STADSNIEUWS DINSDAG 15 MAART 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 3 GEMEENTERAAD. De Gemeenteraad vergadert op Maan dag 21 Maart 1932, des namiddags te twee uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Alge meen" (Steensohuur 21), De vergadering zei, zoo noodig, worden voortgezet: op Maandag 21 Maart des avonds te 8.15 uur, en op Dinsdag 22 Maart des namiddags te twee uur. Te behandelen onderwerpen: 1. Benoeming van een Regent van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder huis. 2. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van eon stukje sloot, gelegen aan het Utrecht-sche Jaagpad, kad. bekend Sectie O, No. 84 ged. 3. Voorstel tot verkoop van een gedeelte van het perceel Rijnsburgerweg, Sectie P. No. 1343, aan Prof. Dr. R. P. van Calcar. 4. Voorstel tot vaststelling van het voorschot 'op de vergoeding, bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1990, over het jaar 1932, aan de besturen van verschillen de bijzondere scholen. 5. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van een maandelijksclie uitkeering aan het Leidsche Crisis-Comité 6. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de inrichting van het benedengedeelte van het perceel Stille Rijn no. 3 tot bureau voor den Burgerlij ken Stand en de Bevolking. 7. Prae-advies op het verzoek van H. Hogewoning e-a„ om op marktdagen den Apothekersdijk en den Nieuwen Rijn tus- sohen de Roomburg en de Karnemelks- brug, gedurende eenige uren voor alle rij- verkeer af te sluiten. 8. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 23 Mei 1912 (Gem. blad no. 18), op het Rijden. 9. Voorstel tot aankoop, respect. tot overneming om niet van verschillende aan den Zijlsingel gelegen voortuinen, stoepen en straatgedeelten en tot beschikbaarstel ling van gelden voor de uitvoering van het eerste gedeelte van de werken voor de verbetering van den Zijlsingel. 10. Voorstel in zake korting op de be zoldiging van het onderwijzend personeel aan het Gymnasium, de beide Hoogere Burgerscholen en de Kweekschool voor on derwijzeressen. 11. Prae-advies op het voorstel van den heer Van Stralen, om de bepaling in het steunreglement dat losse transportarbei- beiders slechts gedurende 42 dagen per jaar steun kunnen ontvangen, tijdelijk bui ten werking te stellen. 12. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den aanleg van een weg tusschen den Rijnsburgerweg en den Maredijk bij wijze van werkverschaf- fing. 13. Voorstel om de Commissie van Be heer over de gestichten „Endegeest, Voor geest en Rhijngeest" te machtigen tot den bouw en de inrichting van een recreatiege bouw met rijwielbergplaat/s ca., op het terrein van het gesticht „Endegeest''. lo. Voorstel: a. tot onbewoonbaarverklaring van ver schillende woningen gelegen in de Lange Paradijssteeg en de Lange Bouwelouwen- steeg; b. tot voorioopige goedkeuring van een plan tot onteigening van perceelen gele gen aan en tusschen de sub. a bedoelde stegen. 15. Voorstel in zake verkoop van percee len bouwterrein aan den Lnmmenschans- veg en de Verlengde Bloemistenlaan bij openbare inschrijving, tevens prae-advies op de verzoeken van de Federatie van te Leiden en Omstreken gevestigde woning- bouwvereenigingen, in zake bestemming van terreinen voor meerdere woninbouw en de verstrekking van gelden daarvoor, en van P. P. de Koning c.s., in zake het ver- leenen van gemeentelijken steun voor particulieren woningbouw. 16. Voorstel in zake de toekenning van een subsidie aan de Onderlinge Vereem- ging voor Ziekenhuisverpleging en aan de afdeeling Ziekenhuisverpleging van de Coöperatie „Vooruit". 17. Prae-advies op het verzoek van het Hoofdbestuur van de Schippersvereni ging „Schuttevaer", om verlaging van het havengeld voor stoom- of motorbooten. Regent Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Het Bestuur van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis biedt den Raad de volgende voordracht aan voor de benoe ming van een regent, tor voorziening in de door het aan den heer B. J. J. N. Troost als zoodanig verleijd eervol ontslag ont stane vacature. 1. M. G. Bon, 2. Dr. C. J. van der Klauw. Verkoop stukje grond. De gemeente is voor 6 c.A. mede-eigena res van het perceel, kadastraal bekend ge meente Leiden, sectie P, No. 1343, gelegen aan den Rijnsburgerweg, toebehoorende aan den heer Prof. Dr. R. P. van Calcar. Het mede-eigendomsrecht van de ge meente is vermoedeiijk ontstaan, doordat de wegafscheiding indertijd niet precies m de eigendomsgrens is geplaatst, doch, met bet oog op een beter verloop van den weg, iets meer naar voren. Van den heer Van Calcar is een verzoek ingekomen om bedoelde 6 c.A. van de ge meente te mogen koopen. Aangezien de gemeente bij het behoud van dien grond geen belang heeft, bestaat cr h.i. tegen inwilliging van het verzoek bij B. en W. geen bezwaar. Adressant gaat accoord met den ge vraagden prijs van 10.in totaal. Overnam® stukje grond. B. en W. stellen den Raad voor, te be- sluien kosteloos in eigendom en onderhoud bijde gemeente over te nemen van J. van der Waals, te Leiden, het stukje sloot, ter grootte van pl.m. 100 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeen te Leiden, Sectie O, No. 84. Voorschot bijzondere scholen. Met betrekking tot de door de besturen van de m deze gemeente gevestigde bijzon dere scholen ingediende aanvragen om een voorschot op de vergoeding in de exploi tatiekosten dier scholen over het jaar 1932 deelen B. en W. den Raad mede, dat over 1928, het laatste dienstjaar, waarover de gemeenterekening is gesloten, per leerling van het openbaar lager onderwijs 15.04 en per leerling van het openbaar uitgebreid lager onderwijs 28.31 werd uitgegeven. Voorts heeft de gemeente over 1931, met inbegrip van de te haren laste gebleven pensioensbijdragen, gemiddeld per weke- lijksch lesuur uitgegeven voor het vakon derwijs m nuttige handwerken 97.97, voor dat in liohameiyke oefening 135.24 voor gewoon lager onderwijs en 143.58 voor uitgebreid lager onuerwijs, voor dat in han delskennis 90.en voor dat in teekenen 130.46. Op grond van een en ander is het ge vraagde en voorgestelde voorschot door B. en W. berekend. Het Leidsch Crisis-Comité. Van het Leidsch Crisis-Comité kwam bij B. en W. het verzoek binnen te willen be vorderen, dat het van gemeentewege een maandelijksche bijdrage van 250.zou ontvangen, om daaruit de geregeld terug- keerende uitgaven voor drukwerk, telefoon, lioht, verwarming en verdere bureau-kos ten te kunnen bestrijden, zoomede om daar uit aan degenen, die zich naar het oordeel van het Dagelijksch Bestuur op bijzondere wijze verdienstelijk hebben gemaakt, af en toe een bescheiden gratifioatie te kunnen verleenen. Het komt B. en W. voor, dat voor inwil liging van dit verzoek alle aanleiding is. Gedurende de bijna 3 maanden van zijn bestaan heeft het Comité getoond zegenrijk werk te verrichten, terwijl voorts mag wor den aangenomen, dat zijn arbeid in vele gevallen het resultaat heeft, dat menschen van een voor hen zelf zeer pijnlijken en de gemeente bezwarenden gang naar de Ge meentelijke Commissie voor Maatschappe lijk Hulpbetoon worden teruggehouden. Verder kan worden toegegeven, dat het geen bevredigende toestand is de cloor de burgerij ter besohikking van het Comité gestelde gelden voor een gedeelte te moe ten bestoden voor de uitgaven, welke hier boven zijn aangegeven, waartoe het Comité echter bij gebreke aan inkomsten uit an deren hoofde wel moet overgaan. Tenslotte ligt het zeer zeker op den weg van de gemeente, om deze particuliere in stelling van zoo algemeene samenstelling en met zoo nuttig en menschlievend doel steun te verleenen, nu de burgerij zelve zoo daadwerkelijk daaraan hare medewerking verleent, door offers in geld, natura en tijd. Vrees, dat deze gemeentelijke subsidie op de particuliere offervaardigheid nadee- ligen invlopd zou uitoefenen, behoeft naar de meening van B. en W. niet te bestaan, nu deze Zoo bescheiden van omvang is en voor een speciaal doel wordt verstrekt. Eerder valt het tegendeel aan te nemen, omdat hierdoor des te meer zekerheid be staat, dat. de uit liefdadigheidszin aan net Comité afgedragen gelden ook inderdaad ten volle tot dit doel zuilen worden aange wend. Bureaux Burgert. Stand en Bevolking. Bij raadsbesluit van 11 Januari jd. werd van de Leidsche Spaarbank, ten behoeve van de vestiging van bureaux, gehuurd het gebouw aan den Stillen Rijn No. 3. De kosten van inrichting van het bene dengedeelte van dit gebouw tot bureau voor den Burgerlijken Stand en de Bevol king worden, blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geraamd op 2800.welk bedrag ten laste van het Stadhuisfonds dient te komen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven B. «n W. den Raad mitsdien in overweging te hunner beschikking te stellen ten behoeve van het inrichten van het benedengedeelte van het gebouw aan den Stillen Rijn No. 3 tot bureau voor den Burgerlijken Stand en de Bevolking. H. Hogewoning en ©enige andere han delaren in bloemen en planten verzoeken den Raad om op marktdagen den Apothe kersdijk van 6 uur van. bot 2 uur n.m. «n den Nieuwen Rijn tuaschen de Koornbrug euKarnemelkbrug van 3 uur nan. tot 10 uur 's avonds voor alle rij verkeer af te sluiten. De Commissie voor den Markt- en Ha vendienst, wier gevoelen B. en VV. omtrent het adres inwonnen, is van moening, dat de gevraagde afsluiting door het marktbe lang geenszins wordt gevorderd; wel verre van overtuigd te zijn van de noodzakelijk heid om tot het nemen van dezen maatregel over te gaan, is het adres voor haar seifs aanleiding geweest, B. en W. voor te stel len te ge vorderen, dat de gesloten verkla ring van het gedeelte van den Nieuwen Rijn tusschen de Hoogstraat en de Harte- steeg voor het verkeer met motorfietsen en met rijwielen in beide richtingen, waar toe in 1923 is overgegaan, weder wordt op geheven. De Commissaris van Politie kan zich met dit advies vereenigen. B. en W. stellen den Raad voor, overeen komstig dit advies te besluiten. TIJDELIJKE KORTING BEZOLDIGING LEERAREN. Bij Koninklijk besluit van 29 December 1931, S. 556, zijn bepalingen vastgesteld waarnaar een tijdelijke korting van 1 Maart 1932 tot 1 Maart 1935 wordt toe gepast op de bezoldiging o.m. van de lee raren aan de Rijks hoogere burgerscholen. Deze korting bedraagt: a. voor hen, tie gehuwd zijn, en voor hen, die gehuwd zijn geweest, 2% ten honderd voor de eerste 2000.en 5 ten honderd van het meerdere der jaarlijksche bezoldi ging, met uitzondering van het bedrag daarvan, hetwelk aan kindertoelage worat genoten; b. voor hen, die ongehuwd zijn en nim mer gehuwd zijn geweest, 2ten hondeid van de eerste 1000.en 5 ten honderd van het meerdere der jaarlijksche bezoldi ging, met uitzondering van het bedrag daarvan, hetwelk aan kindertoelage wordt genoten. Bij schrijven van 20 Januari 1932 no. 167, afd. V. H. M. 0„ deelde Zijne Excellentie de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen mede, dat deze korting ook dient te worden toegepast op de bezoldi ging van het onderwijzend personeel der van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia en gemeentelijke hoogere burgerscholen, i n- dien men althans prijs stelt op het behoud der Rijksbijdrage. Gemeld Koninklijk besluit is uiteraard ook toepasselijk op de bezoldiging van de leeraren aan de Rijks-kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen. De daarin bedoelde korting is echter niet verplichtend gesteld op de salarissen van de leeraren aan de gemeentelijke kweek school voor onderwijzers en onderwijzeres sen. Wordt evenwel bot korting op de bezoldi ging van de leeraren aan het gymnasium en de beide hoogere burgerscholen besloten, hetgeen met het oog op de financieele om standigheden naar het gevoelen van B. en W. absoluut geboden is, dan behoeft die korting billijkheidshlave ook toegepast te worden op de bezoldiging van de leeraren aan de gemeentelijke kweekschool, aange zien de leeraren aan die school reeds ver scheidene jaren volgens de Rijksregeling en op vrijwel gelijken voet bevoldigd wor den als hunne collega a aan het gymnasium en de beide hoogere burgerscholen. Op grond van een en ander geven B. en W. den Raad in overweging aldus te be slui ben. SUBSIDIE ZIEKENHUISFONDSEN. In de Raadsvergadering van 2 Septem ber 1929 werd besloten aan de Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging en aan de afdeeling Ziekenhuisverpleging van de Coöperatie „Vooruit" ook weder over het jaar 1929 een bijdrage van 1.per patiënt en per verpleegdag toe te kennen voor die leden dier vereenigingen, wier ver- pleegko6ten, zoo zij geen lid waren, g e- h e e 1 voor rekening van de gemeente zou den komen. Dit eenvoudige woordje „geheel" hier boven gespatieerd gedrukt is de aanlei ding geweest tot belangrijke discussiën en overwegingen, tot het instellen van een diepgaand onderzoek naar de gestie van het bedrijf der vereenigingen en is ten slotte de oorzaak, dat B. en W. eerst thans met een goed gefundeerd voorstel kan ko men, een voorstel, dat tevens de bedoeling heeft deze aangelegenheid definitief te re gelen. De besturen van de beide vereenigingen hebben B. en W. medegedeeld, dat zij zich geheel konden vereenigen met de voor gestelde nieuwe subsidieregeling en de daaraan verbondon voorwaarden. B. en W. geven den Raad in overweging aan de Onderlinge Vereeniging voor Zie kenhuisverpleging en aan de afdeeling Zie kenhuisverpleging van de Coöperatie „Vooruit", gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1930, tot wederopzeggens een sub sidie toe te kennen van ten hoogste 10 pet. van de contributies, die voor een bepaald kalenderjaar beschikbaar zijn, totdat de reserves een bedrag van 75 pet. van de con tributies van het desbetreffende kalender jaar hebben bereikt, onder bepaling: a. dat, ingeval de reserves beneden het bedrag van 75 pet. mochten dalen, een sub sidie zal worden uitgekeerd ten bedrage van het tekort, dat de exploitatie in hot kalenderjaar vertoont (nadeelig verschil van de werkelijke uitgaven, daarbij de ad ministratiekosten inbegrepen en de vol gens berekemng beschikbare contributies) vermeerderd met het bedrag, dat aangeeft de toename van de reserve in het desbe treffende jaar, met dien verstande, dat het subsidiebedrag op deze wijze ontstaan niet meer zal mogen beloopen dan 10 pet. der voor het betreffende jaar beschikbare contributies; b. dat de gemeente zich garant stelt voor eventueel vérlies, in geval te eenigertijd de reserves, door epidemie als anderszins, ge heel zouden zijn uitgeput; en voorts onder de volgende voorwaar den: -lo. dat de premie voor personen van 60 jaar en ouder, die in den vervolge zullen worden ingeschreven, wordt verhoogd van 10 tot 12 cent per week; 2o. dat geen uitbreiding van uitkeering of vergoeding zal plaats hebben zonder machtiging van Burgemeester en Wethou ders; 3o. dat in de statuten of reglementen is of wordt bepaald, dat de geheel© winst in een reservefonds wordt gestort en dat bij eventueele opheffing van de vereeniging of de afdeeling uit de dan aanwezige re serves in de allereerste plaats zullen war den terugbetaald de van de gemeente in den loop der jaren genoten subsidie; 4o. dat wijzigingen van de statuten of reglementen te dezen aanzien niet mogen plaats hebben zonder goedkeuring van Bur gemeester en Wethouders; 5o. dat van de gelden, bestemd voor het reservefonds, een bedrag gelijk staande aan de over de verschillende jaren genoten en nog te genieten subsidie wordt belegd in fondsen ten genoegen van Burgemees ter en Wethouders en gedeponeerd bij den Gemeente-Ontvanger, terwijl over die fondsen slechts mag worden beschikt na bekomen machtiging van Burgemeester en Wethouders; 6o. dat de vereeniging en de afdeeling gehouden zijn tot het verstrekken van alle door Burgemeester en Wethouders ge vraagde inliohtingen het bedrijf betreffen de, tot het verleenen van inzage in de boe ken en tot het inzenden van de jaarlijksche rekening, zoo spoedig mogelijk nk 1 Ja nuari van ieder jaar. VERLAGING VAN HAVENGELD? In een adres verzoekt het hoofdbestuur van de Schippersvereniging „Schutte- vaèr" den Raad over te gaan tot ©en ver laging van het havengeld voor stoom- en motorbooten, hetwelk thans 4 oent per ton en per reis bedraagt. De Commissie voor den Markt- en Ha vendienst, wier gevoelen B. en W. omtrent het adres inwonnen, geeft in meerderheid, hoofdzakelijk om dezelfde redenen als door adressant zelf reeds aangevoerd, in ovor- weging het havengeld voor de bovenbedoel de soort vaartuigen te verlagen met 1 oent en dus vast te stellen op 3 cent per ton en per reis, als gevolg daarvan de gemeente, berekend naar de ontvangsten üit dien hoofde over 1930, rond 2.857.per jaar aan inkomsten zou derven. De minderheid is daarentegen van mec- ning, dat er na de in 1925 plaats gehad hebbende zeer zeker niet onaanzienlijke vermindering van het havengeld, geen aan leiding bestaat thans opnieuw tot ©enige verlaging over te gaan, vooral ook omdat het tarief van het havengeld hier niet oa- gunstig afsteekt bij dat m andere ge meenten. Bovendien zou naar hare mee ning het door de gemeente te derven be drag niet tot ƒ2.857.— per jaar beperkt blijven, omdat bij eventueele aanneming van het voorstel der meerderheid een ver laging van het jaartarief van 1.50 tot 1.15 niet achterwege zou kunnen blijven, hetgeen de gemeente weder pion. 1.214. in totaal dus rond 4.000.— per j©ar zou kosten. Met de Commissie van Financiën, wier advies B. en W. mede inwonnen, is het Col lege van B. en W. op grond van de door de minderheid van de Commissie voor den Markt- en Havendienst aangevoerde rede nen van oordeel, dat aan het verzoek van adressant geen gevolg behoort te worden gegeven. In een tijd als dezen, waarin de gemeente minder dan ooit vermindering van inkomsten kan dragen, behooren ta riefsverlagingen beperkt te blijven tot die gevallen, waarin het op goede gronden te verwachten is, dat zij de gemeente voor nog grootere financieele schade zullen be hoeden. Zoodanig geval is hier naar onze meening niet aanwezig, addus B. en W. DE TOESTAND OP DE WONING MARKT. Nieuwe woningbouw. In de Raadsvergadering van 14 April 1930 werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een verzoek van de Federa tie van te Leiden en Omstreken gevestig de woningbouw vereenigingen, om mede werking te verleenen, dat de terreinen, welke onmiddellijk grenzen aan de bestaan de woningcomplexen van de vereeniging Eensgezindheid, de Tuinstadwijk en de Eendracht als bouwterreinen worden be stemd voor genoemde vereenigingen, en verder om deze vereenigingen door ver strekking van voorschotten in de gelegen heid te stellen bedoelde terreinen te be bouwen. Bij het adres is een Memorie van Toe lichting gevoegd, waarin de noodzakelijk heid van meerderen woningbouw wordt ge motiveerd met een beroep op de omstan digheid, dat bij de woningbouw vereenigin gen 883 leden voor een woning staan inge- Reeds dadelijk stond voor B. en W. vast, dat het aantal ingeschrevenen voor een woning geen deugdelijk argument kon zijn voor verderen woningbouw, omdat b.v. al leen die leden, die bij een ander gezin inwonen, en geen eigen woning kunnen verkrijgen, of wier huwelijk op de toewij zing van een woning wacht, in aanmerking mochten komen. Het door de Federatie go- noemde cijfer toonde dus op zich zelf de bèhoefte aan nieuw-bouw geenszins aan. En van deze behoefte hangt, gelijk de Commis sie van Fabricage in een barer rapporten terecht opmerkt, 4© beantwoording af van het verzoek der Federatie tot het bestem men van gronden voor verderen woning bouw door de vereenigingen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage besloten B. en W. daarom, door den Directeur van bet Bouw- en Woningtoezicht een onderzoek naar de woningbehoefte te laten instellen aan de hand van de gegevens, waarop de Federatie zich in haar adres beroept, uit gebreid met de overeenkomstige gegevens van de niet bij haar aangesloten instellin gen, t.w. de vereeniging de Goede Woning, de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen en de Ge meentelijke Woningstichting. Naar aanleiding van den uitslag van dat onderzoek kon dan worden overwogen, in hoeverre verdere bouw noodig is. Den 24en Juni 1930 verzochten B. en W. aan de Federatie en aan de drie andere corporaties hen een alphabetische lijst toe te zenden van de personen, die voor ©en woning stonden ingeschreven, met vermel ding van hunne woonplaats. Van verschil lende der bij de Federatie aangesloten ver eenigingen werden de gevraagde opgaven eerst na zeer geruimen tijd, en niet dan nadat B. en W. hun verzoek den 7en Octo ber 1930 aan de Federatie hadden her haald, ontvangen. Het meeste materiaal kwam pas in de maanden Februari en Maart 1931 in bezit van B. en W. Het onderzoeken van de opgaven «n het vervolgens systematisch verwerken en rangschikken van de verkregen gegevens is ©en zeer omvangrijk, tijdroovend werk ge weest, vooral ook vanwege de vele foutieve opgaven. De resultaten van hot onderzoek beves tigden intusschen volkomen het door B. en W. van den aanvang af ingenomen standpunt, dat het aantal ingeschrevenen zonder meer geen maatstaf kan zijn voor de bepaling van de woningbehoefte. Im mers van de 1564 ingeschrevenen, die wer den nagegaan, en van wie verreweg de meesten hoofden van gezinnen waren, kon slechte ten aanzien van 546 worden vastge* steld, dat zij behoefte hadden aan wonin gen, waarin door nieuwbouw diende te wor den voorzien; aangezien eohter ten tijde van het onderzoek bij verschillende ver eenigingen 214 woningen in aanbouw wa ren, kwamen slechts 334 woningen tekort, aldus B. en W. Ala woningbehoefte in den bedoelden zin werd o.a. aangemerkt: te kleine woning (hoewel deze woningen niet geheel voor den woningvoorraad verloren kunnen wor den geacht); dubbele bewoning van huizen, die daartoe te klein zijn; inwoning van ge huwden bij familie of van personen, wier huwelijk op het verkrijgen van een woning wacht. De overige ingeschrevenen konden niet tot de woningbehoevenden gerekend worden^ omdat zij b.v. een goede woning hadden; inmiddels naar elders waren ver trokken; reeds in een woning van hun bouw vereeniging of van een andere ver eeniging woonden; lid van twee of meer vereenigingen waren, enz. In weer ander© gevallen bleek, dat men een betere woning wensohte, zonder dat de huidige woning als onvoldoende kon worden aangemerkt of dat men alleen maar rustiger wenschte te wonen. Met de Commissie van Fabricage is ons College van oordeel, dat de enquête, door dat zij zich over een zoo groot aantal ge vallen heeft uitgestrekt, zeer zeker geacht mag worden het grootste gedeelte van d© bestaande behoefte aan arbeiderswoningen te betrefion. De uitslag levert oa. dan ook een voldoend zekere maatstaf op, om daar naar de mate^van nieuw-bouw te bepalen. Al kan het getal van 334 woningen der halve veilig als grondslag worden genomen, aan dat cijfer behoeft echter niet star te worden vastgehouden; eenige afwijking, ook naar boven, behoeft geen bezwaar te ontmoeten en zal trouwens niet zijn te ver mijden, omdat het preciese aantal te bou wen woningen niet kan worden bepaald los van grootte en vorm der bouwterreinen. Een voorloopige verdeeling van de wonin gen over de onderscheidene terreinen bracht het aantal te stichten woningen dan ook reeds op 358. De aanwijzing van de bouwterreinen oefent ook in anderen zin invloed uit. Ala bouwterrein moet uiter aard in de eerste plaats in aanmerking ko men bouwrijpe grond, voorzoover die voor bouw van arbeiderswoningen geschikt is, doch deze omstandigheid heeft b.v. tenge volge, dat aan de Tuinstadwijk en de Goede Woning, hoewel bij die vereenigingen geen woningbehoefte in den boven aangegeven zin werd geconstateerd, niettemin resp. 60 woningen op een terrein bewesten den Lammen schans weg en 25 woningen op een terrein benoorden den Maresingel kunnen worden toegewezen. Voor den grond aan en ten westen van den La-mmenschansweg, die ingevolge het Raadsbesluit van 1 December 1930 geheel bouwrijp werd gemaakt, meldden zich in dertijd verschillende particuliere gegadig den aan, doch aan hun aanvragen, die al den grond ter plaatse omvatten, kon, han gende het onderzoek van het adres van de Federatie van Woningbouwvereenigingen, niet worden voldaan. Gelijk boven bleek, kan aan de vereeniging de Tuinstadwijk een gedeelte ter beschikking worden ge steld, doch de overige aan den Lammen- sohansweg gelegen grond ter grootte van ruim 6000 M2., komt voor verkoop aan par ticulieren in aanmerking, omdat hij niet benoodigd is voor arbeiderswoningbouw door bouwvereenigingen, noch voor derge- lijken bouw bestemd is; volgen» het ont- werp-uitbreidingsplan moeten daar immers woningen van een grooter type komen, een bebouwing dus met heerenhuizen en mid denstandswoningen, aansluitende aan de bebouwing, welke reeds aan dien weg aan wezig is. In verband met de vele aanvragen, die voor grond in deze omgeving inkwamon, ware de verkoop, die tevens kan omvatten een perceel aan de Verlengde Bloemisten- laan, groot pion. 940 M2., te doen geschie den bij openbare inschrijving. Op de des betreffende kaart is voor den grond aan den Lammenschansweg een verdeeling in 6 kavels ontworpen; het schijnt B. en W. n.l., evenals der Commissie van Fabricage, gewenscht toe, gegadigden de gelegenheid te bieden, niet alleen in te schrijven voor het geheele terrein, maar ook voor een of meer kavels. De gunning kan dan geschie den op de voor de gemeente meest voor- deelige wijze, b.v. m massa, of per kavel, of voor een combinatie van kavels. In een voorstel verzoeken B. en W. mitsdien de machtiging van den Raad, om op dezen voet tot den verkoop over te gaan. In dat voorstel stellen B. en W. mede voor, om in beginsel te besluiten medewer king te verleenen voor den bouw van pl.m. 358 woningen door verschillende vereeni gingen en de gemeente (ten behoeve van de woningstichting). B. en W. maken van deze gelegenheid gebruik den Raad van advies te dienen met- betrekking tot het eveneens hieronder afgedrukt verzoek van P. P. de Koning c.s., om de medewerking van de gemeente te verleenen tot het verkrijgen van een eigen woning voor arbeiders en kleine midden standers, b.v. door woningen in huurkoop af te staan of hypothecair crediet le ver strekken. Bij zijn in de Leeskamer ter visie liggend adres voert de Nederlandsche Bond van Huis- en Grondeigenaren en Bouwon dernemers verschillende bezwaren tegen inwilliging van" het verzoek aan. B. en W. deelen de meening van de Com-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6