STADSNIEUWS
WOENSDAG 16 MAART 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
MEXICO
DE GODSDIENSTSTRIJD IN MEXICO
Onwrikbare houding van het
Mexicaansche episcopaat.
Zooals vroeger reeds gomeld, hebben
eenige maanden geleden tienduizenden
inwoners van de stad Mexico bij de
rechtbank beroop nangeleekend tegen de
Barbaarsche wet, waardoor het aantal
geestelijken en kerken worJfc beperkt.
Naar thans echter uit een -neifdeeling
van het te Mexico versoh-jnor.de blad
„Universal" blijkt., hebben de rechters
alleen reeds in drio ftrroadt «etitenten
ruim drie en vijftigduizend a»len van
appèl eenvoudigweg terzijdo gelegd met
de verklaring, dat do bedoelde wet geen
onmiddellijk nadeel berokkent aan de
betrokken personen.
Inmiddels houden de bisschoppen niet
op,te waken over hun geloovigen en spo
ren hen in hun herderlijke brieven steeds
weer opnieuw aan. om weerstand te bie
den aan het geweld der vervolging.
De moedige bisschop vftn Vera Cruz
waar de kerkvervolging het felst is
waarschuwde zijn geloovigen nog on
langs voor de onderwijzers der officieele
scholen, „die met allerlei middelen de
religieuse ideeën en de goede zedèn der
jeugd trachten te bederven".
Onlangs heeft de aartsbisschop van
Mexico, Mgr. Diaz., zoo schrijft de „Os-
servatore" wederom drie korte brieven
aan zijn geloovigen gericht, waarvan
vooral het schrijven van 5 Februari 1.1.
belangrijk is. wijl het ondubbelzinnige
verklaringen bevat over het gedrag en
de houding van hetMexicaansohe epis
copaat, in de laatste jaren.
De „modus vivendi" of de z.g. overeen
komsten met de Mexicaansche regeeriilg
die den 21ston Juni 1929 door den Apos-
tolischen dclegaat worden onderteekend
zoo heet het in dit schrijven, hebben de
veroordeeling en afkeuring van de wet
ten, welke in strijd zijn met de wetten
der kerk, geenszins gewijzigd. Noch de
hervatting van den openbaren ©eredienst
van toen noch die, welke thans geduld
wordt voor het geesteli'k welzijn der zie
len, beteekent Óen onderwerping of sla
vernij van de Kerk aan den -Staat, wijl
de Kerk al haar protesten tegen de on
rechtvaardige wetten, welke onder dwang
werden opgelegd, en ©en ontzaglijke
schade hebben aangericht en nog steeds
aanrichten, handhaaft»
Het eenigste doel der Kerk, de heili
ging en zaligmaking der zielen, voor
oogen houdend, opdat vooral de armen
niet verstoken bliiven van de geestelijke
zorg, die zij noodig hebben, en om bet
welzijn van ons volk te bevorderen, be
veelt de H. Vader ons. do onrechtvaar
dige beperking van den Kathobeken. ©ere
dienst te dulden.
Het feit, dat wij, Katholieke bisschop
pen, zoo besluit mgr. Diaz zijn schrijven
met machtiging van den H. Vader voor
uw zielebeil de onrechtvaardige, beper
king van den Katholieken ©eredienst dul
den, beteekent niet, dat wij de leer, die
wij u steeds onderwezen hebben, ook
maar op een enkol punt gewijzigd heb
ben. Om dit goed te begrijpen, moet gij
nooit de gedwongen verdraagzaamheid
verwarren met de spontane en vrijwillige
aanvaarding der onrechtvaardige wetten
Wij dulden deze wetten met een -beproefd
hart. voor uw geestelijk welzijn, maar
nooit zullen wij ze kunnen aanvaarden
wijl wij met de genade Gods, God, onzen
godsdienst en ons vaderlffcnd nooit hopen
te verraden.
BUITENL. BERICHTEN.
VIER MIJNWERKERS VERBRAND.
Op de naast elkaar gelegen mijnen Maria
hilf en Matthias te Zwotau is gistermiddag
een brand uitgebroken. Vier mijnwerkers
zijn in vlammen omgekomen.
GROOTE BRAND AAN DE STRAAT
VAN GIBRALTAR.
In de houtopslagplaatsen en de fabrie
ken van een meubelfabriek te Ceuta is
brand uitgebroken. Het vuur verspreidde
zich zoo Snel. dat spoedig een aantal nabij
gelegen huizen in vlammen stond. Vijftien
huizen zijn in asch gelegd. De schade is-
zeer aanzienlijk, verscheiden brandweerlie
den werden gewond.
HISTORISCH KASTEEL BIJ ANGERS
DOOR BRAND VERWOEST.
Kostbare kunstschatten verloren gegaan.
Het historisch kasteel van La Motte-
Charapdeniers bij Angers is door brand
verwoest. Het kasteel was het eigendom
van baron Lejeun en werd beschouwd als
een der mooiste specimina van architec
tuur uit de elfde eeuw. Nog belangrijker
dan het. verlies van het gebouw zelf is de
vernietiging van de kunstschatten, die het
bevatte. Een enorm kostbare boekenverza
meling, verscheiden gobelins en oude schil
derijen en meubilair gingen verloren.
ERNSTIGE POSTDIEFSTAL.
Uit -den trein WillebroekAntwerpen.
Gisteravond ongeveer 7 uur zijn twee
gemaskerde en met revolvers gewapende
bandieten, terwijl de boemeltrein Wille-
broek-Antwerpen ter hoogte van station
Hoboken kwam in een bagagewagen ge-v
drongen. Zij overmeesterden de drie trein-
bedienden, waarna zij ten slotte de vlucht
namen met twee postzakken, waarvan de
een een waarde inhield van 18300 fran
ken en de ander van -200.000 franken, alles
in munten en bankbilietten. Hot waren de
ontvangsten v. verschillende op de lijn Wil
lebroekAntwerpen gelegen postkantoren.
Het merkwaardige vAn het geval is, dat
de treinbedienden eorst van meening wa
ren, dat er een grapje gemaakt werd. Zij
lachten hartelijk om den vermeenden poets
die hun gebakken werd, doch waren spoe
dig gedwongen den ernst van liet geval in
te zien, toen er eenige malen op hen ge
schoten werd. gelukkig zonder dat iemand
geraakt werd. De bandieten van wie elk
spoor ontbreekt, spraken uitsluitend
Duitsch.
VONNIS IN HET LUIPAARD-PROCES
TE BERLIJN.
Kunstschilder krijgt een jaar.
In bet proces tegen den schilder von
Othegraven, wiena luipaard Nanosch het
tweejarig dochtertje van zijn hospita. Eri
ca Scharrics, had gedood en haar moeder
gevaarlijk had gewond, werd heden door
het openbaar ministorie, wegens het ver
oorzaken van dood; door schuld, alsmede
van gevaarlijke verwonding, een gevange
nisstraf van een jaar en negen maanden te-
den schilder geëischt.. De schuld van von
Othegraven aan den dood van de kleine en
de verwonding van haar moeder werd be
wezen geacht.
De rechtbank onmiddellijk uitspraak
doende, veroordeelde den schilder tot een
jaar gevangenisstraf.
VERDUISTERING VAN 2 MILLI0EN
LIRE?
Advocaat te Milaan gearresteerd.
Do politio te Milaan heeft den voorma
li gen hoofdredacteur van ^le „Oorriere
Italiano". don advocaat Filipoelli, gear
resteerd. Hij wordt beschuldigd, twee em
ploye's oener Italiaanecho maatschappij
te hebben overgehaald tot het plegen van
verduisteringen tan bedraee van twee mil-
lioen lire, waarvan hij zelf in ruime mate
▼oordeel genoot,
DE ONTVOERDE BABY.
Vrees, dat hij dood Is.
De vrees, dat den baby van Lindbergh
een ongeluk is overkomen, is toegenomen,
nu men vernomen heeft, dat de politie
circulaires heeft gezonden aan alle eige
naars van hotels en gemeubileerde kamers,
waarin zij hun verzoekt, zich, voordat zij
afval en pakketen wegwerpen, of verbran
den. er van te overtuigen of er zich geen
kinderkleertjes in bevinden.
GROEIENDE INDUSTRIE IN AZIE.
Duizeling wekkende cijfers.
Van alle Aziatisohe gebieden heeft In
dië voorzeker de grootste kans om zich te
ontwikkelen en een eigen industrie op te
bouwen." Indié verbergt een kolenvoorraad
van 70 milliard ton. terwijl de watervallen
en stroomversnellingen 27 millioen paar
de kracht verborgen houden Verder bevat
de bodera ijzer, mangaan, koper, lood en
ander ertsen, terwijl tot op heden baast
nog geen mij'non geëxploiteerd worden en
er een overschot is van overvloedig ar
beidskrachten. Tijdens den oorlog zijn er
tal van nieuwe industrieën uit den grond
gerezen. Van 1913 tot 1930 steeg het aan
tal katoenspinnerijen van 6 millioen op
8.700 000; de kolenproductie werd opge
voerd van 16 millioen ton lot 23 millioen
ton. De productie van ruwe zijde werd
verzesvoudigd en bedraagt thans 1.20.000
ton. In 1913 werd er 63.000 ton staal gepro
duceerd, in 1930 ruim 467.000 ton de lood-
productie steeg in datzelfde tijdperk van
GOOG op 82.000 on. In 1905 waren er in In-
dië ongeveer 21.000 Jute-spinnerijen, toen
de oorlog uitbrak 35.000, in 1923 reeds
46.000 en thans zijn er zeker meer dan
50.000.
De grootste industrieel© ondemoming in
Indié is het Tata-concern, een groot ijzer
en staal consortium. In Bombay alleen
reeds zijn 1750 fabrieken, waarin 306.000
arbeiders werk vinden.
In Tndië bevinden zich totaal 12 millioen
arbeiders Er zijn echter slechts weinig
arbeiders in vakvereenigingen aaneenge
sloten b.v. van de Textielarbeiders zijn er
van de 800.000 slechts 32.000 georgani
seerd. Öp sociaal gebied is Indië nog ach
terlijk: er is een groote behoefte aan een
ruime sociale wetgeving; de arbeiders zijn
thans uitsluitend aangewezen op de goed
gunstigheid van den- werkeever en deze is
meestal verre te zoeken. Er werken in In
dië zeer ve^l vrouwen die slecht betaald
worden Zelfs in het Indische mijnbedrijf
werken 63.000 vrouwen. In de Indische fa
brieken wórden 75.000 kinderen geëxploi
teerd.
DE BEVOLKING IN INDIE.
Volgens de resultaten van de jongste
volkstelling zijn er thans in Indië 6 millioen
Christenen (in 1921 waren er 4 500.000). In
Zuid-Indië telt men ongeveer 2.500.000 ka
tholieken, in Noord en West Indië 600.000,
in Portugeesch en Fransch Indië 325.000,
in Birma en Ceylon ongeveer 500.000.
De vernietiging der koffievoorraden.
Ofschoon in de laatste twee maanden
reeds meer dan 300 millioen K.G. koffie
vernietigd werd (en als brandstof ge-
ruikt of in het water gew'orpen werd) ie het
nog maar steeds niet gelukt om de groot©
voorraden dusdanig te verminderen dat de
prijs op peil blijft. In de binnenlanden ligt
nog een voorraad van 26 millioen balen kof
fie elk van 60 K.G. waarvoor men geen af
zetgebied kan vindon.
Als men daarbij in aanmerking neemt
dat de 300 millioen K.G. koffie die men
vernietigd heeft slechts 7 procent vormen
van de geheele wereldvoorraad, dan ziet
meu onmidollijk in, dat het vrijwel van
geen beteekenis is om een betere grondprijs
te vormen door belangrijke voorraden aan
de vernieiging prijs te geven.
DE OFFICIEELE INGEBRUIK
STELLING VAN DE LEIDSCHE
ELECTRO-MAGNEET
HET NATUURKUNDIG LABORATO
RIUM WORDT „KAMERLlNGH
0NNES-LAB0RAT0RIUM".
Zooals wij gisteren reeds hebben ge
meld, heeft gistermiddag in tegenwoordig
heid van tal van genoodigden in het Na
tuurkundig Laboratorium aan de Nieuw-
steeg de officieele ingebruikstelling plaats
gehad van den nieuwen electromagneet.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, die aanvankelijk voorne
mens was deze plechtigheid bij te wonen,
was op het laatste moment verhinderd. Hij
werd vertegenwoordigd door den heer jhr.
Van Beeck Calkoen, chef van de afdee-
ling hooger onderwijs van het departe
ment. Verder waren o. m. aanwezig de
president-curator, mr. A. van de Sande
Bakhuyzen, de curator jhr. von Fisenne, de
secretaris van curatoren, mr. Idenburg, de
reotor magnificus prof. dr. J. J. Blanksma,
de professoren P. Zeeman en van der
Waals uit Amsterdam, prof. Woltjer na
mens den Onderwijsraad, mr. G. Vissering,
namens den Universiteitsraad, de profes
soren Dijkxhoorn, Siertsema en Dorgelo
uit Delft, prof. J. van der Hoeve, namens
de Kon. Academie van Wetenschappen,
enz., benevens de familie van wijlen prof.
Kamerlingh Onnes.
Na de uitvoerige rede van den directeur
van het Laboratorium, prof. dr. W. J. de
Haas, waaraan wij gisteren reeds een en
ander hebben ontleend, trad de reotor
magnificus, prof. dr. J. J. Blanksma naar
voren, om allereerst prof. de Haas geluk te
wensohen met de opstelling van den mou
wen magneet.
Daarna releveerde spr. de drie feiten
uil zijn leven, die in verband met het mag
netisme een bijzonderen indruk op hem
hebben gemaakt.
De eerste was, toen hij als jongen de
werking zag van den gewonen, kleinen
magneet, waarmee de jeugd spijkers en
Oog eenB spijkers aantrekt. De tweeden
waB, toen hij als student voor het eerst
kennis maakte met den magneet van prof.
Zeeman, terwijl nu de derde magneet hem
heeft aangetrokken.
Spr. besloot met den wensoh, dat het
prof. de Haas gegeven moge vele suc
cessen met zijn magneet te bereiken.
Vervolgens bracht de heer Bruining na
mens de philosophische faculteit van Leid-
sche studenten zijn gelukwensohen aan
prof. de Haas over.
REDE Mr. A. VAN DE SANDE
BAKHUYZEN.
Hierna wias het woord aan den presi
dent-curator, mr. A. van de Sande Bakhuy
zen.
Ook voor Curatoren van deze Univer
siteit is het een reden voor voldoening en
vreugde getuigen te mogen zijn van de in
gebruikneming van een nieuwe aanwinst
van het Physisch Laboratorium en wij
wensohen er natuurlijk in de eerste plaats
den hoogleeraar en zijn medewerkers, die
met dit instrument weer beter gewapend
zullen zijn om de geheimen der natuur te
ontsluieren, van harte geluk mede. Wij
verheugen er ons met U, Prof. de Haas, in
dat U heden verwezenlijkt ziet, wat lang
gewenscht werd en waaraan veel zorg, veel
moeite, veel overleg door U ten koste is
gelegd. Wij hopen van harte dat Uwe ge
zondheid, die in de laatste paar jaren U
somtijds verhinderd heeft uw volle arbeids
kracht aan het wetenschappelijk werk op
dit Laboratorium te geven, U thans weer
opnieuw de gelegenheid zal laten tot de
volle ontplooiing van uwe groote gaven en
dat de onderzoekingen die Gij hunkert te
volbrengen, ongestoord tot het gewenschte
resultaat mogen leiden. Met groote belang
stelling zal ons College uw verder werk
met dezen magneet volgen.
Het Curatorium dat zich tot roeping
stelt de belangen van de Leidsche Univer
siteit altijd en overal te dienen, is begrij
pelijkerwijze naijverig op het aanzien van
die instelling. Het College gevoelt het als
een teleurstelling, wanneer de Universiteit
niet op alle gebied van wetenschap een
erkende factor van gewicht en gezag is,
wanneer haar dienaren haar geen eer en
roem brengen.
Hooghouden en vooruitbrengen van het
peil van het onderwijs eenerzijds, maar
niet minder anderzijds, beoefening der we
tenschap om haarzelfs wil. Zie daar de bei
de doeleinden waarnaar gestreefd wordt.
Moeilijke jaren voor de
Universiteiten.
In beide opzichten maken de Universi
teiten een moeilijken, zoo niet een kritie
ken tijd door. Een ontrustbarende toeloop
van studenten legt zoodanig toenemende
verplichtingen op de onderwijsinstellingen
en de hoogleeraren, dat de zuivere weten
schap beoefening daaronder dreigt te gaan
lijden.
Met dankbaarheid erkennen wij, dat een
open oog der Regeering voor dit belang
het, althans voor enkele vakken- mogelijk
maakt, dat do wetenschap het volle pond
krijgen kan. Daaronder reken ik de na
tuurkunde aan deze Universiteit en wij
mogen dan ook met voldoening er op wij
zen, dat, zoo er één hoek is van waaruit
onze Alma Mater overvloedig roem put,
het wel juist dit kwartier van de stad is,
waar een overheerschte kracht ons de
plaats maakte, waar de studie van het
beheerschen der natuurkrachten zoo uitne
mend zou gaan gedijen, waar Nobelprijzen
zoo welig zouden groeien.
De beteekenis van Kamerlingh
Onnes.
U heeft ons, hooggeleerde de Haas een
belangrijke uiteenzetting gegeven van de
beteekenis van het nieuwe instrument, dat
de verzameling is komen verrijken. U
heeft ons gewezen hoe dit plan door Ka
merlingh Onnes is ontworpen en wat het
nut is van het onderzoek waarvoor de
magneet gebruikt zal worden, en U heeft
opnieuw onze gedachten zich doen samen
trekken op de beteekenis die Prof. Ka
merlingh Onnes voor de natuurkunde had
en die daardoor zooveel nieuwen luister
bijzette aan den naam van Leiden's Hoo-
geschool.
Sta mij toe dat ik hierbij een oogenblik
stil sta.
Eenmaal was de tijd, dat de Physica, de
beide Chemische vakken, Anatomie en
Physiologic hier in deze Universiteitawijk
tezamen ruim behuisd waren.
De Natuurkunde is langzamerhand
meesteresse van het terrein gebleven en
slaat nog slechts afgunstige blikken op de
Physiologie of ook die niet elders haar ten
ten mocht willen opslaan. En trots dat zij
alle andere laboratoria geleidelijk op
slokte werd nog herhaaldelijk de Rijksge
bouwendienst in den arm genomen om bij
te bouwen, te vërgrooten en te verbeteren.
De Minister van O., K. en W. is wel
licht geneigd een verzuchting te slaken
over den groei van dezen spruit der Leid
sche Hoog'eschool; hij acht die misschien
onrustbarend voorspoedig". Zijne Excel
lentie bedenke, dat dit lid van het gezin al
veel heeft ingebracht wat rechtstreeks of
indirect als groote winst moet worden aan
gemerkt.
De geschiedenis van dit Laboratorium
bewijst op iedere bladzijde, dat elke stap
tot uitbreiding van zijn werkzaamheid noo
dig, maar ook tevens nuttig was. Noch
Regeering noch Curatoren kunnen wijzen
op één verzoek, waarvan de inwilliging
door de uitkomst niet gerechtvaardigd
bleek.
Wij kunnen die geschiedenis niet door
lezen zonder op iedere bladzijde ook togen
te komen den scheppenden geest van
1 tof. Kamerlingh Onnes, scheppende en
vooruitziende geest mag ik er bijvoegen.
De onderwijs-inrichting, die den jong be
noemden hoogleeraar ter beschikking werd
gesteld om zijn grootsohe idealen te gaan
verwezenlijken was in waarheid niet meer
dan wat haar tjtel aanduidde, een kabinet,
waaraan één assistent verbonden was. In
1882 gevóelde de jonge geleerde, dat na
tuurkundig onderzoek hoogere eischen
stelde. Zeker ware het wenschelijk zoo
zegt- hij in zijn inaugureel© oratie dat
er in Nederland ten minste één natuur
kundig laboratorium van den eersten rang
verrees. Een enkel burger van Baltimore
stichtte de schitterende John Hopkins-Uni-
versiteit. De hertog van Devonshire schonk
aan Cambridge het prachtig uitgerust la
boratorium, dat met den naam van Ca
vendish prijkt. Ik houd het voor geen
ijdele hoop, dat ons vaderland, bij het
herleven van den volksgeest, eerlang man
nen als John Hopkins en een hertog van
Devonshire zal kunnen aanwijzen. Dan zal
het mogelijk zijn aan een der herschapen
laboratoria van onze hoogesoholen den
naam van Huygens te verbinden als lang
verschuldigde hulde van het volk, dat on
der zijn grootste zonen dezen evenknie van
Newton telt.
Deze grootsche ambitie van een al om
vattend physisch Laboratorium werd ge
dragen en beleden door een man, die ern
stig meende wat hij wilde bereiken, die ge
reed stond zijn leven te geven aan de ver
wezenlijking van het ideale streven, waar
toe edele drijfveeren hem bezielden.
Wanneer wij nu, dankbaar voor wat zijn
leven onze Universiteit schonk, zijn nala
tenschap beschouwen, dan herkennen wij
daarin zeker niet een het geheele veld der
physica omvattend laboratorium. Den
Maecenas vond Kamerlingh Onnes daar
van niet, maar hij vond in zich zelf, hij
vond in een gelukkige combinatie van we
tenschappelijk inzioht en enthousiasme
©enerzijds en menschenkennis anderzijds,
een kapitaal groot genoeg om ie stichten
wat zijn ervaring hem als juister en meer
bereikbaar had doen onderkennen.
„Wat mij betreft" zoo zeide hij als
rector magnificus 22 jaar later, „het ideaal
van een groot Huygens laboratorium te
Leiden heb ik reeds lang ondergeschikt
leeren achten aan dat hoogere, dat, tegen
over het buitenland, onze natuurkundige
laboratoria samen de geheele physica ver
tegenwoordigen. En het is zeker meer dan
de afspiegeling van de sympathie en de
vriendschap, die de Nederlandsche natuur
kundigen vereenigt, wanneer ik dit ideaal
tot werkelijkheid zie worden."
„Een laboratorium in het bijzonder in
gericht op het werken bij lagere tëmpera-
tuur, zal daarbij meer en meer eene eigen
plaats innemen".
Dat heeft hij dan ook geschapen, dat
heeft hij aan Leiden vermaakt!
„Ongetwijfeld staan wij", zoo blinkt het
profetisch in diezelfde in 1904 gehouden
rede „aan den vooravond van groote ont
dekkingen op natuurkundig gebied" en in
1906 is het vloeibaar maken van waterstof
door hem tot volkomenheid gebracht. De
spoedig daarop voorbereide aanval op het
helium slaagt op schitterende wijze in
1808. En daarmede had het eerste cryo-
geen laboratorium van de wereld zijn be
staan bewezen en gerechtvaardigd.
In 1904 zucht hij: leergierigen uit vreem
de landen verdringen zich niet als veeleer.
Eanige jaren later zóu hij hebben kunnen
zuchten om de te tijdroovende bezoeken
van vreemde geleerden en studenten, die
zijn werk weer opnieuw „tot Leiden had
getrokken naar zijn Laboratorium"!
Het bescheiden natuurkundig kabinet
was inderdaad in een Laboratorium in den
idealen zin van het woord herschapen.
Met opzet gebruik ik het woord gescha
pen, want wij zien, dat hier een geest uit
niets iets groots te voorschijn riep. Nage
noeg alle instrumenten in dit labyrinth van
instrumenten, waarmede de groote suo-
cessen behaald zijn, werden in d i t labo
ratorium ontworpen en er geheel door zijn
technischen staf vervaardigd. Alvorens
dat zoo kon geschieden was de vorming
van dit technisch personeel van instru
mentmakers, glasblazers en amanuenses
noodig.
Dat dit geleidelijk gevoerd heeft tot do
slichting van de Instrumentmnbersschool,
die vergroeid is met het wetenschappelijk
werk van het Labóratoriuh, toont de veel
zijdigheid van den kunstenaar, die hier
aan het werk was en geen onderdeel ver
onachtzaamde. Onontbeerlijk voor het we
tenschappelijk werk van dit Instituut is'
deze instrument.makersopleiding door
haar veelzijdigheid geworden tot iets eenigs
in ons land en wellicht in de wereld, is zij
van groote beteekenis. Onnes' wetenschap
pelijke proeven leverden hier onverwaoht
een dadelijk tastbaar nuttig resultaat».
Waardeering. Het Kamer
lingh Onnes-Laboratorium.
Aan waardeering voor hetgeen Prof.
Kamerlingh Onnes voor de wetenschap,
voor óns land en voor de Leidsche Hooge-
school deed, heeft het hem noch van de
zijde van den landgenoot, noch van die
van den vreemdeling ontbroken; zijn wer
ken en zijn publicaties verzekeren het
voortbestaan van zij'nen naam in de we
tenschappelijke wereld.
Prof. Kamerlingh Onnes is echter be
halve een groot geleerde, ook geworden
een zeer populair geleerde. Iemand waar
van men veel en waarvan men gaarne
sprak en over wien men nu nog dagelijks
spreekt, doch over wien men nagenoeg al
tijd spreekt in verband met de roemruchte
stichting, waarmede hij de wetenschap en
de Universiteit zoo oneindig v.errijkt© en
waarmede zijn naam dan ook zoo onver
breekbaar verbonden is en zal blijven.
Is het wonder dat vrienden en vereer
ders op de gedachte kwamen om wat
officieus reeds zoo veel gebeurt en wat in
de volksmond reeds regel geworden is
zijn laboratorium voortaan ook officieel
met zijn naam te sieren en te noemen.
Een Huygens laboratorium heeft Prof.
Kamerlingh Onnes -niet meer mogelijk of
goed geoordeeld, maar met het volste
recht mogen wij zijn naam aan zijn stich
ting voor eeuwig koppelen. Het verheugt
mij te kunnen mededeelen op dezen dag,
dat het denkbeeld, ontkiemd in den kring
van zijn medewerkers, met groote instem
ming door Curatoren en Regeering ut ont
vangen en aanvaard. (Applaus).
Prof. de Haas noodigde hierna de aan
wezigen uit m groepjes het nieuwe instru
ment te bezichtigen, waaraan natuurlijk
gaarne voldaan werd en waarmede de
plechtigheid werd besloten.
GOETHE-HERÓENKING IN DE
LEIDSCHE UNIVERSITEIT.
REDEVOERINGEN VAN DE
PROFESSOREN HUIZINGA,
VERWEY EN FOKKER.
Gisteravond heeft in het Groot Audi
torium der Universiteit alhier, een her
denkingsplechtigheid plaats gehad van
Goethe welke o.m. werd bijgewoond door
enkele curatoren, verscheidene professo
ren en studenten.
Inleiding prof. dr. J. Huizinga.
Prof. Huizinga opende de herdenking
met een inleiding, waarin hij sprak over
den tijd, waarin Goethe leefde en waar
aan wij het volgende ointleenen.
Goethe's' lange, rijke leven, ligt dwars
over de scheiding van twee groote
eeuwen heen, maar de tijd, waarin hij
zich vormde en waaruit wij hem moeten
verstaan, is de 18e eeuw.
Wij leven, tot den huidigen dag, meer
dan wij ons gewoonlijk bewust zijn, uit
geest van de 18e eeuw, door Bach en
Mozart, door Kanten toch zijn wij
misschien geneigd, bij het oproepen van
dat beeld 18e eeuw, het eerst haar zwak
kere zijden te zien, de gebreken, waaraan
wij meenen ontgroeid te zijn; haar nuch
ter rationalisme, haar ietwat goedkoop
optimisme, haar verheerlijking van het ge
zond veretand, haar verslapte fantasie,
haar afwending van alles wat mysterie
is. Wij onderschatten licht de cultuur
waarde van die 18e eeuw, die het eerste
waarlijk moderne tijdperk is, de onmid
dellijke onderlaag van onze eigen be
schaving. Do 18e eeuw is een bij uitstek
vruchtbare tijd geweest, zoo ook van
ontplooiing, meer dan van schepping.
Op het schouwtooneel van de Euro*
peesche beschaving (er is grond voor juist
dit beeld van een tooneel) staat in de
eerste helft der 18e eeuw Frankrijk nog
altijd, of opnieuw, vooraan.
Toch is die voorrang van den Fran-
schen geest, dan reeds, minder essen
tieel dan hij oppervlakkig schijnt. De
twee groote volken van Germaansche
taal en oorsprong, het Engelsche en het
Duitsche staan gereed, om die leidende
rol, niet van de Romaansche wereld over
te nemen, maar ze met haar, als voor
hol minst geli'kwaardige medespelers
te doelen. Al 6edert 1700 geeft Engeland,