ÉlëNs Heeft geld beschik-
baor voor Hypotheken
-
UIT DE RIJNSTREEK
RECHTZAKEN
WOENSDAG 17 FEBRUARI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
VOORSCHOTEN.
Plulmveevereeniglng. De Voorschoten-
sohe pluimveevereeniging heeft in Hotel
Deurloo een jaarvergadering gehouden en
deelde de voorzitter in zijn openingswoord"
mede, dat ook de pluimvee te lijden had van
de crisis. De eierenprijzen waren bijzonder
laag, maar de voederprijzen waren ook laag.
Op de laatste veilingen was de prijs van
eieren in vergelijking met andere markten
veel beter.
Het jaarverslag van den secretaris ver
meldde, dat de vereeniging bestaat uit 96
leden en 1 eerelid. Aangevoerd werden op
de veilingen 169.628 eieren of slechts 500
minder dan het vorige jaar.
Bij afwezigheid van den penningmeester
werd de rekening 1931 voorgelezen, waaruit
bleek dat het saldo oen aanmerkelijk eind
lager was. Vorig jaar was er een voordeelig
saldo van f 655 en nu een voordeelig saldo
van f 186.02. Het bestuur verklaarde deze
teruggang aan hetv erlaagde veilingpercen
tage en het tekort van een gehouden ten
toonstelling. Dit laatste bedroeg f 271.02.
De commissie voor het nazien van de re
kening verklaarde alles in goede orde te
hebben bevonden.
Nadat verschi' lende verslagen waren
goedgekeurd, werden de aftredende be
stuursleden A. Anker, W. Jansen en B. Ko
ning herkozen. Tot lid van dé commissie
voor het nazien van de boeken werd be
noemd de heer R. C. Lagerweij en tot afge
vaardigde naar de algemeene vergadering,
Raad van Beheer enz. de heer H. de Wee
ver. Het veilingperoentage werd gebracht
van 2 op 3 procent aangezien eerstgenoem
de cijfer te laae was gebleken. De vergade
ring werd besloten met een verloting van
verschillende voorwerpen en enkele stuks
pluimvee.
Gevonden, Een bankbiljet. Een auto
band. Een broche.
Verloren. Een teekening. Een breede
gouden schakelarmband. Een kinderhand
schoen.
Ondertrouwd: T. de Groot 29 j. en
G. van Mourik 28 j.
Ingekomen: Mej. M. Duda. Leidsohe-
weg 141a van Leiden. Mej. M. Mtiller,
Leidscheweg 141a van Duisburg (Did.).
H. J. Lelieveld en echtg. Molenlaan 33a van
Veur.
Vertrokken: V. L. Pierlot, naar Lei
den. Mej. E. Scherzinger, naar Leiden.
Mej. C. M. van Veen. naar Oegstgeest.
Mej. M. Anker, naar Voorburg.
wa—
1289
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Miltvuur. Onder het vee van den land
bouwer v. d A. is een geval van miltvuur
geconstateerd. Het cadaver werd onder
politie-toezicht naar Leiden vervoerd.
Van de motor gevallen. Langs den
Steekterweg is gisteravond de motorrijder
S. door een defect aan de motor gevallen,
waardoor de man een 'pink brak, en ver
schillende schaafwonden bekwam.
De Post. Onbestelbare brieven enz.
J. Vossepoel, Chr. onderwijzer, Harmeien
Hoogedoorn, Tolstraat 8, alhier I. van
Zwindenstraat 57, Amsterdam Fa. H. J..
Malden, Enschede Joh. Fransen, Nieuw-
veen P. Beukhof, Maarn (U.) Mej. R.
Meijers, Den Haag Rika Kranenburg,
pa. Wed. Kooi, Haarlem.
NOORDEN.
Ondergrondsche Telefoon. Naar wij
vernemen zal de telefoonkabel in verband
met de noodige vernieuwing van palen,
vanaf G. van den Helder tot J. Nell onge
veer, binnenkort ondergronds worden ge
maakt.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Diefstal te Noordwijkerhout.
De Rechtbank te 's-Giavenhage heeft
den 42-jarigen loodgieter M. J. v. d. H., en
den 50-jarigen koopman T. O., beiden gede
tineerd, wegens diefstal in vereeniging ge
pleegd te Noordwijkerhout in Juni
van het vorige jaar, veroordeeld ieder tot
een gevangenisstraf van twee jaar.
Het Hof heeft heden dit vonnis beves
tigd.
Advocaat ziet van verdediging af.
Voor het Gerechtshof zon hedenmorgen
in hooger beroep terecht staan zekere G.
V., uit A 1 p h e n, gedetineerd wegens rij
wieldiefstal. De hem toegevoegde verde
diger, mr. L. J. Plemp van Duiveland, doel
de evenwel aan het Hof mede, van de ver
dediging van zijn cliënt te moeten afzien,
omat deze, na aanvankelijk het feit te heb
ben bekend, plotseling van houding is ver
anderd en nu halsstarrig ontkent, zich aan
het hem ten laste gelegde feit te hebben
schuldig gemaakt. Daar spr.;s verdediging
geheel was ingesteld op het voorbrengen
van verzachtende omstandigheden en V. er
niet toe te bewegen was, zijn houding te
laten varen, verzocht mr. Plemp ontheffing
van zijn taak.
De president stelde daarop de zaak uit
totdat een andere verdediger zou zijn ge
vonden,-doch wees er V. op, dat indien hij
op diezelfde manier het heele advocaten-
lijstje moest afgaan, hij een aardig tijdje
in voorarrest zou moeten doorbrengen.
OVERTREDING DER LOTERIJWET.
Hoofdagent van de Unie veroordeeld.
Reeds geruimen tijd wordt voor den
Amsterdamschen kantonrechter, mr. L. 8.
G. de Hartog, geprocedeerd over het al
dan niet in overtreding met de Loterijwet
handelen van de N.V. Handelmaatschappij
Presto-Unie, als zoude de Unie met haar
premie-obligaties eigenlijk een loterij voe
ren, zonder daarvoor de vereischto toe
stemming te hebben.
Tot tweemaal toe was een hoofdagent
van de Unie gedagvaard en werd zijn ver
oordeeling gevraagd door het O. M., dooh
tweemaal verklaarde do kantonrechter de
dagvaarding nietig. Nadien is opnieuw 'n
dagvaarding uitgebracht en thans is de
hoofdagent van do Unie veroordeeld tot
100 boete wegens overtreding van do Lo
terijwet, nl. het ten verkoop in voorraad
hebben van loten, waarvoor de bij genoem
de wet vereischte toestemming niet is ver
leend.
DE RIJKDOM VAN
ZUID-AFRIKA.
HET LAND DER DIAMANTEN.
Een stad gebouwd uit benzl-
nebusser. en conservenblik
ken. Diamanten op loopen
den band. Röntgenbestraling
der arbeiders.
De bodem van Zuid-Afrika bevat onuit
puttelijke natuurschatten: Goud, zilver, as
best en chroom, tin, ijzererts, koper en pla
tina, steenkolen, zout en talrijke andere
mineralen vormen den grooten rijkdom van
Zuid-Afrika, dat in de volgende tientallen
jaren een voorname, zoo niet de voornaam
ste rol in de mijnproductie der wereld zal
bekleeden. Op de eerste plaats is Ziiid-
Afrika echter het land der diamanten.
Het staat iedereen vrij om tegen betaling
van 2 Eng. ponden, eenmaal te voldoen,
op zoek te gaan naar schatten die in den
bodem verborgen zijn.
De gelukkige vinder behoeft slechts aan
één voorwaarde te voldoen: de helft van
het gevondene aan de Regeering af te le
veren. In den laatsten tijd is het aantal
diamantdelvers dat voor eigen rekening
werkt sterk afgenomen. Groote maatschap
pijen die over het noodige kapitaal en
technische hulpmiddelen beschikken, be-
heerschen de diamantvelden. Honderden
geologen en duizenden arbeiders staan m
hun dienst en doorzoeken het verre woes
tijngebied, de ontoegankelijke dzjngles en
den harden grond teneinde de grijs
glin-sterende steenen te vinden.
Het jaar 1867 was voor Zuid-Afrika van
historische beteekenis. In dit jaar n.l. werd
op de farm, toebehoorende aan de Boeren
Toit en de Beer, de eerste diamant gevon
den.
Als een loopend vuurtje verbreidde dit
nieuws zich tot ver over de grenzen van
het Boerenland en na korten tijd was de
tijding ook in Europa bekend. Honderden
avonturiers, die niets te verliezen hadden
en gedreven werden door den onbedwing-
baren drang naar rijkdommen, kwamen in
Zuid-Afrika en namen van Kaapstad uit
den weg naar het Noordelijk Steppengebiod
der Boerenrepubliek om daar hun geluk te
beproev en.
Voor een belachelijk lagen prijs verkoch
ten de grondeigenaars de Beer en Toit
hun landerijen, die zooals later bleek
een waarde van millioenen vertegenwoor
digden.
Enkele jaren later ontdekte men in de
omstreken van Grigualand-West, in de Re
publiek Oranje, nieuwe rijke diamantvel
den. De regeering beging hier de onvoor
zichtigheid om het geheele land voor een
bedrag van 90.000 pond aan Engeland te
verkoopen. Dat was het begin, dat later
tot den Transvaalschen oorlog leidde.
Ondanks den geweldigen toestroom van
diamantzoekers, bleef de exploitatie in
Zuid-Afrika toch een slecht georganiseer
de zaak. Alles hing af van het toeval, tot
dat de beroemde onderzoeker Cecil Rho
des, de vernuftige Engelschman i,n Zuid-
Afrika verscheen. Op zijn initiatief werd
onder den naam „de Bers" de eerste groote
diamantmaatschappij gevestigd en deze
nam niet slechts de exploitatie maar ook
den diamanthandel in handen. In de goede
jaren voor den oorlog werden er in Zuid-
Afrika jaarlijks voor een bedrag van 150
millioen gulden aan diamanten geëxploi
teerd.
De stad Kimberley geldt momenteel als
het voornaamste centrum der diamantin
dustrie. Men zou allicht geneigd zijn te
meenen, dat deze plaats, waar zulke fabel
achtige rijkdommen gevonden worden, ook
uiterlijk aan haar wereldberoemdheid zou
beantwoorden. Niets is echter minder
waar. De stad maakt een armzaligen indruk
op den vreemden bezoeker. Over een lengte
van tal van kilometers staan daar de hut
ten der negers. En hoe zien er die hutten
uitl Bij gebrek aan hout zijn ze dikwijls
uit oude benzinebusBen, kisten en zelfs
conservenblikken samen gelapt. De meeste
negers, die in de diamantmijnen van Kim
berley werkzaam zijn, leden een kommer
vol menschonwaardig bestaan.
Gewoonlijk sparen zij driekwart van hun
loon, om na eenige jaren naar het geboor
tedorp terug te keeren. Van het geld dat
zij bespaard hebben, koopen zij drie k zes
vrouwen, naar gelang zij kunnen en laten
deze voor hen werken.
Dat is de geluksdroom van den neger-
arbeider, die zij met ongelooflijk taaie vol
harding trachten te verwezenlijken.
De diamanten in Kimberley zijn van vul-
kanisohen oorsprong. Het zijn de z.g. erts
diamanten, in tegenstelling tot de alluviale
steenen, welke in het woestijnzand gevon
den worden.
De ertssteenen zijn gemiddeld grooter,
de alluviale diamanten bezitten daarente
gen bijna vier maal zooveel waarde in den
handel.
De vulkanische „blauwe aarde" der Kim-
berleystreek lijkt meer een sprookjesland
dan een aardach gebied. Duizenden kleine
krater® van allerlei grootte en vorm, om
geven de stad in een grooten kring.
De eigenlijke diamantmijnen kunnen tot
op zekere hoogte met onze, kolenmijnen
vergelijken woiden. De uitgegraven grond
wordt naar boven gebracht en op hand
karren in groote hallen getransporteerd.
Met geweldige machines, die wel ©enige
overeenkomst hebben met onze maaimacki-
nes, worden de aardkluiten fijngemaakt.
De lichtere bestanddeelen worden automa
tisch weggeveegd en de zware minerale
stoffen blijven achter.
De overblijfselen, het z.g. „concentraat"
worden door breede riemen, die voortdu
rend in beweging zijn, opgevangen. Zij zijn
dik bestreken met een oliemaasa, waarvan
de samenstelling strikt geheim gehouden
wordt. Daarna worden de draaiende riemen
met water afgespoeld, waardoor alle sub
stanties, uitgezonderd de diamanten, welke
in den dikken olie blijven steken, weg
spoelt. Nu behoeft mets anders meer ge
daan te worden dan de steenen, die op den
loopenden band vast zitten met een breede
sohop af te steken.
Nu en dan ziet men boven de diamant
mijnen van Kimberley witte rookwolken,
terwijl het geluid van ontploffingen door
de luoht siddert.... men laat de harde
rotslagen met dynamiet springen om het
werk voor de machines wat gemakkelijker
te maken.
De zwarte arbeiders der diamantmijnen
leven in gevangenschap, welke hun door
de ondernemers opgelegd wordt. Hun ko
lonies zijn met prikkeldraad omgeven. Zij
worden streng bewaakt en iederen dag
moeten zij zich^ laten visiteeren.
De bewakers moeten speciaal acht slaan
op de wonden, welke de arbeiders zich
vaak expres toebrengen om daar kleine
diamanten in te verbergen.
In den laatsten tijd moeten alle diamant
delvers zich geregeld aan een Röntgenbe
straling onderwerpen.
SPOTNAMEN VAN STEDEN
EN DORPEN.
v. Z. schrijft in het „Vad." het volgende:
Het is voor ons Hagenaars heelemaal
geen nieuws, dat wij in andere plaatsen den
spotnaam voeren van Haagsche windhap-
pers en bluffers. Den oorsprong daarvan
hier uiteenzetten zou uilen naar Athene
dragen zijn. De verhalen van de houten
ham, van de vioolkist met aardappelen en
dergelijke zijn van te algemeene bekend
heid dan dat het noodig zou zijn ze hier
te releveeren. Laat het ons echter tot
troost strekken dat de Hagenaars lang
niet de eenigen zijn, die zich verheugen of
ergeren mogen aan den hun gegeven bij
naam. Talloos vele steden en dorpen en
hun bewoners hebben hun bj$- of spotnaam
en in Friesland bijv. is er bijna geen plaats,
die daaraan ontkomen is. Laten wij niet
denken, dat het feit speciaal Neder-
landsoh is. Het komt overal voor en niet
het minste bij onze Zuiderburen. De oor
sprong is veelal te zoeken in een óf ander
nistorisoh feit of in een of andere figuur
in het wapen van de bedoelde gemeente.
Dikwijls bestaat er ook verwantschap in
den bijnaam zooals bijv. tusschen de
Meohelsche maanblusschers en de Meppel-
sche muggespruiters. De geschiedenis van
het ontstaan van een aantal dezer spotnap
men moge hier volgen.
Allereerst dan de beantwoording van de
vraag hoe of de Leeuwarders aan hun bij
naam van speknekken en galgelappen»
komen. De eerste bijnaam is gemakkelijk te
verklaren door de vette, kaal geschoren
nekken van de welgedane Leeuwarders in
vroeger tijden. De naam van Galgelapper»
heeft een historischon achtergrond. Vroe
ger hadden in Friesland alh» steden en dor
pen het recht van de galg en van het rad.
Dit wilde zeggen, dat zij het recht hadden
hun eigen boosdoeners zelf te executeeren.
Toon het centraal bestuur meer en meer
ingang vond en Leeuwarden inplaate van
Stavoren de hoofdplaats van het gewest
werd, werd dit recht aan de plaatsen ont
nomen en kreeg alleen Leeuwarden dit
recht. Alle misdadigers moesten dns in het
vervolg naar Leeuwarden gebracht wor
den om daar geëxecuteerd te worden. Dit
was voor de stad van niet weinig belang,
want een terechtstelling werd in vroeger
eeuwen als een soort publieke vermakelijk
heid beschouwd en van heinde en ver
kwam men naar de stad om daarbij tegen
woordig te zijn. De herbergen en kookwin
kels maakten goede zaken en het is begrij
pelijk, dat de andere plaatsen, die voortaan
van het schouwspel van een executie ver
stoken bloven, afgunstig waren op Leeu
warden. Toen rui de galg in Leeuwarden
door het veelvuldig gebruik versleten was
en feitelijk vernieuwd moest worden wilde
Leeuwarden dit niet doen, zonder dat
daarbij ook de andere plaatsen, wier boos
doeners naar Leeuwarden gebracht wer
den om opgehangen te worden, daaraan
mede betaalden. Deze zeiden echter
neen, jullie Leeuwarders hebben alle voor-
deelen, betalen jullie nu ook maar een
nieuwe galg.
Nu gebeurde het dat een kleermakortje
uit Dokkum, in een woordenwisseling met
zijn huisvrouw deze met zijn strijkijzer
op dusdanige wijze had doen kennis ma
ken dat zij stierf en het kleermakertje
werd veroordeeld om opgehangen te wor
den. Men bracht hem naar Leeuwarden,
hij kreeg zijn galgemaal en men bracht hem
onder de galg. Toen hij echter zoo eens
naar boven keek zeide hij tot schout en
schepenen, dat het toch eigenlijk een
schandaal was, dat een fatsoenlijk burger
manskind uit Dokkum aan zoo een door en
door verrotte galg moest hangen. Dat was
een schande. Maar niets hielp. Eenige
minuten later bengelde hij in de lucht.
Maar niettemin hadden zijn laatste woor
den doel getroffen en de autoriteiten von
den dat hij toch gelijk had. Maar om een
nieuwe galg te doen maken daartoe kon
men niet besluiten, maar men liet haar
door den timmerman wat oplappen zoodat
zij weer geruimen tijd dienst kon doen.
Daardoor kregen de Leeuwarders den bij
naam van galgelappers.
Dat de Groningers molleboonen ge
noemd worden danken zij aan hun liefde
voor gebrande paarden- of duivenboonen.
Deze worden in gloeiende asch geroosterd
en vormen een versnapering voor de
jeugd.
De Meppelsche muggespruiters danken
hun naam aan het feit dat zij met de
brandspuit uitrukten, toen een dichte
zwerm muggen om den toren fladderde en
dit voor rook werd aangezien. Gedachtig
aan het woord dat, waar rook is ook vuur
moet zijn, kwamen de blusschers naar den
toren.
De Zwolsche blauwvingers danken hun
naam aan de volgende geschiedenis. In
1682 stortte de toren van de St. Michaels-
kerk ineen en deze werd niet meer opge
bouwd. Het klokkenspel werd toen aan
eenige Amsterdammex*s verkocht die de
koopsom in louter dubbeltjes betaalden. De
Zwollenaren moesten dagenlang tellen of
het bedrag klopte, maar ook vergisten zij
zich meermalen, zoodat zij zoolang telden,
dat hun vingers er blauw van geworden
waren.
Ook de Amerefoortsche keisleepers dan
ken hun naam aan een gebeurtenis die in
1661 plaats had. Toen toch vonden zij op
de heide den grooten kei, die nu nog in de
stad staat opgesteld, 'en die door de
Amersfoorters daarheen gesleept was.
De Amsterdamsche koeketers danken
hun naam aan de voorliefde voor koek, die
de Amsterdammers reeds voor eeuwen aan
den dag legden.
De kalfschieters van Delft, een naam,
die niet zoo veel meer gehoord wordt, ont-
leenen him naam aan een gebeurtenis in
den Spaaoschen tijd. Toen namelijk in
1574 Delft door een troep Spanjaarden
werd aangevallen, duurden de maatrege
len tot afweer zoolang dat de Spanjaarden,
toen men zoover was, al lang weer van de
wallen weggetrokken waren. Toch begon
nen de Delftenaren in het wilde weg te
schieten en troffen een kalf. Vijanden wa
ren nergens te bespeuren. Aan deze ge
beurtenis herinnert ook nog een oud vers
je, luidende:
De vrome Delftenaren,
Die sohoten een vet kalf,
Als zij verdrukket waren,
Ten tijde van Due d'Alf.
Nog tal van andere voorbeelden zooals
de Alkmaarsohe gortbuiken, Weertsche
roggestekers enz, zouden zijn te vertellen.
Zij zijn er legio en fólkloristisoh niet zon
der beteekenis.
Uit Leiden vertrokken.
R. Baelde, Zwammerdam, O 48 J.
Bxoekema, Den Haag, Fred. Hendriklaan
26 J. H. P. Colpa, Assen, Brink 29 A.
Dijkstra, Vlagtwedde, Oosterstr. 376 E.
Freitag, Heemstede, Binnenweg 3 G.
Heijns en familie. Amsterdam, Baffinstr.
19 L. H. A. Hoefnagels, Rotterdam,
Spaanschekade 4 H. Hoekema, Iddar-
deradeel, Stationsweg G 140 H. Holle
beek, Amsterdam, Niouwendamschedijk 19
E. de Jong, Antwerpen, Antwerpensche-
Steenweg 306 J. de Jong, Zwolle, Van
Ittersumstraat 51 L. LamersKooij,
Apeldoorn, Sterrenlaan 31 T. Leegwa
ter, Broek op Langend ijk, Noordoinde 248
D. Levie, Rotterdam, Proveniersstraat
3b H. J. Lory, Den Haag, Zwarteweg 13
J. J. E. PlanjerNieuwenhuizen en fam.
Utrecht, Biltstraat 128 M. Nobel en
fnm., Schiedam, Alb. Ouypstraat 9 M.
M. Picavet, Rotterdam, Nadorststraat 68o
F. Reus, Haarlem, Rijksstraatweg 1
H. A. C. Schaaf, Rotterdam, Eendraoht-s-
weg lb J. F. Schintz, Bodegraven,
Kerkstraat 23 J. L. Schouten, Delft,
Spoorsingel 64 V. E. van de Stadt, Den
Haag. Klimopstraat 98 M. A. H. Star-
renburg, Alphen aan den Rijn, Pr. Hen
drikstraat 27b G. Stegenga, Den Haag,
Bilderstraat 39 C. Timmer, Alkmaar,
Ged. N. Sloot 38 M. J. Elzenvan der
Vaart en Fam., Apeldoorn, Stationsweg
41 G. OudshoornVan Venetië, Den
Haag, Passteurstroat 60 C. W. Wallaard
Den Haag, Neuhuijekade 15 C. W. Wee-
nink, Alkemade P. van Wel, Middelburg
L. Singelstraat 203 G. de JongoWi-
chers en fam., Amsterdam, Oommelinstr.
29 III.
In Leiden gevestigd:
H. W. Anthonisse, 1.1. verpleegster, Zoe-
terw. singel 99. C. M. van Asperen, col-
leotrice St. Loterij, Kaiserstr. 34. E. M.
Bachmann, huishoudster, Hoogewoerd 111.
I. Dombrowski-Bluhm, huiehoudster. Pt.
Wilhelmmastr. 47. Th. H. Cowan, Mart
enpoelstr. 37. J. A. van Dam, Haven 14%.
J. Dekker, oveninzetter, Waa-rdgr. 100.
D. Dorrepaal, arts. Rijnsb. weg 10. K.
Gies, dienstbode, Bloemietenlaan 46. G.
J. van Dongen-van Ier Haar, Leliestr. 130.
K. Harmanni, Haagweg 34. C. B. Heyn
Boisotkade 4. L. H. Hocfsmit, verpleeg
ster, Apothekersdijk 24. S. Hofmeyr, H.
de Grootetr. 6. M. E. Hoppezak, Nieuw-
steeg 7. H. P. Huisman en Fam., timmer
man, Leliestr. 130a. M. J. P. Dempen-
feld-van Isenburg. Garenmarkt 3. A. M.
Koning, dienstbode. Oude Vest 29. A.
Kremer, koopman in galanteriën, Oude
Rijn 27. G. van Krimpen, Witte Singel
27. A. J. Kater-Kroon, Meezenstr. 1.
J. J. van Lofe, radio techniker. Gerrit Dou-
str. 45. A. J. Maat. dienstbode, HoogL
Kerach. str. 13. G. J. H. Meijers, Haar-
lemmerstr. 96-100. M. Molnar, dienstbode,
Haariemmerstr. 171. H. Nestier, dienst
bode, Fruinstr. 6. W. Oltmons, 1.1. machi
nist N.S.. Morschweg 87a. V. L. Pierlot,
zilverslijper, da Costastr. 41. H. Pilrull,
dienstbode, Plantage 4. F. Posthumus,
dienstbode Haagweg 190. H. J. M. Schou
ten, do Wetstr. 21. A. Tinor. terrazzower-
ker, Oude Sin cel 160a. O. M. A. Uytter-
hoeven, dienstbode, Plantsoen 27. A.
Waalkema. dienstbode. Kaiserstr. 34. M.
M. J. H. Wagenaar, Noordeinde 50. "A.
J. Welp, ke'lnor, Havenkade 17. E. Scher
zinger-Wenninger, fabr. arb. Witte Singel
7. J. G. van der Willik, dienstbode,
Plantsoen 15.
INGEZONDEN STUKKEN
Heeren Retraitanten!
Van 5 tot 8 Maart a.s. zal or een Retrai
te gehouden worden voor Gehuwden en
Ongehuwden in het geheel gerestaureerde
Retraitehuis te Noordwijkerhout. Zij, die
aan deze Retraite willen deelnemen wor
den verzocht zich Zaterdag a.s. op te geven
tusschen 78 uur des avonds in het Bonds-
gebouw, Steen6ohnur 15. Vergoeding be
draagt 6.50. Men kan zich ook van een
kaart voorzien aan onderstaand adres.
J. v. d. WEIJDEN,
Morschweg 53, Leiden.
DE AVONTUREN VAN EEN
235. En ook do twee aardkabouters wilden niet achter
blijven. Nu ze geen mand hadden, droegen zij de sterren
in hun mutsen en nu zag men hun kale koppen, die
blinkten net als volle maaien. Ze waren zoo harig als
een flesch op hun hoofd.
236. Toen men de manden vol had ging men terug naar
de zwevende paarden, die reeds ongeduldig waren en
weer graag naar stal wilden. Zoolang zo over de ster-
renvelden gingen, zoo lang hielden ze hun zwarte brillen
op. „Ik heb niote dan sterretjes voor de oogen", zeide
de agent, die een grappenmaker was.