HET STRAATLEVEN IN JERUZALEM.
VRIJDAG 19 FEBRUARI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
door OOSTERSCHE HANDEL.
DR. FELIX RUTTEN. DE HISTORISCHE KRUISWEG.
GEMEENTERAAD VAN OEGSTGEEST
Het is moeilijk voor iemand die bet zelf
niet zag, of die nooit een Oostersche stad
bezocht heeft, een beeld te schetsen van
een straat in het oude Mohamedaansche
Jeruzalem. Klimmende en dalende straat-
jps, trappenstraatjes, steegjes en gleuven,
die draaien en verspringen, of langgerekte
bazarstraten, smal en nauw, waarin men
nauwelijks met twee personen naast elkaar
kan loopen. Staan er hooge of lage huizen
langs? Dat weet men niet. Daar kan men
ri'et op letten. Want hier is voorzichtig
heid geboden: let-op waar ge uw voet zet,
dat ge niet struikelt over trappen en hob
belige keien. Dit plaveisel, dat in zijn tijd
een aanmerkelijke verbetering was, is voor
ons een wanhoop. En zie toe dat ge niet
struikelt over opgehoopt vuil, over hur
kende blihden en bedelaars, over uitge
stalde waren, die uit de enge winkelruim
ten puilen. En dan voorzichtig dat de
voorbijgangers u niet stooten, met alles
wat ze op hun hoofd dragen, pakken en
kisten en alles dat denkbaar is, en dat
de lastdieren u niet omverwerpen. Wij
horten en bonzen tegen elkaar op. Wie
baast heeft, schreeuwt „ai" en rent u on
derst boven; wie geen haast heeft, wie uit
zoekt en keurt van de koopwaar in de open
winkels, verspert de straat. Naast die win
kels kijkt ge in werkplaatsen die als kel
ders zijn, en als vunze krochten. Er wordt
gewerkt, geschaafd of gehamerd. En
daarbij sluiten de keukens aan, waar ge
stoofd en gebraden wordt op open vu
ren. Turksche of Arabisohe spijzen in scha
penvet, en zoetigheden: die lucht vult de
straat, met den damp der komforen: de
lucht ook van visch en van slachtvleesch,
schapen en geiten, dat er bleek-wit ten
toon hangt, met blaadjes goudpapier be
plakt. Kruidenierswaren, groen! en, vruch
ten, lappen, ook kinderspeelgoed en snuis
terijen; een wisselbank daartusschen. Ven
ters dringen door de wandelaars heen, en
de dragers met hun manden en korven op
den rug. Alle verkoopers prijzen hun waren
aan, roepen u toe uit den donkeren win
kel. Er is daar een herrie en gesohreeuw
van roepend koopvolk, van bedelaars en
veedrijvers, van lachers en praters: en al
les meest in het donker, alleen maar bij
wijlen door flitsen van zonlicht beschenen,
want die straten zijn met bogen en gewel
ven overbrugd, met zeildoek bespannen,
met luifels en lappen overduisterd, door
de buren der huizen, daar. het licht hier
den menschen vijandig is, en de sohaduw
onmisbaar voor het bestaan.
Daarom dit clair-obscure der volle, bedrij
vige sloppen, met hun kotten en krotten
hun holen en holten, hun winkel-alkoven
en keldernissen, en het blauwig duister
van tenten en steenen gewelven, waaronder
alle dampen en stanken gevangen, hangen,
waar alles vreemd en geheimzinnig wordt
als in hersenkeukens en tooverkamers, roo-
kig en roestig, gedempt en verdonkerd,
waarbij die donkere oogen der loerende
verkoopers vreemdsoortig boeien. Gij
wordt geprest en gepord in dat bonte ge
roezemoes, waar ezels balken en kameelen
hun weg zoeken in de nauwte, de drukte,
de gonzende donkerte tot dan een bru
tale lichtstraal plots een toover van kleu
ren schept in die groezeling, bonte klee-
ren of vruchten, of mensohengroepen die
verrast als 'n visioen.
Straat op, straat af: gij dwaalt maar
verder. Gij zijt in een minimum van tijd
verdwaald, weet niet of gij links of rechts
zult, onder al maar bogen, gewelven, lui
fels en tentdaken. Geen verte, geen uit
zicht, waar dan ook. Ge doolt door een
kelderstad, door een doolhof van gleuven
en gangen, waar menschen en dieren den
weg versperren en duizenden lokkende
dingen u verder van huis brengen. Ge wilt
niet koopen, en talmt toch en pingelt. Daar
is bont vlechtwerk, gebreide wollen muts
jes voor kinderen; en kleederen zijn ervan
Oosterschen snit met goud borduursel, en
zijden stoffen met vlammende kleuren. Dan
staat ge voor reusachtige, roode radijzen,
voor bruine knollen en andere vreemde
groenten, voor koek en gebak van eigen-
aardigen vorm.
Dwalen wij af naar het Jodenkwartier,
of zullen we zoo op het stempelen belan
den? Vraag maar, in een of andere taal,
naar de kerk van het heilig Graf: dan ko
men wij er wel
Maar daac opeens gebeurt iets. De por
tier der Franciscaansche parochiekerk,
met een stok gewapend, duwt een paar Be-
doeinnn op zij. Om den hoek der straat,
uit do schaduw der bogen, komen bruine
paters en zwarte priesters, en nonnen met
vleugelkap, en kinderen van een weeshuis;
daarop volgen leeken, vreemde toeristen,
een dichte drom. De leidende pater blijft
staan en leest hardop uit een kerkboek.
Achter hem knielen allen op de straat-
stecnen neer en bidden met hem. Zij bid
den den kruisweg, hard-op, samen. De
voorbijgangers staan stil, drukken zich
door langs de groep. De bewoners der win
kelruimten en krotten komen om den hoek
van de deur kijken. Het baart niet veel
opschudding. Het is Vrijdag vandaag. En
iederen Vrijdagnamiddag, om precies drie
uur, trekt een dergelijke groep van pries
ters en geloovigen biddend den weg langs,
door de Oostersohe drukte, waar eens
Christus, do goddelijke Lijder, ging met
zijn kruis.
Is het wel deze weg, dien zij gaan en
die ae straat van het lijdon heet?
Dr. is het Jerusalem van Christus niet
moer. Dat hebben de Romeinen verwoest; j
en anderen verwoestten na hen, wat weer j
anderen gebouwd hadden. De steenen van
een Romeinsche heirbaan liggen ander-
halven meter onder den beganen grond van
nu. De kruisvaarders bouwden er huizen en
straatgewelven; en toch is de stad een Sa-
raceensche gebleven. Boven het gebedsru-
moer van die schaar geloovigen hangen de
voorzichtig getraliede vensters van Mo-
hammedaansche woningen en straks ver
kondigt de „muezzin" hier, van de hoogte
van het minaret, den lof van Allah.
JERUSALEM. DE VIA DOLOROSA, DE
STRAAT VAN HET LIJDEN.
De stad is dezelfde niet meer van toen.
Golgotha dat buiten de muren lag. werd
nu als haar midden. Waar was Pilatus'
pretorium, waar de Godmensch het kruis
op Zijn schouders nam?
En zelfs als het was. waar de burcht An-
tonia gestaan heeft, dan zouden no-g drie
verschillende wegen mogelijk zijn van daar
naar de plek waar her kruis beeft eestten:
zóó werd het nagerekend en uitgecijferd!
Maar wat zegt dit alles? De weg dien de
biddende Franciscanen gaan, is de weg
der traditie sinds eeuwen.
Die traditie heeft langs de straat van
het lijden, de verschillende staties aange
duid van de plek der geeseling, waar Pila
tus den Koning dor Joden prijsgaf, tot waar
deze van zijn kleederen beroofd, aan het
kruis wordt gehecht.
De eerste, de tweede en derde val; hier
zou het huis zijn, waar Veronica woonde;
daar wijst men het huis van den schoen
maker aan. Ahasverus, die den Kruisdra
ger geen rust gunde en „de wandelende
Jood" werd. Hier is de plaats waar Simon
van Cyrene tot dragersdienst werd gedwon
gen, toen hij van het veld kwam met zijn
zoontjes Alexander en Rufus; en daar
uit die ziistraat. kwam de Moeder van
Smarten haar Zoon tegemoet; daar ont
moet hij de weenende vrouwen
Vrome verbeeldingen, die vooral sinds
de XVde eeuw opgang maken, als het bid
den van den kruisweg in zwang komt. maar
het getal der staties nog niet vaststaat.
Wat is er niet geschreven over Veronica's
naam, en die edele vrouwenfiguur waarvan
het Evangelie geen woord laat verluiden!
Maar wat geeft dit alles? Wij zijn im
mers niet in Jerusalem om wijs te redenee
ren, maar om vroom te vereeren. En bij de
zen bidgang door de „Via dolorosa" willen
wij alleen gedenken, dat hel hier was, in
deze stad en op dezen bodem, dat Jesus
wankelde onder den kruislast.
En zóó gedaan, in biddend gedenkeu,
dwars door dit vreemde leven heen, door
die drukte en donkerheid der vunzige ste
gen, terwijl dit volk van Jerusalem staat
om ons heen, met zijn bedrijf en koopman
schappen, zijn lappen en lorren, in dit ge
roezemoes van het daagsch bestaan en het
volle bonte straatleven, krijgt het beeld
van Christus' lijdensweg zelf een aangrij
pend relief.
Het verleden herleeft. De werkelijkheid
komt op ons af. Het is of de steenen spre
ken. Een wijding doorluistert de straat. En
wij gaan als gingen wij onder de schaduw
van het Kruis. De Chnstusgestalte her
rijst. Zij wandelt in ons midden door het
eeuwige Jerusalem, dat eens om Zijn Bloed
heeft geroepen en Zijn vloek moet dragen.
Wij volgen het onuitwischbaar spoor van
Zijn smartelijk leed.
Het zijn andere typen rondom, en an
dere volksdrachten. Geen Jood zal zich
op dit oogenblik wagen waar nu de chris
tenen over het „kruisig hem" mediteeren.
Het is geen Joodsch-Romeinsche stad meer
Diaar een Jerusalem vol middeleeuwsche
spitsbogen en een Oostersche, Mahome-
daansche stad. Maar het is de stad waar
Zijn herinnering voortleeft, waar de scha
duw van Zijn Kruis tegen den stadsmuur
donkert. Het is de grond waar Judas ging,
van Oliveten naar Golgotha.
En nog schrijdt Hij er voort, wandelt
Hij er in ons midden en waart Hij er om,
door de drukte dezer straat, in den sche
mer dezer booggewelven en wie te Jeru
salem komen mocht zonder aan Christus
to denken (als dat mogelijk was!) zou Zijn
schaduw ontmoeten. Vrijdag om drie uur,
in de Via dolorosa, als er mannen en
monniken, vrouwen en kindoren, biddend
Gisteravond to 7 uur kwam de Raad
dezer gemeente in openbare vergadering
bijeen. Voorzitter: burgemeester A. J. van
Gerrevink, secretaris R. Reitsma. Aanwezig
alle leden.
Na opening hield de voorzitter een
krachtige Nieuwjaarsrede.
De heer C. Bakker als oudste r.adslid
dankt namens de Raad den voorzitter en
wijst voorts op moeilijke tijden voor de
overheid.
Ingekomen stukken: Verzoek van G.
Lubbe om eervol ontslag als gemeente
ontvanger met ingang van 1 Maart a.s.
Wordt eervol verleend onder dankbetui
ging voor de diensten gedurende bijna 50
jaar aan de gemeente bewezen.
Verzoek van J. van der Voet om eervol
ontslag als gemeente-opzichter met ingang
van 1 April a.s. Wordt eveneens eervol ver
leend.
Verzoek van W. N. Vreeken to Oegst-
geest om verlaging van de pacht van het
visohrecht. De pacht bedraagt 32.per
jaar.
Voorgesteld wordt verlagen tot 20.—
te rekenen met ingang van 1931. Goedge-
keurd.
Benoeming van een gemeente
ontvanger.
Punt 3 benoeming -gemeente-ontvanger.
De aanbeveling luidt I A. 0. Sommeling te
Leiden R.-K.). No. 2 0. Doordijn te Öolt-
gensplaat.
Na een geheime vergadering van 30 min
wordt tot steming overgegaan en borgstel
ling vastgesteld op f 5000.
Op A. C. Sommeling worden uitgebracht
8 stemmen, C. Doorduyn 3 st.. H. W. Col-
lee en G. v. d. Burg 1 st., zoodat gekozen
is de heer A C. Sommeling (R.-K.).
De nieuw-benoemde gemeenteijontvan-
ger, de heer A. C. Sommeling, was tot he
den toe werkzaam in het bankwezen en
wel als boekhouder-kassier bij de Incasso-
bank te Leiden. Zijn geheele financieele
opleiding had de heer Sommeling bij het
bankwezen, waarbij hij reeds jaren werk
zaam is.
Vóór zijn plaatsing als kassier bij de In-
cassobank was hij verbonden aan de BanV
vereenicine Scheurleer en Zoonen. d'e
geveer een half jaar geleden de Inc. bank
overnam en toen den nieuw-benoemden ge
meente-ontvanger daar als kassier aam
stelde.
De heer Sommeling is 26 jaar oud en
heeft onderscheidene diploma's.
De datum waaron de nieuwe eremeente-
ontvanger zijn ambte zal aanvaarden is nog
niet vastgesteld. Waarschijnlijk zal dit 1
April zijn.
Onbewoonbaar-verklaringen.
Punt 4. Voorstel B. en W. inzake een
adres van G. Borst om een bijdrage uit de
gemeentekas om ten behoeve van krotop-
ruiming aan hem een eigen woning te ver
schaffen
B. en W deelen mede. dat voor het ver
benen der bijdrage van 450, door het
Rijk verschillende eischen ziin gesteld.
B. en W, adviseeren ƒ450 bij te dras-en
mits het Rijk dit eveneens doet en P. Glas
bergen de wonin? van G. Borst, Abtspoel-
wesr No. 12 kan betrekken.
De woning van P. Glasbergen zou dan
onbewoonbaar verklaard moeten worden.
De heer C. Paardekooper dankt B. en W.
voor de medewerking, vooral bezien van
christelijk standpunt, voor de groot© gezin
nen.
De heer v. Breda sluit zich aan bij den
heer Paardekooper en steunt het voorstel
van B. en W.
De heer Kruizinga is verheugd over 1
voorstel van B en W., doch het verwondert
spr., dat de woning van den heer Borst
weer verhuurd zal worden.
Waarom wordt deze woning ook niet on
bewoonbaar verklaard
De voorz. kan den heer Kruizinga geen
antwoord geven over den toestand van die
woning, doch spr. stelt voor eerst het ad
vies daarover van de Gezondheidscommis
sie af te wachten.
De heer Kraan wijst ook op de andere
woningen in de baurt. die slecht zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna
met alg. stemmen aangenomen.
Punt 5. Onbewoonbaarverklaring wonin
gen Terweeweg. B. en W. stellen voor naar
aanleiding- van een advies van de Gezond
heidscommissie Katwijk de woningen aan
de Terweegweg 106, 108. 110 en 112 onbe
woonbaar te verklaren. De gebouwen lig
gen lager dan de omrineende grond, terwijl
het erf in zeer vervuilden toestand ver
keert, er is geen trasraam aanwezig en zijn
de omringende muren daardoor en door
de verschillende daarin aanwezige scheu
ren vochtig. Het geheel verkeert in ver
waarloosden en desolaten toestand. Her
stellen staat gelijk met opnieuw bouwen.
De heer Kruizinga vraagt, waar deze
menschen naar toe moeten, wanneer de
woningen worden onbewoonbaar verklaard.
De voorzitter wijst er op, dat we hier
hebben een zeer vlottende bevolking. In
dien tijd komt mogelijk wel een woning
leeg. Het voorstel wordt aangenomen.
Punt 6. Voorstel B. en W. een drietal
strookjes grond aan den Rijksstraatweg ge
gaan door het bonte rumoerige leven en
zeggen geheiligd zij Uw naam, Uw wil
geschiede, Heilige Maria bid voor ons,
arme zondaarsen hij zou er hooren
in zijn hart, deze vreemdeling in Jeru
salem, al waren zijn ooren ook doof en
was zijn hart als een steen zoo koud,
de stem die roept uit do verte der eeuwen:
„Weeni over u zelf.... wat zal er met het
dorre hout gebeuren, ais dit gebeurt met
bet groene hout?"
Werkelijk, ik heb in heel deze stad nog
over de schaduw van Christus gezien.
legen, deel uitmakende van bij de gemeen
te in onderhoud en beheer zijnde straten
en wegen, aan het Rijk in eigendom en
onderhoud over te dragen. Het eerste is ge
legen bij de aansluiting van de van Assen-
delftstraat aan den Rijksweg ter grootte
van 15 c.A. 2e deel aan den Rijnzichtweg.
3de deel betreft de aansluiting van een
niet verhard wegje langs het tramspoor ton
zuiden van de terreinen der R.-K. kerk,
groot ongeveer 3 c.A. Wordt goedgekeurd.
Punt 7. Voorschot ingevolge art. 103 3de
lid der L. O.-wet 1920 voor 1932 aan dfc
bijz. lagere scholen: R.-K. school ƒ4448.64;
Chr. school 3929.63, school Duinzicht
1562.20. Chr. school a. d. Morsch ƒ1439.97.
Goedgekeurd.
Pnnt 8. Voorstel B. en W. t.ot wijziging
bouwverordening naar aanleiding van de
opmerkingen van Ged. Staten en den in
specteur van de Volksgezondheid. Wordt
goedgekeurd.
Punt 9. Voorstel van B. en W. tot uit
vaardiging van een parkeerverbod. B. en
W. deelen daaromtrent ongeveer het vol
gende mede: Een parkeerverbod in de
dorpestraat vanaf Kanaalbrug tot de wo
ning van B. v. Abswoude. In de Gevers
straat van Nassauplein tot Café Centraal
verder het gedeelte van de Geversstraat
voorzoover gelegen nast en tot op een af
stand van 25 M. aan weerszijden van het
lengteprofiel van de vluchtheuvels nabij
halte „Endegeest" en den Warmonderweg.
Voorts het gedeelte van den Rijnsburger-
weg tegenover het veilingsgebouw „Flora"
van perceel No. 132 tot aan den Oegstgeee-
terweg.
De heer Kortmann heeft als consul van
den A.NAV.B. gemeend bij den Bond op
den gevaarlijken toestand in het oude dorp
te moeten wijzen. Het verbod van parkee
ren in het dorp, zooals nu wordt voorge
steld, geeft echter juist gevaar.
Spreker amendeert het voorstel van B.
en W. in dien geest, dat in het dorp links
parkeerverbod komt, vanaf Homan tot 't
Kanaal en rechts vanaf de Hollander tot 't
Kanaal.
Dr. Simon Thomas verschilt van mee
ning met den heer Kortmann en geeft aan
bet doel van een parkeerverbod.
De heer Bakker steunt gaarne het voor
stel van den heer Kortmann.
In gelijken geest spreekt ook de heer
Paardekooper. waarna het amendement-
Kortman met algemeene stemmen wordt
aangenomen.
Dr. Simon Thomas stelt een amendement
voor om de afstand van het lengte-profiel
van de vluchteuvels op 15 M. te bepalen.
Na aanneming van dit amendement
wordt het voorstel van B. en W. verdor ook
aangenomen.
Punt 10. Verslag en advies van de com
missie ad hoe inzake de herziening van het
regulement van orde voor de vergaderin
gen van den Raad. De commissie bestaat
uit de beeren A. J. v. Gerrevink, dr. K Si
mon Thomas en mr. L. Sprey. Het regle
ment wordt na eenige opmerkingen onge
wijzigd aan eenomen.
Punt 11 Praeadvies van B. en W. inzake
het voorstel van den heer Kruizinga om
adhaesie te betuigen aan het adres van
het bestuur der Vereeniging van Nederl.
Gementen aan de Tweede Kamer betref
fende het z.g. Kortingswetje.
B. en W. adviseeren ook uit organisato
risch oogpunt daarop niet in te gaan.
Wordt aangenomen.
Punt 12. Voorstel van B. en W. tot vast
stelling van een besmettelijke ziekten-ver
ordening ingevolge art. 168-169 der Ge
meentewet. (Deze verordening is hoofdza
kelijk voor de scholen).
De heer v. Egmond maakt bezwaar, om
dat deze verordening te ver ingrijpt in het
huiselijk leven.
De voorzitter verdedigt de verordening
als noodzakelijk. Het is niet de bedoeling
de huisvrede te storenhet betreft hier
uitsluitend scholen en kinderbewaarplaat-
sen.
De heer van Egmond acht het niet juist,
dat ingegrepen wordt in het ouderlijk ge
zag; laten we het woord woning uit de
verordening schrappen of een nadere defi
nitie van het woord woning geven. Spr.
stelt voor, dat B. en W. de verordening
terugnemen en met een nader voorstel ko
men. Mr. Sprey meent, dat de verordening
alleen gaat over scholen en er dus nooit
mee bedoeld kan worden een particuliere
woning.
De heer Kortmann deelde eerst de mee
ning van den heer van Egmond, doch na
de mededeeling van den heer Sprey ziin
spreker'8 bezwaren opgeheven.
De heer v. Egmond trekt zijn voorstel in.
De verordening wordt daarna vastge
steld, nadat toezegging is gedaan dat art.
1 eenigazina anders zal worden geredigeerd
Punt 13. Voorstel van B. en W. tot vast
stelling van een verordening houdende ver
bod tot het verleenen van een drankver
gunning in bepaalde wijken, buurten of
straten der gemeenten.
Het voorstel wordt aangehouden na
eenige bespreking.
Pnnt 14. Voorstel tot verhuring der wo
ningen aan Wijtenbachweg Nos. 16, 17, 18
en 19. Wordt goedgekeurd.
Punt 15. Voorstel van de heeren Kruizin
ga en Breda tot vermindering huur van
het perceel Geversetraat 4. B. en W. dee
len daaromtrent mede, dat na onderzoek
is gebleken, dat het huis niet groot is en
in het bewonen tegenvalt, waarop zij ad
viseeren tot huurverlaging. Goedgekeurd.
Punt 16. Voorstel van B. en W. tot
verleening van een extra subsidie over
1931 ten bedrage van 1200.aan het
Burg. Armbestuur.
Punt 17. Begrootingswijzigingen wor
den zonder besprekingen goedgekeurd.
Rondvraag.
De heer Paardekooper informeert naar
't nieuwe uitbreidingsplan. De voorzitter
hoopt spoedig nadere mededeelingen te
kunnen doen.
De heer den Ouden vraagt, of de rio-
leering naar een vast plan gemaakt
wordt en of dit wel op de juiste wijze
gesohiedt. De voorzitter antwoordt in
bevestigenden zin en geeft nadere uitleg.
De heer Kraan maakt daaromtrent
eenige opmerkingen. Spr. weet niet of
het advies van de Mabeg wel de juiste
is en méént dat het vooruitloopen is op
de vastlegging van do andere pinnen.
De heer Uitenboogaard bespreekt de
werkverschaffing en heeft geconstateerd,
dat sommige personen zelfs 6 dagen te
werk gesteld worden in afwijking van
het besluit van den Raad. Spr. wijst
vervolgens op het collectief contract der
Bonden, dat binnenkort moot worden
vastgesteld. Het te werk stellen van 6
dagen beneemt do lust om naar werk bij
een patroon uit te zien.
De voorzitter antwoordt, dat B. en W.
het bij de riolcering noodig oordeelden
enkele menschen langer aan 't werk te
honden.
Met de opmerkingen van den heer
Uitenboogaard zullen B en W. rekening
houden.
De heer Krumngn. weet niet, of het
contract wel zal worJei. a gesloten.
De Raad gaat daarna in geheime zit
ting.
INGEZONDEN STUKKEN
Van ons N.V. Electriciteits-Bedrijf
„Hillegom-Lisse-Sassenheim".
Doze dagen werd mij medegedeeld,
dat bovengenoemd bedrijf in zulke goede
handen zit. ik informeerde waarom Ben
ik goed ingelicht, dan werkt men hier ge
lijk een automaat, om den Mammon bin
nen te krijgen. Betalen binnen 8 dagen of
uw licht wordt onklaar gemaakt. Twee ge
vallen wil ik hier signaleeren. Het eerste
betreft een gezin mei 8 kinueren.
Betaling was 7 dagen over tijd. De man
van het Bedrijf kwam, om zijn geld circa
6.betalen of het licht wordt u ontno
men. Geen geld, bet licht weg, huisgezin
in 't donker.
Bij het tweede geval ging het dito, met
dit verschil dat de man zelt niet thuis was,
en vrouw en kind m het donker werden
gezet.
De man, die op reis was, betaalde per
telegraaf de som van 3.en onkosten
voor het opnieuw aansluiten ƒ2.50. Flink
zoo hé?
En dat doen met een durf, als een klei
ne jongen over paardeu-ijs gaat. Nochtans
behoeft men geen zwakkeling te zijn, als
er een maand en 8 dagen bijkomt. Dan
wordt het nog zoon som niet voor zoon
beorijf.
En al zou er een honderd guldens of wat
aan mankeeren, zou het dan nog zoo ver
schrikkelijk zijn voor zoon bedrijf? Of
wordt er te weinig verdiend? Men zit wel
vaat aan het regiement, zal men zeggen?
Maar moet dit reglement dan in alles
volgens den letter worden nageleefd?
Men twijfelt wel eens, of men door
christen-menschen wordt geregeerd, maar
zoo het hier gaat, lijkt het wel een liberaal
systeem.
Lezer, hebt u wel nagedacht wat het
zeggen wil, als men geen geld heeft, direct
zoo behandeld te worden? Of moet alleen
de middenstand maar wachton op beta
ling?
Men kan er twee dingen mede bereiken,
als het zoo doorgaat; 't bedrijf krijgt het
geld en het socialisme en communisme va
ren er wel bij.
De Geestelijke overheid kan hard wer
ken aan ons aller heil voor hiernamaals,
maar wanneer de andere overheid de men
schen zoo behandelt, dat zij als het waro
geen tijd hebben, om te «zeggen: „Heb ge
duld met mij en ik zal u al.es betalen',
gaat zeker langzamerhand alles verloren,
ook op geestelijk gebied.
Een goed woord vindt overal een goede
plaats, maar een goede behandeling nog
meer. Of is het bestuur voor deze zaak
van een goede behandeling overtuigd? OI
is u zakelijk?
Dankend voor de opname.
Een aangeslotene bij
het bedrijf.
en non heb ik net 10.— honden
belasting betaald!