STADSNIEUWS
DINSDAG 15 MAART 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 3
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad vergadert op Maan
dag 21 Maart 1932, des namiddags te twee
uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Alge
meen" (Steensohuur 21), De vergadering
zei, zoo noodig, worden voortgezet: op
Maandag 21 Maart des avonds te 8.15 uur,
en op Dinsdag 22 Maart des namiddags
te twee uur.
Te behandelen onderwerpen:
1. Benoeming van een Regent van het
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder
huis.
2. Voorstel tot overneming in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van eon
stukje sloot, gelegen aan het Utrecht-sche
Jaagpad, kad. bekend Sectie O, No. 84
ged.
3. Voorstel tot verkoop van een gedeelte
van het perceel Rijnsburgerweg, Sectie P.
No. 1343, aan Prof. Dr. R. P. van Calcar.
4. Voorstel tot vaststelling van het
voorschot 'op de vergoeding, bedoeld in art.
101 der Lager Onderwijswet 1990, over het
jaar 1932, aan de besturen van verschillen
de bijzondere scholen.
5. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van een maandelijksclie
uitkeering aan het Leidsche Crisis-Comité
6. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de inrichting van
het benedengedeelte van het perceel Stille
Rijn no. 3 tot bureau voor den Burgerlij
ken Stand en de Bevolking.
7. Prae-advies op het verzoek van H.
Hogewoning e-a„ om op marktdagen den
Apothekersdijk en den Nieuwen Rijn tus-
sohen de Roomburg en de Karnemelks-
brug, gedurende eenige uren voor alle rij-
verkeer af te sluiten.
8. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 23 Mei 1912 (Gem.
blad no. 18), op het Rijden.
9. Voorstel tot aankoop, respect. tot
overneming om niet van verschillende aan
den Zijlsingel gelegen voortuinen, stoepen
en straatgedeelten en tot beschikbaarstel
ling van gelden voor de uitvoering van het
eerste gedeelte van de werken voor de
verbetering van den Zijlsingel.
10. Voorstel in zake korting op de be
zoldiging van het onderwijzend personeel
aan het Gymnasium, de beide Hoogere
Burgerscholen en de Kweekschool voor on
derwijzeressen.
11. Prae-advies op het voorstel van den
heer Van Stralen, om de bepaling in het
steunreglement dat losse transportarbei-
beiders slechts gedurende 42 dagen per
jaar steun kunnen ontvangen, tijdelijk bui
ten werking te stellen.
12. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van den aanleg van
een weg tusschen den Rijnsburgerweg en
den Maredijk bij wijze van werkverschaf-
fing.
13. Voorstel om de Commissie van Be
heer over de gestichten „Endegeest, Voor
geest en Rhijngeest" te machtigen tot den
bouw en de inrichting van een recreatiege
bouw met rijwielbergplaat/s ca., op het
terrein van het gesticht „Endegeest''.
lo. Voorstel:
a. tot onbewoonbaarverklaring van ver
schillende woningen gelegen in de Lange
Paradijssteeg en de Lange Bouwelouwen-
steeg;
b. tot voorioopige goedkeuring van een
plan tot onteigening van perceelen gele
gen aan en tusschen de sub. a bedoelde
stegen.
15. Voorstel in zake verkoop van percee
len bouwterrein aan den Lnmmenschans-
veg en de Verlengde Bloemistenlaan bij
openbare inschrijving, tevens prae-advies
op de verzoeken van de Federatie van te
Leiden en Omstreken gevestigde woning-
bouwvereenigingen, in zake bestemming
van terreinen voor meerdere woninbouw
en de verstrekking van gelden daarvoor, en
van P. P. de Koning c.s., in zake het ver-
leenen van gemeentelijken steun voor
particulieren woningbouw.
16. Voorstel in zake de toekenning van
een subsidie aan de Onderlinge Vereem-
ging voor Ziekenhuisverpleging en aan de
afdeeling Ziekenhuisverpleging van de
Coöperatie „Vooruit".
17. Prae-advies op het verzoek van het
Hoofdbestuur van de Schippersvereni
ging „Schuttevaer", om verlaging van het
havengeld voor stoom- of motorbooten.
Regent Heilige Geest- of Arme Wees- en
Kinderhuis.
Het Bestuur van het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis biedt den Raad
de volgende voordracht aan voor de benoe
ming van een regent, tor voorziening in de
door het aan den heer B. J. J. N. Troost
als zoodanig verleijd eervol ontslag ont
stane vacature. 1. M. G. Bon, 2. Dr. C. J.
van der Klauw.
Verkoop stukje grond.
De gemeente is voor 6 c.A. mede-eigena
res van het perceel, kadastraal bekend ge
meente Leiden, sectie P, No. 1343, gelegen
aan den Rijnsburgerweg, toebehoorende
aan den heer Prof. Dr. R. P. van Calcar.
Het mede-eigendomsrecht van de ge
meente is vermoedeiijk ontstaan, doordat
de wegafscheiding indertijd niet precies m
de eigendomsgrens is geplaatst, doch, met
bet oog op een beter verloop van den weg,
iets meer naar voren.
Van den heer Van Calcar is een verzoek
ingekomen om bedoelde 6 c.A. van de ge
meente te mogen koopen.
Aangezien de gemeente bij het behoud
van dien grond geen belang heeft, bestaat
cr h.i. tegen inwilliging van het verzoek bij
B. en W. geen bezwaar. Adressant gaat
accoord met den ge vraagden prijs van
10.in totaal.
Overnam® stukje grond.
B. en W. stellen den Raad voor, te be-
sluien kosteloos in eigendom en onderhoud
bijde gemeente over te nemen van J. van
der Waals, te Leiden, het stukje sloot, ter
grootte van pl.m. 100 M2., deel uitmakende
van het perceel, kadastraal bekend gemeen
te Leiden, Sectie O, No. 84.
Voorschot bijzondere scholen.
Met betrekking tot de door de besturen
van de m deze gemeente gevestigde bijzon
dere scholen ingediende aanvragen om een
voorschot op de vergoeding in de exploi
tatiekosten dier scholen over het jaar 1932
deelen B. en W. den Raad mede, dat over
1928, het laatste dienstjaar, waarover de
gemeenterekening is gesloten, per leerling
van het openbaar lager onderwijs 15.04
en per leerling van het openbaar uitgebreid
lager onderwijs 28.31 werd uitgegeven.
Voorts heeft de gemeente over 1931, met
inbegrip van de te haren laste gebleven
pensioensbijdragen, gemiddeld per weke-
lijksch lesuur uitgegeven voor het vakon
derwijs m nuttige handwerken 97.97, voor
dat in liohameiyke oefening 135.24 voor
gewoon lager onderwijs en 143.58 voor
uitgebreid lager onuerwijs, voor dat in han
delskennis 90.en voor dat in teekenen
130.46.
Op grond van een en ander is het ge
vraagde en voorgestelde voorschot door B.
en W. berekend.
Het Leidsch Crisis-Comité.
Van het Leidsch Crisis-Comité kwam bij
B. en W. het verzoek binnen te willen be
vorderen, dat het van gemeentewege een
maandelijksche bijdrage van 250.zou
ontvangen, om daaruit de geregeld terug-
keerende uitgaven voor drukwerk, telefoon,
lioht, verwarming en verdere bureau-kos
ten te kunnen bestrijden, zoomede om daar
uit aan degenen, die zich naar het oordeel
van het Dagelijksch Bestuur op bijzondere
wijze verdienstelijk hebben gemaakt, af en
toe een bescheiden gratifioatie te kunnen
verleenen.
Het komt B. en W. voor, dat voor inwil
liging van dit verzoek alle aanleiding is.
Gedurende de bijna 3 maanden van zijn
bestaan heeft het Comité getoond zegenrijk
werk te verrichten, terwijl voorts mag wor
den aangenomen, dat zijn arbeid in vele
gevallen het resultaat heeft, dat menschen
van een voor hen zelf zeer pijnlijken en de
gemeente bezwarenden gang naar de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon worden teruggehouden.
Verder kan worden toegegeven, dat het
geen bevredigende toestand is de cloor de
burgerij ter besohikking van het Comité
gestelde gelden voor een gedeelte te moe
ten bestoden voor de uitgaven, welke hier
boven zijn aangegeven, waartoe het Comité
echter bij gebreke aan inkomsten uit an
deren hoofde wel moet overgaan.
Tenslotte ligt het zeer zeker op den weg
van de gemeente, om deze particuliere in
stelling van zoo algemeene samenstelling
en met zoo nuttig en menschlievend doel
steun te verleenen, nu de burgerij zelve zoo
daadwerkelijk daaraan hare medewerking
verleent, door offers in geld, natura en tijd.
Vrees, dat deze gemeentelijke subsidie
op de particuliere offervaardigheid nadee-
ligen invlopd zou uitoefenen, behoeft naar
de meening van B. en W. niet te bestaan,
nu deze Zoo bescheiden van omvang is en
voor een speciaal doel wordt verstrekt.
Eerder valt het tegendeel aan te nemen,
omdat hierdoor des te meer zekerheid be
staat, dat. de uit liefdadigheidszin aan net
Comité afgedragen gelden ook inderdaad
ten volle tot dit doel zuilen worden aange
wend.
Bureaux Burgert. Stand en Bevolking.
Bij raadsbesluit van 11 Januari jd. werd
van de Leidsche Spaarbank, ten behoeve
van de vestiging van bureaux, gehuurd het
gebouw aan den Stillen Rijn No. 3.
De kosten van inrichting van het bene
dengedeelte van dit gebouw tot bureau
voor den Burgerlijken Stand en de Bevol
king worden, blijkens de in de Leeskamer
ter visie liggende stukken, geraamd op
2800.welk bedrag ten laste van het
Stadhuisfonds dient te komen.
In overeenstemming met het advies van
de Commissie van Fabricage, geven B. «n
W. den Raad mitsdien in overweging te
hunner beschikking te stellen ten behoeve
van het inrichten van het benedengedeelte
van het gebouw aan den Stillen Rijn No. 3
tot bureau voor den Burgerlijken Stand en
de Bevolking.
H. Hogewoning en ©enige andere han
delaren in bloemen en planten verzoeken
den Raad om op marktdagen den Apothe
kersdijk van 6 uur van. bot 2 uur n.m. «n
den Nieuwen Rijn tuaschen de Koornbrug
euKarnemelkbrug van 3 uur nan. tot 10 uur
's avonds voor alle rij verkeer af te sluiten.
De Commissie voor den Markt- en Ha
vendienst, wier gevoelen B. en VV. omtrent
het adres inwonnen, is van moening, dat
de gevraagde afsluiting door het marktbe
lang geenszins wordt gevorderd; wel verre
van overtuigd te zijn van de noodzakelijk
heid om tot het nemen van dezen maatregel
over te gaan, is het adres voor haar seifs
aanleiding geweest, B. en W. voor te stel
len te ge vorderen, dat de gesloten verkla
ring van het gedeelte van den Nieuwen
Rijn tusschen de Hoogstraat en de Harte-
steeg voor het verkeer met motorfietsen
en met rijwielen in beide richtingen, waar
toe in 1923 is overgegaan, weder wordt op
geheven.
De Commissaris van Politie kan zich met
dit advies vereenigen.
B. en W. stellen den Raad voor, overeen
komstig dit advies te besluiten.
TIJDELIJKE KORTING BEZOLDIGING
LEERAREN.
Bij Koninklijk besluit van 29 December
1931, S. 556, zijn bepalingen vastgesteld
waarnaar een tijdelijke korting van 1
Maart 1932 tot 1 Maart 1935 wordt toe
gepast op de bezoldiging o.m. van de lee
raren aan de Rijks hoogere burgerscholen.
Deze korting bedraagt:
a. voor hen, tie gehuwd zijn, en voor hen,
die gehuwd zijn geweest, 2% ten honderd
voor de eerste 2000.en 5 ten honderd
van het meerdere der jaarlijksche bezoldi
ging, met uitzondering van het bedrag
daarvan, hetwelk aan kindertoelage worat
genoten;
b. voor hen, die ongehuwd zijn en nim
mer gehuwd zijn geweest, 2ten hondeid
van de eerste 1000.en 5 ten honderd
van het meerdere der jaarlijksche bezoldi
ging, met uitzondering van het bedrag
daarvan, hetwelk aan kindertoelage wordt
genoten.
Bij schrijven van 20 Januari 1932 no. 167,
afd. V. H. M. 0„ deelde Zijne Excellentie
de Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen mede, dat deze korting ook
dient te worden toegepast op de bezoldi
ging van het onderwijzend personeel der
van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia en
gemeentelijke hoogere burgerscholen, i n-
dien men althans prijs stelt op
het behoud der Rijksbijdrage.
Gemeld Koninklijk besluit is uiteraard
ook toepasselijk op de bezoldiging van de
leeraren aan de Rijks-kweekscholen voor
onderwijzers en onderwijzeressen.
De daarin bedoelde korting is echter niet
verplichtend gesteld op de salarissen van
de leeraren aan de gemeentelijke kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeres
sen.
Wordt evenwel bot korting op de bezoldi
ging van de leeraren aan het gymnasium en
de beide hoogere burgerscholen besloten,
hetgeen met het oog op de financieele om
standigheden naar het gevoelen van B. en
W. absoluut geboden is, dan behoeft die
korting billijkheidshlave ook toegepast te
worden op de bezoldiging van de leeraren
aan de gemeentelijke kweekschool, aange
zien de leeraren aan die school reeds ver
scheidene jaren volgens de Rijksregeling
en op vrijwel gelijken voet bevoldigd wor
den als hunne collega a aan het gymnasium
en de beide hoogere burgerscholen.
Op grond van een en ander geven B. en
W. den Raad in overweging aldus te be
slui ben.
SUBSIDIE ZIEKENHUISFONDSEN.
In de Raadsvergadering van 2 Septem
ber 1929 werd besloten aan de Onderlinge
Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging en
aan de afdeeling Ziekenhuisverpleging van
de Coöperatie „Vooruit" ook weder over
het jaar 1929 een bijdrage van 1.per
patiënt en per verpleegdag toe te kennen
voor die leden dier vereenigingen, wier ver-
pleegko6ten, zoo zij geen lid waren, g e-
h e e 1 voor rekening van de gemeente zou
den komen.
Dit eenvoudige woordje „geheel" hier
boven gespatieerd gedrukt is de aanlei
ding geweest tot belangrijke discussiën en
overwegingen, tot het instellen van een
diepgaand onderzoek naar de gestie van
het bedrijf der vereenigingen en is ten
slotte de oorzaak, dat B. en W. eerst thans
met een goed gefundeerd voorstel kan ko
men, een voorstel, dat tevens de bedoeling
heeft deze aangelegenheid definitief te re
gelen.
De besturen van de beide vereenigingen
hebben B. en W. medegedeeld, dat zij zich
geheel konden vereenigen met de voor
gestelde nieuwe subsidieregeling en de
daaraan verbondon voorwaarden.
B. en W. geven den Raad in overweging
aan de Onderlinge Vereeniging voor Zie
kenhuisverpleging en aan de afdeeling Zie
kenhuisverpleging van de Coöperatie
„Vooruit", gerekend te zijn ingegaan 1
Januari 1930, tot wederopzeggens een sub
sidie toe te kennen van ten hoogste 10 pet.
van de contributies, die voor een bepaald
kalenderjaar beschikbaar zijn, totdat de
reserves een bedrag van 75 pet. van de con
tributies van het desbetreffende kalender
jaar hebben bereikt, onder bepaling:
a. dat, ingeval de reserves beneden het
bedrag van 75 pet. mochten dalen, een sub
sidie zal worden uitgekeerd ten bedrage
van het tekort, dat de exploitatie in hot
kalenderjaar vertoont (nadeelig verschil
van de werkelijke uitgaven, daarbij de ad
ministratiekosten inbegrepen en de vol
gens berekemng beschikbare contributies)
vermeerderd met het bedrag, dat aangeeft
de toename van de reserve in het desbe
treffende jaar, met dien verstande, dat het
subsidiebedrag op deze wijze ontstaan
niet meer zal mogen beloopen dan 10 pet.
der voor het betreffende jaar beschikbare
contributies;
b. dat de gemeente zich garant stelt voor
eventueel vérlies, in geval te eenigertijd de
reserves, door epidemie als anderszins, ge
heel zouden zijn uitgeput;
en voorts onder de volgende voorwaar
den:
-lo. dat de premie voor personen van 60
jaar en ouder, die in den vervolge zullen
worden ingeschreven, wordt verhoogd van
10 tot 12 cent per week;
2o. dat geen uitbreiding van uitkeering
of vergoeding zal plaats hebben zonder
machtiging van Burgemeester en Wethou
ders;
3o. dat in de statuten of reglementen is
of wordt bepaald, dat de geheel© winst in
een reservefonds wordt gestort en dat bij
eventueele opheffing van de vereeniging
of de afdeeling uit de dan aanwezige re
serves in de allereerste plaats zullen war
den terugbetaald de van de gemeente in
den loop der jaren genoten subsidie;
4o. dat wijzigingen van de statuten of
reglementen te dezen aanzien niet mogen
plaats hebben zonder goedkeuring van Bur
gemeester en Wethouders;
5o. dat van de gelden, bestemd voor het
reservefonds, een bedrag gelijk staande
aan de over de verschillende jaren genoten
en nog te genieten subsidie wordt belegd
in fondsen ten genoegen van Burgemees
ter en Wethouders en gedeponeerd bij den
Gemeente-Ontvanger, terwijl over die
fondsen slechts mag worden beschikt na
bekomen machtiging van Burgemeester en
Wethouders;
6o. dat de vereeniging en de afdeeling
gehouden zijn tot het verstrekken van alle
door Burgemeester en Wethouders ge
vraagde inliohtingen het bedrijf betreffen
de, tot het verleenen van inzage in de boe
ken en tot het inzenden van de jaarlijksche
rekening, zoo spoedig mogelijk nk 1 Ja
nuari van ieder jaar.
VERLAGING VAN HAVENGELD?
In een adres verzoekt het hoofdbestuur
van de Schippersvereniging „Schutte-
vaèr" den Raad over te gaan tot ©en ver
laging van het havengeld voor stoom- en
motorbooten, hetwelk thans 4 oent per ton
en per reis bedraagt.
De Commissie voor den Markt- en Ha
vendienst, wier gevoelen B. en W. omtrent
het adres inwonnen, geeft in meerderheid,
hoofdzakelijk om dezelfde redenen als door
adressant zelf reeds aangevoerd, in ovor-
weging het havengeld voor de bovenbedoel
de soort vaartuigen te verlagen met 1 oent
en dus vast te stellen op 3 cent per ton en
per reis, als gevolg daarvan de gemeente,
berekend naar de ontvangsten üit dien
hoofde over 1930, rond 2.857.per jaar
aan inkomsten zou derven.
De minderheid is daarentegen van mec-
ning, dat er na de in 1925 plaats gehad
hebbende zeer zeker niet onaanzienlijke
vermindering van het havengeld, geen aan
leiding bestaat thans opnieuw tot ©enige
verlaging over te gaan, vooral ook omdat
het tarief van het havengeld hier niet oa-
gunstig afsteekt bij dat m andere ge
meenten. Bovendien zou naar hare mee
ning het door de gemeente te derven be
drag niet tot ƒ2.857.— per jaar beperkt
blijven, omdat bij eventueele aanneming
van het voorstel der meerderheid een ver
laging van het jaartarief van 1.50 tot
1.15 niet achterwege zou kunnen blijven,
hetgeen de gemeente weder pion. 1.214.
in totaal dus rond 4.000.— per j©ar zou
kosten.
Met de Commissie van Financiën, wier
advies B. en W. mede inwonnen, is het Col
lege van B. en W. op grond van de door
de minderheid van de Commissie voor den
Markt- en Havendienst aangevoerde rede
nen van oordeel, dat aan het verzoek van
adressant geen gevolg behoort te worden
gegeven. In een tijd als dezen, waarin de
gemeente minder dan ooit vermindering
van inkomsten kan dragen, behooren ta
riefsverlagingen beperkt te blijven tot die
gevallen, waarin het op goede gronden te
verwachten is, dat zij de gemeente voor
nog grootere financieele schade zullen be
hoeden. Zoodanig geval is hier naar onze
meening niet aanwezig, addus B. en W.
DE TOESTAND OP DE WONING
MARKT.
Nieuwe woningbouw.
In de Raadsvergadering van 14 April
1930 werd om praeadvies in handen van B.
en W. gesteld een verzoek van de Federa
tie van te Leiden en Omstreken gevestig
de woningbouw vereenigingen, om mede
werking te verleenen, dat de terreinen,
welke onmiddellijk grenzen aan de bestaan
de woningcomplexen van de vereeniging
Eensgezindheid, de Tuinstadwijk en de
Eendracht als bouwterreinen worden be
stemd voor genoemde vereenigingen, en
verder om deze vereenigingen door ver
strekking van voorschotten in de gelegen
heid te stellen bedoelde terreinen te be
bouwen.
Bij het adres is een Memorie van Toe
lichting gevoegd, waarin de noodzakelijk
heid van meerderen woningbouw wordt ge
motiveerd met een beroep op de omstan
digheid, dat bij de woningbouw vereenigin
gen 883 leden voor een woning staan inge-
Reeds dadelijk stond voor B. en W. vast,
dat het aantal ingeschrevenen voor een
woning geen deugdelijk argument kon zijn
voor verderen woningbouw, omdat b.v. al
leen die leden, die bij een ander gezin
inwonen, en geen eigen woning kunnen
verkrijgen, of wier huwelijk op de toewij
zing van een woning wacht, in aanmerking
mochten komen. Het door de Federatie go-
noemde cijfer toonde dus op zich zelf de
bèhoefte aan nieuw-bouw geenszins aan. En
van deze behoefte hangt, gelijk de Commis
sie van Fabricage in een barer rapporten
terecht opmerkt, 4© beantwoording af van
het verzoek der Federatie tot het bestem
men van gronden voor verderen woning
bouw door de vereenigingen.
In overeenstemming met het advies van
de Commissie van Fabricage besloten B.
en W. daarom, door den Directeur van bet
Bouw- en Woningtoezicht een onderzoek
naar de woningbehoefte te laten instellen
aan de hand van de gegevens, waarop de
Federatie zich in haar adres beroept, uit
gebreid met de overeenkomstige gegevens
van de niet bij haar aangesloten instellin
gen, t.w. de vereeniging de Goede Woning,
de Vereeniging tot Bevordering van den
Bouw van Werkmanswoningen en de Ge
meentelijke Woningstichting.
Naar aanleiding van den uitslag van dat
onderzoek kon dan worden overwogen, in
hoeverre verdere bouw noodig is.
Den 24en Juni 1930 verzochten B. en W.
aan de Federatie en aan de drie andere
corporaties hen een alphabetische lijst toe
te zenden van de personen, die voor ©en
woning stonden ingeschreven, met vermel
ding van hunne woonplaats. Van verschil
lende der bij de Federatie aangesloten ver
eenigingen werden de gevraagde opgaven
eerst na zeer geruimen tijd, en niet dan
nadat B. en W. hun verzoek den 7en Octo
ber 1930 aan de Federatie hadden her
haald, ontvangen. Het meeste materiaal
kwam pas in de maanden Februari en
Maart 1931 in bezit van B. en W.
Het onderzoeken van de opgaven «n het
vervolgens systematisch verwerken en
rangschikken van de verkregen gegevens is
©en zeer omvangrijk, tijdroovend werk ge
weest, vooral ook vanwege de vele foutieve
opgaven.
De resultaten van hot onderzoek beves
tigden intusschen volkomen het door B.
en W. van den aanvang af ingenomen
standpunt, dat het aantal ingeschrevenen
zonder meer geen maatstaf kan zijn voor
de bepaling van de woningbehoefte. Im
mers van de 1564 ingeschrevenen, die wer
den nagegaan, en van wie verreweg de
meesten hoofden van gezinnen waren, kon
slechte ten aanzien van 546 worden vastge*
steld, dat zij behoefte hadden aan wonin
gen, waarin door nieuwbouw diende te wor
den voorzien; aangezien eohter ten tijde
van het onderzoek bij verschillende ver
eenigingen 214 woningen in aanbouw wa
ren, kwamen slechts 334 woningen tekort,
aldus B. en W.
Ala woningbehoefte in den bedoelden zin
werd o.a. aangemerkt: te kleine woning
(hoewel deze woningen niet geheel voor
den woningvoorraad verloren kunnen wor
den geacht); dubbele bewoning van huizen,
die daartoe te klein zijn; inwoning van ge
huwden bij familie of van personen, wier
huwelijk op het verkrijgen van een woning
wacht. De overige ingeschrevenen konden
niet tot de woningbehoevenden gerekend
worden^ omdat zij b.v. een goede woning
hadden; inmiddels naar elders waren ver
trokken; reeds in een woning van hun
bouw vereeniging of van een andere ver
eeniging woonden; lid van twee of meer
vereenigingen waren, enz. In weer ander©
gevallen bleek, dat men een betere woning
wensohte, zonder dat de huidige woning
als onvoldoende kon worden aangemerkt of
dat men alleen maar rustiger wenschte te
wonen.
Met de Commissie van Fabricage is ons
College van oordeel, dat de enquête, door
dat zij zich over een zoo groot aantal ge
vallen heeft uitgestrekt, zeer zeker geacht
mag worden het grootste gedeelte van d©
bestaande behoefte aan arbeiderswoningen
te betrefion. De uitslag levert oa. dan ook
een voldoend zekere maatstaf op, om daar
naar de mate^van nieuw-bouw te bepalen.
Al kan het getal van 334 woningen der
halve veilig als grondslag worden genomen,
aan dat cijfer behoeft echter niet star te
worden vastgehouden; eenige afwijking,
ook naar boven, behoeft geen bezwaar te
ontmoeten en zal trouwens niet zijn te ver
mijden, omdat het preciese aantal te bou
wen woningen niet kan worden bepaald los
van grootte en vorm der bouwterreinen.
Een voorloopige verdeeling van de wonin
gen over de onderscheidene terreinen
bracht het aantal te stichten woningen dan
ook reeds op 358. De aanwijzing van de
bouwterreinen oefent ook in anderen zin
invloed uit. Ala bouwterrein moet uiter
aard in de eerste plaats in aanmerking ko
men bouwrijpe grond, voorzoover die voor
bouw van arbeiderswoningen geschikt is,
doch deze omstandigheid heeft b.v. tenge
volge, dat aan de Tuinstadwijk en de Goede
Woning, hoewel bij die vereenigingen geen
woningbehoefte in den boven aangegeven
zin werd geconstateerd, niettemin resp. 60
woningen op een terrein bewesten den
Lammen schans weg en 25 woningen op een
terrein benoorden den Maresingel kunnen
worden toegewezen.
Voor den grond aan en ten westen van
den La-mmenschansweg, die ingevolge het
Raadsbesluit van 1 December 1930 geheel
bouwrijp werd gemaakt, meldden zich in
dertijd verschillende particuliere gegadig
den aan, doch aan hun aanvragen, die al
den grond ter plaatse omvatten, kon, han
gende het onderzoek van het adres van de
Federatie van Woningbouwvereenigingen,
niet worden voldaan. Gelijk boven bleek,
kan aan de vereeniging de Tuinstadwijk
een gedeelte ter beschikking worden ge
steld, doch de overige aan den Lammen-
sohansweg gelegen grond ter grootte van
ruim 6000 M2., komt voor verkoop aan par
ticulieren in aanmerking, omdat hij niet
benoodigd is voor arbeiderswoningbouw
door bouwvereenigingen, noch voor derge-
lijken bouw bestemd is; volgen» het ont-
werp-uitbreidingsplan moeten daar immers
woningen van een grooter type komen, een
bebouwing dus met heerenhuizen en mid
denstandswoningen, aansluitende aan de
bebouwing, welke reeds aan dien weg aan
wezig is.
In verband met de vele aanvragen, die
voor grond in deze omgeving inkwamon,
ware de verkoop, die tevens kan omvatten
een perceel aan de Verlengde Bloemisten-
laan, groot pion. 940 M2., te doen geschie
den bij openbare inschrijving. Op de des
betreffende kaart is voor den grond aan
den Lammenschansweg een verdeeling in
6 kavels ontworpen; het schijnt B. en W.
n.l., evenals der Commissie van Fabricage,
gewenscht toe, gegadigden de gelegenheid
te bieden, niet alleen in te schrijven voor
het geheele terrein, maar ook voor een of
meer kavels. De gunning kan dan geschie
den op de voor de gemeente meest voor-
deelige wijze, b.v. m massa, of per kavel,
of voor een combinatie van kavels. In een
voorstel verzoeken B. en W. mitsdien de
machtiging van den Raad, om op dezen
voet tot den verkoop over te gaan.
In dat voorstel stellen B. en W. mede
voor, om in beginsel te besluiten medewer
king te verleenen voor den bouw van pl.m.
358 woningen door verschillende vereeni
gingen en de gemeente (ten behoeve van
de woningstichting).
B. en W. maken van deze gelegenheid
gebruik den Raad van advies te dienen
met- betrekking tot het eveneens hieronder
afgedrukt verzoek van P. P. de Koning c.s.,
om de medewerking van de gemeente te
verleenen tot het verkrijgen van een eigen
woning voor arbeiders en kleine midden
standers, b.v. door woningen in huurkoop
af te staan of hypothecair crediet le ver
strekken. Bij zijn in de Leeskamer ter visie
liggend adres voert de Nederlandsche Bond
van Huis- en Grondeigenaren en Bouwon
dernemers verschillende bezwaren tegen
inwilliging van" het verzoek aan.
B. en W. deelen de meening van de Com-