DE CRISIS-INVLOED OP HET
BEDRIJFSLEVEN.
KERKNIEUWS
STADSNIEUWS
Agenda
MAANDAG 4 JANUARI 1932
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Verschenen is het rapport over de resul
taten van een onderzoek naar de bedrijvig
heid op 1 October 1931 in de fabneks- en
scheepsbouwnijverheid, het mijnwezen, de
koopvaardij en in het havenbedrijf, welk
onderzoek is ingesteld met medewerkiug
van de Arbeidsinspectie, van de Inspectie
van den Havenarbeid, het Mijntoezicht en
de Scheepvaartinspectie, en is geschied
door den directeur-generaal \an den Ar
beid ingevolge opdracht van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid, om op
korten termijn een onderzoek in te stel
len naar de bedrijfstoestanden in de ver
schillende industrieën, teneinde te kunnen
doen nagaan, in hoeverre de crisis-invloed
zioh op het bedrijfsleven deed gelden.
Aan het rapport wordt ontleend, dat
8704 vragenlijsten werden verzonden aan
de hoofden der industrieels bedrijven, die
normaal 10 of meer fabneks- of werkplaats-
arueiaers plegen te hebben en dat van deze
circulaires 7382 werden terugontvangen.
Onuer de bijna 1400 ondernemers, die de
vragenlijst niet terugzonden, bevinden zich
slechts zeer weinig vooraanstaande in-
dustrieelen.
Verschillende ondernemers gaven niet
onduidelijk te kennen, dal zij het nut van
dergolijke onderzoekingen niet inzagen.
Over het geheel kon niet worden ontko
men aan den indruk, dat de industrie voor
een belangrijk deel slechts traag aan dit
onderzoek heeft willen medewerken. L)e
antwoorden waren dermate onvolledig in
gevuld, dat herhaaldelijk navragen noodig
was; het aantal ondernemers, die naast
de verstrekking der enkele cijlersgegevens
de waarde hunner inzending verhoogden
door uitvoerige zakelijke opmerkingen was
gering.
Het beeld, dat bij het onderzoek per 1
October j.l. werd verkregen, kan in het
kort als volgt worden weergegeven:
Groep I (steen-, glas-, aarde
werk).
De toestand in de aardewerk- en glas
industrie is zeer slecht; in de baksteenin
dustrie en kalkzandsttenindustrie treeut
verslapping in. in do geheele groep i» de
personeelsbezetting ongeveer 15 pet. ach
teruitgegaan, m veigelijking met 2 jaar ge
leden.
Groep II (diamantbewerking).
Toestand critiek. Op dit oogenblik werkt
slechts 1/5 der bezetting van 2 jaar gele
den en niet meer dan 1/10 der bezetting
van vóór den wereldoorlog.
Groep
(typografie).
Toestand normaal op 1 October 1931,
zelfs geringe personeelstoename, die ech
ter thans voor teruggang dreigt plaats te
maken, daar het arbeidsaanbod toene
mend is.
Groep IV (bouwbedrijven).
De toestand is aanmerkelijk S'lapper dan
1 jaar geleden, ofschoon niet zoo onrust
barend als oppervlakkig wordt aangeno
men. Bepaalde cijfers omtrent de perso
neelsbezetting staan niet ter besciukjuug.
Het feit, dat over de verloopen 9 maanden
van 1931 25 millioen gulden minder is aan
besteed dan in 1930, maakt het aanneme
lijk, dat de toestand op dit oogenblik in net
bouwbedrijf niet bepaald rooskleurig is.
Groep V (chemische nijver
heid).
Niettegenstaande de oprichting van 2
groote stikstof fa brieken (die, beiioorende
bij de Staatsmijnen, bleef buiten het ou-
derzoek), is deze industrie over het geheel
in personeelsbezetting achteruitgegaan.
sedert jaren verminderde vraag naar het
artikel en de moeilijkheden bij den export,
vooral naar Engeland, door de daling der
valuta.
Groep XI, XII, XIII (Metaal
bewerking, machinebouw,
scheepsbouw).
Toestand buitengewoon ongunstig. De
personeelsbezetting in de geheele metaal-
groep is 36 pet. minder dan 2 jaar geleden.
Het indexcijfer der werkloosheid voor do
metaalnijverheid zal op dit oogenblik hon
ger zijn dan het laatst bekende cijfer (eind
Augustus j.l.), toen het 20 was. Dit cijfer ib
na 1923, toen het bijna een jaar schommel
de tusschen 18, 20 en 19, niet meer bereikt.
Zooals gezegd, zal het op dit oogenb.ik
naar alle waarschijnlijkheid hooger zijn.
De maohine-nijverheid ondervindt in
hooge mate den invloed der stagnatie m
de Indische cultures en in den scheeps
bouw.
De scheepsbouw sukkelt reeds jaren mot
een tekort aan opdraohten, als gevolg vui
het teveel aan scheepBruimte. Wol was
een tamelijk werk gevend jaar, doch
verliesgevende prijzen. Werven, die vuii
nieuwbouw levên moeten, zijn reeds sedert
jaren zelden in de gelegenheid winst te
maken, doch accepteeren in het gunstigste
geval orders, die zoo min mogelijk verlies
geven.
Gezien den internationalen toestand,
teekent de situatie zich voor de naaste toe
komst uiterst somber af; de personeels
bezetting met 60 pet. verminderd.
Groep XIV (Papier).
Toestand niet gunstig. Personeelsbezet
ting 15 a 16 pet. achteruitgegaan, hoofdza
kelijk als gevolg van de stagnatie bij onze
exportindustrieën.
Groep XV (Textielnijver
heid).
Met uitzondering der dekenfabrieken,
sajetfabrieken, kunstzijdefabrieken en
uettenfabriekeu, die vrijwel normaal wer
ken, is de bedrijvigheid in de overige dee-
len der textielnijverheid verminderd. De
wollenstoffenindustrieën staan er op dit
oogenblik nog beter voor dan de katoen-
inuustrie. Voor de geheele groep XV be
loopt de personeelsaohteruitgang ongeveer
16 pet., vergeleken bij 2 jaar geleden. De
in Twente sterk toegenomen rationalisatie
mag hier met buiten beschouwing worden
gelaten. Ditzelfde geldt voor de kunstzijde-
industrie, waar bij sterke inkrimping vau
personeel zelfs productieverhooging is tut
stand gebracht.
Groep XVI (Vervaardiging
van gas en electriciteit).
Toestand' normaal (zio hieronder ook
„Overheidsbedrijven1').
Groep XVII (Bereiding van
voedings- en genotmiddelen).
XVHa. (Bakkerijen). Bedrijvigheid nol-
maal. Personeelstoename ongeveer 4 pet.
XVllb (Graanmalerijen en meelfabrie-
kenj. Bedrijvigheid normaal; meer werk
door uitvoering Tarwewet.
XVIlc (Zuivelindustrie). Personeelsbe
zetting iet® toegenomen, doch algemeene
toestand ongunstig.
XVlId (Tabaks en sigarenfabrieken).
Personeelsbezetting toegenomen, toestand
over het geheel bevredigend.
XVIIe (Overige bedrijven), Iets achter
uitgelopen. Personeelsbezetting met 5
pet. verminderd. Algemeene toestand voor
tal van bedrijven niet gunstig.
Zee-scheepvaartbedrijf.
sociaal-demooratie hecht aan bepaalde
staatsvormen, aan de Democratie, terwijl
het communisme op het standpunt staat
van de dictatuur voor het proletariaat.
Dit principieele verschil heeft Schmidt ont
weken. De leiders van de sociaal-democra
tie waren zoo samengegroeid met den bur
gerlijken staat, dat ze, toen de oorljog uit
brak, overliepen naar de bourgeoisie en
contra-revolutionair werden. Schmidt heeft
gezegd, dat hier twee richtingen debattee-
ren, die zicb beide revolutionair noemen.
Dit is onjuist. Een van beide richtingen
noemt zich revolutionair maar is in wezen
contra-revolutionair. Men kan het commu
nisme verwijten wat men wil, maar niet,
dat het zich een oogenblik heeft afgogeven
met het kapitalisme.
Wannei Schmidt beweert, dat de link-
sche sociaal-democratie haar plicht heeft
gedaan. Jan is dat. een misvatting, waarbij
spreker slechts heeft te herinneren aan na
men als Kautsky en Otto Bauer. Schmidt
heeft gezegd, dat de arbeiders met de so
ciaal democratie in den oorlog zijn gegaan
en de revolutie hebben verloren. Laat dit
een ernstige waarschuwing zijn. Met de
communisten heeft het proletariaat den
oorlog den dolkstoot gegeven en de revolu
tie gewonnen. De massa moet los gemaakt
worden van de sociaal-democratische lei
ders en het revolutinaire instinct dezer ar
beiders moet omgezet worden in revolu
tionair bewustzijn. De arbeiders zullen
moeten begrijpen, dat Schmidt revolutio
naire woorden gebruikt maar contra-revo
lutionaire daden doet. Schmidt wil de een
heid met iemand als Albarda, spr. echter
wil de eenheid met de sociaal-democrati
sche arbeiders tegen de bourgeoisie en te
gen haar laatste steunpunt, de sociaal-de
mocratie.
Schmidt repliceerend, zegt, dat De Vis
ser niet,is ingegaan op de hoofdpunten.
Hel is een leugen, het voor te stellen als
of spreker de eenheid met Albarda wil,
juist op liet moment, nu her felste oonflict
tusschen de links-socialisten en partijlei
ding uitgebroken is.'Als spr. had geweten,
dat De Visser van de vergadering een
propaganda-vergaderirfg had willon maken,
had hij zijn rede ook anders gehouden.
In Duitschland, waar de situatie voor de
communisten het gunstigst moet zijn, gaan
zij bij het Volksentscheid met de fascis
ten samen. (Rumoer). Terwijl zich in
Duitschland een revolutionaire groep arbei
ders uit de sociaal-democratie afscheidt in
de Socialistische Arbeiders Partij, die de
eenheid wil wijzen de Duitsche communis
ten deze eenheid af. Zij zijn nog niet zoo
ver dat ze inzien, dat in de huidige kapi
talistische ontwikkelingsfase alleen mas
sale bewegingen van belang zijn. De O. P.
H. voert een kleine incidenteele terreur-
politiek. Wanneer de massa der georgani
seerde arbeiders werkelijk naar eenheid
streeft, zal dat geschieden over de secto
der C. P. H. heen.
De heer L. de Visser zegt in tweede in-,
stantie, dat Schmidt heeft verklaard, dat
hij in fel conflict met Albarda staat. Maar
dat is al zoo dikwijls voorgekomen. Dat
heeft Schmidt gezegd voor hij capituleerde
inzake de Liga tegen 't imperialisme en
ook doordat hij zijn weekblad „De Socia
list" ophief. Schmidt heeft gesproken over
de communistische medewerking aan het
fascistische Volksentscheid tegen de Brü-
ning-regeering. Maar als twee hetzelfde
doen is dat nog niet hetzelfde. Schmidt
ill Holland en Seydewitz in Duitschland
hebben met hun linksche politiek slechts
de bedoeling, de arbeiders van de commu
nistische partij af te houden.
Beide sprekers krijgen nog eenige minu
ten voor dupliek. De heer P. J. Schmidt
ontkent, dat de links-socialisten ooit in po
litiek hebben gecaputileerd. Wel heeft men
zich dikwijls onttrokken aan organisatori
sche conflicten, maar dat hebben de com
munisten zoo dikwijls gedaan. Indien een
communist de moed zou hebben, één tien
de van de critiek uit te oefenen op de 0. P.
H., die spr. op de S. D. A. P, had, zou deze
criticus al lang uit de C. P. H. zijn gezet.
(Luid applaus).
De heer De Visser houdt vol, dat
Schmidt de eenheid met de leiders wil.
Het proletariaat kan echter alleen de over
winning behalen onder de vanen van het
communisme. (Luid applaus).
Hoewel de vergadering af en toe rumoe
rig was en het somtijds interrupties re
gende. verliep de vergadering in het alge
meen in de beste orde.
Te Wassenaar is overleden, 45 jaar
oud, de heer H. A. B u r g e r h o u t, oud-
dirocteur, later gedelegeerd commissaris,
van Burgerhout's Machinefabriek en
Scheepswerf te Rotterdam en stichter van
de vliegbootenfabriek „Aviolanda" te Pa-
pendrecht.
Ir. R. A. van S a n d i c k, algemeen
secretaris van het Koninklijk Instituut van
Ingenieurs en hoofredacteur van het week
blad ,,De Ingenieur", is bij zijn aftreden als
zoodanig door de leden van het Instituut
en door zeer velen buiten dien kring te
's-Gravenhage gehuldigd.
Door het Aartsbisdom is aangekocht
de villa „Columbia" te Bussum. De bedoe
ling is, dat deze villa wordt bestemd voor
centraal opleidingshuis voor catechisten
voor het K. J. V. werk in het Aarts
bisdom. Tot nu toe werden deze cate
chisten nog te Breda opgeleid.
De collecte, welke in het geheele
Aartsbisdom is gehouden ten behoeve
van den bouw van het nieuwe Klein-Semi-
narie te Apeldoorn, heeft een bedrag van
f 350.000 opgebracht.
In plaats van te Nijmegen wordt te
Nuland, op een gedeelte van het terrein
Mariaburg" een studiehuis opgericht voor
de studenten der wijsbegeerte van de Pa
ters der H. H. Harten, alsmede tot
huisvesting van studenten aan de R. K.
Universiteit te Nijmegen. Zoo zal dan uit
voering worden gegeven aan het reeds lang
genomen besluit, meldt „De Vriend der
H.H. Harten", het studiehuis te Valkenburg
(L.) waar tot nog toe de theologanten en
philosophsie-st udenten samen woonden, van
overvolte te ontlasten.
Groep VI (Houtbewerking).
Toestand niet gunstig. Personeelsbezet
ting pijn. 17 pet. achteruit geloopen in 2
jaar tijds. Deze groep hangt af van de
drukte in het bouwbedrijf, van onzen ex
port (b.v. kisten-, manden- en hoepelfabn-
ea-ge) en van de koopkracht van het pu
bliek (Meubelindustrie). Deze 3 factoren
oefenen een zeer ongunstigen invloed uit
op den huidigen stand van zaken in de
houtbewerking.
Groep VII (Kleedingsindustrie).
Bedrijvigheid normaal, de personeelsbe
zetting pl.m. 3 pet. toegenomen; vooruit
zichten niet bevredigend.
Groep VIII (Kunstnijverheid).
Toestand slecht; is een luxebedrijf, dat
onniiddellijk den terugslag ondervindt van
de gedaalde koopkracht. Kunstenaars en
kunstnijveren hebben het uiterst moeilijk.
In de meer industrieele bedrijven op dit
gebied is de personeelsbezetting 20 pet.
achteruitgeloopen.
Groep IV (Leder-, rubberbe
werking).
Bedrijvigheid nog weinig verminderd.
Personeelsbezetting 4 a 5 pet. minder dan
2 jaar geleden. Belangrijke bedrijfsinkrim-
ping spoedig verwacht.
Groep X (Oor, steenkolen, turf).
Mijnbedrijf staat voor groote verande
ringen door invoerbelemmeringen en da
ling van het pond; \eenderijen slechter,
evenals de turfstrooiselfabrieken. Voor pet
veenderij-bedrijf spelen de zeer ongunsri-
ge zomers van de laatste jaren, een rol,
voor de turfstrooisel-fabricage de reeds
Personeelsbezetting in 2 jaar tijds pl.m.
20 pet. achteruitgeloopen; het vervoer be
langrijk meer. Het teveel aan wereld-tJn-
nage voor het N-erminderde vervoer maakt,
dat de vrachten laag zijn. Die lage vrach
ten en het opgelegd houden van schepen
oefenen op den toestand van het Neder-
landsche reederij-bedrijf een zoo ongunsti
gen invloed uit, dat groote bezorgdhoid
heerscht over het voortbestaan van een
groot deel van onze koopvaardij.
Havenbedrijf.
Toestand slecht, als direct gevolg van
het verminderde scheepvaartverkeer.
Overheidsbedrijven.
Deze monopolistische oonsumptiebedrij-
ven vertoonen weinig invloed van de crisis.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Zooalt uit het algemeen totaal blijkt,
waren op 1 October j.l. 508.766 arbeider® en
62.030 geëmployeerden, in totaal 570.706
personen werkzaam, tegen 602.163 arbeiders
en 62.014 geëmployeerden (totaal 664.177)
op 1 October 1929. In de verloopen twee
jaren ia de personeelsbezetting dus met
93.381 achteruitgeloopen, of wel pl.m. 14
pet. Het zwaarst is de metaalindustrie ge
troffen, alwaar de bezetting in de be-
sohouwde eerste jaren met 62.307 man
daalde.
De op 1 October 1931 gevolgde werktijd
bleek voor 431.131 arbeiders en 61.103 ge
ëmployeerden normaal, terwijl 77.635 arbei
ders en 927 employé's een verkorte werk
week moesten volgen. Van de eigenlijke
arbeidersbevolking werkte in de beschouw
de industrieën derhalve pl.m. 84 pet. n jr-
maal en pl.m. 16 pet. met (soms belangrijk)
verkorten werktijd.
Sedert 1 October 1931, waarop de laat
ste statistische gegevens betrekking heb
ben, heeft de toestand zich nog zeer sterk
in ongunstigen zin gewijzigd en tal van
fabrikanten zien met groote zorg de naaste
toekomst tegemoet. De val van het pond
sterling en van de kronen en de Eugelsche
pratêctie hebben behalve den in het ver
slag niet behandelden land- en tuinbouw
en de veeteelt, ook in niet mindere mate
de industrie en de koopvaardij getroffen.
De invoerbeperkingen in Frankrijk
krimpen de mogelijkheden, om naar dat
land uit te voeren, voor tal van bedrijven
op pijnlijke wijze in.
De December-noodverordening in
Duitschland en de noodtoestand die haar
deed geboren worden, zullen op het han
delsverkeer met dat land allerminst een
gunstigen invloed uitoefenen.
De wijzigingen sedert 1 October betref
fen voor de industrie bijna uitsluitend den
uitvoer (voor land- en tuinbouwproducten,
steenkolen en enkele nijverheidsproductftn
ook den invoer), zoodat een groote groep
van nieuwe slachtoffers niet geholpen
wordt door de verwachte wetten op den
invoer.
PATER DAMASUS SLOOTS, O.F.M.f
Wij plaatsen hier, in aansluiting met wat
v/ij reeds schreven, volgend ons toegezonden
„In memoriam".
„In Weert is de 31ste December 1931 over
leden de zeereerw. Pater Damasus Slools, O.
F. M„ secretaris van de Nederlandsche pro
vincie der Minderbroeders.
Pater D, Slools werd de 27ste Juli 18Ö4 te
Leiden geboren. Zijn lagere studie voitooide
hij aan het gymnasium te Megen, 7 Septem
ber 1903 trad hij in de Orde der Minderbroe
ders, 6 Maart 1910 werd hij te Weert priester
gewijd.
Om zijn bizondere aanleg voor de weten
schap zond zijn Overheid hem na de priester
wijding naar Leiden, om daar aan de univer
siteit de lessen van wis- en natuur- en schei
kunde te volgen. Na gelukkig afgelegd? exa
mens volgde zijn benoeming tot leeraar aan
de R.K. H. B. S. der Minderbroeders te Heer
len. Met groote ijver en loèwijding heeft hij
deze taak vervuld van 1916 tot 1929. Om zijn
bizondere gaven van geest en hart werd hij
achtereenvolgens praeses en gardiaan van het
Minderbroedersklooster der H. B. S. en in
Maart 1929 gekozen tot secretaris der Neder-
landsche provincie.
Pater Damasus Sloots maakte op allen die
hem ontmoetten de indruk een echt kind te
zijn van de kleine heilige van Assissië. Hij was
bescheiden en vriendelijk, arbeidzaam en god
vruchtig. Aan alle eereambt onttrok hi) zich
met zorg, maar, eenmaal door de gehoorzaam
heid gedwongen, verrichtte hij de opgelegde
taak met de grootste toewijding. Met innige
devotie vervulde hij de priesterlijke bediening,
en wie hem aan het altaar zagen getuigden ge
sticht te zijn door zijn eerbied.
De provincie der Minderboeders hoopt in
de dierbare overledene een voorspreker te
he*ben gekregen om zegen in de vele werk
zaamheden, waaraan hij zijn warme belang
stelling en onvermoeide medewerking heeft
geschonken".
Oud-pastoor C. J, Bouman f
De zeereerw. heer em. pastoor C, J. Bou
man, die in het ziekenhuis St, Antoniushove
te Voorburg is overleden, was geboren 27
September 1859 te Middelburg. Op 15 Augus
tus 1884 ontving hij de H. Priesterwijding.
Achtereenvolgens was hij kapelaan op Feyen-
oord, te Nootdorp en te Rotterdam. Na
«enigen tijd pastoor te zijn geweest le Ze
venhoven, werd hij benoemd tot pastoor
te Schipluiden, waar hij gedurende 17 jaar
de herderlijke bediening heeft vervuld. In
1929 vroeg hij zijn emeritaat aan en vestigde
zich Als rustend pastoor te Rijswijk (Z.H.)
ST. ANTONIUS PATRONAAT.
Een prettige feestavond.
Gisteravond heeft het patronaat „St. Anto-
nius" een feestavond georganiseerd, die wel
een unicum mag genoemd worden in de
Leidsche patronaatsbeweging.
Onder bekwame leiding van verschillende
aan het patronaat verbonden krachten, was
door de jongens ijverig gestudeerd, om hun
guders een Kerstavond aan te bieden.
Tegen halfacht begon zich de zaal te vullen
met genoodigden. Ongeveer 8 uur hield de
directeur, de eerw. pater A. A. Smits, zijn
openingswoord.
Spr. memoreerde dat dit feitelijk het eerste
Intieme feest was onder zijn directeurschap,
en dat hij blij was den aanwezigen een avond
te kunnen bieden, die niet alleen amusement
was, maar dat hij hoopte, dat men van dezen
avond eenige blijvende indrukken mocht ont
vangen, die hen des te inniger zouden doen
meeleven met het schoone Kerstfeest.
Wat we na de openingsrede te zien en te
hooren kregen, overtrof vele verwachtingen.
Declamatie werd afgewisseld u met zang door
een jongenskoor of door een gemengd koor,
terwijl op het tooneel, dat tot een Kerstgrot
was omgewerkt, levende beeldengroepen wer
den vertoond, die betrekking hadden op het
gezongen of gesproken woord.
De indeeling was als volgt. Het eerste ge
deelte begon met de voorbereiding tot de
komst van den Verlosser, gevolgd door de
komst van Jezus in de stal te Bethlehem.
Daarna de aanbidding van de herders.
Het tweede gedeelte bestond uit de aan
bidding van de Wijzen.
Zeker heeft deze avond ons nader gebracht
tot het diepe geheim van Gods oneindige
liefde, die zich openbaart in Zijn menschwor-
ding.
LEIDEN.
Qinsdag, Donderdag, Zaterdag. Vinoentdus»
Bibliotheek, geopend 's avonde van
7 30—8.39 uur.
Woensdag 8.15 uur. Propaganda vergade
ring Maria-Vereeniging, Concert
gebouw „Concordia", Steenstraat.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 4 tot
en met Zondag 10 Jan. a.s. waargeno
men door apotheek W. Pelle, Kort Rapen
burg 12, telefoon 594.*
ST. JOZEPHS GEZELLEN VEREENIGING
Kerstuitvoering.
Men zendt ons het volgende verslag:
Om de wonder-mooie, de ziel inspireerende
Kerstgedachte weven zich de menschelijke
ideeën, uitgedrukt in zang en voordracht, in
dichtkunst en muziek. En waar het Kerstfeest
ook werd of wordt gevierd, telkens wordt
het omzweefd door fijne poëzie, want Kerst»
mis is 't feest van de poëzie door zijn inti
miteit thuis en in de kerk.
Ook de Josephgezellen organiseerden Zon
dagavond een met Kerstmis in verband staan-
den avond en de eerw, vice-praeses wees er
in zijn openingswoord op, dat een uitvoering
met als doel cultureele, beschavende vorming
ons aller belangstelling verdient al verwon
dert het niet, dat zoo n avond geen buiten
gewoon bezoek heeft. Spr. heet dan allen wel
kom, bizonder de leden der Liedertafél, met
hun ijvervollen directeur en den spreker van
dien avond, den heer Frans Schneiders.
Terstond hierop waren de zangers aan „het
woord" hiet als nummer een „Es ist eln Ros'
entsprungen". Al was dit nummer moeilijk, de
uitvoering was goed, al zou betere articula
tie, vooral van 't Duitsch, het geheel ten
goede komen. Na een drietal meer eenvoudi
ge nummers volgde Cuyper's „Gloria in Ex-
celsis". Dit werd in mooie voordracht gezon
gen, terwijl de solo-partij prijzenswaardig
werd vervuld
De heer Schneiders ving hierna zijn cause
rie aan over de „Poëzie van Kerstmis".
Het was spr. een vreugde op dezen avond
te mogen spreken, eerstens omdat het Kerst
feest een der mooie feesten is van het ker
kelijk jaar, en ten tweede omdat hij nu staat
voor de St. Josephsgezellen, die toch meeren-
deels voortkomen uit die gezinnen, waar het
Kerstfeest nog echt-christelijk wordt gevierd.
Kerstmis acht spr. het fijnste, innigste en in
tiemste feest en wie he' ouderhuis al eens
vopr korten of langen tijd moest verlaten, hij
zal blijven voelen den b^nd, die hem aan het
ouderhuis bindt, vooral in de Kerstdagen. Is
reeds de kribbe in de kerk vol van liefelijke
poëzie, waardoor in den Kerstnacht aan
's menschenziel groote vreugde en vrede
Wordt gegeven, ook het feest thuis is vol van
blijheid en intieme rust. En zoo groot kan
dat alles inwerken op een mensch dat, al is
hij ver van huis, het Kerstfeest een mensch
kan opheffen uit zonde en ellende om hem te
brengen bij de kribbe en aan de communie
bank.
In verband hiermede wil 6pr. terloops even
wijzen op de viering van den moederdag.
Meermalen heeft hij erover gesproken, en als
zulk een moederdag echt katholiek werd ge
vierd, wat een heerlijke kracht zou dat zijn
evenals de herinnering aan het eenmaal thuis
gevierde Kerstfeest, voor menigen jongeman, ja
voor iederen mensch.
Door alle eeuwen heen ,is om Kerstmis de
schoonste poëzie geweven en vooral vóór
1700, toen de dichters nationale helden wa
ren, werden prachtige werken op 't Kerst
feest gedicht. Wie kent niet Vondel's rijke
reien uit de „Gfjsbrecht van Aemstel", een
werk vol van fijn-besnaarde poëzie. Ook Re-
vius, Stalpaert van der Wielen e.a., zij heb
ben het Kerstfeest als een grootsch, van lief
de en verlossing sprekend feest bezongen.
Na 1700 werd dat anders en waren de dich
ters meer geneigd de feiten, die zij beschre
ven, aan hun eigen zieie-gesteldheid te toet-
Hoe is 't in dezen tijd? De moderne poëzie
is niet rijk aan mooi, verstaanbaar werk, maar
toch acht spr. sommige moderne werken zeer
hoog, te meer waar er toch al niet veel is
moeten we het goede van onzen tijd ten zeer
ste waardeeren. Een der meest begrijpelijke
dichters van onzen tijd is pater Scheurs, die
in de mijnstreek zijn geestelijken arbeid ver
richt, Spr. leest dan een tweetal van zijn
verzen .waarvan vooral „Kerstmis in de 408"
den rijk-begaafden dichter verraadt. Het werk
van Scheurs is modern, doch fijn aangevoeld
is de weergave van dien wond'ren nacht,
waarbij deze dichter de menschen van nu
bij de kribbe plaatst. Zeer modern, en toch
eenvoudig was het versje van „Mien Proost",
een schuilnaam van een der dichters uit onzen
tijd en van ons volk. Na nog een vers van
Felix Rutten te hebben laten hooren, decla
meerde spr. tenslotte ook een Kerstgedicht
van zichzelf getiteld „Ter Nachtmis".
Een langdurig applaus volgde en kapelaan
v d. Ven was zeker de tolk van allen, toen
hij den Troubadour van „De Leidsche Cou
rant" hartelijk dankte voor diens fijne
Onder leiding van den heer W. Hoogzaad
gaf de Liedertafel nog een vijftal Kerstliede
ren, waarvan het „Stille Nacht" de fijnste
vertolking had. Ook Hamers' Kerstliederen
waren flink van voordracht, Te critisch mo
gen we niet zijn, want dit koor is geen
„Schola" of kerkkoor, maar wat bereikt kon
worden is o.i. wel behaald.
Praeses v. d. Ven sprak dan een slotwoord
met dank aan de zangers en den spreker en
sloot dezen cultureelen avond met den Kol-
pingsgroet.
Handelsregister K. K.
W ij z i g i n. 2691 H. van der Plas, Voor
hout, Hoofdstraat 98, schilder en winkelier in
galanterieën. Uiltr. E.: H. van der Plas, Voor
hout. d.d. 15 Juni 1929 Wijz. handelsn. thans:
E W. A. van der Plas. N. E.: E. W. A. van
der Plas, Voorhout.