ÉlëNs Heeft geld beschik- baor voor Hypotheken - UIT DE RIJNSTREEK RECHTZAKEN WOENSDAG 17 FEBRUARI 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 VOORSCHOTEN. Plulmveevereeniglng. De Voorschoten- sohe pluimveevereeniging heeft in Hotel Deurloo een jaarvergadering gehouden en deelde de voorzitter in zijn openingswoord" mede, dat ook de pluimvee te lijden had van de crisis. De eierenprijzen waren bijzonder laag, maar de voederprijzen waren ook laag. Op de laatste veilingen was de prijs van eieren in vergelijking met andere markten veel beter. Het jaarverslag van den secretaris ver meldde, dat de vereeniging bestaat uit 96 leden en 1 eerelid. Aangevoerd werden op de veilingen 169.628 eieren of slechts 500 minder dan het vorige jaar. Bij afwezigheid van den penningmeester werd de rekening 1931 voorgelezen, waaruit bleek dat het saldo oen aanmerkelijk eind lager was. Vorig jaar was er een voordeelig saldo van f 655 en nu een voordeelig saldo van f 186.02. Het bestuur verklaarde deze teruggang aan hetv erlaagde veilingpercen tage en het tekort van een gehouden ten toonstelling. Dit laatste bedroeg f 271.02. De commissie voor het nazien van de re kening verklaarde alles in goede orde te hebben bevonden. Nadat verschi' lende verslagen waren goedgekeurd, werden de aftredende be stuursleden A. Anker, W. Jansen en B. Ko ning herkozen. Tot lid van dé commissie voor het nazien van de boeken werd be noemd de heer R. C. Lagerweij en tot afge vaardigde naar de algemeene vergadering, Raad van Beheer enz. de heer H. de Wee ver. Het veilingperoentage werd gebracht van 2 op 3 procent aangezien eerstgenoem de cijfer te laae was gebleken. De vergade ring werd besloten met een verloting van verschillende voorwerpen en enkele stuks pluimvee. Gevonden, Een bankbiljet. Een auto band. Een broche. Verloren. Een teekening. Een breede gouden schakelarmband. Een kinderhand schoen. Ondertrouwd: T. de Groot 29 j. en G. van Mourik 28 j. Ingekomen: Mej. M. Duda. Leidsohe- weg 141a van Leiden. Mej. M. Mtiller, Leidscheweg 141a van Duisburg (Did.). H. J. Lelieveld en echtg. Molenlaan 33a van Veur. Vertrokken: V. L. Pierlot, naar Lei den. Mej. E. Scherzinger, naar Leiden. Mej. C. M. van Veen. naar Oegstgeest. Mej. M. Anker, naar Voorburg. wa— 1289 ALPHEN AAN DEN RIJN. Miltvuur. Onder het vee van den land bouwer v. d A. is een geval van miltvuur geconstateerd. Het cadaver werd onder politie-toezicht naar Leiden vervoerd. Van de motor gevallen. Langs den Steekterweg is gisteravond de motorrijder S. door een defect aan de motor gevallen, waardoor de man een 'pink brak, en ver schillende schaafwonden bekwam. De Post. Onbestelbare brieven enz. J. Vossepoel, Chr. onderwijzer, Harmeien Hoogedoorn, Tolstraat 8, alhier I. van Zwindenstraat 57, Amsterdam Fa. H. J.. Malden, Enschede Joh. Fransen, Nieuw- veen P. Beukhof, Maarn (U.) Mej. R. Meijers, Den Haag Rika Kranenburg, pa. Wed. Kooi, Haarlem. NOORDEN. Ondergrondsche Telefoon. Naar wij vernemen zal de telefoonkabel in verband met de noodige vernieuwing van palen, vanaf G. van den Helder tot J. Nell onge veer, binnenkort ondergronds worden ge maakt. HAAGSCH GERECHTSHOF. Diefstal te Noordwijkerhout. De Rechtbank te 's-Giavenhage heeft den 42-jarigen loodgieter M. J. v. d. H., en den 50-jarigen koopman T. O., beiden gede tineerd, wegens diefstal in vereeniging ge pleegd te Noordwijkerhout in Juni van het vorige jaar, veroordeeld ieder tot een gevangenisstraf van twee jaar. Het Hof heeft heden dit vonnis beves tigd. Advocaat ziet van verdediging af. Voor het Gerechtshof zon hedenmorgen in hooger beroep terecht staan zekere G. V., uit A 1 p h e n, gedetineerd wegens rij wieldiefstal. De hem toegevoegde verde diger, mr. L. J. Plemp van Duiveland, doel de evenwel aan het Hof mede, van de ver dediging van zijn cliënt te moeten afzien, omat deze, na aanvankelijk het feit te heb ben bekend, plotseling van houding is ver anderd en nu halsstarrig ontkent, zich aan het hem ten laste gelegde feit te hebben schuldig gemaakt. Daar spr.;s verdediging geheel was ingesteld op het voorbrengen van verzachtende omstandigheden en V. er niet toe te bewegen was, zijn houding te laten varen, verzocht mr. Plemp ontheffing van zijn taak. De president stelde daarop de zaak uit totdat een andere verdediger zou zijn ge vonden,-doch wees er V. op, dat indien hij op diezelfde manier het heele advocaten- lijstje moest afgaan, hij een aardig tijdje in voorarrest zou moeten doorbrengen. OVERTREDING DER LOTERIJWET. Hoofdagent van de Unie veroordeeld. Reeds geruimen tijd wordt voor den Amsterdamschen kantonrechter, mr. L. 8. G. de Hartog, geprocedeerd over het al dan niet in overtreding met de Loterijwet handelen van de N.V. Handelmaatschappij Presto-Unie, als zoude de Unie met haar premie-obligaties eigenlijk een loterij voe ren, zonder daarvoor de vereischto toe stemming te hebben. Tot tweemaal toe was een hoofdagent van de Unie gedagvaard en werd zijn ver oordeeling gevraagd door het O. M., dooh tweemaal verklaarde do kantonrechter de dagvaarding nietig. Nadien is opnieuw 'n dagvaarding uitgebracht en thans is de hoofdagent van do Unie veroordeeld tot 100 boete wegens overtreding van do Lo terijwet, nl. het ten verkoop in voorraad hebben van loten, waarvoor de bij genoem de wet vereischte toestemming niet is ver leend. DE RIJKDOM VAN ZUID-AFRIKA. HET LAND DER DIAMANTEN. Een stad gebouwd uit benzl- nebusser. en conservenblik ken. Diamanten op loopen den band. Röntgenbestraling der arbeiders. De bodem van Zuid-Afrika bevat onuit puttelijke natuurschatten: Goud, zilver, as best en chroom, tin, ijzererts, koper en pla tina, steenkolen, zout en talrijke andere mineralen vormen den grooten rijkdom van Zuid-Afrika, dat in de volgende tientallen jaren een voorname, zoo niet de voornaam ste rol in de mijnproductie der wereld zal bekleeden. Op de eerste plaats is Ziiid- Afrika echter het land der diamanten. Het staat iedereen vrij om tegen betaling van 2 Eng. ponden, eenmaal te voldoen, op zoek te gaan naar schatten die in den bodem verborgen zijn. De gelukkige vinder behoeft slechts aan één voorwaarde te voldoen: de helft van het gevondene aan de Regeering af te le veren. In den laatsten tijd is het aantal diamantdelvers dat voor eigen rekening werkt sterk afgenomen. Groote maatschap pijen die over het noodige kapitaal en technische hulpmiddelen beschikken, be- heerschen de diamantvelden. Honderden geologen en duizenden arbeiders staan m hun dienst en doorzoeken het verre woes tijngebied, de ontoegankelijke dzjngles en den harden grond teneinde de grijs glin-sterende steenen te vinden. Het jaar 1867 was voor Zuid-Afrika van historische beteekenis. In dit jaar n.l. werd op de farm, toebehoorende aan de Boeren Toit en de Beer, de eerste diamant gevon den. Als een loopend vuurtje verbreidde dit nieuws zich tot ver over de grenzen van het Boerenland en na korten tijd was de tijding ook in Europa bekend. Honderden avonturiers, die niets te verliezen hadden en gedreven werden door den onbedwing- baren drang naar rijkdommen, kwamen in Zuid-Afrika en namen van Kaapstad uit den weg naar het Noordelijk Steppengebiod der Boerenrepubliek om daar hun geluk te beproev en. Voor een belachelijk lagen prijs verkoch ten de grondeigenaars de Beer en Toit hun landerijen, die zooals later bleek een waarde van millioenen vertegenwoor digden. Enkele jaren later ontdekte men in de omstreken van Grigualand-West, in de Re publiek Oranje, nieuwe rijke diamantvel den. De regeering beging hier de onvoor zichtigheid om het geheele land voor een bedrag van 90.000 pond aan Engeland te verkoopen. Dat was het begin, dat later tot den Transvaalschen oorlog leidde. Ondanks den geweldigen toestroom van diamantzoekers, bleef de exploitatie in Zuid-Afrika toch een slecht georganiseer de zaak. Alles hing af van het toeval, tot dat de beroemde onderzoeker Cecil Rho des, de vernuftige Engelschman i,n Zuid- Afrika verscheen. Op zijn initiatief werd onder den naam „de Bers" de eerste groote diamantmaatschappij gevestigd en deze nam niet slechts de exploitatie maar ook den diamanthandel in handen. In de goede jaren voor den oorlog werden er in Zuid- Afrika jaarlijks voor een bedrag van 150 millioen gulden aan diamanten geëxploi teerd. De stad Kimberley geldt momenteel als het voornaamste centrum der diamantin dustrie. Men zou allicht geneigd zijn te meenen, dat deze plaats, waar zulke fabel achtige rijkdommen gevonden worden, ook uiterlijk aan haar wereldberoemdheid zou beantwoorden. Niets is echter minder waar. De stad maakt een armzaligen indruk op den vreemden bezoeker. Over een lengte van tal van kilometers staan daar de hut ten der negers. En hoe zien er die hutten uitl Bij gebrek aan hout zijn ze dikwijls uit oude benzinebusBen, kisten en zelfs conservenblikken samen gelapt. De meeste negers, die in de diamantmijnen van Kim berley werkzaam zijn, leden een kommer vol menschonwaardig bestaan. Gewoonlijk sparen zij driekwart van hun loon, om na eenige jaren naar het geboor tedorp terug te keeren. Van het geld dat zij bespaard hebben, koopen zij drie k zes vrouwen, naar gelang zij kunnen en laten deze voor hen werken. Dat is de geluksdroom van den neger- arbeider, die zij met ongelooflijk taaie vol harding trachten te verwezenlijken. De diamanten in Kimberley zijn van vul- kanisohen oorsprong. Het zijn de z.g. erts diamanten, in tegenstelling tot de alluviale steenen, welke in het woestijnzand gevon den worden. De ertssteenen zijn gemiddeld grooter, de alluviale diamanten bezitten daarente gen bijna vier maal zooveel waarde in den handel. De vulkanische „blauwe aarde" der Kim- berleystreek lijkt meer een sprookjesland dan een aardach gebied. Duizenden kleine krater® van allerlei grootte en vorm, om geven de stad in een grooten kring. De eigenlijke diamantmijnen kunnen tot op zekere hoogte met onze, kolenmijnen vergelijken woiden. De uitgegraven grond wordt naar boven gebracht en op hand karren in groote hallen getransporteerd. Met geweldige machines, die wel ©enige overeenkomst hebben met onze maaimacki- nes, worden de aardkluiten fijngemaakt. De lichtere bestanddeelen worden automa tisch weggeveegd en de zware minerale stoffen blijven achter. De overblijfselen, het z.g. „concentraat" worden door breede riemen, die voortdu rend in beweging zijn, opgevangen. Zij zijn dik bestreken met een oliemaasa, waarvan de samenstelling strikt geheim gehouden wordt. Daarna worden de draaiende riemen met water afgespoeld, waardoor alle sub stanties, uitgezonderd de diamanten, welke in den dikken olie blijven steken, weg spoelt. Nu behoeft mets anders meer ge daan te worden dan de steenen, die op den loopenden band vast zitten met een breede sohop af te steken. Nu en dan ziet men boven de diamant mijnen van Kimberley witte rookwolken, terwijl het geluid van ontploffingen door de luoht siddert.... men laat de harde rotslagen met dynamiet springen om het werk voor de machines wat gemakkelijker te maken. De zwarte arbeiders der diamantmijnen leven in gevangenschap, welke hun door de ondernemers opgelegd wordt. Hun ko lonies zijn met prikkeldraad omgeven. Zij worden streng bewaakt en iederen dag moeten zij zich^ laten visiteeren. De bewakers moeten speciaal acht slaan op de wonden, welke de arbeiders zich vaak expres toebrengen om daar kleine diamanten in te verbergen. In den laatsten tijd moeten alle diamant delvers zich geregeld aan een Röntgenbe straling onderwerpen. SPOTNAMEN VAN STEDEN EN DORPEN. v. Z. schrijft in het „Vad." het volgende: Het is voor ons Hagenaars heelemaal geen nieuws, dat wij in andere plaatsen den spotnaam voeren van Haagsche windhap- pers en bluffers. Den oorsprong daarvan hier uiteenzetten zou uilen naar Athene dragen zijn. De verhalen van de houten ham, van de vioolkist met aardappelen en dergelijke zijn van te algemeene bekend heid dan dat het noodig zou zijn ze hier te releveeren. Laat het ons echter tot troost strekken dat de Hagenaars lang niet de eenigen zijn, die zich verheugen of ergeren mogen aan den hun gegeven bij naam. Talloos vele steden en dorpen en hun bewoners hebben hun bj$- of spotnaam en in Friesland bijv. is er bijna geen plaats, die daaraan ontkomen is. Laten wij niet denken, dat het feit speciaal Neder- landsoh is. Het komt overal voor en niet het minste bij onze Zuiderburen. De oor sprong is veelal te zoeken in een óf ander nistorisoh feit of in een of andere figuur in het wapen van de bedoelde gemeente. Dikwijls bestaat er ook verwantschap in den bijnaam zooals bijv. tusschen de Meohelsche maanblusschers en de Meppel- sche muggespruiters. De geschiedenis van het ontstaan van een aantal dezer spotnap men moge hier volgen. Allereerst dan de beantwoording van de vraag hoe of de Leeuwarders aan hun bij naam van speknekken en galgelappen» komen. De eerste bijnaam is gemakkelijk te verklaren door de vette, kaal geschoren nekken van de welgedane Leeuwarders in vroeger tijden. De naam van Galgelapper» heeft een historischon achtergrond. Vroe ger hadden in Friesland alh» steden en dor pen het recht van de galg en van het rad. Dit wilde zeggen, dat zij het recht hadden hun eigen boosdoeners zelf te executeeren. Toon het centraal bestuur meer en meer ingang vond en Leeuwarden inplaate van Stavoren de hoofdplaats van het gewest werd, werd dit recht aan de plaatsen ont nomen en kreeg alleen Leeuwarden dit recht. Alle misdadigers moesten dns in het vervolg naar Leeuwarden gebracht wor den om daar geëxecuteerd te worden. Dit was voor de stad van niet weinig belang, want een terechtstelling werd in vroeger eeuwen als een soort publieke vermakelijk heid beschouwd en van heinde en ver kwam men naar de stad om daarbij tegen woordig te zijn. De herbergen en kookwin kels maakten goede zaken en het is begrij pelijk, dat de andere plaatsen, die voortaan van het schouwspel van een executie ver stoken bloven, afgunstig waren op Leeu warden. Toen rui de galg in Leeuwarden door het veelvuldig gebruik versleten was en feitelijk vernieuwd moest worden wilde Leeuwarden dit niet doen, zonder dat daarbij ook de andere plaatsen, wier boos doeners naar Leeuwarden gebracht wer den om opgehangen te worden, daaraan mede betaalden. Deze zeiden echter neen, jullie Leeuwarders hebben alle voor- deelen, betalen jullie nu ook maar een nieuwe galg. Nu gebeurde het dat een kleermakortje uit Dokkum, in een woordenwisseling met zijn huisvrouw deze met zijn strijkijzer op dusdanige wijze had doen kennis ma ken dat zij stierf en het kleermakertje werd veroordeeld om opgehangen te wor den. Men bracht hem naar Leeuwarden, hij kreeg zijn galgemaal en men bracht hem onder de galg. Toen hij echter zoo eens naar boven keek zeide hij tot schout en schepenen, dat het toch eigenlijk een schandaal was, dat een fatsoenlijk burger manskind uit Dokkum aan zoo een door en door verrotte galg moest hangen. Dat was een schande. Maar niets hielp. Eenige minuten later bengelde hij in de lucht. Maar niettemin hadden zijn laatste woor den doel getroffen en de autoriteiten von den dat hij toch gelijk had. Maar om een nieuwe galg te doen maken daartoe kon men niet besluiten, maar men liet haar door den timmerman wat oplappen zoodat zij weer geruimen tijd dienst kon doen. Daardoor kregen de Leeuwarders den bij naam van galgelappers. Dat de Groningers molleboonen ge noemd worden danken zij aan hun liefde voor gebrande paarden- of duivenboonen. Deze worden in gloeiende asch geroosterd en vormen een versnapering voor de jeugd. De Meppelsche muggespruiters danken hun naam aan het feit dat zij met de brandspuit uitrukten, toen een dichte zwerm muggen om den toren fladderde en dit voor rook werd aangezien. Gedachtig aan het woord dat, waar rook is ook vuur moet zijn, kwamen de blusschers naar den toren. De Zwolsche blauwvingers danken hun naam aan de volgende geschiedenis. In 1682 stortte de toren van de St. Michaels- kerk ineen en deze werd niet meer opge bouwd. Het klokkenspel werd toen aan eenige Amsterdammex*s verkocht die de koopsom in louter dubbeltjes betaalden. De Zwollenaren moesten dagenlang tellen of het bedrag klopte, maar ook vergisten zij zich meermalen, zoodat zij zoolang telden, dat hun vingers er blauw van geworden waren. Ook de Amerefoortsche keisleepers dan ken hun naam aan een gebeurtenis die in 1661 plaats had. Toen toch vonden zij op de heide den grooten kei, die nu nog in de stad staat opgesteld, 'en die door de Amersfoorters daarheen gesleept was. De Amsterdamsche koeketers danken hun naam aan de voorliefde voor koek, die de Amsterdammers reeds voor eeuwen aan den dag legden. De kalfschieters van Delft, een naam, die niet zoo veel meer gehoord wordt, ont- leenen him naam aan een gebeurtenis in den Spaaoschen tijd. Toen namelijk in 1574 Delft door een troep Spanjaarden werd aangevallen, duurden de maatrege len tot afweer zoolang dat de Spanjaarden, toen men zoover was, al lang weer van de wallen weggetrokken waren. Toch begon nen de Delftenaren in het wilde weg te schieten en troffen een kalf. Vijanden wa ren nergens te bespeuren. Aan deze ge beurtenis herinnert ook nog een oud vers je, luidende: De vrome Delftenaren, Die sohoten een vet kalf, Als zij verdrukket waren, Ten tijde van Due d'Alf. Nog tal van andere voorbeelden zooals de Alkmaarsohe gortbuiken, Weertsche roggestekers enz, zouden zijn te vertellen. Zij zijn er legio en fólkloristisoh niet zon der beteekenis. Uit Leiden vertrokken. R. Baelde, Zwammerdam, O 48 J. Bxoekema, Den Haag, Fred. Hendriklaan 26 J. H. P. Colpa, Assen, Brink 29 A. Dijkstra, Vlagtwedde, Oosterstr. 376 E. Freitag, Heemstede, Binnenweg 3 G. Heijns en familie. Amsterdam, Baffinstr. 19 L. H. A. Hoefnagels, Rotterdam, Spaanschekade 4 H. Hoekema, Iddar- deradeel, Stationsweg G 140 H. Holle beek, Amsterdam, Niouwendamschedijk 19 E. de Jong, Antwerpen, Antwerpensche- Steenweg 306 J. de Jong, Zwolle, Van Ittersumstraat 51 L. LamersKooij, Apeldoorn, Sterrenlaan 31 T. Leegwa ter, Broek op Langend ijk, Noordoinde 248 D. Levie, Rotterdam, Proveniersstraat 3b H. J. Lory, Den Haag, Zwarteweg 13 J. J. E. PlanjerNieuwenhuizen en fam. Utrecht, Biltstraat 128 M. Nobel en fnm., Schiedam, Alb. Ouypstraat 9 M. M. Picavet, Rotterdam, Nadorststraat 68o F. Reus, Haarlem, Rijksstraatweg 1 H. A. C. Schaaf, Rotterdam, Eendraoht-s- weg lb J. F. Schintz, Bodegraven, Kerkstraat 23 J. L. Schouten, Delft, Spoorsingel 64 V. E. van de Stadt, Den Haag. Klimopstraat 98 M. A. H. Star- renburg, Alphen aan den Rijn, Pr. Hen drikstraat 27b G. Stegenga, Den Haag, Bilderstraat 39 C. Timmer, Alkmaar, Ged. N. Sloot 38 M. J. Elzenvan der Vaart en Fam., Apeldoorn, Stationsweg 41 G. OudshoornVan Venetië, Den Haag, Passteurstroat 60 C. W. Wallaard Den Haag, Neuhuijekade 15 C. W. Wee- nink, Alkemade P. van Wel, Middelburg L. Singelstraat 203 G. de JongoWi- chers en fam., Amsterdam, Oommelinstr. 29 III. In Leiden gevestigd: H. W. Anthonisse, 1.1. verpleegster, Zoe- terw. singel 99. C. M. van Asperen, col- leotrice St. Loterij, Kaiserstr. 34. E. M. Bachmann, huishoudster, Hoogewoerd 111. I. Dombrowski-Bluhm, huiehoudster. Pt. Wilhelmmastr. 47. Th. H. Cowan, Mart enpoelstr. 37. J. A. van Dam, Haven 14%. J. Dekker, oveninzetter, Waa-rdgr. 100. D. Dorrepaal, arts. Rijnsb. weg 10. K. Gies, dienstbode, Bloemietenlaan 46. G. J. van Dongen-van Ier Haar, Leliestr. 130. K. Harmanni, Haagweg 34. C. B. Heyn Boisotkade 4. L. H. Hocfsmit, verpleeg ster, Apothekersdijk 24. S. Hofmeyr, H. de Grootetr. 6. M. E. Hoppezak, Nieuw- steeg 7. H. P. Huisman en Fam., timmer man, Leliestr. 130a. M. J. P. Dempen- feld-van Isenburg. Garenmarkt 3. A. M. Koning, dienstbode. Oude Vest 29. A. Kremer, koopman in galanteriën, Oude Rijn 27. G. van Krimpen, Witte Singel 27. A. J. Kater-Kroon, Meezenstr. 1. J. J. van Lofe, radio techniker. Gerrit Dou- str. 45. A. J. Maat. dienstbode, HoogL Kerach. str. 13. G. J. H. Meijers, Haar- lemmerstr. 96-100. M. Molnar, dienstbode, Haariemmerstr. 171. H. Nestier, dienst bode, Fruinstr. 6. W. Oltmons, 1.1. machi nist N.S.. Morschweg 87a. V. L. Pierlot, zilverslijper, da Costastr. 41. H. Pilrull, dienstbode, Plantage 4. F. Posthumus, dienstbode Haagweg 190. H. J. M. Schou ten, do Wetstr. 21. A. Tinor. terrazzower- ker, Oude Sin cel 160a. O. M. A. Uytter- hoeven, dienstbode, Plantsoen 27. A. Waalkema. dienstbode. Kaiserstr. 34. M. M. J. H. Wagenaar, Noordeinde 50. "A. J. Welp, ke'lnor, Havenkade 17. E. Scher zinger-Wenninger, fabr. arb. Witte Singel 7. J. G. van der Willik, dienstbode, Plantsoen 15. INGEZONDEN STUKKEN Heeren Retraitanten! Van 5 tot 8 Maart a.s. zal or een Retrai te gehouden worden voor Gehuwden en Ongehuwden in het geheel gerestaureerde Retraitehuis te Noordwijkerhout. Zij, die aan deze Retraite willen deelnemen wor den verzocht zich Zaterdag a.s. op te geven tusschen 78 uur des avonds in het Bonds- gebouw, Steen6ohnur 15. Vergoeding be draagt 6.50. Men kan zich ook van een kaart voorzien aan onderstaand adres. J. v. d. WEIJDEN, Morschweg 53, Leiden. DE AVONTUREN VAN EEN 235. En ook do twee aardkabouters wilden niet achter blijven. Nu ze geen mand hadden, droegen zij de sterren in hun mutsen en nu zag men hun kale koppen, die blinkten net als volle maaien. Ze waren zoo harig als een flesch op hun hoofd. 236. Toen men de manden vol had ging men terug naar de zwevende paarden, die reeds ongeduldig waren en weer graag naar stal wilden. Zoolang zo over de ster- renvelden gingen, zoo lang hielden ze hun zwarte brillen op. „Ik heb niote dan sterretjes voor de oogen", zeide de agent, die een grappenmaker was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7