23ste Jaargang DONDERDAG 4 FEBRUARI 1932 No. 7118 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BINNENLAND 3)e Êciddelie0c>u^amt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent pfcr kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regeL Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. V De Pachtwetten in de Eerste Kamer. Er hebben op het werelcL-terrein buiten gewoon belangrijke gebeurtenissen plaats, welke voortdurend onze aandacht trekken. iWat zal er op de Ontwapeningsconfe rentie gebeuren? Hoe zal de strijd tus- schen China en Japan verloopen? Hoe zal de toestand in Spanje en ih Mexico ten opzichte van de Katholieke Kerk zich ontwikkelen 1 Deze er nog andere vragen van internationale beteekenis dringen naar voren in aller belangstelling. Maar ook de binnenlandsche politiek heeft haar betrekkelijk belangrijke vraag stukken, waarheen óók onze belangstelling uitgaat. Zoo vraagt nu de Eerste Kamer onze aandacht door de behandeling van de Pachtwetten. Misschien zijn vele lezers de inhoud en strekking van deze wetten vergetenwij willen daarom hier een korte herinnering geven. Vooreerst dan de spil, waar alles om draait, het punt, waarop voornamelijk de aanval geconcentreerd wordt, het continua- tierecht. Dit is het recht van den zitten- den pachter, om de pachtovereenkomst na beëindiging van den overeengekomen ter mijn alsnog verlengd te zien. Het is ge grond op de overweging, dat gedurende den loop van het contract heel het bestaan van den pachter vastgroeit aan den grond, dien hij exploiteert. Dit recht nu ligt in het ontwerp, dat de goedkeuring van den Senaat vraagt-, in dezen vorm besloten, dat de pachter tegen den tijd, dat zijn pacht vervalt, zich tot den kantonrechter wenden kan met het verzoek, de pachtovereenkomst te verlen gen en, zoo noodig, in afwijking van den geldenden pachtprijs een nieuwen vaat te stellen. Er zijn natuurlijk, beperkingen. Zoo geldt de bepaling niet bij overeenkomsten, aangegaan voor één jaar of korter, en bij pachtland, dat een halve hectare of min der beslaat en waarvan de pachtprijs niet hooger is dn 150.per jaar. Zoo kan de zelfde overeenkomst niet meer dan twee maal en in totaal niet langer dan tien jaar worden verlengd. En voorts zijn er verschillende waarborgen, dat 's pachters recht ntet ontaardt tot onrecht voor den verpachter. Het verzoek om verlenging wordt door den kantonrechter niet inge willigd, als de pachter in het verleden niet behoorlijk aan zijne verplichtingen heeft voldaan of indien blijkens een of an dere omstandigheid niet redelijkerwijze van den verpachter kan worden gevergd, dat de overeenkomst voortduurt-. Bovendien houdt de kantonrechter rekening met plaatselijke gebruiken, hoort de beide par tijen en laat zich voorlichten door de des kundige pachtcommissie. Op de tweede plaat bevat het ontwerp een betere regeling van het zoogenaamde „remissierecht", het recht van den pach ter op eene vermindering van den pacht prijs, indien gedurende een pachtjaar of pachtseizoen, tengevolge van buitengewone omstandigheden de opbrengst van het be drijf aanzienlijk minder is geweest dan bij het aangaan der overeenkomst te ver wachten was. Ten slotte is het recht van den pachter op een billijke- vergoeding van door hem aangebrachte verbeteringen afdoende ge- Of de Eerste Kamer haar goedkeuring zal geven aan de Pachtwetten, zooals die in de Tweede Kamer zijn gewijzigd en aange nomen, staat nog te bezien. Een groote meerderheid in de Tweede Kamer stond het 15 maanden geleden 65 (oa. de geheele Katholieke fractie) tegen 26 zal er zeker niet zijn. Als we de reeds gevoerde discussie lezen, dan mogen wij niet daaruit concludee- ren, dat alle bezwaren tegen de voorge stelde Pachtwetten vastzitten aan een fei telijk onchristelijke opvatting van het eigendomsrecht; er worden bezwaren naar voren gebracht, welke, indien ze juist zijn, ook kunnen èn moeten worden gevoeld door hen, die van het eigendomsrecht een christelijke opvatting hebben. Maar, helaas, kan toch anderzijds niet worden ontkend, dat er zijn onder de Senatoren ook onder die der rechterzijde die over het beschikkingsrecht, hetwelk de eigenaar over zijn bezit heeft, een opvatting aan hangen, welke radicaal verkeerd is ra dicaal verkeerd, d.w.z. in den wortel omdat die opvatting in strijd is met de christelijke leer, in strijd met de uiteenzet tingen over eigendomsrecht, gegeven in verschillende pauselijkeencyclieken. De tegenstand in de Eerste Kamer te gen de Pachtwetten is gegrond op een ver menging van bezwaren, die w e 1 en die niet voortkomen uit een o.i. in den wor- ter verkeerde opvatting wat de beoor deeling van de discussie niet erg gemak kelijk maakt. ONDER VOORZITTERSCHAP VAK HENDERSON HEEFT1 DINSDAG DE OFFICIEELE OPENING PLAATS GEHAD VAN DE GROOTE ONTWAPE NINGSCONFERENTIE TE GENEVE. EEN OVERZICHT TIJDENS DE OPENINGS ZITTING. EERSTE KAMER DE PACHTWETTEN. Aan de orde zijn de wetsontwerpen: nieuwe regeling van de pacht en regeling van de pacht-oommissies. Een katholieke tegenstander. De heer Blomj ous (R. K.) herinnert eraan, dat reeds bij de indiening dezer ontwerpen weinig geestdrift daarvoor be stond, vooral in rechische kringen. In 1930 begon reeds de crisis in het Landbouwbe drijf zich al te teekenen. Daarom was het een oardinale fout van de regeering, die wetsontwerpen toen te behandelen in de Tweede Kamer. Spreker is er van over tuigd, dat de landbouw noodig heeft de werking van den prijs om den grond nog ©enigszins op peil te houden. Die werking wordt aanzienlijk verminderd door deze ontwerpen. Het bezit van landerijen wordt nu veel minder aantrekkelijk gemaakt. De belegging van kapitaal wordt tegengehou den in plaats van bevorderd. Dat betee- kent ook bevordering van den ondergang der hypotheekboeren. Spreker bespreekt vervolgens eenige on- deraeelen van de ontwerpen. Een groot be zwaar acht spreker, dat het rendement van den grond niet meer bepaald wordt door den eigenaar. Er wordt door den pachter eenvoudig over doens beurs beschikt en ieder verzet daartegen is nietig. Het intro- duceeren van dit beginsel in onze omgeving is op zichzelf reeds een bezwaar voqr spr., om vóór de ontwerpen te stemmen. Het remissie-recht brengt een wanverhouding tusschen den eigen-grondgebruiker en den pachtboer. De laatste kan zich door ver minderde pacht aanpassen aan gewijzigde omstandigheden, maar de eerste, blijft on veranderd voor de lasten zitten. Spr. bestrijdt voorts het continuatie- recht. Dit zal een bron worden van voort durende oneenigheid tusschen pachter en verpachten. Gok hierbij wordt het recht van den pachter eenzijdig gesteld boven dat van den verpachter. De pachter kan wel, de verpachter geen herziening van den pachtprijs aanvragen. Vooral in dezen tijd van sterk schommelende grondprijzen is deze bepaling hoogst onbillijk. In deze ontwerpen ziet spr. een aantas ting van den grondeigendom als een eer sten stap op den weg naar opheffing van dien eigendom. De noodzakelijkheid van een zóó diep ingrijpen als deze ontwerpen doen bestaat allerminst. De verhouding tusschen pachter en verpachter is in het goed. De liberalen neigen tot tegen stemmen. De heer Gelderman (Lib.) vraagt zioh af, of deze wetswijziging wel urgent ie in dezen crisistijd en of het niet beter ia, daarmede te wachten tot een meer nor male tijd aanbreekt Nog in de laatste maanden heeft de. landbouw-orieis zich zeer veel uitgebreid. Dat het pacht vraag stuk niets te maken heeft met de crisis, is alleen in theorie juist. Ook de liberalen deelen de bezwaren tegen de openbare verpachtingen. Met de instelling van pachtoommissiea kunnen zij aocoord gaan, maar zij hadden liever haar taak meer bemiddelend gezien. In dit op zicht gaat het onderhavige ontwerp te ver. Groot bezwaar bestaat er tegen het oontinuatie-recht, zooals dit ia geformu leerd na aanneming van het amendement- Fleskens; dat de kantonrechter bij conti nuatie den pachtprijs kan bepalen, i8 uiterst bezwaarlijk, omdat hier een inbreuk wordt gepleegd op de contractvrijheid. Deze bepaling alleen reeds zal voor spr. en zijn partijgenooten een voorname reden zijn, om tegen de ontwerpen te stemmen. Een Chr. Hist, tegenstander. De heer v. Wassenaar van Cat- w ij k (C«H.) betoogt, dat voor de eigien ge- erfde hypotheekboeren het ontwerp het tegendeel van hulp brengt, omdat door verminderde vraag de grondprijzen zullen dalen. De noodzaak van het scheppen van het continuatierecht is door de regeering niet aangetoond. Dit grijpt zoo diep in ons burgerlijk recht in, dat het er volkomen door verknoeid wordt. De ontwerpen bedoelen den economisch zwak geachten pachter te beschermen, maar maken den verpachter geheel afhan kelijk van den pachter. De A. R. hebben ernstige bezwaren. De heer Diepenhorst (A.R.) be toogt., dat het pacht vraagstuk reeds vijftig jaren aan de orde is. Spr. gaat de geschie denis daarvan na. Hij meent, dat dit vraag stuk in rustige sfeer moet worden behan deld. Spr. ziet ook niet in, waarom verwerping dezer ontwerpen eenig politiek gevolg zou moeten hebben. Hen gaat voorts de vereischten na waar aan een goede pachtwetgeving moet vol doen. Het schijnt spr. wenschelij-k to breken met het fabeltje landbouwer-proletariër en groot-grondbezitter-kapitalist. De groo te grondeigenaar is hier niet de dominee- rende figuur. Ons land is het land van het klein grondbezit. Een regeling van de pacht, die het eigendom aantast, snijdt in eigen vleesch. Aan den anderen bant mag men een behoorlijke regeling van het pacht- vraagstuk niet tegenhouden en het niet doen voorkomen, alsof het lot van den pachter steeds den landeigenaar interes seert. De behoefte doet zich dan ook ge voelen aan een goede regeling van de pacht. Opgehouden dient te worden met het stellen van draconische bepalingen in pachtoontracten. De heer v. <L Sluis heeft in de Tweede Kamer daarvan verschillen de voorbeelden genoemd. De wetgever ia echter niet bij machte alle misstanden te vermijden. Er zal altijd teleurstelling blijven. Er is een breed ter rein, waar wettelijke maatregelen geen orde kunnen scheppen. Maar een kritiek punt is het reoht van continuatie, van verlenging, van nahuur. Onverdeeld is de tegenstand in vele krin gen, welker medewerking niet kan worden gemist voor een goede ontwikkeling van de pachtverhoudingen. Er is tegenstand van de verpachters, maar evenzeer onder de pach ters. Niet aannemelijk is gemaakt de recht vaardiging van de inbreuk op het eigen domsrecht. Spr. hlildigt niet he tindividua- lisme, dat de meest volstrekte beschikking over den eigendom wenscht. Het eigen domsrecht van den grond moet, volgens spr., veel minder absoluut worden opgevat dan dat van roerende zaken, maar verwer pelijk is de gedachte, alsof daaruit zou volgen een continuatierecht, zooals de re geering heeft voorgesteld. Onaantastbaar heid van den particulieren eigendom mag niet verdedigd worden, maar dan moet scherp gesteld worden de eisch van recht vaardiging van de inbreuk op het eigen domsrecht door het algemeen belang. Bijzondere voorzichtigheid wordt hier vereischt omdat zich hier stroomingen openbaren gericht op afschaffing van den particulieren eigendom van den grond. Een tweede principieel bezwaar is, dat dit continuatierecht een inbreuk is op ons geldende contractenrecht. De sociale ongelijkheid der partijen wordt als argument voor het continuatierecht aan gevoerd. Maar is die nog niet veel ongelij ker bij de partijen bij het arbeidscontract? En heeft men hier een reoht op voortzetting van het dienstverband? Men heeft zich in „allerlei bochten ge wrongen om juridisch het continuatierecht te verdedigen. Naast principieele bezwaren zijn er ook bezwaren van practischen aard. Sprekers conclusie is, dat het instituut van 't continuatierecht, nog verergerd door de vaagheid ten aanzien van de loopende contracten het hem en de a.r. fractie moei lijk maakt voor het ontwerp te stemmen. Een Katholiek voorstander. De heer Steger (R.K.) bespreekt de be zwaren tegen het continuatierecht, waaraan gekoppeld is de bepaling van den pacht prijs door den kantonrechter, wat voor ve len niet aanvaardbaar is. Hierdoor wordt- de eigendom niet alleen beperkt, zoo rede neeren zij, maar hier is sprake van sociali satie van den grond. Spr. meent intussohen, dat dit een ver keerde opvatting is. Het eigendomsrecht draagt een tweevou dig karakter; een persoonlijk en een maat schappelijk. Door een wet als de thans aanhangige wordt het beschikkingsrecht beperkt, maar dit is een gevolg van het sociale karakter Dit nummer bestaat uit drie bladen VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Eigenaardige naturalisatie van Hitier. (Buitenl., '2de blad). 1 Van een ophouden der vijandelijkheden tusschen Chineezen en Japanners is nog geen sprake. (Buitenl., 2de blad). Het aantal dooden te Cuba gedaald van 2000 tot 6(Buitenl. Berichten, 2de blad). BINNENLAND. Behandeling van de Pachtwetten in de Eerste Kamer. (1ste blad). Vergadering van den Tuindersvakbond van den L. T. B. (1ste blad). Roofoverval te Veldhoven. (Gem. Ber. 3de blad). De spoorwegaanslagen. Weer een nieuwe vondst (Gem. Ber. 3de blad). Het vergiftigingsgeval te Raalte. Ko lendamp de oorzaak. (Gem. Ber. 3de blad). Tegen de daders van de bankoverval aan de Veerkade te Rotterdam is heden vier jaar gevangenisstraf geëischt. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN De opening der Olympische Winterspe len te Lake Placid. (3de blad). De oefenwedstrijd van het „Ned. elftal" tegen Reading. (3de blad). De samenstelling der ploegen voor de Holland—België-wedstrijd (3de blad). WAT JAPAN OVER ONT WAPENING DENKTBladz. 6 WAT BEPAALT DE WIN KELSLUITINGSWET Bladz. 1 LEIDSCH CRISIS-COMITE. R. K. H.B.S. Opbrengst collecte 4.75. Wie volgt met een gift? Wij belasten ons gaarne met ontvangst en doorzending. ■van den eigendom. De vraag is maar of er bezwaar is tegen de toepassing van dit be ginsel in deze wet, z.i. niet. Nog een tegenstander. De heer Van der Hoeven (C.-H.) is van oordeel dat er wel degelijk in deze ont werpen van gedeeltelijke onteigening kan worden gesproken. De tegenwoordige tijd leent zich uiterma te slecht voor het maken van ingrijpende wetten als de aanhangige, do rust ontbreekt daartoe, men kan niet in de meest nabije toekomst zien. Daarom betreurt spr. de aan de ordestelling dezer wetsontwerpen. Spr. heeft tegen deze ontwerpen bezwa ren. Men zal er niet gemakkelijk meer toe komen zijn geld in grond te beleggen. De verhoudingen tusschen verpachters en pach ters maken deze wetten ook niet noodzake lijk; die verhoudingen zijn zeer goed op dit oogenblik, getuige hetgeen de heer Bakker in de Tweede Kamer heeft gezegd, die ati- ders van sociale maatregelen niet afkecrig is. Ook uit andere hoofde is spr. duidelijk ge wonden dat in tal van gevallen de pacht sommen worden verlaagd. Spr. vreest, dat het korps goede verpaoh- ters zwakker zal worden. Deze wet zal ertoe leiden dat vele grond eigenaren hun grond gaan verkoopen, lie ver dan gedurende jaren opgescheept te zit ten met een niet- gewilden pachter. Ook de pachters zelf willen deze regeling niet; zij zijn niet warm te maken voor dergelijke wetten, behoudens de enkelen, die politieke bijbedoelingen hebben. Spr. heeft onoverkomelijke bezwaren te gen het continuatierecht. Tegen de andere nieuwigheid de schadeloosstelling bij een onredelijke opzegging zou spr. minder be zwaar hebben, De vergadering wordt om half zes ver daagd tot hedenochtend elf uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1