vergadering
met verrassing hebben ontvangen het ba
tig saldo van de uitvoering van „Ruim
Baan", groot 264 gld. een bedrag, dat
de verwachting verre heeft overtroffen.
Het bestuur der St. Elisabethsver. had
reeds op den avond zelf bloemen gezonden
als bewijs van waardeering; maar het wil
langs dezen weg nogmaals hartelijk dank
brengen aan de dames Irma Timmerman,
en G. v. Deene en aan alle bestuursleden
en leden de meisjes, die zich beijverd
hebben voor kaartenverkoop en voör ver
koop tijdens de uitvoering mogen in het
mooie financieel resultaat een belooning
zien voor haar werk!
Handelsregister K. v. K.
W ij z i g i n g.,;362S. De Leidsche Wol- en
Sajethandel „de Ster", Leiden, Nieuwe
Rijn 41. Bovengenoemde handelszaak is
omgezet in een vennootschap onder firma,
onder den ouden naam. Venn.: Wed.. A.
Delraeer-van Helden, Leiden en J. J. Re
geer, Leiden.
De Leidsche Belasting-Ophaaldienst
heeft in de afgeloopeu maand 17.962.15
aan den Rijksontvanger afgedragen. Het
aantal aangeslotenen bedraagt thans 4645.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
de uitgereikte aanslagen in de grond- en
personeele belasting zoo spoedig mogelijk
ten kantore van den dienst Breestraat 81
moeten worden ingeschrëven.
Ingekomen bij de Vereen. „Schoolkin
dervoeding en -kleeding te Leiden (giro
nummer 138.890): Collecte feestavond
Gem. werkl. vereen. „Recht door Plicht"
13.04; overschot feestje NN 0.41; per
soneel Riedel's fabriek 10.14, inhoud der
busjes 17.14, bijdrage fa-briekspersoneel
P. C. L. 4.90, inhoud busje De Ru 4.23,
bijdrage kleermakersvereen. „Eendracht
door Vriendschap" 10.bijdrage „Nut
en Genoegen" 5.bijdrage M. v. d. P.
1.25; opbrengst collecte jaarfeest Tui
niers- en Bloemistenva een. „Door Een
dracht verbonden" 12.80, batig saldo uit
voering Burger Zangschool 25.
K. J. M. V. ST. PETER KANIS.
Installatie van nieuwe leden.
Gisteravond kwamen bestuur en leden
van P. K. bijeen in een buitengewone leden
vergadering, die gehouden werd. in het
Eigen Huis. De voorzitter, de heer P.
Knaap, opende de verg. met don chr. groet
en heette allen en in het bijzonder den
moderator den weleerw. heer Gudde, van
harte welkom.
Na voorlezing der notulen van de vorige
verg. door den secr., den heer B. Vreeburg,
ging de voorzitter over tot het installeeren
van een tiental nieuwe leden. Bij deze ge
legenheid hield hij een korte toespraak
waarin hij zijn groote voldoening uitsprak
over wat zoo juist geschied was. Spreker
maakte van de gelegenheid dankbaar ge
bruik de nieuwe leden nog eens te wijzen
op wat het doel der vereeniging is. Dat
doel wordt in art. 2 der ver. statuten kort
en bondig geformuleerd: De verg. heeft
ten doel hare leden te vormen tot mannen
van karakter en Katholieken van de daad.
De voorzitter somt vervolgens uitvoerig op,
op welke wijze het bestuur getracht heeft
in dit winterseizoen aan bovengenoemde
doelstelling te voldoen. Spreker memoreer
de hoe de moderator vele malen in confe
renties en lezingen de leden op gods
dienstig gebied heeft voorgelicht en hoe
een keur van sprekers op allerlei gebied
in het Eigen Huis het hunne ertoe hebben
bijgedragen aan de cultureels en sociale
ontwikkeling van den Kath. Jongen Mid
denstand in Leiden.
Verder wil spreker'nog speciaal de aan-
daoht vestigen op een soort kritiek, die
sinds jaar en dag op de Kath. Jonge Mid
denstandsver, hier ter stede wordt uitge
oefend. De voorzitter ontkende geenszins
het recht van kritiek, maar wel nam hij
het diegenen hoogst kwalijk, die allerlei
op- en aanmerkingen over P. K. meenen te
moeten maken, zonder op de hoogte te zijn
van den werkelijken Btand van zaken. Hij
herinnerde er aan hoe in Oct. van het vo
rig jaar op de groote propaganda*erg.
slechts enkele niet-leden zijn geweest. In
dien men zich toen de moeite had willen
getroosten deze verg. bij te wonen, dan
zouden zeer velen een heel ander en zeer
waarschijnlijk heel wat juister begrip om
trent het doel en het wezen van de K. J.
M. V. hebben gekregen. De heer Knaap
kwalificeerde de onbillijke kritiek als van
de zelfde soort, waarop mgr. Aengenent
zinspeelde, toen hij, sprekende over de
Graal, zeide: gegronde kritiek vereischt
vooreerst een helder oordeel en volledige
kennis van zaken en mag vervolgens nim
mer leiden tot heimelijke, tegenwerking of
verdachtmaking. Spreker geeft de leden de
verzekering, dat van gegronde kritiek door
het bestuur zeer goede nota zal worden ge
nomen. Toch vindt hij het een opvallend
verschijnsel, dat, sinds P. K. op breedere
basis werd gesteld er nog nooit iemand, bij
het bestuur is geweest om over al dan niet
gemaakte fouten te spreken. Wel weet spre
ker, dat er ongemotiveerde kritiek is gele
verd en wat hij zoo jammer vond, dat deze
kritiek vaak uit kringen komt die op rte
allereerste plaats geroepen zijn den bloei
der K. J. M. V. te helpen bevorderen.
Spreker verzocht de nieuwe leden drin
gend zich niet door minderwaardige kritiek
van de vereeniging afzijdig te houden, maar
waar zij deze mochten ontmoeten, zulks on
verwijld ter kennis van het bestuur te wil
len brengen, opdat dit zijn maatregelen zal
'kunnen treffen.
Ten slotte spoorde de voorzitter de leden
aan, zich steeds als waardige leden van
de K. J. M. V. te godragen, omdat alleen
dan de vereeniging zal kunnen groeien en
bloeien tot heil van hun zelf en den laberen
katholieken middenstand.
Hierna werden verschillende mededeelin-
gen gedaan van huishoudelijken aard. De
moderator nam nog even het woord bij het
agenda-punt: Retraite. Hij spoorde de le
den aan in Augustus a.s. de retraite der
K. J. M. V. te N oordwijkerhout bij te wo
nen. De deelnemers kunnen zich bij de re
traiteclub opgeven.
De voorzitter deelde verder mede, dat
ditmaal de jaarlijkscbe Bondsdag te Leiden
zal worden gehouden. Voor een H. Mis met
Algem. H. Communie in de openlucht op
„Den Burcht" is bereids toestemming van
mgr. Aengenent verkregen. Feestredenaar
zal dien dag zijn Pater H. de Greeve S.J.
De heer Knaap roept de medewerking van
allen in. Op Zondag 3 April a,j&. zal om
half drie een voetbalwedstrijd gehouden
worden op het Leidon-terrein aan de Maal
drift tusschen de K. J. M. V.-elftallen van
Lisse en Leiden. Veertien dagen daarna
zullen de Haarlemmers de gasten van P. K.
zijn, om te trachten de nederlaag, die zij
op eigen veld te slikken kregen, goed te
maken. De aandacht werd nog gevestigd
op den feestavond in de Foyer der Stads
gehoorzaal op Dinsdag 5 April a.s. waar
een leutig gezelschap, ,J>e Hanestaart" de
aanwezigen hevig zal laten lachen en waar
natuurlijk ook een dansje gemaakt zal wor
den. De voorzitter eindigde zijn officieele
mededeelingen met een kernachtige aan
sporing, uitsluitend bestemd voor de le
den van den ophaaldienst der St. Elis. Pen
ning, om hun uiterste best te doen, vooral
nu enkele personen, geheel buiten mede
weten van het P. K.-bestuur nota bene,
zoo vriendelijk waren geweest, briefkaar
ten rond te zenden met de mededeeling
dat P. K. voor de eer had bedankt!
Van de rondvraag werd royaal gebruik
gemaakt, waarna de voorzitter deze ver
gadering met den chr. groet sloot.
In de jaarlijkscbe algemeeno vergade
ring van aandeelhouders der Leidsche
Broodfabriek werden balans en winst- en
verliesrekening goedgekeurd en het divi
dend bepaald op 5 pet. (vorig jaar 8 pet.).
Gemeentelijke Aankondigingen
Drankwet
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat J. C. C.
Verhoeven, te Leiden, een verzoek heeft
ingediend ter bekoming van vergunning
voor den verkoop van sterken drank in het
klein, uitsluitend aan logeergasten, in het
perceel Nieuwe Beestenmarkt No. 23, al
hier.
A. VAN DE SAM>E BAKHUYZBN,
Burgemeester.
VAN STRIJEIN, Secretaris.
Leiden, 31 Maart 1932.
Berijden van provinciale wegen en bruggen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen het volgende ter algemeene ken
nis.
Ingevolge het reglement op de provin-
ciale^ wegen, vastgesteld bij besluit der
Staten van Zuid-Holland dd. 21 Juli 1931,
no. XVI, en goedgekeurd bij koninklijk be
sluit van 19 September 1931, no. 50, wordt
in verschillende gevallen het vereischte ge-
steld om het hebben van een vergunning
door of vanwege Gedeputeerde Staten te
verleenen. Bij besluit van Gedeputeerde
Staten van 8 Maart 1932, no. 72, is vastge
steld, dat vanwege dat college vergunning
kan worden verleend door den Hoofd-In-
genieur van den Provincialen Waterstaat
in Zuid-Holland in de volgende gevallen.
Artikel 14, lid 1, a.
1. Het is verboden, zonder te zijn voor
zien van een schriftelijke vergunning, ver
leend door of vanwege Gedeputeerde Sta
ten, over een provincialen weg te rijden, te
doen of te laden rijden:
a. met een voertuig, dat zóó gebouwd of
geladen is, dat eenig deel daarvan hooger
reikt dan 3.80 M. boven den weg, of dat,
met inbegrip van de lading, breeder is dan
3 M.
Artikel 19.
1. Het is verboden, zonder voorzien te
zijn van een schriftelijke vergunning, ver
leend door of vanwege Gedeputeerde Sta
ten, over een in een provincialen weg ge-
legenbrug te rijden met een voertuig, waar
van door eenig wiel een grooter gewicht op
de brug wordt overgebracht dan is aange
geven op een bij die brug vanwege Gedepu
teerde Staten geplaatst bord.
2. Het vorig lid is niet van toepassing
op:
a. voertuigen ten behoeve van 's rijks
dienst gebezigd ingeval vau staat van oor
log of staat van beleg en bijaldien door de
Kroon wordt verklaard, dat een toestand
aanwezig is, als bedoeld bij artikel 1, on
der le en 2e der wet van 23 Mei 1899
(staatsblad no. 128);
b. voertuigen door openbare besturen
gebezigd ten dienste der brandweer;
c. voertuigen, waarmede materialen tot
herstel van dijken vervoerd worden, inge
val van of bij gevaar voor watersnood.
In de genoemde gevallen zal de aanvrage
om vergunning door belanghebbenden der
halve rechtstreeks tot voormelden Hoofd
ingenieur gericht moeten worden.
Leiden, 31 Maart 1932.
A. VAN DE SAN-DE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
LEIDEN.
Dinsdag, Donderdag, Zaterdag. Vincentius-
Bibliotheek, geopend 's avonds van
7.308.30 uur.
Donderdag. A.R.K.A. ledenvergadering, den
Burcht, te 8 uur.
Donderdag. Studieclub „St. Petrus Cani-
sius", lezing Andr. Remundt, St.
Joseph-Gez. Vereeniging, 8.30
uur.
Vrijdag. R.-K. Metaalbewerkersbond,
Bondsgebouw, 8 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Dinsdag 29 Mrt.
tot en met Zondag 3 April a.s. waar
genomen door de apotheken G. H. Blanken
Hoogewoerd 171, telefoon 502, en D. J. van
Driesum, Mare 76, telefoon 406.
Gevonden voorwerpen.
Rol vloerzeil, duimstok, alpinmuts, oor
bel, sleutels, zwarte ceintuur, schoolbasch,
windkappen van rijwielen, handschoenen,
notitieboekjes, halsketting, kerkboekjes,
koperen gewicht, dekkleed, rijwielbelasting-
merken, rozenkransen, portemonnaie met
en zonder inhoud, medaille, autoslingers,
klokje, damestasch met inhoud, kinder-
tasohje met inhoud, blik spinazie, geld in
papier, polsriem, ragebol, cahiers van R.
Donkers, glasplakpapier, tabakspijp, fit-
j tingtang, gouden broche, driehoek, ringen,
benzinedoppen van auto's, ja®, vulpotlood,
schooletui, handrijwielpomp, actentasoh
met inhoud, zijden zakdoekjes, zak krullen,
damesschoen, boei, melkbus, schakelarm
band, strik, broche met portret, mistlen-
zen, padvindersriem, laadboom, handdoek,
paardendeken, lorgnet, zakje met inhoud,
horloge, houten gordijnroede.
Gevonden in de Stadstramdasspeld,
parapluiee, handschoenen.
Gevonden in de autobus Stadsverkeer:
krultang, poederdoosje, schort.
Terug te bekomen en inlichtingen te ver
krijgen op Maandag, Dinsdag, Woensdag
en Zaterdag van 1 tot 3 uur n.m. ten poli-
tiebureele alhier.