EEN GEKLEEDE PYAMA. Wij willen, als wij eens uit logeeren zijn, ons graag mooi maken en verzor gen dan onze garderobe. De japonnen worden nagezien, opgeperst, soms wel eerst gestoomd, onze dessous zijn allemaal keurig in orde, zoodot wij over onze kleeding zeer tevreden zijn. Maar is u dat ook met uw pyama, of hebt u uw gewone zephiren of flanellen pyama's meegenomen? Welnu, laten wij ook in de slaapkamer eens extra mooi zijn en ons een gekleede pyama aanschaffen. Onze teekening geeft u al dadelijk een idee wht wij met zoo'n gekleede pyama bedoelen. De pantalon is eigen lijk meer een hansopmodel omdat het lijfje er aangeknipt wordt. De sluiting bestaat uit een strik, die op den lin kerzijde wordt dichtgestrikt. Hejt lijfje heeft geen mouwen, wat ook niet noo- dig is, daar het daarover heen gedra gen jasje van mouwen voorzien is. Het jasje heeft geen sluiting, omdat het lijfje tevens als vest dienst doet. Als materiaal is hier gedacht drie verschil lende kleuren crêpe de Chine, b.v. bleu in drie tinten, of drie zeer ver schillende kleuren, al naar uw eigen smaak. Hoe de drie kleuren verwerkt zijn kunt u op de teekening heel goed zien. De pijpen zitten aan een nauw sluitend heupstuk en loopen naar on deren zoo wijd uit, dat zij bijna een rokwijdte hebben. De mouw kunt u naar eigen verkiezing lang maken, met een manchet of tot aan den elleboog en iets klokkend. U ziet, het is een bijzon der chique modelletje. DE MIDDAGJAPON. Deze middag japon van licht en don kerbruine zijde kan zoowel door slanke als door wat gezettere dames worden gedragen. Dat komt vooral door het model van het vest en de lijn van de heup. Het lijfje, dat tot aan de taille komt, is zonder kraag, doch het vest loopt rond den hals door. Vanaf den schouder tot bijna aan het middel ziet u aan de zijkanten een los puntig stuk aangebracht, dat uitsluitend als versie ring dient en voor gezettere dames beter achterwege kan blijven. De mouw is van de donkere zijde en loopt even onder den elleboog puntig uit, waarna de lange manchette van de lichtere tint de mouw afmaakt. Vest. zijstukken en manchetten zijn versierd met fantasieknoopjes. De rok bestaat uit drie deelen, n.l. het heupstuk, dat boogvormig geknipt wordt, daarop het losopgezette lichtere stuk en tenslotte de rok zelf. die ruim klokkend aan bet heupstuk is bevestigd. De smalle cein tuur sluit met een gespje of met een knoopje zooals voor de blouse zijn gebruikt. DE REGENMANTEL. De regenmantel zien wij van diver se materialen vervaardigd. Vroeger zag men het meest de gabardine-man tels in beige, licht of donker, toen kwamen de zijden-gummy mantels en de mantels van imitatieleer, maar te genwoordig zien wij veel regenman tels van peau-de-Suède, peau de pêche en tenslotte van echt leer. De leeren jas wordt niet alleen voor den regen gebruikt, maar is ook uitstekend geschikt voor de auto, vooral als de voering uit een warme wollen stof be staat. Bij lange afstanden zal men dan toch goed beschut zijn tegen weers invloeden. Voor den regen alleen ge bruikt heeft men die zware voering eigenlijk niet noodig, tenzij men de leeren jas, die nogal kostbaar is, te vens als wintermantel wil bezigen. De peau de pêche jassen zijn door de rub ber binnenvoering geheel waterdicht gemaakt en zijn in het dragen lekker warm. Onze teekening laat u een donker bruin peau de pêche regenmantel zien. De voorpanden slaan ver over elkaar heen. Daar het materiaal nogal zwaar is, verdient het wel aanbeveling het linkervoorpand eerst met een band van binnen vast te maken, omdat men an ders al gauw een valsche plooi krijgt, doordat het voorpand naar beneden zakt. De mantel kan open en gesloten gedragen worden, terwijl meestal de kraag omhoog geslagen wordt gedra gen. Een kleine ceintuur sluit om het middel met een gespje. Een paar flinke insteekzakken beschermen onze banden tegen de koude Bij het koo- pen moet men vooral rekening houden met de wijdte der mantel en met de lengte. De wijdte moet zoo ruim zijn. dat wij gemakkelijk met den mantel kunnen fietsen en deze toch gesloten blijft, terwijl de lengte niet meer dan twintig centimeter van den grond af mag zijn. KANTOORKLEEDING. Voor meisjes en vrouwen die op kan toor werkzaam zijn, is de blouse en rok altijd een ideaal kleeding geweest. Eerstens staat het altijd keurig en men kan een blouse, die vuil geworden is, veel gemakkelijker een sopje geven, dan een heele japon. Ook de mogelijk heden zijn grooter, doordat men op een rok verschillende blouses kan dra gen, terwijl een vrouw, die een onder geschikte betrekking bekleedt, niet al tijd in staat is, zich een voldoende aan tal japonnen aan te schaffen om er steeds frisch uit te zien. U ziet h:er een blouse van crème waschzijde. Het is een gewoon overhemdmodel, waarvan de kraag zoowel hoog als iets lager gesloten kan worden. De eenige ver siering is een stropdas in de kleur van de rok. De rechte mouw is voorzien van een omgeslagen dubbele manchet, welke men eventueel aan den mouw geknoopt kan maken, zoodat als de blouse eigenlijk nog wel schoon is, maar de manchetten een weinig smoe zelig zijn, men deze even kan verwis jes, pluisjes, enz, waar men op kantoor niet altijd wat aan kan doen. Daarom kan men het allerbeste een grof ge weven wollen stof nemen. Het best doet een plooirokje het altijd. Men kan de hoeveelheid plooien varieeren al naar gelang de breedte van de stof en de wijdte waarin men de rok wenscht te maken. Wenscht u een wijde rok. dan kunnen de plooien rondom aan het heupstuk worden ge zet. In het overige geval kan men b.v. een paar plooien aan de zijkanten ma ken, wat eigenlijk voldoende is. Desgewenscht kan men op den rok een ceintuurtje dragen met een geps- sluiting, doch noodzakelijk is dit niet. selen. Voor de rok kan men allerlei warme wollen stoffen nemen, ook wel cheviot of kamgaren. Deze laatste stof fen hebben echter het nadeel, dat zij spoedig gaan glimmen, waartegen niet veel te doen is. Ook van peau de pêche of fluweel kan men heel goed een rok maken. Fluweel is een lastig dragen, omdat alles er aan blijft hangen, stof- ONZE ZIEKEN. Velen onzer hebben wel eens een ernstige zieke thuis gehad, die veel zorg vereischte en veel van onzen nachtrust vergt. Niet alleen van onze nachtrust, maar nog meer van ons geduld, van ons goede humeur. Want hoe gaat het meestal? Als een van onze huisgenooten ziek wordt, begin nen wij de verpleging met volle toe wijding en enthousiasme. Wij ver trouwen dat zoo'n patient tengevolge van onze zorg binnen enkele dagen weer beter zal zijn. Maar nu blijkt de ziekte een ernstige keer te ne men. Dat geeft ons natuurlijk een ge voel van teleurstelling en ook een gevoel van bezorgdheid, vooral als de zieke de kostwinner is en het geld niet zoo op stapels ligt, dat men dadelijk over voldoende hulp in de huishouding kan beschikken. Maar ook als het een der andere huisge nooten betreft, komt de grootste ver antwoordelijkheid op de schouders der huisvrouw neer. Deze heeft dan bij al haar werk haar volledige op lettendheid den ganschen dag door te concentreeren op de' zieke. En dit wordt haar al gauw te zwaar, daar de huisvrouw gewoonlijk ook een mensch is en dus menschelijke ver moeidheid precies even zwaar voelt als ieder ander. Dan komen bij de zorgen nog het gereed maken, vaak zeer dikwijls op een dag, van kleine aparte schoteltjes of dieetvoeding, wat veel werk tengevolge heeft en tenslotte ontbreekt het haar, juist door al hetgc - er bij haar gewone werk is gekomen den tijd, om eiken dag een eind te wandelen of de bui tenlucht in te gaan. En we weten het allemaal, hoe kunnen wij er naar hunkeren, als we eens een paar da gen binnen zijn geweest, de frissch' lucht te kunnen happen. Dat hunke ren is eenvoudig een telefoontje vai de hersenen,, die zegt, dat zij deze verandering hard noodig hebben, on. MODESNUFJES. Als een onzer kennissen jarig is, willen wij niet altijd met de traditio- neele doos postpapier aankomen. Wel nu, laten wij haar dan met een of ander modesnufje verrassen, een nieuwtje, iets waarmede wij haar zeker niet zul len beleedigen. Hier ziet u een mooie luxe doos nfet een lade. In de lade is plaats voor een mooie pochette en een paar handschoenen. Daarboven is een ruimte waarin een modêrne sjaal, een aardige halssnoer en een zeer modern toiletdoosje een plaats vinden. Kunnen wij ons de luxe van,een zoo uitgebreid cadeau ïyet permitteeren. welnu, dan geven wij een van deze artikelen. Het toiletdoosje is alleraardigst. Het doet een beetje aan een sigarettenkoker denken, doch als men het openknipt, zit er een donsje is, wat poeder, een klem spiegeltje, een lippen- en een wenkbrauwenstift. Ook de sluiting is geheel als die van een sigarettenkoker. Er zijn natuurlijk nog tal van andere voorwerpen, die onze aandacht verdie nen bij het uitzoeken van een geschenk Het meeste resultaat zult u bereiken ais u zich in de plaats tracht in te den ken van degene, voor wie het geschenk bestemd is en u niet alleen door uw eigen smaak laat leiden. aan het werk te kunnen blijven. Ko men 's avonds de andere huisgenoo ten thuis, dan moet de huisvrouw met een opgeruimd gezicht naar de wederwaardigheden luisteren, vrede trachten te bewaren, al te luidruch tigheid tegen gaan op een dergelijke manier, dat de overige leden van het gezin niet te veel van de zieke te verduren hebben en aan den an deren kant er voor te waken, dat de zieke niet wordt gehinderd door het geruisch der stemmen van de anderen. Zoo is de taak van een huisvrouw als er een zieke is, een werkelijk boVenmenschelijke en daar om is het de plicht van ieder der anderen, dat zij allerlei kleine zor gen voor zich houden, de handen uit de mouw steken, waar het maar eenigszins mogelijk is, maar vooral zoo nu en dan de verzorging van den zieke eens op zich nemen en de huisvrouw er met zachten drang toe trachten te bewegen, naar buiten te gaan, beweging te nemen en weer op adem te komen. Zoo ook wordt de taak der huisvrouw noodeloos verzwaard, als al de anderen des nachts rustig gaan slapen en de huis vrouw bij het minste of geringste ieder oogenblik in den nacht haar bed uit moet gaan, om de zieke wat water te geven, eens toe te dekken of wat dan ook. Dit zijn kleinigheden, waarmee de zieke wordt tevreden gesteld maar die best een der andere huisgenooten kan doen, juist omdat de huisvrouw, die overdag al den heelen dag heen en weer rent, haar nachtrust zoo heel erg noodig heeft Bestaat er een onderlinge samen werking, dan komt dat het heele huisgezin ten goede, want als de vrouw 's morgens weer goed is uit gerust, zal zij met een opgeruimd humeur de weer op zich nemen. Dat komt dan iedereen ten goede en vooral den zieke, die daardoor niet het gevoel heeft al te lastig te zijn en door de daardoor verkregen ze nuwachtigheid, nog verder van den wijs raakt. Ook de harmonie wordt bij het onderling iets voor elkaar over heb ben veel beter, in het gezin, want als de ziekte een langdurig karakter heeft gehad, zullen de verschillende familieleden, ook nadat de zieke her steld is, vanzelf sprekend elkaar wat werk uit de hand blijven nemen. En niets is zoo prettig als een geest van hulpvaardigheid! WIE IS GELUKKIG? Als ieder eens bij zichzelf nagaat, wanneer hij zich in zijn leven het gelukkigst gevoelde, dan komt hij tot een waarheid, waarin een ieder één is, ook al geeft hij dat niet openlijk toe. Er zijn voor iedereen momenten in het leven, welke als de geluk kigste van het leven beschouwd worden en die ontegenzeggelijk altijd gekenmerkt werden door innerlijke evenwichtigheid, door ziele-vrede. Op die oogenbliken dat niets ons ge moedsleven verstoort, geen angst of onrust ons bedreigt, geen hartstocht ons inwendig leven bezoedelt; op zulke oogenblikken, als aj wat goed heid en liefde in ons is een uitweg zoekt in goede dadendan zijn wij het gelukkigst. Och, om door te dringen tot die innerlijke gesteldheid van anderen, is ons niet dikwijls gegeven; slechts zelden ontmoet de eene ziel de an dere om elkander volkomen te be grijpen, zoodat een sublieme harmo nie ontstaat, maar wèl is ons allen gegeven het vermogen om de goed heid en de liefde van anderen niet in den weg te staan, maar veeleer ter hulp te komen. Hoe komt het, dat juist de een- voudigen in de wereld vaak het ge lukkigst zijn? Omdat zij niet veel van het leven verwachten en dat hun hart is als het hart van een kind: Onbevangen en eerlijk en spoe dig verheugd. Wie tevreden is, is dankbaar, wie dit beiden is, is ge lukkig. Het ware geluk is immers niet gelegen in uiterlijkheden, maar in het inwendige van de ziel. Wie in zijn ziel niet de stoornissen en de beroeringen kent, waaraan zij lijden, die zich in de genoegens der wereld storten, geniet een zoo volmaakt mo gelijk geluk, wat zelfs niet verwoest kan worden door rampen of tegen spoed, daar de inwendige mensch spoedig weer zijn verloren even wicht terugvindt, terwijl de mensch, die slechts rekent op het uitwendige leven, en onder gaat in zijn smart. GEÏRRITEERD ZIJN. Een persoon, die ons irriteert is in ons oog verfoeilijker, dan een regel rechte vijand! Iedere vrouw kent wel de juiste beteekenis van het woordje „irriteerend", wij maken er veelal zelfs' een overvloedig gebruik van en onze gesprekken zijn er mee door weven. Er is veel, wat ons irriteert, niet waar? Het is de manier van de kamer binnen-komen-vailen van onze oud ste, de meid irriteert ons als ze lus tig haar liedje in de keuken uitgalmt, de bel irriteert, de regen, de bakker, de telefoon, kortom alles, alles kan ons op z'n beurt irriteeren! Zoodra de mensch gaat realisee- ren, dat hij zenuwachtig is, begint hij dat neurveus-zijn toe te schrijven aan oorzaken, die min of meer er toe hebben bijgedragen zijn zenuwen te prikkelen, en daar.er een zekere vol doening in ligt eens hartgrondig te verfoeien waarvan wij niet houden, klampen we ons vast aan het stop woordje „irriteeren". Vooral in onzen tijd zijn we allen meer of minder geinfecteerd met er gernisjes, waardoor we ons „geirri- teerd" voelen en dikwijls gaat heel onze verontwaardiging uit naar de vaak onschuldige oorzaak van onze wrevel, in plaats van naar ons-zelf!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7