DE KERSTNACHT IN BETHLEHEM.
BUITENLAND
WOENSDAG 13 JANUARI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. S
UIT DEN LEIDSCHEN RAAD.
Het nieuwe jaar was nauwelijks elf da
gen oud of de Leidsehe Raad kwam weer
bi n ter afhandeling van de nog altijd
niet vastgestelde begrooting voor 1932.
Tradii iq-getrouw opepde de Burgemees
ter de zittingen-reeks met een Nieuwjaars
rede, waarin hij hoe kon het anders
veel aandacht wijdde aan de huidige cri
sis. Terecht wees hij- erop, dat de crisis
een internationaal verschijnsel is, dat
nationale kortzichtigheid tot internatio
nale domheden heeft geleid en dat men
gedwongen zal zijn, de tering naar de ne
ring te zetten. Waarheden, welke niemand
in theorie ontkent, maar wier practiscihe
consequenties door velen slechts schoor
voetend worden aanvaard.
Het aanvaarden dezer consequenties
valt ook inderdaiad vaak hard en wie ze
heeft door te voeren zal onnoodige hard
heid dienen te vermijden, zal den juist en
middenweg moeten vinden. In dit verband
was 't beroep op samenwerking, door den
heer Wilmer, bij het beantwoorden van de
Nieuwjaarsrede van den burgemeester
gedaan, op zijn plaats.
Moge de gevraagde wederzijdsche waar
deering en de daarop gebaseerde samen
werking in dit jaar het rijk der vrome wen-
schen verlaten en werkelijkheid worden.
Na de wisseling der wensohen volgde
sluiting der deuren en onmiddellijk na dë
opening bleek, dat een te sluiten leening
onderwerp der geheime beraadslagingen
had uitgemaakt. Verleden jaar is nl. land
aangekocht door de gemeente achter de
Oegstgeesterlaan en de Mariënpoelstraat.
Zulke aankoopen zijn volgens de Gemeen
tewet onderworpen aan de goedkeuring
van Ged. Staten, die dergelijke besluiten
hebben te toetsen aan de eischen van een
richtig financieel beleid. Nu zijn Ged. Sta-
ten van meening, dat de gelden voor dezen
aankoop gevonden moeten worden in een
leening op langen termijn en niet mogen
worden geput uit de ofschoon voorhan
den zijnde kasgeldmiddelen. Een zon
derling lijkende methode, om de gemeen
te tegen haar wil en zonder gebleken nood
zakelijkheid een leening op te. dringen,
waaraan geen behoefte is.
Doch graag of niet, wilde de gemeente
de gronden koopen, dan was men gedwon
gen de leening te aanvaarden. B. en W.
hadden inmiddels het Pensioenfonds voor
Oost-Indische Militairen bereid gevonden
om het benoodigde bedrag van 250.000
te fourneeren. De zaak werd spoedeischend
aan de orde gesteld, want het aanbod
moest nog op dien eigen dag worden ge
accepteerd. Een oogenblik later bleek de
kwestie toch weer niet zóó dringend als
voorgesteld was, want de credietgever
werd bij de eerste de beste strubbeling
bereid gevonden om het aanbod niet met
twee of drie dagen, maar zelfs met veertien
dagen te verlengen!
Het heeft er veel van weg, alsof de ur
gentie van dergelijke voorstellen meer te
zoeken is in de wenschelijkheid, om de
raadsdebatten te bekorten.
In deze overrompelingspolitiek schuilt
evenwel een gevaar, al geven wij toe, dat
het achterwege blijven van breedvoerige
debatten §een verlies beteekent. Het ge
vaar kwam dezen keer aan het licht, toen
de heer Schüller, wellicht zonder de ge
volgen van zijn vraag te overzien, aan B.
en W. vroeg, of zij wisten, dat er een
„windreoht" op die perceelen rustte. Daar
aan had niemand bij de aankoop gedacht,
maar het bleek juist te zijn.
Dit z.g. windreoht is een servituut, dat
gevestigd kan worden op een stuk grond
ten voordeele van een aangrenzende wind
molen en waarbij verboden wordt om
door het optrekken van gebouwen boven
een bepaalde hoogte den wind weg te ne
men, benoodigd voor het aandrijven van
dien windmolen. Zoolang dit windrecht op
het land rust, is het als bouwgrond waar
deloos; wil men op het land bouwen, dan
moet dat recht worden afgekocht.
Het onverwachte opduiken van dit ser
vituut maakte den raad duidelijk, dat de
gekochte grond duurder zou zijn, dan de
koopsom bedroeg en velen zagen reeds in
de niet-aanvaarding der door Gedeputeerde
Staten geëisohte leening een middel om
van dien koop af te komen. Op dat oogen
blik was echter niet te overzien of de
meerdere kosten een zoodanige handelwijze
rechtvaardigden en. daar inmiddels bij te
lefonische navraag de urgentie van het
voorstel toch niet zóó heel groot was ge
bleken, werd de kwestie uitgesteld tot over
veertien dagen.
De daarna gedeeltelijk voortgezette be
handeling der begrooting wij zitten nog
in de uitgaven levert weinig stof tot
bespreking. Een voorstel-Groeneveld om
subsidie voor het Instituut van Arbeiders-
EEN REIS NAAR HÈT H. LAND.
DR. FELIX ROJTTEN.
Yan de Grieksch-orthodoxe basiliek
kwamen wij in een andere kerk, ik had
haast gezegd in een Europeesche: de kerk
der paters Franciscanen. Hier zullen de
groote plechtigheden plaats hebben in
dezen heiligen nacht. En van deze kerk
komen wij door gangen vol brokkelingen
van verval in het groote nieuwe hospitium
dat de paters hier gebouwd hebben en
waar tweehonderd pelgrims plaats vinden.
Kier gebruiken wij ons middagmaal; hier
zullen we ook voor den avond samenzitten.
Dan zijn er ongeveer 150 pelgrims aanwe
zig. Maar het getal is geringer dan dat
van andere jaren. Ook de menigte in de
stad, van de omliggende plaatsen geko
men, is veel geringer dan ooit te voren.
De groote wereldcrisis heeft de vreemde
lingen teruggehouden en de koude, het
onzekere weer, hield de inheemsohe be
volking verre. Het is onbegrijpelijk voor
ons, die een week lang reisden, hoe niet
iedereen hier heenkomt, die geboren
werd in de schaduw dezer bergen. Zoo
wordt de menseh zelfs ook met het aller
hoogste en heiligste vertrouwd. Want zij
waardeeren het moeilijkst bereikbare het
meeste.
Er blies een koude wind.
Om half twee begint het feest, op den
voordag vóór Kerstmis. De lucht is nu dun
geworden, de wolken schaarscher, de zon
zal het winnen. Maar er blaast een koude
wind. Nu is het groote, langwerpig-smalle
plein met mensoRen gevuld. Op de platte
daken der huizen stijgen de bewoners, kleu
rig en druk, in hun bonte gewaden en het
gewapper der witte sluiers. De Engelsehe
politie heeft de „Union Jack" ontplooid
en de pausvlag wappert van de Francis-
caansche terrassen. De groote lichtkande-
laber, die het mid en van het plein mar
keert en een toplamp draagt in den vorm
eener ster, staat te branden tot verhoo
ging der feestelijkheid. In groepen wemelt
het volk, Europeanen en Oriëntalen door
elkander. De venters en marskramers
schreeuwen om het hardst, en de vreem
den trachten naar goede kijkplaatsen. Mu
ziekkorpsen van geüniformeerde jongens
treden aan, een koor van zangers stelt
zich op. Daar beginnen de klokken te lui
den.
Het gonzend geluid stijgt tol een blij
geroezemoes. Uit het héél kleine poortje
'der basiliek verschijnen rijen van bruine
monniken, van priesters en seminaristen
in roket. Langs den weg dien zij gaan, zijn
kinderen geschaard, weesjes en scholieren
door nonnen geleid. De processie schrijdt
voort, onder het gewapper van meerdere
kerkvanen.
Daar springt een klein dapper paardje
uit de hoofdstraat tusschen de menigte. In
het zadel zit een gebaard priestei\ Hij
draagt een kruis op hoogen standaard. En
achtei dezen middeleeuw schen ruiter
volgt de auto van den hoogwaardigheids-
bekleede. die het feest komt meevieren:
de beja_.de patriarch van Jerusalem. De
eerbiedwaardige grijsaard in groot kardi
naalsornaat. Zijn hand teekent het kruis
over de menigte. De stoet keert terug
naar de kerk, met den hoogen gast. Er
klinkt gezang, gejuich, e.i de muziek der
jeugdkorpsen speelt, terwijl de klokken
be.cren.
En alles perst door het kleine nauwe
poortje naar binnen. Je moet je haast in
tweeën vouwen om er binnen te dringen.
Het is het poortje der orthodoxen. Niets
van het bestaande word^ hier gewijzigd.
Alles blijft onve- lerd. En ieder jaar
buigt de patriaroh er het hoofd onder den
lagen boog, schrijdt hij met heel zijn stoet
schuin door de kerk, die eerst veertien da
gen later het Kerstfeest viert en deze
plechtigheid gen blik waardig keurt. Maar
in het aangrenzend heiligdom, een arme
kerk alsof ze ergens in Zuid-Italië stond,
n^t tuinstoeltjes gemeubeld, weerklinkt
het plechtig „Te Deum".
De r- ote liturgische ceremon'e* zullen
eerst dezen nacht plaats hebben. Zij be
ginnen om half elf; zij duren tot half drie
na middernacht.
Intusschen zijn wij vrij om ons door het
stadje te bewegen. Wij gaan kijken in op
getogenheid. Voor dezen eenen keer, dat
wij in Bethlehem mogen toeven, willen
wij alles zien en alles in ons opnemen, om
voor het heele verdere leven een beeld te
kunnen meedragen van dit oord, gezegend
onder alle steden en vlekken der aarde.
Zullen wij nu naar „het veld der herders"
gaan, dat een uur verder ligt in de diepte,
halverwege de vallei, naar het Oosten af-
dalendL. Maar de wegen zijn slecht!
Het veld der Herders.
Neen, wij zullen niet naar het veld der
herders gaan. Het is vermoeiend en ver.
Maar wij gaan naar het kerkhof van Beth
lehem, en hiervandaan kunnen wij heel de
verte overzien, met den heuvel waar de
akker ligt, die even omhooghelt en als een
middelpunt vormt in het prachtig pano
rama.
De bergen van Moab sluiten het verge
zicht af. Zij lijken niet verder weg dan een.
uur. Zij zijn grauw-blauw; daarheen nalen
de lijnen van het latid, kaneelbruin en geel,
en paarsig onder de schaduw der wolken,
als in een eindelooze daling van terrassen
en trappen verglijdend. Daarboven woelt
het blauw van den hemel open. Heel dit
landschap is door het teere, zacht-zilver-
groene loover der olijven overdonsd. Het
ligt in grootsche verdieping, breed en
prachtig, naar den hemel van het Oosten
open.
En plotseling schreeuwen wij het uit:
de regenboog! Een stuk van de kleurige
hemelbrug daalt over wolken en bergen af
op het land, juist over den akker der her
ders heengebogen. En het is als zag ik den
hemel zelf hier met een zichtbare hand de
aarde aanraken. Altijd ontroerend ge
zicht: want deze boog is een teeken van
bet verbond, dat er is tusschen God en het
geslacht der stervelingen. Hij beteekent
vrede.
Vrede: en met dit woord daalt de Kerst
misstemming in ons hart. Hier werd, r-
op deze plaats dus, in den aanvang van
het nieuwe Verbond aan de wereld op
nieuw de vrede verkondigd. Hier werd het
aan arme herders bericht. „Het heil der
wereld is geboren". Hier werd het den
oenvoudigen gezegd, en zij konden het niet
vatten, noch begrijpen. In Bethlehem zelf
was geen plaats voor het groote Geluk:
de herberg was vol betalende en rijke men
sehen: voor het arme Paar, voor Maria en
Jozef, was er geen plaats. Voor het Kindje
was er geen welkom. Er was noch bedje,
noch schutse voor Emmanuel. Slechts os
en ezel zagen verwonderd toe. En de pleeg
vader stond hulpeloos naast de bezorgde
Moeder, die het Wicht in haar sluier en
mantel had gehuld, toen de herders zich
opmaakten om de stemmen des hemels te
volgen.
Daar was het chis, dat de herderkens
lagen te wachten
En heel de sublieme Kerstmispoëzie
bloeit uit het landschap voor mijn staren
de oogen op. Daar rezen de arme veehoe
ders op, waar zij gelegerd lagen bij hun
brandende wachtvuren tusschen de dom
melende kudde. Wie had hen dan ooit dit
wondere toegevoegd? „Vrede op aarde."
ruischten» de sferen. „Vrede" zongen de
hooge hemelen, en wenkte de lichtende
verte. „Vrede" golfde het in klanken en
stemmen van over de bergen waar de ster
ren bloeidenToen zagen zij wel naar
de stad omhoog, waarheen de verkondi
gers wenkten en wezen. Maar de stad lag
daar stil en sliep. En voor het eerst dat
die boodschap des vredes klonk, dat het
wcord waarin alle geluk schuilt voor de
menschen tot de aarde werd gesproken,
ja, dat de hemel zich a-ls tot een mystieke
omhelzing naar de wereld neigde en haar
het wonder der liefde toedroeg met open
armen, was er niemand om het te aan
vaarden, niemand om er dankbaar naar t.e
reiken: en die het hooren mochten, armen
en eenvoudigen, waren niet in staat om
het te verstaan.
En de. ontroerende kleuren van het ver
haal vullen voor mijn verbeelding het
breede landschap: de koningen die van het
Oosten komen, van de zijde der Doode Zee
waar ginds die prachtige bergketen blauwt
de trawanten van Herodes die aanstormen
van de tegenovergestelde zijde, waar de
toppen van Jerusalem blikkeren, en zich
storten op de weerlooze stad, waar het
geschrei weerklinkt van de radelooze moe
ders en de wichten, die zij niet te be
schermen weten; en daartusschen over 4en
berg heen, die bruin en purperig zijn si rak
ken boog houdt gespannen boven de olij
ven in menigte, zilverig wolkend, de vlucht
.van het Paar op den ezel, zooals er nog
overal hier mannen en vrouwen op hun
lastdier stijgen en trekken, her en der
En. ik sta nog droomend stil voor het
wondere landschap, als de eerste ster in
den zuiveren, groenblauwen hemel brandt.
En ook nu verkondigt zij, als eenmaal haar
zuster in dezen hemel, de groote blijd
schap.
een voorstel-Knuttel om de uitgaven voor
volksfeesten te beperken, en een voorstel
van mevr. Braggaarde Does inzake in
stelling van een gemeentelijke kindcrbe-
waarplaats. Een motie van den commu
nist om er bij het bestuur van de openbare
leeszaal Reuvens op aan te dringen de
„Tribune" weer ter lezing neer te leggen
werd eveneens afgewezen.
De sociaal-democraten stemden vóór de
motie met een beroep op de vrijheid van
meeningsuiting, een vrijheid, welke zij al
tijd voor zichzelf opeischen en voor de be
strijders van hun gemeenschappelijke
tegenstanders, maar welke zij evenmin
als ieder ander onbeperkt willen aanvaar
den, zoodra van die vrijheid ten hunnen
nadeele wordt gebruik gemaakt.
Mr. Beekenkamp wees er terecht op,
dat hier geen sprake was van wering van
communistische lectuur, maar van minder
waardige, van pornografische lectuur. De
communist noemde dat alles heel geoor
loofd, het doel heiligt bij hem de middelen.
O wee, als de Jezuieten zulk een stelling
eens werkelijk verkondigden!
De Christelijk-Historische heer v. d.
Reijden maakte zich nog boos, toen de
Moscovietisohe atheïst den godsdienst een
schadelijke massa-suggestie noemde. De
rest van den raad reageerde niet eens op
die ^belachelijke nonsens.
Overigens volgde ook ditmaal de raad
den meer en meer gebruikelijken weg en
stelde het niet afgemaakte gedeelte van
de agenda uit tot den volgenden keer.
DUITSCHLAND
DE AMBTSDUUR VAN HINDENBURG.
Het volk zal kiezen.
Nadat Hugenberg en Hitier namens de
Duitsch-nationalen en de Nationaal-socia-
listen verklaard hadden, dat zij er niet toe
konden medewerken om den ambtsdunr
van rijks president von Hindenburg door
een grondwetewijziging te doen geschieden,
heeft de rijkskanselier dr. Brüning den
rijkspresident verslag uitgebracht over
deze aangelegenheid. Tresident Hinden
burg heeft daarop dr. Brüning verzocht
geen verderf pogingen meer aan te wen
den om deze kwestie via het parlement tot
oplossing te brengen.
FRANKRIJK
DE FRANSCHE REGEERING
AFGETREDEN.
Herriot's partij doet niet mee.
Gisteravond om 8 uur heeft de Fransche
premier Laval verklaard, dat de ministers
en onderstaatssecretarissen zich oon 10 uur
naar het Elysée zouden begeven, om den
president der republiek, Doumer, hun ont
slag aan te bieden.
NOORDWIJKERHOUT.
LAVAL, de president van het gisteren
afgetreden Fransohe Kabinet.
Voordat dit besluit werd genomen, had
de premier besprekingen met verschillen
de politieke leiders o.w. den leider der ra
dicalen, Herriot, en den sooialistischen lei
der Léon Blum. Met eerstgenoemde had
Laval eèn bespreking, die een uur duurde
en na afloop daarvan deelde Herriot mede,
dat de premier een vertegenwoordiging in
de regeering had aangeboden, die in over
eenstemming was met de sterkte der radi
cale partij en hem persoonlijk hef ministe
rie van Buitenlandscke Zaken had aange
boden. Herriot weigerde een verdere ver
klaring af te leggen en begaf zich onmid
dellijk naar de Kamer, waar de radicaal-
socialistische Kamerfractie bijeen was ge
komen, om het voorstel van den premier
te bespreken. Al spoedig bleek, dat de ra
dicaal-socialisten niet bereid waren deel
te nemen aan de regeering en de bespre
kingen liepen hoofdzakelijk over den tekat
van het antwoord, waarin de verwerping
werd gemotiveerd. Nadat Herriot den pre
mier van het eenstemmig besluit zijner
fractie op de hoogte had gesteld, nam La-
val bovenvermeld besluit.
Hedenochtend begint Doumer met de
gebruikelijke besprekingen en het is waar
schijnlijk, dat ten slotte toch weer Laval
met de vorming van een kabinet zal wor
den belast, aangezien de oppositiepartijen
haar houding niet zullen wijzigen en kort
voor de verkiezingen niet de verantwoor
delijkheid van het bewind op zich zullen
willen nemen.
ENGELAND
GRAAN-CONTINGENTEERING IN
ENGELAND.
Plan nader uitgewerkt.
De Britsche minister van Landbouw
heeft medegedeeld, dat hij gisterochtend
een conferentie heeft gehad met de verte
genwoordigers van de verschillende groe
pen der bevolking, die belang hebben bij
het regeeriiigsvoorstel tot contdngentee-
ring van den invoer van graan in Egeland.
Het herziene contingenteeringsplan, dat
eenigen tijd voor het bijeenkomen der con
ferentie onder de organisaties was ver
spreid, ten einde geleegnheid te geven tot
onderlinge bestudeering, werd uitvoerig
besproken en algemeen kwam men tot de
overtuiging, dat dit plan voor uitvoering
vatbaar is. Dientengevolge zal ©en oom
missie worden ingesteld, welke met het mi
nisterie van Landbouw zal samenwerken,
teneinde de bijzonderheden uit te werken,
welke, na goedkeuring door de regeering,
wettelijk zullen worden vastgelegd.
Met betrekking tot het contingentee
ringsplan meent men te weten, dat jaar
lijks ongeveer 15 pijt. Engelsch graan zal
worden vermalen. Het plan zou voorts
maatregelen bevatten met betrekking tot
den invoer van meel. Het Britsche contin-
genteeringsbeginsel zou worden toegepast
op meel, afkomstig uit het buitenland of
de Dominions. Er zou een controle-organi
satie worden gevormd, samengesteld uit
Britsche landbouwers. Deze zal toezicht
VELDWACHTER STEENVOORT.
Wij plaatsen hierbij een foto van den
heer J. Steenvoort, wien dezer dagen door
den Commissaris der Koningin in deze
provincie eervol ontslag is verleend als
gemeenteveldachter en die den dienst met
pensioen gaat verlaten.
Veldwachter Steenvoort was reeds 27
jaren bij de politie.
Op 1 Januari 1905 werd hij aangesteld
tot agent 3e klasse te Schiedam. Een
jaar later volgde zijn bevordering tot agent
2e klaése en 1 Januari 1911 tot agent le
klasse. Den 20en Maart 1912 werd hij be
noemd tot gemeente-veldwachter van
Noordwijkerhout, welke functie hij tot en
met 31 December jl. mocht vervullen.
Ieder Noordwijker, oud zoowel als jong,
kent Steenvoort, die zeer populair is. Men
zou het dezen kranigen figuur niet aan
zien, dat hij reeds den pensioengerechtig
den leeftijd bereikt heeft. Hij gaat ons
dan ook nog niet verlaten. Met ingang van
1 Januari 1932 is hij aangesteld tot ge-
meentebode en bij buitengewone gelegen
heden zal hij ook zijn oude politie-colle-
ga's nog kunnen assisteeren als buiten
gewoon agent, waartoe hij eveneens is
aangesteld.
Wij hopen, dat hij deze functies nog vele
jaren moge waarnemen, maar tevens
eenigszins profiteeren van het toe te ken
nen pensioen, dat hij toch zeer zeker ver
diend heeft, vooral de laatste jaren, toen
bij een klein politiekorps de werkzaamhe
den der politie sterk in omvang toenamen,
zoowel op het gebied van het verkeerswe
zen als bij de handhaving, van alle moge
lijke wetten en verordeningen.
uitoefenen op den afzet, terwijl zij tevenp
faciliteiten zal kunnen verleenen voor het
opslaan van graan in geval van een Brdbsch
oogstoverschot. De gewaarborgde prijs zou
worden vastgesteld na een onderzoek, in te
stellen door een officieele oommissie van
het ministerie van Landbouw.
Het plan zal geheel afgescheiden wor
den gehouden van een eventueel graan-con-
tingenteeringsplan voor het Britsche rijk,
dat wellicht op de eerstkomende rijkscon
ferentie zal worden
SPANJE
DE ONRUST IN .SPANJE.
De brand van het Jesuietenhuis te Ona.
Omtrent den brand van het Jesuieten
huis te Ona in de provincie Burgos, deel
de de minister van binnenlandsche zaken,
Casares Quiroga, Zaterdag j.l. aan de ver
tegenwoordigers van de pers mede, dat het
betreffende gebouw een der grootste
Jesuietenhuizen in Spanje is. De gouver
neur der provincie had den minister be
richt gezonden, dat hij de brandweer van
Burgos, onmiddellijk na ontvangst van het
bericht omtrent den brand, naar Ona ge
zonden heeft.
Volgens tot nu toe binnengekomen be
richten, is vrijwel het geheele gebouw in
vlammen opgegaan. Reeds eenige dagen
tevoren was in hetzelfde klooster reedt
een begin van brand veroorzaakt, die
toen echter nog tijdig gebluscht kon wor
den.
„El Debate" door de politie in beslag
genomen.
Het nummer van „El Debate" van 8 Ja
nuari bevat het bericht, dat de procureur-
generaal der republiek een aanklacht
heeft ingediend tegen het blad wegens be
paalde ideeën die naar voren gebracht wer
den in het hoofdartikel van het nummer
van 7 Januari j.l.
De laatste edities bestemd voor de pro
vincies werden door de politie op de sta
tions in beslag genomen en tevens werd
aan alle politiebureaux telegrafisch order
gegeven, om de edities die reeds waren
aangekomen, eveneens in beslag te nemen.
Het hoofdartikel van-het bedoelde num
mer bevat een felle aanklacht tegen de
regeering, met name tegen minister-presi
dent Azaua, wien verweten wordt, dat hij
de civiele garde niet krachtig genoeg ver
dedigt.
Een fel verwijt richt het blad vooral ook
aan de socialistische minitsers. „Met hen
zoo heet het in het bewuste artikel, „kian
men niet regeeren, kan men zelfs den meest
elementairen plicht van regeerder niet
vervullen, welke is: de orde te handhaven".