HET STRAATLEVEN IN JERUZALEM. VRIJDAG 19 FEBRUARI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 door OOSTERSCHE HANDEL. DR. FELIX RUTTEN. DE HISTORISCHE KRUISWEG. GEMEENTERAAD VAN OEGSTGEEST Het is moeilijk voor iemand die bet zelf niet zag, of die nooit een Oostersche stad bezocht heeft, een beeld te schetsen van een straat in het oude Mohamedaansche Jeruzalem. Klimmende en dalende straat- jps, trappenstraatjes, steegjes en gleuven, die draaien en verspringen, of langgerekte bazarstraten, smal en nauw, waarin men nauwelijks met twee personen naast elkaar kan loopen. Staan er hooge of lage huizen langs? Dat weet men niet. Daar kan men ri'et op letten. Want hier is voorzichtig heid geboden: let-op waar ge uw voet zet, dat ge niet struikelt over trappen en hob belige keien. Dit plaveisel, dat in zijn tijd een aanmerkelijke verbetering was, is voor ons een wanhoop. En zie toe dat ge niet struikelt over opgehoopt vuil, over hur kende blihden en bedelaars, over uitge stalde waren, die uit de enge winkelruim ten puilen. En dan voorzichtig dat de voorbijgangers u niet stooten, met alles wat ze op hun hoofd dragen, pakken en kisten en alles dat denkbaar is, en dat de lastdieren u niet omverwerpen. Wij horten en bonzen tegen elkaar op. Wie baast heeft, schreeuwt „ai" en rent u on derst boven; wie geen haast heeft, wie uit zoekt en keurt van de koopwaar in de open winkels, verspert de straat. Naast die win kels kijkt ge in werkplaatsen die als kel ders zijn, en als vunze krochten. Er wordt gewerkt, geschaafd of gehamerd. En daarbij sluiten de keukens aan, waar ge stoofd en gebraden wordt op open vu ren. Turksche of Arabisohe spijzen in scha penvet, en zoetigheden: die lucht vult de straat, met den damp der komforen: de lucht ook van visch en van slachtvleesch, schapen en geiten, dat er bleek-wit ten toon hangt, met blaadjes goudpapier be plakt. Kruidenierswaren, groen! en, vruch ten, lappen, ook kinderspeelgoed en snuis terijen; een wisselbank daartusschen. Ven ters dringen door de wandelaars heen, en de dragers met hun manden en korven op den rug. Alle verkoopers prijzen hun waren aan, roepen u toe uit den donkeren win kel. Er is daar een herrie en gesohreeuw van roepend koopvolk, van bedelaars en veedrijvers, van lachers en praters: en al les meest in het donker, alleen maar bij wijlen door flitsen van zonlicht beschenen, want die straten zijn met bogen en gewel ven overbrugd, met zeildoek bespannen, met luifels en lappen overduisterd, door de buren der huizen, daar. het licht hier den menschen vijandig is, en de sohaduw onmisbaar voor het bestaan. Daarom dit clair-obscure der volle, bedrij vige sloppen, met hun kotten en krotten hun holen en holten, hun winkel-alkoven en keldernissen, en het blauwig duister van tenten en steenen gewelven, waaronder alle dampen en stanken gevangen, hangen, waar alles vreemd en geheimzinnig wordt als in hersenkeukens en tooverkamers, roo- kig en roestig, gedempt en verdonkerd, waarbij die donkere oogen der loerende verkoopers vreemdsoortig boeien. Gij wordt geprest en gepord in dat bonte ge roezemoes, waar ezels balken en kameelen hun weg zoeken in de nauwte, de drukte, de gonzende donkerte tot dan een bru tale lichtstraal plots een toover van kleu ren schept in die groezeling, bonte klee- ren of vruchten, of mensohengroepen die verrast als 'n visioen. Straat op, straat af: gij dwaalt maar verder. Gij zijt in een minimum van tijd verdwaald, weet niet of gij links of rechts zult, onder al maar bogen, gewelven, lui fels en tentdaken. Geen verte, geen uit zicht, waar dan ook. Ge doolt door een kelderstad, door een doolhof van gleuven en gangen, waar menschen en dieren den weg versperren en duizenden lokkende dingen u verder van huis brengen. Ge wilt niet koopen, en talmt toch en pingelt. Daar is bont vlechtwerk, gebreide wollen muts jes voor kinderen; en kleederen zijn ervan Oosterschen snit met goud borduursel, en zijden stoffen met vlammende kleuren. Dan staat ge voor reusachtige, roode radijzen, voor bruine knollen en andere vreemde groenten, voor koek en gebak van eigen- aardigen vorm. Dwalen wij af naar het Jodenkwartier, of zullen we zoo op het stempelen belan den? Vraag maar, in een of andere taal, naar de kerk van het heilig Graf: dan ko men wij er wel Maar daac opeens gebeurt iets. De por tier der Franciscaansche parochiekerk, met een stok gewapend, duwt een paar Be- doeinnn op zij. Om den hoek der straat, uit do schaduw der bogen, komen bruine paters en zwarte priesters, en nonnen met vleugelkap, en kinderen van een weeshuis; daarop volgen leeken, vreemde toeristen, een dichte drom. De leidende pater blijft staan en leest hardop uit een kerkboek. Achter hem knielen allen op de straat- stecnen neer en bidden met hem. Zij bid den den kruisweg, hard-op, samen. De voorbijgangers staan stil, drukken zich door langs de groep. De bewoners der win kelruimten en krotten komen om den hoek van de deur kijken. Het baart niet veel opschudding. Het is Vrijdag vandaag. En iederen Vrijdagnamiddag, om precies drie uur, trekt een dergelijke groep van pries ters en geloovigen biddend den weg langs, door de Oostersohe drukte, waar eens Christus, do goddelijke Lijder, ging met zijn kruis. Is het wel deze weg, dien zij gaan en die ae straat van het lijdon heet? Dr. is het Jerusalem van Christus niet moer. Dat hebben de Romeinen verwoest; j en anderen verwoestten na hen, wat weer j anderen gebouwd hadden. De steenen van een Romeinsche heirbaan liggen ander- halven meter onder den beganen grond van nu. De kruisvaarders bouwden er huizen en straatgewelven; en toch is de stad een Sa- raceensche gebleven. Boven het gebedsru- moer van die schaar geloovigen hangen de voorzichtig getraliede vensters van Mo- hammedaansche woningen en straks ver kondigt de „muezzin" hier, van de hoogte van het minaret, den lof van Allah. JERUSALEM. DE VIA DOLOROSA, DE STRAAT VAN HET LIJDEN. De stad is dezelfde niet meer van toen. Golgotha dat buiten de muren lag. werd nu als haar midden. Waar was Pilatus' pretorium, waar de Godmensch het kruis op Zijn schouders nam? En zelfs als het was. waar de burcht An- tonia gestaan heeft, dan zouden no-g drie verschillende wegen mogelijk zijn van daar naar de plek waar her kruis beeft eestten: zóó werd het nagerekend en uitgecijferd! Maar wat zegt dit alles? De weg dien de biddende Franciscanen gaan, is de weg der traditie sinds eeuwen. Die traditie heeft langs de straat van het lijden, de verschillende staties aange duid van de plek der geeseling, waar Pila tus den Koning dor Joden prijsgaf, tot waar deze van zijn kleederen beroofd, aan het kruis wordt gehecht. De eerste, de tweede en derde val; hier zou het huis zijn, waar Veronica woonde; daar wijst men het huis van den schoen maker aan. Ahasverus, die den Kruisdra ger geen rust gunde en „de wandelende Jood" werd. Hier is de plaats waar Simon van Cyrene tot dragersdienst werd gedwon gen, toen hij van het veld kwam met zijn zoontjes Alexander en Rufus; en daar uit die ziistraat. kwam de Moeder van Smarten haar Zoon tegemoet; daar ont moet hij de weenende vrouwen Vrome verbeeldingen, die vooral sinds de XVde eeuw opgang maken, als het bid den van den kruisweg in zwang komt. maar het getal der staties nog niet vaststaat. Wat is er niet geschreven over Veronica's naam, en die edele vrouwenfiguur waarvan het Evangelie geen woord laat verluiden! Maar wat geeft dit alles? Wij zijn im mers niet in Jerusalem om wijs te redenee ren, maar om vroom te vereeren. En bij de zen bidgang door de „Via dolorosa" willen wij alleen gedenken, dat hel hier was, in deze stad en op dezen bodem, dat Jesus wankelde onder den kruislast. En zóó gedaan, in biddend gedenkeu, dwars door dit vreemde leven heen, door die drukte en donkerheid der vunzige ste gen, terwijl dit volk van Jerusalem staat om ons heen, met zijn bedrijf en koopman schappen, zijn lappen en lorren, in dit ge roezemoes van het daagsch bestaan en het volle bonte straatleven, krijgt het beeld van Christus' lijdensweg zelf een aangrij pend relief. Het verleden herleeft. De werkelijkheid komt op ons af. Het is of de steenen spre ken. Een wijding doorluistert de straat. En wij gaan als gingen wij onder de schaduw van het Kruis. De Chnstusgestalte her rijst. Zij wandelt in ons midden door het eeuwige Jerusalem, dat eens om Zijn Bloed heeft geroepen en Zijn vloek moet dragen. Wij volgen het onuitwischbaar spoor van Zijn smartelijk leed. Het zijn andere typen rondom, en an dere volksdrachten. Geen Jood zal zich op dit oogenblik wagen waar nu de chris tenen over het „kruisig hem" mediteeren. Het is geen Joodsch-Romeinsche stad meer Diaar een Jerusalem vol middeleeuwsche spitsbogen en een Oostersche, Mahome- daansche stad. Maar het is de stad waar Zijn herinnering voortleeft, waar de scha duw van Zijn Kruis tegen den stadsmuur donkert. Het is de grond waar Judas ging, van Oliveten naar Golgotha. En nog schrijdt Hij er voort, wandelt Hij er in ons midden en waart Hij er om, door de drukte dezer straat, in den sche mer dezer booggewelven en wie te Jeru salem komen mocht zonder aan Christus to denken (als dat mogelijk was!) zou Zijn schaduw ontmoeten. Vrijdag om drie uur, in de Via dolorosa, als er mannen en monniken, vrouwen en kindoren, biddend Gisteravond to 7 uur kwam de Raad dezer gemeente in openbare vergadering bijeen. Voorzitter: burgemeester A. J. van Gerrevink, secretaris R. Reitsma. Aanwezig alle leden. Na opening hield de voorzitter een krachtige Nieuwjaarsrede. De heer C. Bakker als oudste r.adslid dankt namens de Raad den voorzitter en wijst voorts op moeilijke tijden voor de overheid. Ingekomen stukken: Verzoek van G. Lubbe om eervol ontslag als gemeente ontvanger met ingang van 1 Maart a.s. Wordt eervol verleend onder dankbetui ging voor de diensten gedurende bijna 50 jaar aan de gemeente bewezen. Verzoek van J. van der Voet om eervol ontslag als gemeente-opzichter met ingang van 1 April a.s. Wordt eveneens eervol ver leend. Verzoek van W. N. Vreeken to Oegst- geest om verlaging van de pacht van het visohrecht. De pacht bedraagt 32.per jaar. Voorgesteld wordt verlagen tot 20.— te rekenen met ingang van 1931. Goedge- keurd. Benoeming van een gemeente ontvanger. Punt 3 benoeming -gemeente-ontvanger. De aanbeveling luidt I A. 0. Sommeling te Leiden R.-K.). No. 2 0. Doordijn te Öolt- gensplaat. Na een geheime vergadering van 30 min wordt tot steming overgegaan en borgstel ling vastgesteld op f 5000. Op A. C. Sommeling worden uitgebracht 8 stemmen, C. Doorduyn 3 st.. H. W. Col- lee en G. v. d. Burg 1 st., zoodat gekozen is de heer A C. Sommeling (R.-K.). De nieuw-benoemde gemeenteijontvan- ger, de heer A. C. Sommeling, was tot he den toe werkzaam in het bankwezen en wel als boekhouder-kassier bij de Incasso- bank te Leiden. Zijn geheele financieele opleiding had de heer Sommeling bij het bankwezen, waarbij hij reeds jaren werk zaam is. Vóór zijn plaatsing als kassier bij de In- cassobank was hij verbonden aan de BanV vereenicine Scheurleer en Zoonen. d'e geveer een half jaar geleden de Inc. bank overnam en toen den nieuw-benoemden ge meente-ontvanger daar als kassier aam stelde. De heer Sommeling is 26 jaar oud en heeft onderscheidene diploma's. De datum waaron de nieuwe eremeente- ontvanger zijn ambte zal aanvaarden is nog niet vastgesteld. Waarschijnlijk zal dit 1 April zijn. Onbewoonbaar-verklaringen. Punt 4. Voorstel B. en W. inzake een adres van G. Borst om een bijdrage uit de gemeentekas om ten behoeve van krotop- ruiming aan hem een eigen woning te ver schaffen B. en W deelen mede. dat voor het ver benen der bijdrage van 450, door het Rijk verschillende eischen ziin gesteld. B. en W, adviseeren ƒ450 bij te dras-en mits het Rijk dit eveneens doet en P. Glas bergen de wonin? van G. Borst, Abtspoel- wesr No. 12 kan betrekken. De woning van P. Glasbergen zou dan onbewoonbaar verklaard moeten worden. De heer C. Paardekooper dankt B. en W. voor de medewerking, vooral bezien van christelijk standpunt, voor de groot© gezin nen. De heer v. Breda sluit zich aan bij den heer Paardekooper en steunt het voorstel van B. en W. De heer Kruizinga is verheugd over 1 voorstel van B en W., doch het verwondert spr., dat de woning van den heer Borst weer verhuurd zal worden. Waarom wordt deze woning ook niet on bewoonbaar verklaard De voorz. kan den heer Kruizinga geen antwoord geven over den toestand van die woning, doch spr. stelt voor eerst het ad vies daarover van de Gezondheidscommis sie af te wachten. De heer Kraan wijst ook op de andere woningen in de baurt. die slecht zijn. Het voorstel van B. en W. wordt daarna met alg. stemmen aangenomen. Punt 5. Onbewoonbaarverklaring wonin gen Terweeweg. B. en W. stellen voor naar aanleiding- van een advies van de Gezond heidscommissie Katwijk de woningen aan de Terweegweg 106, 108. 110 en 112 onbe woonbaar te verklaren. De gebouwen lig gen lager dan de omrineende grond, terwijl het erf in zeer vervuilden toestand ver keert, er is geen trasraam aanwezig en zijn de omringende muren daardoor en door de verschillende daarin aanwezige scheu ren vochtig. Het geheel verkeert in ver waarloosden en desolaten toestand. Her stellen staat gelijk met opnieuw bouwen. De heer Kruizinga vraagt, waar deze menschen naar toe moeten, wanneer de woningen worden onbewoonbaar verklaard. De voorzitter wijst er op, dat we hier hebben een zeer vlottende bevolking. In dien tijd komt mogelijk wel een woning leeg. Het voorstel wordt aangenomen. Punt 6. Voorstel B. en W. een drietal strookjes grond aan den Rijksstraatweg ge gaan door het bonte rumoerige leven en zeggen geheiligd zij Uw naam, Uw wil geschiede, Heilige Maria bid voor ons, arme zondaarsen hij zou er hooren in zijn hart, deze vreemdeling in Jeru salem, al waren zijn ooren ook doof en was zijn hart als een steen zoo koud, de stem die roept uit do verte der eeuwen: „Weeni over u zelf.... wat zal er met het dorre hout gebeuren, ais dit gebeurt met bet groene hout?" Werkelijk, ik heb in heel deze stad nog over de schaduw van Christus gezien. legen, deel uitmakende van bij de gemeen te in onderhoud en beheer zijnde straten en wegen, aan het Rijk in eigendom en onderhoud over te dragen. Het eerste is ge legen bij de aansluiting van de van Assen- delftstraat aan den Rijksweg ter grootte van 15 c.A. 2e deel aan den Rijnzichtweg. 3de deel betreft de aansluiting van een niet verhard wegje langs het tramspoor ton zuiden van de terreinen der R.-K. kerk, groot ongeveer 3 c.A. Wordt goedgekeurd. Punt 7. Voorschot ingevolge art. 103 3de lid der L. O.-wet 1920 voor 1932 aan dfc bijz. lagere scholen: R.-K. school ƒ4448.64; Chr. school 3929.63, school Duinzicht 1562.20. Chr. school a. d. Morsch ƒ1439.97. Goedgekeurd. Pnnt 8. Voorstel B. en W. t.ot wijziging bouwverordening naar aanleiding van de opmerkingen van Ged. Staten en den in specteur van de Volksgezondheid. Wordt goedgekeurd. Punt 9. Voorstel van B. en W. tot uit vaardiging van een parkeerverbod. B. en W. deelen daaromtrent ongeveer het vol gende mede: Een parkeerverbod in de dorpestraat vanaf Kanaalbrug tot de wo ning van B. v. Abswoude. In de Gevers straat van Nassauplein tot Café Centraal verder het gedeelte van de Geversstraat voorzoover gelegen nast en tot op een af stand van 25 M. aan weerszijden van het lengteprofiel van de vluchtheuvels nabij halte „Endegeest" en den Warmonderweg. Voorts het gedeelte van den Rijnsburger- weg tegenover het veilingsgebouw „Flora" van perceel No. 132 tot aan den Oegstgeee- terweg. De heer Kortmann heeft als consul van den A.NAV.B. gemeend bij den Bond op den gevaarlijken toestand in het oude dorp te moeten wijzen. Het verbod van parkee ren in het dorp, zooals nu wordt voorge steld, geeft echter juist gevaar. Spreker amendeert het voorstel van B. en W. in dien geest, dat in het dorp links parkeerverbod komt, vanaf Homan tot 't Kanaal en rechts vanaf de Hollander tot 't Kanaal. Dr. Simon Thomas verschilt van mee ning met den heer Kortmann en geeft aan bet doel van een parkeerverbod. De heer Bakker steunt gaarne het voor stel van den heer Kortmann. In gelijken geest spreekt ook de heer Paardekooper. waarna het amendement- Kortman met algemeene stemmen wordt aangenomen. Dr. Simon Thomas stelt een amendement voor om de afstand van het lengte-profiel van de vluchteuvels op 15 M. te bepalen. Na aanneming van dit amendement wordt het voorstel van B. en W. verdor ook aangenomen. Punt 10. Verslag en advies van de com missie ad hoe inzake de herziening van het regulement van orde voor de vergaderin gen van den Raad. De commissie bestaat uit de beeren A. J. v. Gerrevink, dr. K Si mon Thomas en mr. L. Sprey. Het regle ment wordt na eenige opmerkingen onge wijzigd aan eenomen. Punt 11 Praeadvies van B. en W. inzake het voorstel van den heer Kruizinga om adhaesie te betuigen aan het adres van het bestuur der Vereeniging van Nederl. Gementen aan de Tweede Kamer betref fende het z.g. Kortingswetje. B. en W. adviseeren ook uit organisato risch oogpunt daarop niet in te gaan. Wordt aangenomen. Punt 12. Voorstel van B. en W. tot vast stelling van een besmettelijke ziekten-ver ordening ingevolge art. 168-169 der Ge meentewet. (Deze verordening is hoofdza kelijk voor de scholen). De heer v. Egmond maakt bezwaar, om dat deze verordening te ver ingrijpt in het huiselijk leven. De voorzitter verdedigt de verordening als noodzakelijk. Het is niet de bedoeling de huisvrede te storenhet betreft hier uitsluitend scholen en kinderbewaarplaat- sen. De heer van Egmond acht het niet juist, dat ingegrepen wordt in het ouderlijk ge zag; laten we het woord woning uit de verordening schrappen of een nadere defi nitie van het woord woning geven. Spr. stelt voor, dat B. en W. de verordening terugnemen en met een nader voorstel ko men. Mr. Sprey meent, dat de verordening alleen gaat over scholen en er dus nooit mee bedoeld kan worden een particuliere woning. De heer Kortmann deelde eerst de mee ning van den heer van Egmond, doch na de mededeeling van den heer Sprey ziin spreker'8 bezwaren opgeheven. De heer v. Egmond trekt zijn voorstel in. De verordening wordt daarna vastge steld, nadat toezegging is gedaan dat art. 1 eenigazina anders zal worden geredigeerd Punt 13. Voorstel van B. en W. tot vast stelling van een verordening houdende ver bod tot het verleenen van een drankver gunning in bepaalde wijken, buurten of straten der gemeenten. Het voorstel wordt aangehouden na eenige bespreking. Pnnt 14. Voorstel tot verhuring der wo ningen aan Wijtenbachweg Nos. 16, 17, 18 en 19. Wordt goedgekeurd. Punt 15. Voorstel van de heeren Kruizin ga en Breda tot vermindering huur van het perceel Geversetraat 4. B. en W. dee len daaromtrent mede, dat na onderzoek is gebleken, dat het huis niet groot is en in het bewonen tegenvalt, waarop zij ad viseeren tot huurverlaging. Goedgekeurd. Punt 16. Voorstel van B. en W. tot verleening van een extra subsidie over 1931 ten bedrage van 1200.aan het Burg. Armbestuur. Punt 17. Begrootingswijzigingen wor den zonder besprekingen goedgekeurd. Rondvraag. De heer Paardekooper informeert naar 't nieuwe uitbreidingsplan. De voorzitter hoopt spoedig nadere mededeelingen te kunnen doen. De heer den Ouden vraagt, of de rio- leering naar een vast plan gemaakt wordt en of dit wel op de juiste wijze gesohiedt. De voorzitter antwoordt in bevestigenden zin en geeft nadere uitleg. De heer Kraan maakt daaromtrent eenige opmerkingen. Spr. weet niet of het advies van de Mabeg wel de juiste is en méént dat het vooruitloopen is op de vastlegging van do andere pinnen. De heer Uitenboogaard bespreekt de werkverschaffing en heeft geconstateerd, dat sommige personen zelfs 6 dagen te werk gesteld worden in afwijking van het besluit van den Raad. Spr. wijst vervolgens op het collectief contract der Bonden, dat binnenkort moot worden vastgesteld. Het te werk stellen van 6 dagen beneemt do lust om naar werk bij een patroon uit te zien. De voorzitter antwoordt, dat B. en W. het bij de riolcering noodig oordeelden enkele menschen langer aan 't werk te honden. Met de opmerkingen van den heer Uitenboogaard zullen B en W. rekening houden. De heer Krumngn. weet niet, of het contract wel zal worJei. a gesloten. De Raad gaat daarna in geheime zit ting. INGEZONDEN STUKKEN Van ons N.V. Electriciteits-Bedrijf „Hillegom-Lisse-Sassenheim". Doze dagen werd mij medegedeeld, dat bovengenoemd bedrijf in zulke goede handen zit. ik informeerde waarom Ben ik goed ingelicht, dan werkt men hier ge lijk een automaat, om den Mammon bin nen te krijgen. Betalen binnen 8 dagen of uw licht wordt onklaar gemaakt. Twee ge vallen wil ik hier signaleeren. Het eerste betreft een gezin mei 8 kinueren. Betaling was 7 dagen over tijd. De man van het Bedrijf kwam, om zijn geld circa 6.betalen of het licht wordt u ontno men. Geen geld, bet licht weg, huisgezin in 't donker. Bij het tweede geval ging het dito, met dit verschil dat de man zelt niet thuis was, en vrouw en kind m het donker werden gezet. De man, die op reis was, betaalde per telegraaf de som van 3.en onkosten voor het opnieuw aansluiten ƒ2.50. Flink zoo hé? En dat doen met een durf, als een klei ne jongen over paardeu-ijs gaat. Nochtans behoeft men geen zwakkeling te zijn, als er een maand en 8 dagen bijkomt. Dan wordt het nog zoon som niet voor zoon beorijf. En al zou er een honderd guldens of wat aan mankeeren, zou het dan nog zoo ver schrikkelijk zijn voor zoon bedrijf? Of wordt er te weinig verdiend? Men zit wel vaat aan het regiement, zal men zeggen? Maar moet dit reglement dan in alles volgens den letter worden nageleefd? Men twijfelt wel eens, of men door christen-menschen wordt geregeerd, maar zoo het hier gaat, lijkt het wel een liberaal systeem. Lezer, hebt u wel nagedacht wat het zeggen wil, als men geen geld heeft, direct zoo behandeld te worden? Of moet alleen de middenstand maar wachton op beta ling? Men kan er twee dingen mede bereiken, als het zoo doorgaat; 't bedrijf krijgt het geld en het socialisme en communisme va ren er wel bij. De Geestelijke overheid kan hard wer ken aan ons aller heil voor hiernamaals, maar wanneer de andere overheid de men schen zoo behandelt, dat zij als het waro geen tijd hebben, om te «zeggen: „Heb ge duld met mij en ik zal u al.es betalen', gaat zeker langzamerhand alles verloren, ook op geestelijk gebied. Een goed woord vindt overal een goede plaats, maar een goede behandeling nog meer. Of is het bestuur voor deze zaak van een goede behandeling overtuigd? OI is u zakelijk? Dankend voor de opname. Een aangeslotene bij het bedrijf. en non heb ik net 10.— honden belasting betaald!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7