HET PARLEMENT VERGADERT UIT DE RADIO-WERELD HET HUIS DER VERSPIEDERS VRIJDAG 4 MAART 1932 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 DE EERSTE KAMER BEHANDELT DE BEGROOTING 1932 IN DE TWEEDE KAMER IS HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK AAN DE ORDE kanten reeds drie maanden met tien pro cent loonsverlaging, en ondanks den gun- stigen factor van het stilliggen van de an dere fabrieken, is er geen verbetering door ontstaan. Evenmin als voor haar loonpolitiek kan spr. bewondering hebben voor haar werk- lcozenzorg. Er mag van haar, er moet van haar meer worden gevraagd. Aan de werk- loozenkassen wordt het voortbestaan on mogelijk gemaakt, wat ten voordeele noch van de gemeenten noch van het Rijk is. In V bijzonder behandelt spr. de werkloos- beid in de bouwvakken, en bestrijdt hij de meening als zouden de bouwvakarbeiders nog betrekkelijk goede loonen verbenen. Spr. vraagt zich af of de regeering in baar belastingpolitiek wel voldoende recht vaardigheid betracht, en de hoogere en middelbare inkomens, welke gelijk bleven of zelfs stegen, terwijl honderdduizenden in gebrek of op de grens van gebrek le ven, niet zwaarder behooren te worden aangetast. Spr. betreurt, dat de regeering niet een wetsontwerp op werkloosheidsverzekering indiende, waarbij de werkgevers moeten bijdragen, wat noodig is door de soms zeer geforceerde ontslagen. De heer Hermans (S.-D.) constateert dat de algemeene beschouwingen wederom zijn ontaard in een bestrijding van de S. D. A. P. Voorts komt spr. op tegen de aantasting van de gemeentelijke autono mie. De heer Oudegeest (S.-D.). kan zich voor een groot deel aansluiten bij hetgeen de heer De Bruyn heeft gezegd. Spreker houdt vol dat de crisis eigenlijk niets an ders is dan het wachten door industrieelen financiers en regeering op het oogenblik dat de voorraden zijn opgebruikt. Dit mid del: de fabrieken stopzetten en de arbei ders op straat werpen, 'is al wel ruim een eeuw bij alle crisis toegepast. Is de over productie ingehaald, dan begint de zaak opnieuw van voren af aan. Noch onderne-, mers, noch bankdirecteuren hebben de situatie in handen of in handen gehad; den arbeiders zijn de oogen opengegaan; zij weten dat al die heeren die praten over loonsverlaging, er eigenlijk niets van we ten. Dit is zeker, door aantasting der lóonen zullen bijv. niet de woninghuren naar beneden gaan. Als het gaat. om loons verlaging, gaat het 't eerst om de lagere loonen, niet om die van de hoogste en hoo gere salarissen, niet om de inkomsten van H. M. de Koningin, van den Gouverneur- Generaal. Bovendien, alsof door loonsver lagingen de voorraden worden opgebruikt! De heer B 1 o m j o u s (R.-K.) bestrijdt de rede van den heer Mendels; het is niet het kapitalistische stelsel dat de productie ter wereldmarkt verstoorde. De vergadering wordt te 7.20 geschorst tot hedenmiddag lr uur. EERSTE KAMER Vergadering van Donderdag 3 Maart. RIJKSBEGROOTING. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. De heer De Savornin Lohman (C.H.) spoort aan, in dezen tijd, op samen werking in plaats van op verdeeldheid. Samenwerking ook met de Regeering, wel ke spr. in deze crisis steunt voor zoover hij kan. Ten aanzien van de bezuinigingen ver wijst spr. naar de schitterende rede van dr. Colijn, de economische St. Vitusdans. De hoogste inkomens, boven de 10.000, zijn het zwaarst door de crisi» getroffen, het geen in de belastingopbrengst dit jaar en meer nog in 1933 tot uiting zal komen. Ook zal de gekeele bevolking de gevolgen on dervinden van de verminderde vermogens. Men kan in deze den Minister van Finan ciën niet te veel pessimisme verwijten: we moeten noodwenlig naar een lager levens- peil. Bezuiniging ook op Defensie is ge- wenscht, ofschoon het oogenblik bedenker lijk genaderd wordt, dat verdere bezuini ging zou leiden tot het gevolg, dat dan elke uitgave voor onze defensie waardeloos is geworden. Indien men vergelijkingen maakt met andere begrootingshoofdstuk- ken, dat blijkt, dat Defensie relatief het zwaarst is getroffen. Reorganisatie >an den Staatsdienst zal ons evenmin uit het moeras helpen als zg.n. efficiency, een modewoord van dezen tijd. Spr. dringt aan op versobering bij het ou derwijs. Kan Nederland zich de luxe blij ven veroorloven op sociaal gebied de gang maker te zijn van Europa? Ook Waterstaat moet zich beperken. Is het noodzakelijk b.v., dat ons land doorkruist wordt door breede heerbanen? Verbluffend is wat er nog leeft in de opvattingen ook van hoogere ambtenaren. Verschillende oategorieën van ambtenaren houden ook weinig rekening met het index cijfer, nu het daalt. Onbegrijpelijk ook is het verzet tegen loonsverlaging in het par ticulier bedrijf, alsof ons land een eiland ware in een oceaan van achteruitgang. De Regeeivng dient, nog meer dan tot nu toe geschiedde, ons volk te doordringen van de waarhêid der dreigende cijfers. Overigens brengt spr. hulde aan de voorzichtige po litiek van den Minister van Financiën cn aan diens bijna bovenmenschelijke werk kracht. Spr. zet uiteen, dat z.i. met de mogelijk heid eener verdere noodzakelijke verlaging der salarissen rekening moet worden ge houden, bij welke eventualiteit spr. dan een uniform percentage der vermindering bepleit. Spr. constateert geestelijke verwildering in verschillende kringen en speciaal bij jongemenschen, waarvan het gevaar niet mag worden onderschat Onderwijs-auton- teiten en de regeeringsorganen nemen daar tegen een te passieve houding van overdre ven tolerantie aan. Daarbij wijst spr.. op het strafbaar karakter van allerlei opruiing, en stelt daarbij vast dat tegenwoordig in Nederland de brutalen de halve wereld hebben. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft krachtiger op te treden tegen burgemeesters, die blijkbaar hun positie niet begrijpen. Spr. is van oordeel dat wellicht diploma tie en tact de Regeering bewogen, af re zien van officieele herdenking van den tien- daagschen veldtocht. Het is de vraag of dit wel goed gezien was. Waarom alleen aan particulieren die viering op sobere wijze toegelaten? Terwijl België in 1930 wel feest vieide en van Nederlandsche zijde werd gecomplimenteerd? Waarom niet meer na tionale fierheid tegenover de Fransohe be schouwingen over wapenuitvoer uit Neder land? Zijn we geen baas meer in eigen huis? En men bereikt niets; de campagne wordt evengoed voortgezet. Voorts critiseert spr. de niet-toelating van prof. Kors in België. Het kabinet toone zich een eenheid on der krachtige, zelfbewuste leiding. Dan kan het Tekenen op den steun van spr.s fractie. De heer Janssen (R.K.) hoopt, dat deze regeering aan het land even goede diensten zal mogen bewijzen als die van 19141918. Ze behoeft daarbij van de volks vertegenwoordiging hulp en opbouwende critiek. Spr. wil er zioh toe bepalen, de regee ring in haar crisisbeleid te beoordeelen. Over 't algemeen verdient deze niet de cri tiek, veelal daarop geoefendtoch is het in grijpen der iegeering aanvankelijk niet door tastend genoeg geweest. Zoo zouden vroe gere contingenteenngêmaatregelen meer effect hebben gehad dan de nu genomene. Contingenteering is voorts slechts 'n voor zichtig te hanteeren afweermiddel, waar van niet steeds direct gevolgen zijn te ver wachten. Ook op geestelijk en zedelijk gebied wordt schade geleden tegenwoordig, waar tegenover de regeering ook maatregelen heeft te nemen. Wat de salariskwestie betreft, acht spr. het niet tot de taak der regeering behoo- rend, aan te sturen op loonsverlaging over de geheele Linie. Daarvoor ontbreken haar trouwens de machtsmiddelen. We hebben ons in 't. algemeen aan te passen aan een lager levenspeil. De heer Slingenberg (VJ).) be spreekt het beleid van den Minister van Financiën. Spr. betoogt dat de positie vaa Nederland ten opzichte van de Staats schuld, vergeleken met 1914, thans geens zins ongunstig is. Nederland is de crisis ingegaan met een kiachige financieele po sitie; er is geen reden voor een paniek stemming of om bij de pakken te gaan neerzitten. Niet dat we zonder zorg de toe komst tegemoet kunnen gaan. De grootste zorg zal de Regeering heb ben in de toekomst met den gewonen dienst wegens het verminderen der gewone middelen. Spr. zet dit uiteen op grohd van tal van cijfers. Hèt zal noodig zijn, de di recte beiastingen te verhoogen, en wel dij- zoüderlijk de inkomsten-, vermogens- en successiebelastingen met ingang van 1 Mei 1933. Niemand zal dezen Minister, die verschillende belastingen verlaagde, een tijdelijke verhooging, nu die noodzakelijk is, kwalijk nemen. In de naaste toekomst zij het parool: hulp aan de noodlijdenden en offers van degenen die in welvaart verkeeren. Er wordt gepauzeerd. De heer Mendels (SJ>.). wenscht te spreken over den politieken toestand. In den laat sten tijd noopt de politieke situa tie van dit kabinet tot buitengewone aandacht. Hoe is zijn politieke signatuur welke de basis van zijn bestuur? Al is deze regeeririg niet uit de rechtsche partijen voortgekomen, ze bestaat opzettelijk uit mannen van rechts. Spr. betwijfelt of dit nog wel volkomen in overeenstemming is met den wil des volks. De heer Ter Haar (C.-H.) vermaant de regeering tot zeer voorzichtige toepas sing van contingenteeringsbesluiten, welke immers steeds tegenstrijdige belangen van verschillende groepen der bevolking raken. De heer Dobbelman (R.-K.) betreurt dat met de invoering der winkelsluitings wet niet gewacht is, tot de wijziging der Zondagswet tot stand is gekomen. Het kabinet ware dan consequent gebleven. Spr. wenscht voorts scherpere controle op credietverleening, op de gestie van het bankbedrijf, op- den beurshandel. De beur zen zijn vaak groote -speelholen, een inter nationaal verschijnsel; met name de bais- sehandel moest verboden worden. Spr. wijst op den moeilijken toestand niet al- leeh van veeteelt'en landbouw, doch voor al van de industrie; zij zouden voor een belangrijk deel verdwijnen, als ze niet wer den gesteund. Spr. betoogt dat de protec tionistische tariefmuren van andere landen niet ineens kunnen worden omvergewor pen hoogstens' zal dit geleidelijk kunnen geschieden. Contingenteeriügsbeslttiten moeten betoogt spr. verder Onverwachts geno men worden. Dan zullen «e behoorlijk effect hebben Nog wordt er nsser ingevoerd dan noodzakelijk ie; alles was hier te lande kan worden geproduceerd en er nog niet geproduceerd wordt, komt teveel uit het buitenland. De regeering mist ook de be voegdheid om afdoende tegen het buiten land op te treden. Beter iets hoogere prij zen met werkgelegenheid dan lagere zon der werkgelegenheid. Spr. bepleit een pachtwet zonder revo lutionaire tendenzen; iri het algemeen moet er meer voor den landbouw worden gedaan. En sneller: de nood stijgt steeds hooger, en we schieten niet op. De heer Koster (V.-B.) zegt, dat ons land een verderfelijkcn we>g van protectio nisme dreigt op te gaao; het vrijhandels- stelsel heeft zioh steeds zeer goed gehou den. Te betreuren is de toeneming der werk loosheid vooral in de tweede helft van 1931. Tal van industrieën ondervinden den invloed van de crisis. Er zijn schattingen dat ons nationaal vermogen in 1931 ver minderde van twintig tot twaalf milliard gulden; Dit maakt hét voor voorstanders van actieve handelspolitiek gemakkelijk, stem ming te maken; zij verzuimden echter, de gevolgen ervan voor ons land in bijzonder heden uiteen te zetten. Spr. betoogt dat Nederland op groote ren voet lééft dan oiize «oóhomische struc tuur toelaat. Dit kon door onze invoercij- fers. Beperking van den invoer zal. invloed hebben op de natioanle welvaart. Zoolang wij doorgaan met contingenteering, gaat hier het duurtepeil niet naar beneden en zal het ons moeilijk worden, te concurree- xen, wat weer van schadelijken invloed zal zijn op de werkloosheid. De heer De B r u ij n (R.-K.) zal zioh van algemeene beschouwingen over den politieken toestand onthouden. De concentratie van kapitaal brengt een geweldige macht in de handen van enkelen; deze dictatuur neemt de verschrikkelijkste Vohhetl aan; Ze beheerscht heel het cre- dietwezen; enkelen hébben ons economisch leren geheel in hun macht. Spf. beroept zioh te dezen aanzien op de encycliek: „Quadragesimo Anno", afkomstig van verleden jaar, slaande op dezen tijd en waarbij Nederland niet is uitgesloten. Moet het regeeringsbeleid inderdaad in gesteld zijn op de abnormale tijden van thans, kan dan niet rekening worden ge houden met die encycliek? Is de tijd juist niet buitengewoon geschikt om hervormin gen op economisch en sociaal terrein in te voeren? De salanspolitiek der regeering ten op zichte der ambtenaren zal spreker thans niet nagaan. Maar spr. critiseert dat de regeering het oor leent aan een Verbond van Nederlandsche Werkgevers in diens streven naar loonsverlaging. Zoo gispt spr. de houding der regeering ten aanzien van de kwestie betreffende het collectief ar beidscontract bij den brugbouw te, Nijme gen. Moet de regeering in het geweer komen om tot loonsverlaging te komen? Is het ook geen fantasie dat loonsverlaging voor het bedrijfsleven uitkomst zal brengen? In Twente werken nu nog acht textielfabri TWEEDE KAMER. INTERPELLATIE-HIEMSTR A. Vergadering van Donderdag 3 Maart. De behandeling van de interpellatie- Hiemstra inzake de toestanden bij de van Rijkswege gesubsidieerde werkverschaffin gen, de werkverruiming en de werkeloozen- ka.ssen wordt voortgezet. Mej. De Jong (S.D.) bepleit de invoe ring van een steunregeling voor alleen staande werkelooze vrouwelijke arbeiders. De heer De Visser (Com.) is van mee ning, dat de werkelooze arme boeren en schippers, die door de Regeering aan hun lot worden overgelaten, hier een openbare les hebben gekregen. Wat de ongeregeld heden betreft die zioh bij enkele werkver schaffingen hebben voorgedaan, hier zijn niet de arbeiders of zij die achter hen staan de oprüiers, maar degenen die achter de Regeeringstafel zitten. De voorzitter verzoekt den spreker de Regeering niet van opruiing te beschul digen. De heer De Visser: De Regeering spreekt van opgeruiden. Wanneer daarmee de tewerkgestelden zijn bedoeld, dan kan het niet anders of de Regeering is db op ruiende partij. Komende tot de eerste motie van den Programma's voor Zaterdag 5 Maart. Huizen, 298 M. Alleen K.R.O.-uitzendingen. 8.009.15 Gramofoonplaten. 10.00 Concert door het KR O-Trio. 12.15«1.45 Het KRO-Sexl^et oJ.v. Piet Lustenhouwer. 2.00 Gramofoonplaten. 4.00 Dansmuziek door Charley Gertun en zijn Orkest. 7.45 Gramofoonplaten. 8.00 Concert door eht KR O-Orkest o.l.r. Johan Gerritsen. 11.0012.00 Gramofoonplaten. Hilversum, 1875 M Alleen V.A.R,A.-uitzendingen. 10.00 v.m V.P.R.O. 8.00 Gramofoonplaten. 9.00 Het Amsterdamsch Solistenkwintet o.l.v. Loe Chen. Mej. Jeanne Horsten, soubrette; H. Theunisse, piano. VARA-Too- neel. 12.00—1.45 Het VARA-Septet o.l.v. Is. Eyl. 2.30 Zang door het VARA-Kinderkoor. 3.20 Gramofoonplaten. 4.20 Celo-soli door J. Drukker. 6.00 Kamermuziek. 6.00 Het VARA-Septet o,l.v, Is. Eyl. 6.30 Uitzending vanuit Groningen. 7.15 Vervolg VARA-Septet. 8.15 Zaterdagavond-programma. VA(R'A- Orkest o.l.v. Hugo de Groot. Suzie Klein, zang. Duo de Ponty. Joh. Jong. piano. The Accordeon Harmonists. VARA-Tooneel. Daventry, 1 554 M. 10.35 Morgenwijding. I.202.20 Concert door The Commodore Grand Orkest. 3.50 Concert doofr Mandoline-Orkest. 6.05 Reginald Foort op Bioscooporgel. :.50 Uitz. van Wales. 7.50 Het BBC-Orkest o.l.v. Percy Pitt. H. Temianka, viool. 8.50 Gedee'ten uit de Ie acte van „lm weissen KVisl (..In het Witte Paard") van Ralph Benatzky en Robert Stolz. 10.00 Vaudeville-programma. II.0012 20 Dansmuziek door Artibrose en zijn Band van The Mayfair Hotel. Radio-Paris, 1 7 2 5 M. 8.05 Gramofoonplaten. 12.50 Idem. 5.20 Concert vanuit Theatre Pigallo. 9 05 Voordragen van gedichten van Vic tor Hugo e.a. 10.05 Gramofoonplaten. Kaluodborg. 1153 M. 11.201.20 Het Orkest van Restautaht „Wivex". I.50 Piano-soli. 2.20 Gramofoonplaten. 3.20 Concert door 2 Politie-Korpsen. 7.20 Ouderwetsche Dansmuziek. 8.30 Concert van Deensche Muziek o.l.v. Launjr Gröndahl. 9.45 Dieren-imitaties. Langenberg, 473 M. 6.257.20 Concert uit Hamburg. 7.208.20 Gramofoonplaten. II.20 Concert uit Berlijn. 12.251.50 Middagconcert o.l.v. A. Wolf. 1.552.45 Gramofoonplaten. 4.205.20 Vooravondconcert. 7.20 Vroo'ijke avond. 10.00—11.20 Concert o.l.v. A. Wolf. Brussel, 508 M en 338 M. 508 M.: 12.352.05 Gramofoonplaten. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Omroeo-orke8t. 8.20 Operette-avond. 338 M.: 12.352.05 Gramofoonplaten. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Operette. R o m e, 4 4 1 M. 8.05 Uitzending van een Opera. Zeesen, 1635 M. 3.50 Concert van Hamburg. 7.35 Uitz. van Weenen. Daarna tot 11.50 Dansmuziek door Leo Bermann en zijn Or kest. FEUILLETON. Uit bet Engelsch van WARWICK DEEPING. De knuppel suisde door de lucht, juist voordat een pistoolschot knalde en de ko gel ketste tegen den wand van de groeve. Jasper had den man het pistool uit de hand geslagen en deed daarop den knup pel op zijn schedel neersuizen. De man sloeg geluidloos achterover, terwijl Jasper hem een tweede pistool en een dolk afhan dig maakte. Daarop liep hij hem naar be neden zakken. Vooruit Tom, de lantaarn! Vlug wat, kerel. Franschman los en doorzocht zijn zakken. Daarin vond hij niets dan een'pijp en een tabaksdoos. Maar dat er iets- diks onder het hemd van den Franschman verborgen was, bleek spoedig toen Jaspers hand over zijn breede borst tastte. Toen Jasper het hemd openscheurde, wrong en kronkelde Jerome zich alsof hij zijn spieren spande tot tegenstand. Houd hem stevig vast, Tom. Help, help! schreeuwde de Fransch man. Lig stil of ik jaag je een kogel door den kop. Jasper haalde een leeren portefeuille of etui te voorschijn die met een band om Jerome's nek bevestigd was. Jasper brak den band stuk en draaide zich naar de lantaarn toe om zijn buit te onderzoeken. De portefeuille bleek een groot aantal blaadjes papier te bevatten, die bedekt wa ren met wat op het eerste gezicht leek een chaos van stippen, lijnen, cijfers en letters. Jasoers gebruind gezicht stond ernstig. CijferschriftDat dacht ik wel. Hij schoof de blaadjes weer in de leeren portefeuille en borg die weg in den binnen zak van zijn jas. De oogen van den zeeman keken boosaardig naar hem en bet scheen dat hij ingespannen lag te luisteren. Jasper begreep. Kapitein Jerome ver wachtte redding. Tom, ik wil dat heerschap wel kwijt en en ik ben er niet op gesteld dat de roodrokken hem in handen krijgen. Breng hem naar het strand terug en geef hem mijn hartelijke groeten mee Ik zal er voor zorgen. Master Jasper. Monsieur Jerome, je mag me dank baar zijn, dat ik je een kans geef. Ver dwijn en zorg dat we niet weer last van je hebben. Als ik hoor dat je het ooit weer waagt je gezicht aan deze zijde van het Kanaal te laten zien zal ik te laten arres teeren en ophangen als spion. Begrepen? Ik versta.geen Engelsch. Nonsens. Je verstaat me best. Je gaat direct naar Frankrijk terug en bid den Hemel, dat hij je voortaan uit de buurt houdt van geheime signalen. Voor uit met hem, Tom. Neem een van mijn pis tolen in je gordel. Tom Stook grijnsde en heesch den Franschman op zijn beenen. Jasper gaf hem een pistool en den knuppel. Tom pakte den zeeman in den kraag: Vooruit vriend. En geen kunsten, hoor je. Jasper hoorde het tweetal verdijnen langs bet pad. Stook dreef den Fransoh- man voort met krachtite kniestooten in den rug. Jasper laohte in zichzelf, nam de lan taarn en ging terug zijn zijn schuilplaats. Hij blies het licht uit en wachtte. Hij verwachtte dat de Rothan zou ko men opdagen. Hij twijfelde niet of het pakket cijferschrift dat hij Jerome had af genomen zou niet alleen den Chevalier compromitteeren, maar ook Durell en zijn dochter. Jasper was overtuigd een uitste kende oplosing voor het dilemna waarvoor hij gestaan had, gevonden te hebben: een plan dat verijdeld was, leverde geen gevaar meer op en er zou zoo geen nood zaak zijn om de slachtoffers te doen deelen in den straf voor den man die het complot op touw gezet had. Er knapte en kraakte iets in een groep doornstruiken en een steen kwam van bo ven terecht op de plaats waar Jasper in hinderlaag lag. Het was bedoeld als sig naal voor Jerome. Jasper hield zich dood stil. Hij hoorde iemand in het struikgewas om den begroeiden rand van de groeve be wegen. Voetstappen kwamen nader in de richting van den ingang. Toen was het op eens stil. Jasper leunde naar voren en spiedde voorzichtig langs het braambosje waar hij. achter lag. Een man stond op het pad dat in de groeve leidde, zijn gezicht naar de zee gekeerd. Aan zijn grootte en lichaams bouw en aan de arrogante manier, waarop het hoofd omhoog geheven was, herkende Jasper onmiddellijk de Rothan. Hij stond daar als een uit zwart basalt gehouwen beeld: onbeweeglijk, waakzaam, met iets suggestiefs en schilderachtigs in zijn hou ding. Jasoer had geen oog van hem af. Hoe gemakkelijk zou het zijn om voorgoed een eind te maken aan al de laaghartige intri gues van dezen man. Maar Jasper was er de man niet naar om uit het donker op een tegenstander te schieten en hij wonsch- te hem bovendien te ontmaskeren en Nan ce onweerlegbaar van zijn dubbelhartig spel te overtuigen. Er gingen tien minuten voorbij en de Ro than werd steeds ongeduldiger. Hij begon het pad op en neer te loopen. van tijd tot tijd stilstaand of o.ver de wijde velden uit te kijken. Het was duidelijk dat het af gaan van Jerome's pistool niet tot hem was doorgedrongen en dat hij niet vermoedde dat iemand zioh van den spion had mees ter gemaakt. Anders was hij wel uit de buurt gebleven. Maar de smokkelaar was niet op de afgesproken plaats verschenen en dat vervulde hem toch met zekeré on rust. (Wordt vervolgd). Vertaald door R. de Bree. 43) Door de intense stilte van den maan nacht bereikte een zwak geluid hun ooren een geluid alsof iemand zich door de brem bewoog. Het had een verdwaald schaap kunnen zijn of een konijn dat de droge bremstruiken opzij schoof, maar het dui delijke kraken van voetstappen op den ru wen grond leerde wel andersJasper kroop naar vorenhij had Tom's knuppel in de hand genomen en posteerde zich bij de opening tusschen de twee braamboschjes, maar toch zoo dat in de schaduw zijn fi guur niet te onderscheiden was. De voetstappen kwamen nader en na der en hielden op aan de rand van de groeve. Een diepe ruwe stem gromde als of de eigenaar er van moe en slecht ge humeurd was. Daarop ging de man de groe ve binnen en passeerde rakelings de plaats waar Jasper zich verdekt had opgesteld. Hij zag een korte, dikke man met een groot, rond hoofd en een logge gang. Hij zag dit met één oogopslag, toen hij naar voren sprong uit de zwarte duisternis in het heldere maanlicht. De man het een tort gegrom hooren. xxin. Tom Stook kwam vlug met de lantaarn aangeloopen. Hebt u hem te pakken, Master Jas per? Het lijkt er wel op, Tom! Het licht viel op een kwabbig-dik, taan- kleurig en kwaadaardig gezicht. De man kwam spoedig weer tot zichzelf en twee koolzwarte oogen keken nijdig in het licht. Dat is monsieur Jerome, zei Tom. De man hijgde zwaar en vloekte als een ketter. Sacré bleu; neem je knie van mijn borst weg. Lig stil Jasper had geen lust om tijd te verspil len hij wilde de zaak opgeknapt hebben voor de Bothan of Durell op het tooneel konden verschijnen. Tom, pak hem bij zijn polsen en houdt zijn handen boven zijn hoofd. Stil, zeg ik je, schurk, of je krijgt nog een slag met den stok 1 Jerome lag stil, zijn armen gestrekt bo ven zijn hoofd, als iemand, die op de pijn bank ligt. Jasper knoopte de jas van den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9