HET PARLEMENT VERGADERT
UIT DE RADIO-WERELD
HET HUIS
DER VERSPIEDERS
VRIJDAG 4 MAART 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
DE EERSTE KAMER BEHANDELT DE BEGROOTING 1932
IN DE TWEEDE KAMER IS HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK
AAN DE ORDE
kanten reeds drie maanden met tien pro
cent loonsverlaging, en ondanks den gun-
stigen factor van het stilliggen van de an
dere fabrieken, is er geen verbetering door
ontstaan.
Evenmin als voor haar loonpolitiek kan
spr. bewondering hebben voor haar werk-
lcozenzorg. Er mag van haar, er moet van
haar meer worden gevraagd. Aan de werk-
loozenkassen wordt het voortbestaan on
mogelijk gemaakt, wat ten voordeele noch
van de gemeenten noch van het Rijk is. In
V bijzonder behandelt spr. de werkloos-
beid in de bouwvakken, en bestrijdt hij de
meening als zouden de bouwvakarbeiders
nog betrekkelijk goede loonen verbenen.
Spr. vraagt zich af of de regeering in
baar belastingpolitiek wel voldoende recht
vaardigheid betracht, en de hoogere en
middelbare inkomens, welke gelijk bleven
of zelfs stegen, terwijl honderdduizenden
in gebrek of op de grens van gebrek le
ven, niet zwaarder behooren te worden
aangetast.
Spr. betreurt, dat de regeering niet een
wetsontwerp op werkloosheidsverzekering
indiende, waarbij de werkgevers moeten
bijdragen, wat noodig is door de soms zeer
geforceerde ontslagen.
De heer Hermans (S.-D.) constateert
dat de algemeene beschouwingen wederom
zijn ontaard in een bestrijding van de S.
D. A. P. Voorts komt spr. op tegen de
aantasting van de gemeentelijke autono
mie.
De heer Oudegeest (S.-D.). kan zich
voor een groot deel aansluiten bij hetgeen
de heer De Bruyn heeft gezegd. Spreker
houdt vol dat de crisis eigenlijk niets an
ders is dan het wachten door industrieelen
financiers en regeering op het oogenblik
dat de voorraden zijn opgebruikt. Dit mid
del: de fabrieken stopzetten en de arbei
ders op straat werpen, 'is al wel ruim een
eeuw bij alle crisis toegepast. Is de over
productie ingehaald, dan begint de zaak
opnieuw van voren af aan. Noch onderne-,
mers, noch bankdirecteuren hebben de
situatie in handen of in handen gehad; den
arbeiders zijn de oogen opengegaan; zij
weten dat al die heeren die praten over
loonsverlaging, er eigenlijk niets van we
ten. Dit is zeker, door aantasting der
lóonen zullen bijv. niet de woninghuren
naar beneden gaan. Als het gaat. om loons
verlaging, gaat het 't eerst om de lagere
loonen, niet om die van de hoogste en hoo
gere salarissen, niet om de inkomsten van
H. M. de Koningin, van den Gouverneur-
Generaal. Bovendien, alsof door loonsver
lagingen de voorraden worden opgebruikt!
De heer B 1 o m j o u s (R.-K.) bestrijdt
de rede van den heer Mendels; het is niet
het kapitalistische stelsel dat de productie
ter wereldmarkt verstoorde.
De vergadering wordt te 7.20 geschorst
tot hedenmiddag lr uur.
EERSTE KAMER
Vergadering van Donderdag 3 Maart.
RIJKSBEGROOTING.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
De heer De Savornin Lohman
(C.H.) spoort aan, in dezen tijd, op samen
werking in plaats van op verdeeldheid.
Samenwerking ook met de Regeering, wel
ke spr. in deze crisis steunt voor zoover
hij kan.
Ten aanzien van de bezuinigingen ver
wijst spr. naar de schitterende rede van dr.
Colijn, de economische St. Vitusdans. De
hoogste inkomens, boven de 10.000, zijn
het zwaarst door de crisi» getroffen, het
geen in de belastingopbrengst dit jaar en
meer nog in 1933 tot uiting zal komen. Ook
zal de gekeele bevolking de gevolgen on
dervinden van de verminderde vermogens.
Men kan in deze den Minister van Finan
ciën niet te veel pessimisme verwijten: we
moeten noodwenlig naar een lager levens-
peil.
Bezuiniging ook op Defensie is ge-
wenscht, ofschoon het oogenblik bedenker
lijk genaderd wordt, dat verdere bezuini
ging zou leiden tot het gevolg, dat dan
elke uitgave voor onze defensie waardeloos
is geworden. Indien men vergelijkingen
maakt met andere begrootingshoofdstuk-
ken, dat blijkt, dat Defensie relatief het
zwaarst is getroffen.
Reorganisatie >an den Staatsdienst zal
ons evenmin uit het moeras helpen als zg.n.
efficiency, een modewoord van dezen tijd.
Spr. dringt aan op versobering bij het ou
derwijs. Kan Nederland zich de luxe blij
ven veroorloven op sociaal gebied de gang
maker te zijn van Europa? Ook Waterstaat
moet zich beperken. Is het noodzakelijk b.v.,
dat ons land doorkruist wordt door breede
heerbanen?
Verbluffend is wat er nog leeft in de
opvattingen ook van hoogere ambtenaren.
Verschillende oategorieën van ambtenaren
houden ook weinig rekening met het index
cijfer, nu het daalt. Onbegrijpelijk ook is
het verzet tegen loonsverlaging in het par
ticulier bedrijf, alsof ons land een eiland
ware in een oceaan van achteruitgang. De
Regeeivng dient, nog meer dan tot nu toe
geschiedde, ons volk te doordringen van de
waarhêid der dreigende cijfers. Overigens
brengt spr. hulde aan de voorzichtige po
litiek van den Minister van Financiën cn
aan diens bijna bovenmenschelijke werk
kracht.
Spr. zet uiteen, dat z.i. met de mogelijk
heid eener verdere noodzakelijke verlaging
der salarissen rekening moet worden ge
houden, bij welke eventualiteit spr. dan
een uniform percentage der vermindering
bepleit.
Spr. constateert geestelijke verwildering
in verschillende kringen en speciaal bij
jongemenschen, waarvan het gevaar niet
mag worden onderschat Onderwijs-auton-
teiten en de regeeringsorganen nemen daar
tegen een te passieve houding van overdre
ven tolerantie aan. Daarbij wijst spr.. op
het strafbaar karakter van allerlei opruiing,
en stelt daarbij vast dat tegenwoordig in
Nederland de brutalen de halve wereld
hebben. De minister van Binnenlandsche
Zaken heeft krachtiger op te treden tegen
burgemeesters, die blijkbaar hun positie
niet begrijpen.
Spr. is van oordeel dat wellicht diploma
tie en tact de Regeering bewogen, af re
zien van officieele herdenking van den tien-
daagschen veldtocht. Het is de vraag of dit
wel goed gezien was. Waarom alleen aan
particulieren die viering op sobere wijze
toegelaten? Terwijl België in 1930 wel feest
vieide en van Nederlandsche zijde werd
gecomplimenteerd? Waarom niet meer na
tionale fierheid tegenover de Fransohe be
schouwingen over wapenuitvoer uit Neder
land? Zijn we geen baas meer in eigen
huis? En men bereikt niets; de campagne
wordt evengoed voortgezet. Voorts critiseert
spr. de niet-toelating van prof. Kors in
België.
Het kabinet toone zich een eenheid on
der krachtige, zelfbewuste leiding. Dan kan
het Tekenen op den steun van spr.s fractie.
De heer Janssen (R.K.) hoopt, dat
deze regeering aan het land even goede
diensten zal mogen bewijzen als die van
19141918. Ze behoeft daarbij van de volks
vertegenwoordiging hulp en opbouwende
critiek.
Spr. wil er zioh toe bepalen, de regee
ring in haar crisisbeleid te beoordeelen.
Over 't algemeen verdient deze niet de cri
tiek, veelal daarop geoefendtoch is het in
grijpen der iegeering aanvankelijk niet door
tastend genoeg geweest. Zoo zouden vroe
gere contingenteenngêmaatregelen meer
effect hebben gehad dan de nu genomene.
Contingenteering is voorts slechts 'n voor
zichtig te hanteeren afweermiddel, waar
van niet steeds direct gevolgen zijn te ver
wachten.
Ook op geestelijk en zedelijk gebied
wordt schade geleden tegenwoordig, waar
tegenover de regeering ook maatregelen
heeft te nemen.
Wat de salariskwestie betreft, acht spr.
het niet tot de taak der regeering behoo-
rend, aan te sturen op loonsverlaging over
de geheele Linie. Daarvoor ontbreken haar
trouwens de machtsmiddelen.
We hebben ons in 't. algemeen aan te
passen aan een lager levenspeil.
De heer Slingenberg (VJ).) be
spreekt het beleid van den Minister van
Financiën. Spr. betoogt dat de positie vaa
Nederland ten opzichte van de Staats
schuld, vergeleken met 1914, thans geens
zins ongunstig is. Nederland is de crisis
ingegaan met een kiachige financieele po
sitie; er is geen reden voor een paniek
stemming of om bij de pakken te gaan
neerzitten. Niet dat we zonder zorg de toe
komst tegemoet kunnen gaan.
De grootste zorg zal de Regeering heb
ben in de toekomst met den gewonen
dienst wegens het verminderen der gewone
middelen. Spr. zet dit uiteen op grohd van
tal van cijfers. Hèt zal noodig zijn, de di
recte beiastingen te verhoogen, en wel dij-
zoüderlijk de inkomsten-, vermogens- en
successiebelastingen met ingang van 1
Mei 1933. Niemand zal dezen Minister, die
verschillende belastingen verlaagde, een
tijdelijke verhooging, nu die noodzakelijk
is, kwalijk nemen.
In de naaste toekomst zij het parool:
hulp aan de noodlijdenden en offers van
degenen die in welvaart verkeeren.
Er wordt gepauzeerd.
De heer Mendels (SJ>.). wenscht te
spreken over den politieken toestand. In
den laat sten tijd noopt de politieke situa
tie van dit kabinet tot buitengewone
aandacht. Hoe is zijn politieke signatuur
welke de basis van zijn bestuur? Al is deze
regeeririg niet uit de rechtsche partijen
voortgekomen, ze bestaat opzettelijk uit
mannen van rechts. Spr. betwijfelt of dit
nog wel volkomen in overeenstemming is
met den wil des volks.
De heer Ter Haar (C.-H.) vermaant
de regeering tot zeer voorzichtige toepas
sing van contingenteeringsbesluiten, welke
immers steeds tegenstrijdige belangen van
verschillende groepen der bevolking raken.
De heer Dobbelman (R.-K.) betreurt
dat met de invoering der winkelsluitings
wet niet gewacht is, tot de wijziging der
Zondagswet tot stand is gekomen. Het
kabinet ware dan consequent gebleven.
Spr. wenscht voorts scherpere controle
op credietverleening, op de gestie van het
bankbedrijf, op- den beurshandel. De beur
zen zijn vaak groote -speelholen, een inter
nationaal verschijnsel; met name de bais-
sehandel moest verboden worden. Spr.
wijst op den moeilijken toestand niet al-
leeh van veeteelt'en landbouw, doch voor
al van de industrie; zij zouden voor een
belangrijk deel verdwijnen, als ze niet wer
den gesteund. Spr. betoogt dat de protec
tionistische tariefmuren van andere landen
niet ineens kunnen worden omvergewor
pen hoogstens' zal dit geleidelijk kunnen
geschieden.
Contingenteeriügsbeslttiten moeten
betoogt spr. verder Onverwachts geno
men worden. Dan zullen «e behoorlijk effect
hebben Nog wordt er nsser ingevoerd dan
noodzakelijk ie; alles was hier te lande
kan worden geproduceerd en er nog niet
geproduceerd wordt, komt teveel uit het
buitenland. De regeering mist ook de be
voegdheid om afdoende tegen het buiten
land op te treden. Beter iets hoogere prij
zen met werkgelegenheid dan lagere zon
der werkgelegenheid.
Spr. bepleit een pachtwet zonder revo
lutionaire tendenzen; iri het algemeen
moet er meer voor den landbouw worden
gedaan. En sneller: de nood stijgt steeds
hooger, en we schieten niet op.
De heer Koster (V.-B.) zegt, dat ons
land een verderfelijkcn we>g van protectio
nisme dreigt op te gaao; het vrijhandels-
stelsel heeft zioh steeds zeer goed gehou
den.
Te betreuren is de toeneming der werk
loosheid vooral in de tweede helft van
1931. Tal van industrieën ondervinden den
invloed van de crisis. Er zijn schattingen
dat ons nationaal vermogen in 1931 ver
minderde van twintig tot twaalf milliard
gulden;
Dit maakt hét voor voorstanders van
actieve handelspolitiek gemakkelijk, stem
ming te maken; zij verzuimden echter, de
gevolgen ervan voor ons land in bijzonder
heden uiteen te zetten.
Spr. betoogt dat Nederland op groote
ren voet lééft dan oiize «oóhomische struc
tuur toelaat. Dit kon door onze invoercij-
fers. Beperking van den invoer zal. invloed
hebben op de natioanle welvaart. Zoolang
wij doorgaan met contingenteering, gaat
hier het duurtepeil niet naar beneden en
zal het ons moeilijk worden, te concurree-
xen, wat weer van schadelijken invloed zal
zijn op de werkloosheid.
De heer De B r u ij n (R.-K.) zal zioh
van algemeene beschouwingen over den
politieken toestand onthouden.
De concentratie van kapitaal brengt een
geweldige macht in de handen van enkelen;
deze dictatuur neemt de verschrikkelijkste
Vohhetl aan; Ze beheerscht heel het cre-
dietwezen; enkelen hébben ons economisch
leren geheel in hun macht. Spf. beroept
zioh te dezen aanzien op de encycliek:
„Quadragesimo Anno", afkomstig van
verleden jaar, slaande op dezen tijd en
waarbij Nederland niet is uitgesloten.
Moet het regeeringsbeleid inderdaad in
gesteld zijn op de abnormale tijden van
thans, kan dan niet rekening worden ge
houden met die encycliek? Is de tijd juist
niet buitengewoon geschikt om hervormin
gen op economisch en sociaal terrein in
te voeren?
De salanspolitiek der regeering ten op
zichte der ambtenaren zal spreker thans
niet nagaan. Maar spr. critiseert dat de
regeering het oor leent aan een Verbond
van Nederlandsche Werkgevers in diens
streven naar loonsverlaging. Zoo gispt spr.
de houding der regeering ten aanzien van
de kwestie betreffende het collectief ar
beidscontract bij den brugbouw te, Nijme
gen.
Moet de regeering in het geweer komen
om tot loonsverlaging te komen? Is het
ook geen fantasie dat loonsverlaging voor
het bedrijfsleven uitkomst zal brengen? In
Twente werken nu nog acht textielfabri
TWEEDE KAMER.
INTERPELLATIE-HIEMSTR A.
Vergadering van Donderdag 3 Maart.
De behandeling van de interpellatie-
Hiemstra inzake de toestanden bij de van
Rijkswege gesubsidieerde werkverschaffin
gen, de werkverruiming en de werkeloozen-
ka.ssen wordt voortgezet.
Mej. De Jong (S.D.) bepleit de invoe
ring van een steunregeling voor alleen
staande werkelooze vrouwelijke arbeiders.
De heer De Visser (Com.) is van mee
ning, dat de werkelooze arme boeren en
schippers, die door de Regeering aan hun
lot worden overgelaten, hier een openbare
les hebben gekregen. Wat de ongeregeld
heden betreft die zioh bij enkele werkver
schaffingen hebben voorgedaan, hier zijn
niet de arbeiders of zij die achter hen staan
de oprüiers, maar degenen die achter de
Regeeringstafel zitten.
De voorzitter verzoekt den spreker
de Regeering niet van opruiing te beschul
digen.
De heer De Visser: De Regeering
spreekt van opgeruiden. Wanneer daarmee
de tewerkgestelden zijn bedoeld, dan kan
het niet anders of de Regeering is db op
ruiende partij.
Komende tot de eerste motie van den
Programma's voor Zaterdag 5 Maart.
Huizen, 298 M.
Alleen K.R.O.-uitzendingen.
8.009.15 Gramofoonplaten.
10.00 Concert door het KR O-Trio.
12.15«1.45 Het KRO-Sexl^et oJ.v. Piet
Lustenhouwer.
2.00 Gramofoonplaten.
4.00 Dansmuziek door Charley Gertun en
zijn Orkest.
7.45 Gramofoonplaten.
8.00 Concert door eht KR O-Orkest o.l.r.
Johan Gerritsen.
11.0012.00 Gramofoonplaten.
Hilversum, 1875 M
Alleen V.A.R,A.-uitzendingen.
10.00 v.m V.P.R.O.
8.00 Gramofoonplaten.
9.00 Het Amsterdamsch Solistenkwintet
o.l.v. Loe Chen. Mej. Jeanne Horsten,
soubrette; H. Theunisse, piano. VARA-Too-
neel.
12.00—1.45 Het VARA-Septet o.l.v. Is.
Eyl.
2.30 Zang door het VARA-Kinderkoor.
3.20 Gramofoonplaten.
4.20 Celo-soli door J. Drukker.
6.00 Kamermuziek.
6.00 Het VARA-Septet o,l.v, Is. Eyl.
6.30 Uitzending vanuit Groningen.
7.15 Vervolg VARA-Septet.
8.15 Zaterdagavond-programma. VA(R'A-
Orkest o.l.v. Hugo de Groot. Suzie Klein,
zang. Duo de Ponty. Joh. Jong. piano. The
Accordeon Harmonists. VARA-Tooneel.
Daventry, 1 554 M.
10.35 Morgenwijding.
I.202.20 Concert door The Commodore
Grand Orkest.
3.50 Concert doofr Mandoline-Orkest.
6.05 Reginald Foort op Bioscooporgel.
:.50 Uitz. van Wales.
7.50 Het BBC-Orkest o.l.v. Percy Pitt.
H. Temianka, viool.
8.50 Gedee'ten uit de Ie acte van „lm
weissen KVisl (..In het Witte Paard") van
Ralph Benatzky en Robert Stolz.
10.00 Vaudeville-programma.
II.0012 20 Dansmuziek door Artibrose
en zijn Band van The Mayfair Hotel.
Radio-Paris, 1 7 2 5 M.
8.05 Gramofoonplaten.
12.50 Idem.
5.20 Concert vanuit Theatre Pigallo.
9 05 Voordragen van gedichten van Vic
tor Hugo e.a.
10.05 Gramofoonplaten.
Kaluodborg. 1153 M.
11.201.20 Het Orkest van Restautaht
„Wivex".
I.50 Piano-soli.
2.20 Gramofoonplaten.
3.20 Concert door 2 Politie-Korpsen.
7.20 Ouderwetsche Dansmuziek.
8.30 Concert van Deensche Muziek o.l.v.
Launjr Gröndahl.
9.45 Dieren-imitaties.
Langenberg, 473 M.
6.257.20 Concert uit Hamburg.
7.208.20 Gramofoonplaten.
II.20 Concert uit Berlijn.
12.251.50 Middagconcert o.l.v. A. Wolf.
1.552.45 Gramofoonplaten.
4.205.20 Vooravondconcert.
7.20 Vroo'ijke avond.
10.00—11.20 Concert o.l.v. A. Wolf.
Brussel, 508 M en 338 M.
508 M.: 12.352.05 Gramofoonplaten.
5.20 Dansmuziek.
6.20 Omroeo-orke8t.
8.20 Operette-avond.
338 M.: 12.352.05 Gramofoonplaten.
5.20 Dansmuziek.
6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Operette.
R o m e, 4 4 1 M.
8.05 Uitzending van een Opera.
Zeesen, 1635 M.
3.50 Concert van Hamburg.
7.35 Uitz. van Weenen. Daarna tot 11.50
Dansmuziek door Leo Bermann en zijn Or
kest.
FEUILLETON.
Uit bet Engelsch
van
WARWICK DEEPING.
De knuppel suisde door de lucht, juist
voordat een pistoolschot knalde en de ko
gel ketste tegen den wand van de groeve.
Jasper had den man het pistool uit de
hand geslagen en deed daarop den knup
pel op zijn schedel neersuizen. De man
sloeg geluidloos achterover, terwijl Jasper
hem een tweede pistool en een dolk afhan
dig maakte. Daarop liep hij hem naar be
neden zakken.
Vooruit Tom, de lantaarn! Vlug wat,
kerel.
Franschman los en doorzocht zijn zakken.
Daarin vond hij niets dan een'pijp en een
tabaksdoos. Maar dat er iets- diks onder
het hemd van den Franschman verborgen
was, bleek spoedig toen Jaspers hand over
zijn breede borst tastte. Toen Jasper het
hemd openscheurde, wrong en kronkelde
Jerome zich alsof hij zijn spieren spande
tot tegenstand.
Houd hem stevig vast, Tom.
Help, help! schreeuwde de Fransch
man.
Lig stil of ik jaag je een kogel door
den kop.
Jasper haalde een leeren portefeuille
of etui te voorschijn die met een band om
Jerome's nek bevestigd was. Jasper brak
den band stuk en draaide zich naar de
lantaarn toe om zijn buit te onderzoeken.
De portefeuille bleek een groot aantal
blaadjes papier te bevatten, die bedekt wa
ren met wat op het eerste gezicht leek
een chaos van stippen, lijnen, cijfers en
letters. Jasoers gebruind gezicht stond
ernstig. CijferschriftDat dacht ik wel.
Hij schoof de blaadjes weer in de leeren
portefeuille en borg die weg in den binnen
zak van zijn jas. De oogen van den zeeman
keken boosaardig naar hem en bet scheen
dat hij ingespannen lag te luisteren.
Jasper begreep. Kapitein Jerome ver
wachtte redding.
Tom, ik wil dat heerschap wel kwijt
en en ik ben er niet op gesteld dat de
roodrokken hem in handen krijgen. Breng
hem naar het strand terug en geef hem
mijn hartelijke groeten mee
Ik zal er voor zorgen. Master Jasper.
Monsieur Jerome, je mag me dank
baar zijn, dat ik je een kans geef. Ver
dwijn en zorg dat we niet weer last van je
hebben. Als ik hoor dat je het ooit weer
waagt je gezicht aan deze zijde van het
Kanaal te laten zien zal ik te laten arres
teeren en ophangen als spion. Begrepen?
Ik versta.geen Engelsch.
Nonsens. Je verstaat me best. Je
gaat direct naar Frankrijk terug en bid
den Hemel, dat hij je voortaan uit de
buurt houdt van geheime signalen. Voor
uit met hem, Tom. Neem een van mijn pis
tolen in je gordel.
Tom Stook grijnsde en heesch den
Franschman op zijn beenen. Jasper gaf hem
een pistool en den knuppel.
Tom pakte den zeeman in den kraag:
Vooruit vriend. En geen kunsten, hoor je.
Jasper hoorde het tweetal verdijnen
langs bet pad. Stook dreef den Fransoh-
man voort met krachtite kniestooten in den
rug. Jasper laohte in zichzelf, nam de lan
taarn en ging terug zijn zijn schuilplaats.
Hij blies het licht uit en wachtte.
Hij verwachtte dat de Rothan zou ko
men opdagen. Hij twijfelde niet of het
pakket cijferschrift dat hij Jerome had af
genomen zou niet alleen den Chevalier
compromitteeren, maar ook Durell en zijn
dochter. Jasper was overtuigd een uitste
kende oplosing voor het dilemna waarvoor
hij gestaan had, gevonden te hebben:
een plan dat verijdeld was, leverde geen
gevaar meer op en er zou zoo geen nood
zaak zijn om de slachtoffers te doen deelen
in den straf voor den man die het complot
op touw gezet had.
Er knapte en kraakte iets in een groep
doornstruiken en een steen kwam van bo
ven terecht op de plaats waar Jasper in
hinderlaag lag. Het was bedoeld als sig
naal voor Jerome. Jasper hield zich dood
stil. Hij hoorde iemand in het struikgewas
om den begroeiden rand van de groeve be
wegen. Voetstappen kwamen nader in de
richting van den ingang. Toen was het op
eens stil.
Jasper leunde naar voren en spiedde
voorzichtig langs het braambosje waar hij.
achter lag. Een man stond op het pad dat
in de groeve leidde, zijn gezicht naar de
zee gekeerd. Aan zijn grootte en lichaams
bouw en aan de arrogante manier, waarop
het hoofd omhoog geheven was, herkende
Jasper onmiddellijk de Rothan. Hij stond
daar als een uit zwart basalt gehouwen
beeld: onbeweeglijk, waakzaam, met iets
suggestiefs en schilderachtigs in zijn hou
ding.
Jasoer had geen oog van hem af. Hoe
gemakkelijk zou het zijn om voorgoed een
eind te maken aan al de laaghartige intri
gues van dezen man. Maar Jasper was er
de man niet naar om uit het donker op
een tegenstander te schieten en hij wonsch-
te hem bovendien te ontmaskeren en Nan
ce onweerlegbaar van zijn dubbelhartig spel
te overtuigen.
Er gingen tien minuten voorbij en de Ro
than werd steeds ongeduldiger. Hij begon
het pad op en neer te loopen. van tijd tot
tijd stilstaand of o.ver de wijde velden uit
te kijken. Het was duidelijk dat het af
gaan van Jerome's pistool niet tot hem was
doorgedrongen en dat hij niet vermoedde
dat iemand zioh van den spion had mees
ter gemaakt. Anders was hij wel uit de
buurt gebleven. Maar de smokkelaar was
niet op de afgesproken plaats verschenen
en dat vervulde hem toch met zekeré on
rust.
(Wordt vervolgd).
Vertaald door R. de Bree.
43)
Door de intense stilte van den maan
nacht bereikte een zwak geluid hun ooren
een geluid alsof iemand zich door de brem
bewoog. Het had een verdwaald schaap
kunnen zijn of een konijn dat de droge
bremstruiken opzij schoof, maar het dui
delijke kraken van voetstappen op den ru
wen grond leerde wel andersJasper kroop
naar vorenhij had Tom's knuppel in de
hand genomen en posteerde zich bij de
opening tusschen de twee braamboschjes,
maar toch zoo dat in de schaduw zijn fi
guur niet te onderscheiden was.
De voetstappen kwamen nader en na
der en hielden op aan de rand van de
groeve. Een diepe ruwe stem gromde als
of de eigenaar er van moe en slecht ge
humeurd was. Daarop ging de man de groe
ve binnen en passeerde rakelings de plaats
waar Jasper zich verdekt had opgesteld.
Hij zag een korte, dikke man met een
groot, rond hoofd en een logge gang. Hij
zag dit met één oogopslag, toen hij naar
voren sprong uit de zwarte duisternis in
het heldere maanlicht. De man het een
tort gegrom hooren.
xxin.
Tom Stook kwam vlug met de lantaarn
aangeloopen.
Hebt u hem te pakken, Master Jas
per?
Het lijkt er wel op, Tom!
Het licht viel op een kwabbig-dik, taan-
kleurig en kwaadaardig gezicht. De man
kwam spoedig weer tot zichzelf en twee
koolzwarte oogen keken nijdig in het
licht.
Dat is monsieur Jerome, zei Tom.
De man hijgde zwaar en vloekte als een
ketter. Sacré bleu; neem je knie van
mijn borst weg.
Lig stil
Jasper had geen lust om tijd te verspil
len hij wilde de zaak opgeknapt hebben
voor de Bothan of Durell op het tooneel
konden verschijnen.
Tom, pak hem bij zijn polsen en houdt
zijn handen boven zijn hoofd. Stil, zeg ik
je, schurk, of je krijgt nog een slag met
den stok 1
Jerome lag stil, zijn armen gestrekt bo
ven zijn hoofd, als iemand, die op de pijn
bank ligt. Jasper knoopte de jas van den